Column Fien & E;i in De Morgen van zaterdag 29 januari 2022

FIEN & ELI

Ik ben niet meer bij de les zoals dat hoort bij mijn vak, ik mis essentiële dingen. Waar en wanneer in godsnaam is al die cruciale informatie aan mij voorbijgegaan?

Neem nu gisteren. Al bij mijn eerste caffè latte viel ik van mijn stoel: bekende crosser (bc) Eli Iserbyt is samen met ene Fien Maddens en niet langer met zijn leuk uitziende Nederlandse collega, die mij deed denken aan mijn grootouders die een hond hadden die Puck heette. Maar Fien Maddens, echt nooit van gehoord, compleet gemist.

Rammend op dat toetsenbord wist ik dat het geen goed idee was om dat interview met Fien te lezen. Of het überhaupt een goed idee is om een rennersvrouw paginagroot te interviewen laat ik aan het oordeel van de deskundige collega’s over. Mij hebben ze alvast nooit zover gekregen en daar prijs ik mij zeer gelukkig voor.

Pas op, prima stuk hoor. Die eerste zin in de inleiding alleen al: één etentje en één keer blijven slapen en het was geklonken. Daar wilde de verdrongen pervert in mij meer over weten. Welnu, dat was zo gegaan… Fien had een keer iets gekookt en had dat gerechtje op Instagram gezet. Vrouwen/meisjes die gerechten delen, daar was ik in mijn prime (en ook vandaag nog) op afgehaakt, maar Eli reageerde met “Mmm, lekker”. Dat was gedurfd. Stel je voor dat Fien naar het Instituut voor Gelijkheid van uweetwel was gestapt. Leg het dan maar uit, als bc. Niet Fien. Die vroeg raad aan haar pa en – geen grap – die zei “Antwoord maar”. Over de schouder meekijkende ouders had een tweede reden kunnen zijn om af te haken, maar neen, ze kwamen direct goed overeen, Fien en Eli.

Om een lang verhaal kort te maken, hij vroeg om samen iets te gaan eten. Oké, maar zij wilde liever bij hem thuis zelf koken. Eli vond het lekker (het gerecht, veronderstel ik). En Fien verbaasde zich erover dat hij alles in huis had. In het interview somt ze op: een schuimspaan, verschillende vergieten, allerlei kruiden, een pureestamper. (Of dat metaforen zijn voor ander gerief is niet duidelijk.) Haar conclusie: die heeft zijn leven op een rijtje.

Maar dan. Na het hoeveelste bezoek ze de eerste keer bleef slapen, liet ze onvermeld, maar op een keer bleef ze dus slapen en toen maakte ze ook indruk. Beste lezer van deze rubriek, ga nu even zitten en haal diep adem. Eli had haar na die nacht gezegd dat hij het toen wist: “Dat is echt een goeie.” Wat was er gebeurd? Niet dat ze bij het ochtendgloren nog eens onder het dekbed was verdwenen om het laatste restje twijfel weg te nemen. Neen. Toen hij wakker werd, stond zij de lamellen te kuisen. En toen viel Eli helemaal voor haar. Weeral, ik hoop dat die lamellen metaforen zijn, maar ik denk het niet.

We zijn nog niet klaar met de bloemlezing. Fien had wel één grote eis toen ze bij hem introk: ze wilde een eigen tafeltje voor haar make-up. Waarop Eli haar zijn kaart gaf met de genereuze melding: “Ga maar naar de Ikea met je vriendin en koop wat je graag wilt zodat je je hier thuis voelt.” Naar de Ikea, dat zou normaal het einde moeten zijn, maar neen. Ze liep er met de kaart van Eli in de hand de kantjes af: ze kocht niet alleen een tafeltje maar ook een stoel. En later nog wat dingetjes voor het interieur. Op de foto staat ze met twee identieke honden, wellicht ook gekocht. Tot slot had Fien nog een dienstmededeling. “Ik zou graag trouwen. Maar dat hangt van Eli af. Hij moet het vragen.”

Eli Iserbyt kan wereldkampioen worden morgenmiddag (morgenavond bij ons) in Fayetteville in de VS. Willen we dat wel? Met mijn bekrompen wereldbeeld van balsporter zie ik liever een beetje rijzig atleet op het podium. Eén of twee Mathieu van der Poel of Wout van Aert en pas op drie zo’n crossertje, dan heb ik vrede met veldrijden. Maar goed, het is wat het is: Van der Poel doet niet mee omdat hij het aan de rug heeft en Van Aert heeft geen zin om drie weken kwaliteitstraining in te boeten om voor de vierde keer een stel tweederangsrenners op te rollen.

Het wordt een strijd tussen Tom Pidcock en Eli Iserbyt en als ik Sven Nys mag geloven zal één lange helling het verschil maken.
Op papier zou olympisch kampioen mountainbiken Pidcock in het voordeel moeten zijn. Waarmee hij meteen de overbodigheid van veldrijden zou bewijzen. Laat die wereldkampioenentrui volgend jaar maar bij voorkeur om de schouders hangen van iemand die boven de gemiddelde crosser uitsteekt. Pidcock en Ineos dan maar. Geef toe: welke sport die zichzelf een beetje ernstig neemt heeft een wereldkampioenentrui met daarop Pauwels Sauzen?

Column de saga Smans-Poppe in De Morgen van maandag 24 januari 2022

DE SAGA SMANS-POPPE

November 2017. Ik ben in het Stubaidal voor een repo met de snowboarders/slopestylers van de Belgische olympische ploeg op weg naar de Spelen van 2018 in Pyeongchang. Ik wilde meer te weten komen over slopestyle. Ooit had ik in een column bij wijze van boutade gevraagd of je gaat slopestylen omdat je op je hoofd bent gevallen, of je op je hoofd valt omdat je bent gaan slopestylen. Dat was niet serieus bedoeld, maar dat hadden de slopestylers en hun bond zo niet begrepen.

