Column Blik en Bladgoud in De Morgen van maandag 28 november 2022

Blik en Bladgoud

Allah was gisteren te groot voor de Rode Shaitans.
Nu moet er iets worden gehaald tegen Kroatië, wallah.

Filip Joos had het nog over een foutje, maar je gelooft je oren toch niet als je de analisten hoort rond de pot draaien over die eerste goal van Marokko, waarbij godbetert Abdelhamid Sabiri van Serie A-voorlaatste Sampdoria de bal rechtstreeks in doel trapt vanaf een plek waar dat never nooit mag gebeuren.

Dat was Thibaut Courtois nota bene al een keer overkomen in de eerste helft, maar toen liep een te gretige Marokkaan in de weg en kon de VAR de Belgen nog behoeden voor een achterstand. Laat u niks wijsmaken, dames en heren in het Wintercircus al of niet aan de tafel bij Karl, kinderen, ouders en ouderlingen thuis, die 0-1 was een blunder, met grote B.

Het is niet omdat het Courtois is en hij tegen Canada bij een slecht getrapte strafschop in de weg lag dat we het niet als zodoende mogen benoemen. Het is niet omdat Frank Boeckx hoopt om ooit nog bij de Rode Duivels in de staf te geraken dat hij als analist en ex- vliegenvanger niet de waarheid moet vertellen. Het was een blunder van formaat van een doelman die zou moeten doorgaan als de beste van de wereld, maar zich twee keer in dezelfde wedstrijd in dezelfde korte hoek laat vangen aan een gedurfde vrije trap. Niet. Te. Geloven.

Dat tweede doelpunt was dan weer vintage het bedje waarin de Rode Duivels anno 2022 ziek zijn. Timothy Castagne, de snelste van de Belgische verdedigers (die met vijf tegen drie waren in die fase) die zich op lullige wijze laat voorbij lopen door Hakim Ziyech, die teruglegt op Zakaria Aboukhlal, die de bal hoog in het dak poeiert.

Twee halve Nederlanders (Ziyech geboren in Dronten en Aboukhlal in Rotterdam, ik gok op Zuid) deden België de das om. Courtois was nu echt kansloos omdat Axel Witsel naar recente gewoonte geen poot meer uitsteekt naar een bal die niet pardoes op hemzelf belandt en dus Aboukhlal geen strobreed in de weg legde.

De harde realiteit is dat deze Rode Duivels hun geluk hebben opgebruikt. In Rusland vier jaar geleden zijn ze al door het oog van
een hele kleine naald gekropen tegen Japan en Brazilië, maar je kan niet blijven teren op geluk en hier en daar een flits van een wereldspeler als Kevin De Bruyne. Om resultaten te halen in grote toernooien heb je een basisniveau nodig en vooral een attitude die de tegenstander schrik inboezemt.

Dat was in Rusland nog wel het geval, maar de laatste jaren is de status van de Rode Duivels als topteam in sneltempo geërodeerd. Elk land weet inmiddels dat België te pakken is als je hen aanpakt. De wedstrijd tegen Canada was daarvan het beste voorbeeld.

België had het verdiend om na twee wedstrijden met nul punten te staan en dus uitgeschakeld te zijn, dat is de harde conclusie van dit WK 2022. Maar omdat voetbal een oneerlijk toevalspel is hebben ze alles nog in handen, kunnen ze zelfs nog wereldkampioen worden. Winnen van Kroatië en alles is vergeten.

Onderliggend is er wel een groot probleem. Deze Rode Duivels zijn uit elkaar aan het vallen. De gouden generatie blijkt van afbladderend bladgoud, het blik wordt zichtbaar. Dat was al duidelijk na Canada met de oprisping van De Bruyne, die zich gisteren weer te veel vastliep in zijn haast om iets te forceren.

Dat werd na Marokko nog eens benadrukt door de uitlatingen van Jan Vertonghen, die het had over te weinig creëren en te oud om aan te vallen en nog wel meer onzin waarmee hij zijn eigen straatje alvast probeerde schoon te houden.

Als aanstaande zaterdag de eerste achtste finales worden gespeeld gaat deze World Cup gewoon verder. Met de Duivels als ze winnen van Kroatië, zonder de Duivels als ze verliezen van Kroatië.

