Dag Gert,
Jouw meester Walter Damen heeft deze week in zijn pleidooi ter jouw verdediging uit een van mijn columns geciteerd. Ik heb die geschreven enkele dagen na de uitzending van De prijs van de winnaar, waarin jij door (ex-)speelsters van jouw nationale ploeg zowat met de grond werd gelijkgemaakt.
Ik zou die nu anders opschrijven, hoewel ik nog steeds een serie getuigenissen zonder weerwoord niet de juiste journalistieke formule vind. Net als voor de speelsters, en voor jou (jawel), heb ik ook voor de programmamaker evenwel het grootste respect omwille van prestaties uit het verleden.
Nadien heb ik eerder toevallig een aantal mensen ontmoet, uit het volleybal en alumni van de KU Leuven, die mij in alle rust en sereniteit overtuigden dat er met jou echt wel iets aan de hand was dat in de buurt zou kunnen komen van een persoonlijkheidsstoornis. Dat jij enerzijds tegen de vrouwen (en ook studenten en collega’s) die hun lot in jouw handen hadden gelegd onwaarschijnlijk gemeen kon zijn, niet één keer maar structureel, en tegelijk haast poeslief tegen de buitenwereld.
Of zoals jouw ooit heldin Frauke Dirickx in haar getuigenis zei: dat je een Jeckyll and Hyde was. Op 12 april van vorig jaar om 20 uur heeft zij, jouw beste spelverdeelster ooit en jouw verlengstuk op het veld, haar verhaal gedaan bij de bondsprocureurs. Ze sprak over de slechtste periode uit haar leven, door jouw toedoen. Die avond ben jij van je voetstuk gedonderd.
Ik moet mij derhalve excuseren bij de speelsters voor de paragrafen in die eerste column over de timing van de klachten, jaren na de feiten. Als seksueel grensoverschrijdend gedrag jaren kan worden verdrongen, zal dit met verbaal overschrijdend gedrag en machtsmisbruik ook het geval zijn, helemaal als daar nog eens manipulatie bovenop komt.
Ik wil ook mijn woorden terugnemen dat mannen dit nooit hadden gepikt van hun coach en sneller hadden gereageerd. Dat doet er niet toe. Er zijn mannen die het niet hebben gepikt van jou, maar dat waren dan vaders van speelsters. Ik zweer het je, had je mijn dochter zo vernederd, ik had je een pak rammel verkocht.
Dat zijn zware woorden, maar wat kan je anders na al die elkaar bevestigende getuigenissen te hebben gehoord en gelezen? Hier is onmiskenbaar sprake van verregaand verbaal overschrijdend gedrag, machtsmisbruik en manipulatie. Wat het nog een beetje erger maakt, is de volledige afwezigheid van ook maar enig schuldbesef. “Als ik fouten heb gemaakt, wil ik mij daarvoor excuseren”, staat nu ergens. Dat is too little too late. En nog begreep ik dat de tegenpartij niet uit is op jouw val, wel op een mea culpa.
Een voorbeeld? Als de coach aankaart bij zijn atleten (v/m) dat te veel kilo’s een probleem zijn heeft dat niks te maken met bodyshaming maar met de bescherming van de gezondheid van iemand die honderden keren per training moet springen met die vijf kilo surplus. Alleen zou een professor sportcoaching moeten weten dat “jullie zijn een bende vette koeien die staan te grazen op de wei” niet de meest motiverende manier is om tot een juist competitiegewicht te komen. “Dikke wijven, vette wijven of vadsige wijven” is dat evenmin. Het is fout.
Je herinnert je vast nog wel dat ik in onvermoede tijden in een andere column een beetje heb gelachen met jouw coaching- adviseurschap voor Vincent Kompany. Ik schreef dat als Kompany een staaltje volleybalcoaching bij vrouwen wilde zien, hij op YouTube moest zoeken naar Nikolai Karpol, USSR. Jij reageerde verontwaardigd.
Karpol – bijnaam ‘Brullende Beer’ – vernederde zijn speelsters tot op het bot, live op tv tot in de olympische finale toe. Jij niet. Je was weleens direct in cruciale time-outs; “speel nu godverdomme de bal die je moet spelen” is evenwel geen toxische coaching. In de beslotenheid van de kleedkamer, het een-op-eengesprek was je wel degelijk een Karpol.
Hoe het nu verder moet? Verdien jij straf? Hoever moet die gaan: een terechtwijzing, een schorsing? Weet wel, beste Gert, dat als alles wat jij ooit hebt opgebouwd nu dreigt verloren te gaan dat jouw en alleen jouw schuld zal zijn. Je vakmanschap, het vat aan volleybaltalent, je reputatie als volleybalcoach, als professor coaching, de vriendschappen, je netwerk, het staat allemaal op de helling.
Ik weet wat ik kan verwachten. Rancune hoort bij jou, niet bij mij. Ik vind het jammer dat het zo is gegaan. Ik bleef ondanks alles tijdens het vorige WK fan van je ploeg en dus ook van jou. Voor deze Yellow Tigers en het vrouwenvolleybal zou het goed zijn als je dit aanstaande EK nog haalt. Zegt men. Of je dat verdient, dat weet ik even niet.