Slopestyle, moet u weten, is dingen doen met een snowboard die een normaal mens niet in zijn hoofd zou halen. Van relingen glijden, springen flirtend met de grens van leven en dood, you name it, zij doen het. Dan is er ook nog big air, nog erger. Dat is heel snel van een helling afkomen richting een soort reuzenschans, in de lucht gekatapulteerd worden en daarna allerlei bewegingen uitvoeren.

Ik keek mijn ogen uit daar boven in dat funpark. Van over de hele wereld waren ze gekomen. De bondscoach wees mij alle Belgen aan en hij eindigde bij een meisje dat heel eenvoudige sprongetjes deed, alsof ze nog veel moest leren. “Die daar is Loranne, ons grootste talent”, zei hij. “Zij had ook op de Spelen kunnen staan, maar ze heeft wat pech gehad.” Van een understatement gesproken.

Het begon met een val in 2016, waarbij ze op haar hoofd terechtkwam en bewusteloos met de helikopter werd afgevoerd. Bij de check- up bleek ook de schouder gebroken en had ze bloedingen in haar hersenen. Maar Loranne Smans was een natural. Haar herstel ging zo snel dat ze van de neurochirurg al in december geen beperkingen meer kreeg.

Te vroeg herbegonnen, wie zal het zeggen? In Québec ging ze in de opwarming door haar knie en scheurde haar voorste kruisband af. Gevolg: operatie en maanden revalidatie. Pas eind 2017 toen ik haar in Stubaital zag, kon ze weer die eenvoudige sprongen uitvoeren. Zo gingen haar eerste Spelen de mist in. Slechte timing, in de herfst van datzelfde jaar sprong ze, opnieuw in Québec, op de big air naar een derde plaats.

Loranne Smans, met haar looks en stijl van een ideale schoondochter, sindsdien lette ik elke winter op wat ze presteerde. Een grote maand geleden zaten we samen in Snow Valley in Peer. Dat had te maken met de aankomende Winterspelen waarvoor zij een certitude was. Ze vertelde honderduit over haar sport, inmiddels haar vak. Ze had zin in haar eerste Olympische Spelen, die al haar tweede hadden moeten zijn.

Ze begon over haar signature trick, de frontside rodeo 720, iets wat heel weinig mannen en nog minder vrouwen doen. Die trick, als ik dat toen goed heb begrepen, komt er op neer dat ze onorthodox vertrekt vanop haar tenen. En dat ze twee keer rond haar as draaide, vandaar die 720.

Vrijdag is de wereld van de nog maar 24-jarige Loranne Smans ingestort. Donderdag was al bekendgeraakt dat niet zij, maar de zeventienjarige Evy Poppe zou worden uitgestuurd. Poppe was de keuze van de Sneeuwsportfederatie; en het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité volgde de bond. Een dag later stond Smans in kortgeding voor de rechter en dat verloor ze. Het wordt Poppe in Peking.

Over een ingewikkelde jurysport als slopestyle ga ik mij niet uitspreken. Ongetwijfeld zijn het capabele kenners die in deze materie in eer en geweten hebben geoordeeld, maar had dit niet anders gekund? Smans heeft de quotaplaats voor België op de World Cups uit de brand gesleept, ze staat als hoogste Belgische op de ranking, dan lijkt haar selectie de logica en verdient de niet-selectie een duidelijke, transparante uitleg.

Evy Poppe werd nipt voorgetrokken op Loranne Smans op basis van ‘nationale criteria die de beste atlete moeten selecteren.’ Dat is vaag, maar daarom is het nog niet onterecht. Alleen moet er dan wel een verklaring komen waarom resultaten op olympische kwalificatietoernooien ineens niet meer tellen als graadmeter. Poppe stond 34ste op de olympische ranking en miste Peking 2022. Smans klokte af op 13de, waardoor België überhaupt een atleet mag sturen.

Hebben ze nadien dan Poppe en Smans tegenover elkaar gezet in een geheime snow-off? Kan Poppe – wereldkampioen bij de junioren en goud op de Youth Olympics – meer en moeilijker tricks dan Smans en heeft haar grotere groeimarge de doorslag gegeven? Leg uit Sneeuwsport Vlaanderen: wanneer werd de quotaplaats een kloteplaats?

Ik heb te doen met de gesloopte slopestylster Loranne Smans. En ik heb ook te doen met de jonge Evy Poppe, die onder immense druk staat om in Peking te presteren. Sportief is haar selectie misschien terecht, en het is te hopen voor haar dat die wordt bevestigd met een knalprestatie in Peking. Menselijk is dit een drama dat had kunnen worden vermeden.

Column de Redders van het Voetbal in De morgen van zaterdag 22 jan 2022

DE REDDERS VAN HET VOETBAL

Het stond er een beetje raar, in de berichten eerder deze week over de ontwikkelingen bij de Pro League: Bruno Venanzi en Michel Louwagie zetten een stap terug omdat ze genoemd worden in het ontwerp van vordering in Operatie Zero. In een volgende zin stond dan weer: Wouter Vandenhaute en Vincent Mannaert gaan de Pro League leiden.

Bij nader inzien is de stap terug van Venanzi en Louwagie een detail. Ze zijn niet langer de vertegenwoordigers van de Pro League in het bestuur van de KBVB, de grote administratieve entiteit boven het voetbal. In de Pro League, de belangenvereniging van de profclubs, blijven ze gewoon zitten.

Bovendien moet nog blijken wat van Operatie Zero uiteindelijk overblijft als de verdediging haar zegje heeft gedaan. Een groot deel van het dossier is gebaseerd op vermoedens van gesjoemel. Het mag vreemd klinken, maar zelfs in het immorele/amorele voetbal is niet alles fout wat op het eerste gezicht fout lijkt, of waar te veel geld mee gemoeid is.