Zal België gemist worden? Neen.

Brazilië, Frankrijk, Spanje, die willen we nog aan het werk zien en Argentinië natuurlijk. Maar ook Canada, de VS en Ecuador, heerlijk fris-van-de-levervoetbal hoog in het veld, geen schrik van iemand, gaan met die banaan en kijken waar het schip strandt. Soms strandt het echt, soms haalt het de haven. De VS tegen Engeland, Saudi-Arabië tegen Argentinië, Iran tegen Wales.

De traditionele voetballanden schrikken van die onverdroten inzet. Die zijn niet gewend dat de hiërarchie zo brutaal overhoop wordt gehaald door respectloze B-landen. Nooit gedacht dat ik enthousiasme zou kunnen opbrengen voor voetbal van streng islamitische republieken en dat los zou kunnen zien van de politieke en religieuze repressie in die landen. Er moet nog wat gebeuren voor het zover is, maar ik gun het de Arabische wereld, een team of twee die doorgaan, vooral als Qatar daar niet bij is.

Column Botsende beschavingen in De Morgen van zaterdag 26 november 2022

Botsende beschavingen

Groot spel deze week in enkele Engelse media. Klagende fans kregen een toeter aangereikt om hun ongenoegen over het strenge supportersbeleid van de Qatarezen te uiten. De klacht kwam van Engelsen die de toegang tot het stadion was geweigerd omdat ze als ridder waren aangekleed.

Niet zomaar een ridder, maar een ridder in wit, zwart en met een rood kruis op de borst. Sommigen hadden ook een maliënkolder. Die laatste was dan wel in macramé en niet in staal, maar dat kon de suppoosten aan het Khalifa-stadion niet schelen. Tenzij ontdaan van hun carnavalskostuum kwamen de ridders er niet in, simpelweg omdat ze veel weg hadden van middeleeuwse kruisvaarders.

Op Twitter verschenen meteen historisch correcte traktaten over hoe de christenen en de moslims een verschillende perceptie hadden en nog steeds hebben van die onzalige periode van de kruistochten. Daarvan zijn er tussen 1096 en 1272 een stuk of negen geweest. Die duurden altijd een paar jaar en waren geen pretje, niet voor de ridders en al helemaal niet voor de lokale bevolking in wat nu het Midden-Oosten heet.

Sommige Europeanen zijn vergeten dat tot en met 18 december om de World Cup wordt gespeeld. World, zoals in wereld, de hele planeet. Op die planeet – ook dat zijn ze uit het oog verloren – wonen verschillende culturen en verschillende beschavingen. Overigens nooit gedacht dat het woord ‘beschaving’ in een voetbalcolumn zou passen, maar hier dus wel.

Beschavingen durven nogal eens te botsen en dan geeft dat vonken, vooral als de ene beschaving een kruistocht onderneemt om de andere beschaving haar wil en mores op te dringen. Dat stond in een reactie op de heisa rond de OneLove-kapiteinsband. Ze kwam van een Europeaan die in het Midden-Oosten woont.

Ik kon zijn redenering niet helemaal volgen, maar ik was wel mee met wat hij bedoelde: dat 80 procent van de wereld er andere waarden en normen op nahoudt dan West-Europa. Hij besloot dat als die waarden en normen zo belangrijk zijn dat ze het voetbalgebeuren moeten overheersen, die keurig-correcte landen dan maar een West-Europees voetbalkampioenschap moesten houden. West-Europees jawel, want zo voegde hij eraan toe, zelfs voor een Europees kampioenschap vaart niet elk land op hetzelfde moreel kompas.

Onze minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR) droeg de OneLove-armband toen ze woensdagavond de Rode Duivels een sportieve hold-up zag plegen op Canada en dus op de wereld. Ze ging hem ostentatief tonen aan FIFA-baas Gianni Infantino. Dat werd moedig genoemd. Mij leek het eerder belachelijk, een beetje zoals achteraf beschouwd ook die regenboogkapiteinsband een beetje belachelijk was. Die Iraniërs die niet wilden zingen, die waren moedig.