Terug naar de essentie: Vandenhaute en Mannaert gaan alle problemen van de Pro League oplossen. Wouter en Vincent worden de witte redders van het voetbal. Misschien is wit iets te veel eer. Beide heren hebben een rist veroordelingen voor dronken rijden op hun kerfstok, maar zijn inmiddels zo opgestoten in de vaart der volkeren dat ze zich bij rijverbod een chauffeur kunnen permitteren. Wie weet gaan ze wel taxidelen.

Neen, samen zeven veroordelingen voor dronken achter het stuur kruipen (en betrapt zijn, wat dus met die andere keren?) behoort niet tot de privésfeer. Net zoals Ilombe Mboyo’s losse handjes. Het voetbal heeft een voorbeeldfunctie als ‘positieve verbindende kracht in de maatschappij’ (niet mijn woorden). Recidives van dronken rijden en slagen en verwondingen horen minstens even streng te worden aangepakt als vermeende of nog niet bewezen financiële malversaties. Mannaert, die terloops nog eens voor een paar miljoen van witwas wordt verdacht in de Veljkovic-boekhouding, was zo slim om al heel snel de voorgrond aan Vandenhaute te laten.

De deus ex machina in Vandenhaute kon zijn geluk niet op. Eindelijk heeft hij iets te doen. Wie denkt dat hij als voorzitter van Anderlecht meer zou zijn dan een protocollair figuur dwaalt. Marc Coucke mag het dan inmiddels hebben verteerd dat hij niet langer president wordt genoemd, er zijn grenzen aan zijn egorealisme. Hij heeft geen 120 miljoen euro of meer in de club gepompt om de beslissingsmacht uit handen te geven. Via zijn afgevaardigd Alychlo-vertrouweling Ben Jansen heeft hij zijn greep op de club nog verstevigd.

Zo, en wat gaat Vandenhaute nu allemaal oplossen?
1. Onderhandelen met de politiek over de (para)fiscale voordelen
2. Het vertrouwen in het voetbal en het maatschappelijk draagvlak herstellen
3. De veiligheid in de stadions verbeteren
4. Racisme bestrijden
5. Een CEO zoeken voor de Pro League
Oh ja, en 6. En passant een geschikt competitieformat vinden. En dat in vijf maanden.

In alle lovende verhalen deze week wordt Vandenhautes trackrecord in het wielrennen aangehaald om aan te geven dat het hem in het voetbal ook kan lukken. Over welk trackrecord hebben ze het? Hij had in 2008 een mooi plan (Cycling 2020) dat het niet heeft gehaald. Daarop heeft hij het wielervoorjaar in Vlaanderen hervormd, dat klopt, maar zijn grootste en enige tastbare verwezenlijking is een circuit in de finale van de Ronde van Vlaanderen, een door anderen geopperde en voor de hand liggende ingreep.

Die hervormingen hebben alvast niet geleid tot een nieuw soort wielrennen en ondanks een nooit eerder boomende interesse is de sport er niet wezenlijk op vooruitgegaan: niet inzake grote sponsors, niet inzake budgetten, niet inzake salarissen, wel integendeel. Laten we wel wezen, dat is niet de schuld van Flanders Classics, maar ook veldrijden is erop achteruitgegaan en daar is Flanders Classics wel de dominante speler: minder volk, minder interesse, lagere kijkcijfers, minder geld, minder toppers aan de start.

Het grootste probleem van Vandenhaute is zijn geloofwaardigheid. Hij is bij lange niet die boven alle voetbalcontroverses verheven figuur. Tot voor enkele maanden was hij nog makelaar bij Let’s Play. Zijn eerste grote slag was de overgang van Vadis Odjidja van Olympiakos naar KAA Gent. Volgens insiders is hij de duurste makelaar ooit die voor een inkomende transfer langs de Gentse kassa passeerde. Vervolgens zette hij druk op commentatoren om Odjidja in de nationale ploeg te praten en geen jaar later probeerde

hij hem al bij Anderlecht te stallen. De pas aangestelde Vincent Kompany stak daar een stokje voor. Dat was balen. En nu is Vandenhaute voorzitter van Kompany, of hoe het in het leven toch verdomd raar kan lopen.

Column Arnaud Mogi Bayat in De Morgen van maandag 17 januari 2022

Arnaud ‘Mogi’Bayat

KV Mechelen is zaterdag niet komen opdagen op het veld van OH Leuven. Niet uit schroom, want dat had natuurlijk ook gekund, daags na de publicatie van het ontwerp van strafvordering in Operatie Zero. Als club verantwoordelijk zijn voor een derde van de misdrijven – en meer dan de helft van de direct bewijsbare – je zou voor minder even niet gezien willen worden.

Maar met de affaire-Veljkovic had het dus niks te maken. Het is al langer bekend dat cognitieve dissonantie in Mechelen tot kunst is verheven. Dit is een ander bestuur, luidt het riedeltje. Alsof Mechelen niet staat waar het nu staat, veilig in eerste klasse, alsof Mechelen niet betere spelers heeft kunnen betalen die het anders niet had kunnen betalen, precies door al dat gesjoemel.

Neen, KV Mechelen is niet naar Leuven gebust omdat KV Mechelen het niet eens is met de afspraken rond covidbesmettingen. Een normale procedure had kunnen zijn: de wedstrijd spelen onder voorbehoud en dan naar de bevoegde juridische instanties trekken met een klacht, en als ze daar hun zin niet kregen ten slotte naar het Arbitragehof voor de Sport, altijd prijs daar. KVM bleef gewoon thuis. De chaos in het Belgische voetbal is nog nooit zo compleet geweest. Als dat geen forfaitnederlaag wordt, is het hek van de dam.

Inmiddels ligt het ontwerp van strafvordering in Operatie Zero komende van de federale magistraat, 77 pagina’s lang, op straat. Enerzijds zijn er de quasi-binnenkoppers, haast allemaal met Dejan Veljkovic als betrokken partij: onrealistisch hoge facturen voor niet- geleverde diensten. Daartegenover staat de zwarte boekhouding van Veljkovic, waarin wordt uitgelegd voor wie dat geld moest dienen.

Dit zijn quasi-binnenkoppers, met de nadruk op quasi, want alle beschuldigden zullen enerzijds ontkennen dat ze witgewassen geld hebben gekregen en anderzijds argumenteren dat die diensten wel degelijk zijn geleverd en dat het niet verboden is handel te drijven met – weze het tien én dan nog schimmige – bedrijfjes. Ten slotte spreekt in het nadeel van de beschuldigden dat er nog een derde partij heeft bekend: Luc Anthonissen, de Belfius-kantoorhouder die er geen graten in zag om wekelijks gigantische sommen cash aan Veljkovic te overhandigen. Er zijn bewezen transacties, er zijn stukken aan beide zijden ter staving, er zijn verklaringen door ontvangers van het zwart geld en er zijn de hoge sommen.

Een tweede luik, minder omvangrijk dan het eerste – minder groot moet nog blijken – draait rond Arnaud Bayat, bij ons beter bekend als Mogi, de makelaar die in België in geen tijd de nummer één werd. Laten we wel wezen, de man ís een onmogelijke kruising tussen een koala en een dodelijke gifspin. Hij zou beter uit ons voetbal verdwijnen en zijn broer Mehdi meenemen, maar de aanklachten tegen zijn persoon worden heel lastig om te bewijzen. Tenzij…

In de meeste verdachte transacties van Bayat wordt de term ‘minstens deels fictieve bemiddelingsovereenkomst’ gehanteerd. Dat impliceert dat het gerecht moet bewijzen dat de factuur voor een deel correct is en voor een ander deel niet. Begin maar te bewijzen dat 700.000 euro te veel is betaald, in een wereld waarin een makelaar makkelijk 10 procent en meer factureert als hij voor het juiste bedrag een speler op het juiste moment bij een andere club kan stallen.

Overigens gaat het in het geval van Bayat haast altijd om een commissie op de verkoop van een speler. Nooit draait het om een waanzinnige 1,5 miljoen euro voor scouting bij een inkomende transfer zoals Club Brugge met Dejan Veljkovic (onder de valse naam Uros Jankovic). Bayat factureerde overigens met zijn Belgische bvba Creative & Management Group, netjes gevestigd op zijn woonadres in Lasne.

Een ander verwijt aan het adres van Bayat is dat hij voor valse Afrikaanse attesten zou hebben gezorgd om transfers van spelers te vergemakkelijken. Ook dat wordt een hele lastige om te bewijzen, althans het aandeel schuld van de clubs hierin. Idem voor betwiste contracten voor scouting in Frankrijk met de International Sports and Football Management SA in Martelange, een Luxemburgs bedrijf op naam van Bayat.

Dat Mogi Bayat zal bloeden in deze affaire is duidelijk. Hoe groot de schade zal zijn – van een tik op de vingers over een dading met de fiscus en een boete tot een echte veroordeling en gevangenisstraf – is niet duidelijk. De andere partijen (clubs) waarmee hij die contracten heeft afgesloten lijken vooralsnog gerust in de zaak. Tenzij Bayat na een maand in de gevangenis toch is beginnen te spreken. En dan luidt dé vraag: wie heeft hij meegenomen in zijn val?

Column Illegale Import in De Morgen van zaterdag 15 januari 2022

Illegale import

Novak Djokovic moet bij ons in de pintjesliga komen voetballen. Ze zouden er vast wat op vinden om hem ongevaccineerd en/of besmet op het veld te krijgen. Precies zoals ze in hun onmetelijke wijsheid deze week oordeelden dat voetballers die een boosterprik hebben gekregen niet meer hoeven getest te worden. Zij kunnen dus gewoon besmet hun matchke spelen en ongehinderd anderen besmetten. Waarlijk geen enkele kans laten de onverlaten van het voetbal liggen om zichzelf bij de federale regering en de publieke opinie onmogelijk te maken.

Novak Djokovic, daar begon dit stukje mee. Wat een soap, wat een vaudeville, wat een antireclame. Of zou het kunnen dat dit hele vervolgverhaal de Australian Open goed uitkwam, dat ze die extra publiciteit konden gebruiken? Het is niet van vandaag, de afkalving van het tenniscircuit en het gebrek aan interesse van de rest van de wereld voor het eerste grote grandslamtoernooi van het jaar.

Dat geweeklaag van de nieuwe generatie tennissers (m/v) over te warm, te vochtig, te droog, té in welke vorm of verschijning dan ook, het is al een tijdje aan de gang. Waar is de tijd dat spelers en speelsters zich begin januari fris en herboren aandienden, de ene met een kilo te veel, de andere prima in vorm, en vervolgens gewoon veertien dagen balletjes tikten zodat er dat laatste weekend een winnares bij de vrouwen en een winnaar bij de mannen uit de bus kwam? Waar is de tijd dat we voor de Australian Open langer opbleven of vroeger opstonden?

Hoe simpel was tennis toen niet? Zo simpel als een covidprotocol vandaag kan zijn. Besmet? Niet spelen. Besmet geweest? Doet niks ter zake. Gevaccineerd? Wel spelen. Niet gevaccineerd? Opzouten. We hebben het tenslotte over Australië, waar ze heel streng zijn op alles en iedereen die bij hen naar binnen wil. Wie ooit in Australië is geland en moest wachten op de bagage zal ze hebben gezien, de beambten in uniform met een schattige beagle aan de leiband.

Dat beest komt dan aan je bagage en daarna aan je been snuffelen, en dat is niet altijd even plezant. Ik herinner me mijn eerste vlucht down-under. Dat was met Alitalia op oudejaarsavond. In Rome kreeg ik op mijn rij het gezelschap van zes Kroatische besjes die hun gemigreerde kinderen gingen opzoeken. De hele godsammese weg, inclusief tussenstop in Bangkok, kwetterden ze tegen elkaar. Elf uur en nog eens tien uur vliegen en geen oog deden ze dicht, en ik ook niet. Als het vervolgens in Melbourne een beetje duurt voordat die bagage komt, en het slaaptekort zet zich door, en zo’n beagle komt aan je been snuffelen, onderdruk dan maar eens de geheel natuurlijke reflex om dat beest een zet te geven.