Commentatoren zonder al te veel kennis van de internationale sportwereld wezen ons erop dat de voetbalwereld in OneLove-gate te snel heeft gecapituleerd voor de almacht van de FIFA. Het kan nooit kwaad als de buitenwereld de incestueuze sportwereld de ogen opent – het dopinggebruik is erdoor teruggedrongen -maar deze week werden we toch vooral met demagogie om de oren geslagen.

Eden Hazard en andere kapiteins hadden die gele kaart moeten nemen, dat was moedig geweest. Of nog: ze hadden moeten weigeren om te spelen, dat was nog eens een statement als ze het echt meenden met die OneLove. Dat laatste is precies het probleem: die OneLove is de spelers opgedrongen door de weldenkende westerse buitenwereld en is een beetje doorgeschoten.

Voetballers komen nauwelijks in aanraking met homoseksualiteit. Ja, er zijn ongetwijfeld homoseksuele voetballers, maar aan de top zijn ze bij de mannen zwaar ondervertegenwoordigd, net zoals lesbiennes bij de vrouwen oververtegenwoordigd zijn. Wie voorbeelden kent van topvoetballers die na hun carrière uit de kast zijn gekomen, altijd welkom.

De vergelijking met het spelersactivisme in Black Lives Matter snijdt daarom geen hout. Zoals homo’s ondervertegenwoordigd zijn
in het topvoetbal zijn zwarte voetballers er oververtegenwoordigd. De BLM-acties gingen hun recht naar het hart want geen zwarte voetballer die niet voor aap is uitgescholden, jammer genoeg. De witte voetballers deden mee, uit solidariteit omdat ze die pijn van het zwart-zijn van nabij hadden gezien.

De ploeg die het meest duidelijke statement maakte in de OneLove-soap was Duitsland. Ze hielden hun hand voor de mond, zoals in monddood gemaakt. Dat was bij de volksliederen. In de honderd voetbalminuten die daarop volgden bleven ze monddood: ze scoorden niet, kregen er twee om de oren en verloren.

Infantino had ook zijn hand voor de mond, om in zijn vuistje te lachen.

Column Het kortste WK in De Morgen van maandag 21 november 2022

Het kortste WK

Voor de Rode Duivels met alle aandacht gaan lopen en u alle onzin begint te geloven van journalisten, analisten, columnisten, regio- specialisten en activisten over die gisteren begonnen zo schandalige FIFA World Cup, is het goed even terug te grijpen naar de chronologie, de naakte feiten als het ware.

Zo worden bijvoorbeeld de toewijzing van Rusland en Qatar in één adem genoemd als een gevolg van corrupte verkiezingen. “Qatar, een schande, en Rusland, wat hebben die niet allemaal uitgevreten.” Welnu, op 2 december 2010 was wat Rusland betreft, met uitzondering van gehannes in enkele verre opstandige republieken, zo goed als niets aan de hand.

Dat Poetin het zot in zijn kop had, is ons pas opgevallen toen hij na de succesvolle winterspelen van 2014 in zijn Sotsji de Krim is binnengevallen. Op 2 december 2010 was de keuze voor Rusland, de zesde voetbaleconomie van de wereld, en niet weer eens Engeland, een logische.

Qatar, dat was een ander paar mouwen. De technische commissie van de FIFA had die kandidatuur vóór 2010 negatief beoordeeld: te heet, te klein, te veel gedoe. Het uitvoerend comité van de FIFA koos toch voor Qatar, in de vierde ronde.

Qatar had in de eerste ronde al de helft van de 22 stemmen binnen. Naarmate telkens een kandidaat – eerst Australië, dan Japan, dan Zuid-Korea – werden geëlimineerd, kreeg Qatar stemmen bij en won het van de VS met 14-8.

Dat had Mohammed Bin Hamman, lid van het uitvoerend comité en ondervoorzitter van de FIFA, zeer goed geregeld, hoofdzakelijk onder tafel. Dat de kan- didatuur van België en Nederland niet werd gehonoreerd, die onzin kan u ook schrappen. België en Nederland waren een erg zwakke en dus kansloze kandidaat voor 2018, niet voor 2022.

De hitte en andere problemen in Qatar kwamen pas in beeld toen in 2012 het Internationaal Olympisch Comité kandidaatsteden als Doha en Bakoe voor de Spelen van 2020 niet aanvaardde. Doha scoorde onvoldoende op competitieplaatsen, sporttraditie, accom- modatie en uiteraard klimaat.

De medische commissie van de FIFA had al aan de alarmbel getrokken en deed dat opnieuw. Het duurde tot maart 2015 voor de FIFA aankondigde dat het toch een herfst/winter WK zou worden. Waarop de FIFA met de nationale bonden in gesprek ging en die voor de World Cups van 2018 en 2022 drie keer meer geld kregen dan beloofd. De bonden blij, de FIFA blij, Qatar blij.

Qatar heeft gecorrumpeerd, de FIFA heeft zich laten corrumperen, maar de nationale bonden hebben evengoed boter op het hoofd. En dan de UEFA. In 2016 werd de Europese secretaris-generaal Gianni Infantino zowaar verkozen tot voorzitter van de FIFA, de wereldvoetbalbond waartegen hij zich altijd zo hevig had verzet.

Infantino had toen ook de stekker uit Qatar kunnen trekken verwijzend naar het ontluisterend Garcia- rapport over de FIFA-corruptie, maar dat deed hij niet. De FIFA was veel sponsors kwijt door alle schandalen en zat al zo diep in de reserves dat een rechtszaak tegen gasmiljardairs best kon worden vermeden. Bovendien was hij inmiddels bevriend geraakt met Nasser Al-Khelaïfi, de baas van PSG en de voetbalstroman van de emir van Qatar.

Zodoende is gisteren het kortste WK van de voorbije decennia begonnen. Het toernooi wordt in 29 dagen afgewerkt. In Rusland was dat nog 31 dagen. De halvefinalisten hebben bijgevolg twee dagen minder voor maximaal zeven wedstrijden.

Volgens de meeste analisten zullen de spelers beter en frisser dan ooit aan het toernooi beginnen, want het WK komt vroeger in het seizoen. Die analisten baseren zich op de perceptie dat de spelers na een lang seizoen te uitgewoond aan zo’n World Cup beginnen.

De FIFPRO, de spelersvakbond, heeft berekend dat de World Cup van 2018 32 dagen na de laatste Premier League-wedstrijd is begonnen, en dat de competitie in Engeland 26 dagen na de finale herbegon. Dat moet volstaan om te ontstressen, op te bouwen, de knop om te draaien en opnieuw te ontstressen, de knop weer om te draaien en voor de club alles te geven.

Voor deze World Cup bedraagt de break voor de Premier League zeven dagen vooraf en acht dagen achteraf. Vervolgens begint een druk winterprogramma met minimale rust.

Heel goed mogelijk dat enkele toppers in betere vorm zijn aangekomen in Qatar, maar de uitgestelde effecten van dit WK kennen we nog niet. Dat ze bij de FIFA en de UEFA in al hun medische en technische commissies hun pennen maar scherpen en hun data goed bijhouden: nooit eerder in de geschiedenis van het voetbal is er zo’n aanslag gepleegd op de gezondheid van de topspelers. En ook die laten dat allemaal maar gebeuren.

Portret Louis van `gaal in De Morgen van zaterdag 19 november 2022

Louis van Gaal: ik coach, dus ik ben

Het beste voetballand dat nooit het WK won? Nederland natuurlijk. In Qatar mikt bondscoach Louis van Gaal voor de derde keer in zijn carrière op de oppergaai. Nu eens sympathiek, dan weer arrogant: wie is de oneliners strooiende Tsaar van Alkmaar?

Laten we om te beginnen de fans van Oranje meteen van hun wolk halen. Volgens de KU Leuven heeft het Nederlands elftal nog minder kans dan de Rode Duivels om wereldkampioen te worden (5 tegen 6 procent), maar dat is kansberekening, en in toevalvoetbal is dat sowieso risky business.

Een andere opvallende statistiek herleidt de Nederlandse kansen zelfs tot nagenoeg nihil. De World Cup? No country for old coaches. De keuzeheren die de laatste vijftig jaar na zeven slopende wedstrijden de FIFA World Cup in de lucht mochten steken, waren allen vijftigers. Op twee na: de Argentijnen César Luis Menotti en Carlos Bilardo mochten respectievelijk in 1978 en in 1986 de wereldbeker mee naar hun thuisland nemen. Zij waren toen 40 en 48 jaar.