Dat duurt tot je ziet wat er aan de andere kant van de leiband hangt: een uniform, strepen op de mouwen. Dan vraag je quasi- verwonderd: “Is dit een drugshond?” “Ook,” is het antwoord dat je krijgt, “maar ze – it’s a she – haalt er evengoed de illegaal geïmporteerde voedingswaren uit.”

Illegale import, dat is Novak Djokovic, althans op het moment dat dit stukje wordt ingeblikt, gisterenochtend. Het verdict is inmiddels voor de tweede keer gevallen: zijn visum wordt geweigerd. Deze keer door de minister van Immigratie die in deze materie beschikt over godlike powers, zoals dat in Australië zo mooi heet. Dat is dan de ene god tegen de andere. Nadat Australië 1-0 had gescoord, stond het heel even 1-2 voor de god uit Servië. In geen tijd is het 3-2 geworden voor die uit Australië. 6-0 kan ook nog. 0-6 wordt lastig.

Djokovic heeft nu een tweede – ook zo’n mooi angelsaksisch begrip – hail mary court case nodig om toch op het eiland- continent te kunnen blijven. De toevoeging hail mary in het Engels wijst op wanhoopspoging. Fans van Djokovic konden hun geluk niet op toen hij een eerste keer door de rechter werd bevrijd uit zijn opsluiting in het quarantainehotel. Wat toen niet helemaal doordrong, was dat de rechter zich nooit uitsprak uit over het visum, wel over de gevolgde procedure.

De zaak-Djokovic is eenvoudig. Wellicht had hij zonder liegen zijn visum kunnen behouden, maar in deze zaak heeft hij getoond wie
hij denkt te zijn: een tennisgod boven alle wetten verheven. “Wat had mijnheer Djokovic meer kunnen doen?” Dat pleitte zijn advocaat in eerste instantie met succes. Veel meer. In quarantaine gaan bijvoorbeeld en niet naar Marbella vliegen. En ook geen journalisten zien. (Stel je het omgekeerde voor, een journalist die bewust besmet naar een interview gaat.) En zijn paperassen juist invullen. Of zich laten vaccineren. En ten slotte: niet liegen.

Column Afrika Cup in De Morgen van maandag 10 januari 2022

Afrika Cup

Michel Ngadeu van AA Gent heeft al 39 officiële wedstrijden in dit lopend seizoen. Hij staat samen met nog vijf anderen boven aan het lijstje. Hij is wel enige van boven de dertig. In zijn voordeel speelt dan weer dat hij van die zes de enige centrale verdediger is in een driemansverdediging.

Het grootste verschil met al die 39’ers is dat Ngadeu de enige is die op de Afrika Cup in actie komt. In Kameroen, spelend vóór Kameroen, krijgt hij in de poulefase zo maar drie wedstrijden voorsprong op de concurrentie. Die eerste ronde zal het thuisland ongetwijfeld overleven en dan krijgt hij er nog eens minimaal één bij of vier als hij de finale haalt en alle wedstrijden speelt. Met Gent komen er nog eens maximaal 24 bij, ervan uitgaande dat Gent Europees maar één ronde speelt en hij zelf snel weer thuis is. Dat brengt zijn maximaal totaal op 70. 

Bruno Fernandes van Manchester United speelde vorig jaar 72 wedstrijden en dat is een aanvallende middenvelder. Door medici en sportfysiologen is al berekend dat een voetbalspeler per jaar niet meer dan zestig keer in actie zou mogen komen. Tussen de vijftig en zestig is het aangewezen maximum.

Als ik CEO zou zijn van een grote Europese voetbalclub, zou ik blank zijn en boven de vijftig en ongetwijfeld een (nog) slecht(er) karakter hebben. Ik zou zo weinig mogelijk Afrikaanse spelers contracteren en als er zich dan toch een niet te missen talent aandient, zou ik die de arm omwringen met een geheim contract waarin wordt overeengekomen dat de speler in kwestie zich niet langer beschikbaar stelt voor het nationaal team. Uiteraard tegen betaling van een extra premie, over de grootte moeten nog wat gesprekken worden gevoerd. Extra clausule: als hij moslim is, mag hij ook niet meedoen aan de ramadan in volle competitie of in de voorbereiding, maar moet hij die vastenweken desgevallend inhalen in zijn vakantie.

Je kan dat als eurocentrisme en neokolonialisme verketteren, of begrip opbrengen voor de CEO die hier probeert de businessbelangen van zijn Europese club te beschermen. De logica daarachter is de volgende: de belangen van de werkgever primeren op die van het toevallig geboorteland. Voor de goede orde: als het al zou kunnen – quod non – zou ik zou nooit manager willen worden van een voetbalteam, onder meer om die spagaat te vermijden.

Ooit is dit geprobeerd, maar het lijkt er niet op dat dit vandaag nog gebeurt, al helemaal niet aan de top van de voetbalvoedselketen. Liverpool, eigendom van een Amerikaan nog wel, ziet in een cruciale fase van de Premier League gewoon drie van zijn beste spelers een maand vertrekken: Mohamed Salah met Egypte, Naby Keita met Guinea en Sadio Mane met Senegal riskeren minimaal achtste finale te halen. 

In België moet AA Gent zijn sterkhouder achterin (Ngadeu) en voorin (Tissoudali) missen. Club Brugge is niemand kwijt en dat is wellicht ook het resultaat van een transferpolitiek die erin bestaat zo min mogelijk Afrikanen met een Afrikaans paspoort aan te trekken. Dat is slim.

Die hele Afrika Cup staat als een tang op een varken. In tegenstelling tot selecties voor de World Cup en de Euro-toernooien, krijgen de werkgevers-clubs geen compensatie van de Afrikaanse voetbalbond als ze hun spelers voor de Afrika Cup moeten afstaan. Waar zou de Afrikaanse voetbalbond dat geld ook moeten halen? Geen hond buiten Afrika is geïnteresseerd in de televisierechten en in Afrika zelf hebben ze geen geld om ervoor te betalen. Belgen die wedstrijden willen zien, moeten straks uitwijken naar de BBC, die ocharme ook maar de rechten voor tien wedstrijden hebben gekocht.

De African Cup of Nations, zo heet dat toernooi, draait op een omzet van 45 miljoen euro en hoopt break even te draaien. Euro 2016 in Frankrijk kwam op 1,9 miljard euro uit, winst. Niks klopt aan de Afrika Cup. Niet de timing, midden in het Europese voetbalseizoen, niet het aantal deelnemers, 24, en niet de frequentie, om de twee jaar. Een Europees kampioenschap voetbal wordt bijvoorbeeld om de vier jaar gespeeld, netjes geschrankt met de World Cup, die ook om de vier jaar wordt georganiseerd. Althans voorlopig nog.

In welk seizoen, welke vorm en op welk continent dan ook, interlandvoetbal wordt sowieso stilaan een anachronisme. Naarmate de financiële belangen van de (Europese) competities groter worden, zal net als in de grote Amerikaanse profsporten spelen voor het nationaal team en strijden om een mooie medaille iets worden wat je een keer moeten hebben meegemaakt, en dan nooit meer. Dat je je daarna als Afrikaan beter niet te veel meer vertoont in je geboorteland, zal je er na een blik op de beleggingen en bankrekeningen graag bijnemen.

Column Blinde Gok in De Morgen van zaterdag 8 januari 2022

Blinde gok

AS Monaco staat zesde, op vier punten van de tweede plaats die recht geeft op Champions League-deelname, en naar het schijnt is dat het minimum minimorum voor eigenaar Dmitry Rybolovlev. Tussen de 5 en 6 miljard euro waard zijn volgend Forbes en je toch moeten onderwerpen aan de onvoorspelbaarheden van een toevalsport als voetbal, dat moet verdomd lastig zijn.

Rybolovlev nam de club over in december 2011, iets meer dan tien jaar geleden dus. Monaco speelde toen in de tweede klasse en hing daar onderaan in de rangschikking. Dat was niet naar de zin van het plaatselijke vorstenhuis(je), de Grimaldi’s. Bij het minste dat die schatrijke, pas ingeweken Rus interesse toonde, was een deal snel beklonken. Voor 1 euro kreeg hij iets meer dan twee derde van de aandelen in handen, 33 procent bleef eigendom van prins Albert en zijn familie. Detail: ‘Rybo’ moest wel beloven 100 miljoen te investeren.

Wat leverde dat op? Altijd tweede en derde plaatsen, op 2019 en 2020 na, maar ook een titel in 2017 en een halve finale in de Champions League. Nadien werd het weer harken, hoewel ze vorig seizoen ook weer derde werden. Op 13 oktober 2018 werd Thierry Henry bij de Rode Duivels weggehaald om er hoofdcoach te worden tot 2021. Hij bleef twintig wedstrijden en de eerder ontslagen coach werd teruggehaald. Die bleef ook maar een jaartje en nadien zijn nog twee trainers gepasseerd.

Je kunt je derhalve de vraag stellen of Philippe Clement zich wel genoeg heeft ingelezen in de rijke geschiedenis van de club waar hij nu een vorstelijk en hopelijk gegarandeerd salaris heeft onderhandeld. Misschien heeft hij zich wel verkeken op die ene statistiek: dat geen enkele club in de wereld de voorbije tien jaar meer heeft opgehaald uit transfergelden dan AS Monaco (tot en met afgelopen zomermercato was dat 1,096 miljard euro). En die andere statistiek over het hoofd gezien: daar hebben ze wel eerst 1,023 miljard voor moeten betalen.

De marges zijn dus klein bij AS Monaco, businesswise maar ook sportief.

“Als een trein passeert moet je erop springen”, dat zei Clement in zijn eerste persconferentie op Franse bodem en dat werd gretig overgenomen door onze nationale sportpers. Ook L’Equipe schreef dat op. Die zetten Clement één keer op de voorpagina, toen ze als eerste in Frankrijk het nieuws van zijn komst dachten te hebben, maar verbanden hem en zijn clubje vervolgens naar de binnenpagina’s.

Zou Clement wel weten dat AS Monaco in de hexagoon wordt beschouwd als het lelijke, rijke eendje van het Franse voetbal? Dat de club opererend vanuit haar belastingparadijs wordt uitgespuwd door haar concurrenten, omwille van het financiële voordeel dat ze heeft op de andere clubs? Dat AS Monaco nergens fans meeneemt omdat het simpelweg niet eens fans heeft, ook niet in het eigen stadion? Dat de club eigenaar is van Cercle Brugge, de gehate buur die de schuld krijgt van het uitstel van het nieuwe Brugse stadion, dat zal hij wel hebben geweten. Het kon hem blijkbaar allemaal aan zijn reet roesten.

De trein passeerde en Clement sprong, net zoals hij eerder halfweg het goede seizoen van Waasland-Beveren naar Genk vertrok en na die titel even makkelijk in Genk de deur dichtgooide en terugkeerde naar Club. Twee seizoenen en zes maanden was Clement in dienst bij zijn FCB, de club van zijn hart. Hij leek er gebeiteld te zitten na zijn drie (twee met FCB) titels op rij. Tilden we niet allemaal te zwaar aan het moeizame einde van vorig seizoen? Dat was de wet van de remmende voorsprong in de praktijk gebracht.