Louis van Gaal werd in augustus van dit jaar 71. Hij heeft al een heftig leven achter de rug, met ups en downs, zegt zelf slechte familiegenen te hebben en werd de laatste jaren niet gespaard van fysieke problemen. Na vijf seizoenen zonder opdracht – en een zelfverklaarde onomkeerbare pensionering in 2019 – kwam hij in augustus 2021 toch uit zijn Portugese retraite om Nederland voor de derde keer uit de nood te helpen. Zijn vrouw Truus was gewaarschuwd, ze had de telefoontjes uit Nederland wel gehoord. Toen ze A4’tjes met opstellingen had zien liggen, wist ze hoe laat het was. Haar man zou er nog eens voor gaan.

Toen Bert Maalderink van Studio Sport hem op de persconferentie van zijn terugkeer vroeg: “Jij bent de enige die dat
kan?” (Nederland weer op de rails zetten na het ontslag van Frank de Boer) , interpreteerde Louis van Gaal dat als een statement. “Ik ben blij dat jullie dat vinden.” Waarop de journalist: “Het was een vraag, Louis.” Louis daalde van zijn wolk af, en zei: “Oké, ik dacht dat je dat vond.” Om dan weer blij te worden van Maalderinks repliek: “Maar dat vind ik ook.” Waarna een brede glimlach op het gezicht van de bondscoach verscheen.

Op diezelfde persconferentie werd gepolst naar zijn ambitie, die verder reikte dan die van zijn werkgever KNVB, de Nederlandse voetbalbond. “Kwartfinale halen? Dat zeggen zij (en hij wees naar de bobo’s), ik, wij willen wereldkampioen worden.” De bobo’s weten waar ze aan toe zijn: het is eerst Team Louis, daarna de rest.

Prostaatkanker

Een van de vele uitspraken van Louis van Gaal in zijn inmiddels dertigjarige carrière als voetbaltrainer-coach, waarvan sommige hem bleven achtervolgen, andere gingen een eigen leven leiden: “Niet ik ben belangrijk, niet de spelers zijn belangrijk, het team is belangrijk.”

Dat lijkt een lastige. Louis van Gaal is onmiskenbaar de ster van dit Nederlands elftal, meer dan Frenkie de Jong van Barcelona of Virgil van Dijk van Liverpool. Elk woord van Van Gaal is nu een verhaal. Al zou een wereldtitel hem wel nog een aanbieding kunnen opleveren, die zal hij naast zich neerleggen. Dit is zijn eigen grote afscheidsshow.

De aftrap voor Het Laatste Kunstje van Meester Louis, meteen resulterend in een schitterend doelpunt, is inmiddels gegeven door Geertjan Lassche, een documentairemaker voor de NPO. Die mocht Van Gaal lange tijd volgen. Zelfs tot in het dokterskabinet waar Van Gaal eind 2020 – dus vóór zijn terugkeer als bondscoach – de diagnose agressieve prostaatkanker kreeg.

De docu was de twee voorbije donderdagen te zien op de NPO. Louis is een ruim twee uur lange unieke inkijk in een persoonlijkheid die het midden houdt tussen nu eens extreem sympathiek en toegankelijk, dan weer uiterst arrogant en over het paard getild. Maar zo écht, zo Van Gaal. Beter dan Louis wordt het niet.

De documentaire begint met een hilarische scène in een radiostudio waar een twintig jaar jongere Louis van Gaal een gesprek aangaat met een twaalfjarig jongetje over hemzelf en over voetbal, maar toch vooral over hemzelf. Als het jongetje zegt dat hij rechtsback speelt, staat de leraar in Louis recht en geeft hem een opdracht mee. “Ik wil, als je voortaan de bal aanneemt, dat je open staat, met je gezicht naar het spel, snap je dat?”

Waarop het jongetje zegt: “Ik vind u een goeie coach.” Louis knikt, dreigt te gaan glimlachen tot een dodelijk statementje volgt van het kereltje. “Johan Cruijff is de beste trainer van Nederland.” Een bijzonder gevoelige snaar bij Louis van Gaal is geraakt. “Cruijff? Neen hoor. Voetballer wel, trainer niet. (stilte) Wie dan wel de beste Nederlandse trainer is? Op resultaten ben ik dat.”

‘Het kriebelt altijd’

Iets later zie je Van Gaal een golfbal afslaan. Punten voor techniek: drie op tien. Maar de bal belandt waar hij hem wilde hebben, net voor de bunker. Hij zegt, heel goed wetend dat hij wordt gefilmd: “Het is toch ook allemaal top wat ik doe.” Wat hij over Cruijff zei, dat was gemeend. Dat “allemaal top”, was gespeeld. Louis van Gaal is een manipulator, maar dat zijn alle topcoaches.

Louis van Gaal lezen is niet makkelijk. Zelf heb ik hem twee keer geïnterviewd. De eerste keer was de meest memorabele. Het was in juni 1998, op een vrijdagnamiddag na de training in Barcelona. Na anderhalf uur nam hij de regie helemaal in handen. “Oké, ik denk dat we klaar zijn. Ga jij nu maar lekker naar je hotel om dit uit te tikken. Ik blijf hier wel werken tot je het hebt gefaxt en dan gaan we een uurtje telefonisch verbeteren.”

Zo geschiedde, maar van verbeteren kwam niet veel in huis. Hij belde en zei: “Louis hier. Nou. U werkt dan wel voor een Nederlands blad (toen Sport International), maar ik merk toch dat u Belg bent gebleven. U heeft niks geïnterpreteerd, maar mijn woorden precies weergegeven. Heel netjes is dat. Ik heb derhalve niks aan uw tekst te wijzigen. Helemaal niks. Dit is een compliment van mij aan u.” Het dient gezegd, er waren toen ook geen haken en ogen aan zijn prestaties, nadat Barcelona voor het eerst in 39 jaar nog eens de nationale dubbel had gewonnen.

Het tweede en laatste interview was voor deze krant in 2005, bij AZ, toen hij heel wat Belgen in zijn team had. Dat was nog in het oude station Alkmaarderhout, Van Gaal zat er in een soort werfgebouwtje. Hij was heel voorkomend tegen de twee journalisten (samen met collega Hilde Van Malderen) van deze krant.

Hij zei toen onder meer: “Dit is misschien wel mijn laatste kunstje. Ik zou op mijn 55ste ophouden. Mijn vrouw is al boos want ik heb een contract van drie jaar getekend. Als dat afloopt, ben ik 57. In één jaar kun je nu eenmaal niets opbouwen. Daarna moet er wel iets heel moois voorbijkomen, wil ik nog wat gaan doen.”

Wij vroegen: het zal toch blijven kriebelen?

“Het kriebelt altijd. Ik vind dat leuk. Ik ben nog heel fit. Ik voel me nog erg jong. En het is iets waar ik veel plezier aan beleef en waarvan ik vind dat ik het heel goed kan.”

Louis van Gaal is de René Descartes van zijn tijd: “Ik coach, dus ik ben.” Geroemd om zijn eerlijkheid

Wilt u nog wat oneliners van Louis van Gaal? Welaan, hier komen ze. Zijn eerste zette de toon voor een decennialange gespannen relatie met de Nederlandse, Spaanse, Britse en Duitse sportpers. “Ben jij nou zo dom, of ben ik nou zo slim?”, vroeg hij een vooraanstaand journalist.

In Barcelona, waar hij twee keer was, en toen het weer een keer niet liep, verweet hij een journalist dat hij een heel slecht mens was: “Tu eres muy malo, siempre negativo, nunca positivo.” Wat hem parten speelde in die verzuurde relatie met de media – “die domme media” – was zijn ontstellend gebrek aan talenkennis.

Of hij nu in Spanje, Engeland of Duitsland aan het werk was, hij sprak de steenkolenversie van de plaatselijke taal en drukte zich vaak onhandig uit. Hoe moet je anders ‘the three points are inside’ en ‘it’s a question of time’ omschrijven? Of deze week nog, optimistisch over Oranjes WK-kansen: ‘We can come an end.’