En toch blijft het een klein mysterie wat zich daar binnenskamers in Westkapelle heeft afgespeeld. Van CEO Vincent Mannaert is bekend dat hij denkt het allemaal beter te weten en dat hij een hekel heeft aan trainers die zijn suggesties niet oppikken. Club had op het veld anderzijds niet meer het overwicht van het eerste anderhalf seizoen onder Clement, dat viel op, maar lag dat aan Club of aan de andere clubs die Club beter konden bespelen?

Of lag het toch aan Clement, geen toonbeeld van charisma, die zijn groep kwijt was? AS Monaco is een blinde gok voor Clement, ongetwijfeld een vakman, maar met een discours dat niet direct inspireert, en al helemaal niet in het Frans en Engels. De kwestie is simpel: wordt Philippe Clement een blijver in la principauté, of staat hij binnen de kortste keren als een nieuwe Thierry Henry bij het oud vuil?

Paniek is nergens voor nodig, en dan nog. Scheiden van Rybolovlev kan voordelig zijn, maar wel op je tellen letten. Hoe het zijn trainers verging is niet altijd bekend, maar vrouw Elena kreeg eerst 4,5 miljard euro toegewezen. In beroep moest ze het stellen met een schamele 600 miljoen.

Column Kloterug in De Morgen van vrijdag 31 december 2022

Kloterug

De Rug… voor Mathieu van der Poel een gesel, voor de media een zegen. Zo kunnen heelder kolommen worden gevuld en gaat het tenminste nog ergens over op de sportpagina’s. Verder moeten die het in deze sportarme tijden hebben van gouden entrecotes in een toevluchtsoord voor maffiosi, drugsbaronnen en andere wereldburgers los van de werkelijkheid, zoals topvoetballers. Waarna die besmet uit Dubai terugvliegen. Je kunt het toch zo gek niet verzinnen of in het voetbal gebeurt het.

Pijnlijke affaire als je het aan je rug hebt als sporter. Strekken, plooien, buigen, naar links, naar rechts, kracht geven, het doet altijd pijn. Om het even welke sport, zelfs als de sport geen sport is, zoals darts, een zere rug voel je altijd. Dan stretch je heel even de pijn weg – probeer de psoas te ontlasten, opzoeken, helpt echt – en hup, enkele minuten later, daar is die pijn. Zelfde gevoel bij een hete douche. De spieren ontspannen, maar als tussen de wervels iets niet in de haak zit is de foute spanning in geen tijd terug.

Je gaat een stukje lopen, denkt dat het weg is, een dag later sta je geradbraakt op. Fietsen dan maar: beentjes ronddraaien doet goed, kracht geven kwelt. Apranax helpt, maar daar krijg je het dan weer van aan je maag en zo is het altijd iets met die kloterug.

De rug is misschien wel mentaal de meest belastende van alle blessures, al komt een knie aardig in de buurt. Kniepijn gaat soms weg zoals die is gekomen, spontaan, maar dreigt bij een zware belasting altijd weer op te spelen. Idem voor de rug. Tenzij je hard werkt, dan hou je het onder controle. Mathieu van der Poel weet waar hij aan toe is. Of niet.

Zijn aftocht in Zolder zondag was een beetje ontluisterend. Twee dagen later lazen we in een krant: er was door ‘een andere rugdokter’ de diagnose van een zwelling op een tussenwervelschijf gesteld. Als gepatenteerd ruglijder had ik willen weten: L4-L5 of L5-S1? Die schijfjes zijn namelijk de grootste kanshebbers voor wat een paar dagen later werd aangeduid door een andere specialist als een bulging.

Ik ben zelf al zover gevorderd dat ik het heb over mijn eigen mediane protrusie. Dat is een bulging of uitstulping die bij voorkeur netjes in het midden uitstulpt en duwt op de zenuw. Daar valt inmiddels aardig mee te leven, maar dat is niks om trots op te zijn. Hoe ouder je wordt, des te makkelijker je de dingen die je pijn berokkenen – lopen bijvoorbeeld – weet te mijden, tot je niks meer doet.

Oké, Mathieu heeft het aan de rug, maar is dat het enige euvel? Er zijn gerede twijfels om aan te nemen dat het zondagskind na zijn desastreus geëindigde zomer een beetje de weg kwijt is geweest. Die val in Tokio op de Olympische Spelen zal ongetwijfeld geen goed hebben gedaan aan zijn statiek, en zoals bekend gaat de rug bij de meeste mensen naadloos (er zit nog een nek tussen) over in het hoofd. De uitstraling door rugpijn die je in de benen voelt, gaat ook snel tussen de oren zitten.

De vraag is of Mathieu van der Poel er na Tokio er alles aan heeft gedaan om zijn lichaam op orde te houden. Of hij misschien niet gewoon op zijn intrinsiek talent in dat naseizoen is gestapt. Dat leverde hem nog een mooi resultaat op in Roubaix, maar laten we wel wezen, dat was een compleet onnodige spurtnederlaag.

Mathieu van der Poel staat op een kruispunt in zijn carrière. Hij hoort inmiddels te weten dat er ook een bodem zit in zijn schier onmetelijk vat aan talent. Hij moet inmiddels beseffen dat de concurrentie het verschil in talent heeft gecompenseerd door hard werken. Op de fiets hard werken is voor hem geen probleem, maar wielrennen is meer dan… fietsen. Iemand moet hem dat toch eens inpeperen. Wout van Aert, Julian Alaphilippe en Tom Pidcock hebben hem elk op hun terrein al ingehaald.

Fietsen is lol en die lol moet je verdienen met hard werk naast de fiets, in de fitness, zeker als ruglijder. Niet één keer per week die hele batterij aan oefeningen uitvoeren, ook geen drie keer per week, maar als het kan elke dag. Core stability, blessurepreventie, stretching, buikspieren, rugspieren, TRX, Red Cord, whatever, alles wat helpt om rug en buik sterker te maken, elke dag opnieuw. Het is saai maar het is niet anders. En als de rug beter aanvoelt, er vooral niet mee ophouden.

En nu we toch bezig zijn met dat topsportbestaan van hem op orde te krijgen, nog een goede raad. Stop met dat gamen uren aan een stuk. Ga niet meteen van je fiets naar de douche en van de douche naar de gamestoel. Niks slechter voor een slechte rug dan stilzitten met een gespannen lichaam. Winkelen met de madam dan maar? Neen ook niet. Trainen, blessurepreventie, rusten, eten, slapen en op gezette tijden af en toe knallen in een wedstrijd. En opnieuw. En opnieuw. En opnieuw.

Column De Mannen in De Morgen van maandag 27 december 2022

De Mannen

Het was geen zondag als een andere. De Préhistorie was er niet. Wel een zoveelste Top, 2000 meende ik te hebben gehoord. Dat van 11 uur was het eerste radiojournaal dat bewust doorkwam. Een van de hoofdpunten was de terugkeer van Mathieu van der Poel in het veld. Een uur later, weer van hetzelfde, weer Mathieu die terugkeerde in de cross. Vreemd, lokale onbenulligheid haast in één adem vernoemd met de dood van Desmond Tutu.

In het nieuwsbulletin van 13 uur hadden ze Carl Berteele gevonden om er iets over zeggen. Over Mathieu, voor alle duidelijkheid. Of hij meteen zou mee kunnen, dat was de existentiële kwestie waar collega Carl zich moest over buigen. De passepartout “zou zo maar kunnen”, uitgevonden door José De Cauwer, behoort inmiddels tot de vaste woordenschat van de analisten en journalisten die niet goed weten wat te verwachten.

Komt daar nog eens bij dat commentatoren van de audiovisuele media – is recent weer opgevallen – uit lijfsbehoud al te graag de kool en de geit sparen en dat deed Carl ook. Eigenlijk had hij moeten antwoorden: “Rare vraag, weet ik veel hoe die Mathieu er aan toe
is, of dat van die knie en die rug niet een beetje gespeeld is en met welke ingesteldheid hij in de cross arriveert. Laten we eerst die wedstrijd afwachten.” Hij antwoordde iets anders, ben al vergeten wat.

Inmiddels was Cercle-Club begonnen. Zoals bekend, zonder publiek. En op de Nederlandse tv het olympisch kwalificatietoernooi of OKT schaatsen in Heerenveen, een exclusief Nederlands onderonsje. Ik was eerder deze week in Thialf en heb er Sven Kramer gezien. Hij reed vanuit de inkomhal door de automatische deuren op zijn gravelbike naar buiten. Niets stappen. Om de rug te sparen of was het luiheid? Ik dacht: dat komt niet goed. Gisteren reed hij de derde tijd op de 5.000m. Misschien haalt hij Peking, zijn vijfde Olympische Spelen, misschien ook niet, wellicht wel. Denk maar niet dat de Nederlanders daarvan in hun journaals een hoofdpunt maken.

Inmiddels was Cercle-Club geëindigd op 2-0. Het wordt nog een rare voetbalcompetitie met die januarimaand zonder toeschouwers. De cross in Dendermonde begon om drie uur, de grote drie tenoren tekenden present. Van Wout van Aert wisten we dat hij in een uitstekende vorm verkeerde. In zijn geval is dat synoniem voor lang hoge wattages (vermogen) trappen. Hij won alle drie de crossen waar hij aan deelnam. In Dendermonde reed hij vorig jaar op een mensonterend slecht parcours Mathieu van der Poel op drie minuten. Puur op vermogen.

Van Van der Poel wisten we dat hij het aan de knie heeft gehad, waar hij al een paar keer aan was geopereerd. Hij was er op gevallen, op die knie. In Kasterlee. Dat wist Michel Wuyts ons allemaal te vertellen. Van Tom Pidcock wisten we niets speciaals. Hij deed mee, ja, en hij had al een cross gewonnen en was ook een keer tweede geworden, dus dat plaatje klopte.

Wat duurde het? Een ronde of twee, drie vooraleer Wuyts de woorden sprak: De Mannen zijn vooraan. Behalve Pidcock dan, die zat al op een halve minuut. Van der Poel reed even voorop, maar dat kennen we van hem. Soms houdt hij het vol, soms ook niet. Als een speer vertrekken, dat deed hij ook in de olympische mountainbikerit en hij ging daarna genadeloos onderuit.

Toon Aerts was de enige van de klassieke crossers die een beetje de indruk gaf met Van Aert en Van der Poel te kunnen wedijveren. De einduitslag zoals die zich voltrok, hadden we kunnen voorspellen op basis van de fysiologische waarden. Van Aert trapt een hoger vermogen gedurende een uur dan Mathieu van der Poel, die wellicht een hoger maximaal vermogen haalt en sneller recupereert van intervalpieken.

In het altijd zeiknatte en drassige Dendermonde werd het een pure vermogenscross.

Dus: 1. Van Aert, 2. Van der Poel, 3. Aerts en 4. Vanthourenhout. Vervolgens kwamen over de streep: Quinten Hermans, Corné van Kessel en Laurens Sweeck: ook grote motoren, maar minder grote dan. Daarna volgden de lichtgewichten Tom Pidcock, Eli Iserbyt en Lars van der Haar. Die koers had niet gereden hoeven worden. Een labotest had volstaan.

Dat veldrijden, welke sportieve waarde heeft dat nog? Zo’n Eli Iserbyt die twee klassementen zal winnen, en die ook niet onder stoelen of banken steekt dat de cross van vandaag in Zolder (Superprestige) belangrijker was dan die van gisteren (Wereldbeker), wat moet je daar nu nog mee? Wat zouden we in het voetbal zeggen als Gent of Antwerp kampioen zouden spelen omdat Club en Anderlecht tien wedstrijden ver in competitie stappen en voor het begin van de play-offs alweer verdwijnen? De sportieve strijd is weg. Cross is circus geworden en dat kan die sport op termijn erg zuur opbreken.