Nog oneliners. “Als ik fouten heb gemaakt, dan was dat in de overtuiging dat het geen fouten waren.” “Ik heb niet altijd gelijk, maar meestal wel.” Of nog een mooie: “Ik heb mij altijd ingezet voor het doel waarvoor ik op dat moment op aarde was.” Waarvoor ik op aarde was… bescheidenheid druipt daar niet van af. Hijzelf noemt het eerlijkheid, en iedereen die aan bod komt in de documentaire – oud-spelers als Wayne Rooney, de De Boers, Xavi en Luís Figo – roemt hem om zijn eerlijkheid.

Wat dat betreft is hij een beetje een kopie van zijn grote idool en dat is niet Johan Cruijff, maar wel De Generaal, Rinus Michels, de coach onder wie Nederland op de World Cup van 1974 innovatief voetbalde, maar wel de finale verloor. Organisatie en discipline als cultuur, dat was Michels en dat is Van Gaal. Dus toen hij overwoog om een derde keer bondscoach te worden, had hij videogesprekken met enkele sleutelspelers. “Ik wilde weten of ze mij zouden volgen. Ik had geen zin om aan een dood paard te trekken.”

De cult Oranje

Nederland en eindtoernooien, dat is een verhaal van vallen en opstaan, van afgaan en presteren, van fenomenale ups en al even spectaculaire downs. Nederland is een oneindig veel beter voetballand dan België. Op de 25 eindtoernooien op wereld- en Europees toneel van de laatste vijftig jaar ontbrak Nederland maar zes keer. België elf keer. Nederland won een EK in 1988, en speelde drie finales van een World Cup en drie halve finales. De Rode Duivels zetten daar een verloren EK-finale in 1980 en twee verloren halve finales op een World Cup (1986 en 2018) tegenover.

Oranje is een cult, méér dan de Rode Duivels. Heel Nederland ergerde zich in 2015 aan de schlemielige manier waarop het EK van 2016 de mist inging. Op de World Cup twee jaar eerder had Nederland in extremis nog met strafschoppen van Argentinië de halve eindstrijd verloren en werd uiteindelijk nog derde. Dat was onder Louis van Gaal II.

Louis van Gaal I, dat was ook erg. Toen miste Nederland het WK van 2002 omdat het van godbetert Ierland verloor. Van Gaal droop toen af als bondscoach omdat de spelers hem en zijn methode niet lustten. Ze wilden een bezigheidstherapeut, geen leraar. Mooie scène in de docu Louis is wanneer Ronald en Frank de Boer met Louis als chauffeur (en de documaker en cameraman ook voorin natuurlijk) ondervraagd worden over die periode. Van Gaal aan het stuur maakt zijn punt, de spelers achterin ook. “Je hebt toen veel pech gehad, Louis”, probeert Ronald de Boer te milderen. Je ziet Van Gaal er het zijne van denken.

De derde plek in 2014 in Brazilië, in zijn tweede periode als bondscoach, was de revanche van Louis van Gaal en betekende meteen ook een breuk met de zo geroemde Hollandse voetbalschool van balbezit om het bezit en buitenspelers zo tegen de lijnen geplakt dat ze krijt op de schoenen hebben.

Op 7 september 2015, tijdens de EK-kwalificatiematch Turkije-Nederland, werd die Hollandse voetbalschool ten grave gedragen. De uitslag? 3-0 verlies. Oranje was de panda van het Europees voetbal, aldus De Correspondent: lusteloos, traag, opwindingsvrij, notoir lastig tot seks te krijgen en dus onproductief.

Nochtans had Louis van Gaal een jaar eerder de weg getoond, maar Louis was al weer weg en zat op dat moment zijn kas op te vreten in het handelshuis Manchester United waarmee hij een FA Cup zou winnen, waarna hij werd ontslagen. De bondscoach van de panda’s was toen Danny Blind, en die is vandaag een van Van Gaals assistenten. Het kan verkeren, maar de twee gaan lang terug, ze speelden samen nog bij Sparta.

De vete met Cruijff

Nederland is inmiddels om: de 4-3-3 van Johan Cruijff is samen met de grootmeester begraven. De doodgraver met dienst was Louis van Gaal, wiens relatie met Cruijff slecht was. Als voetballer was er geen vergelijking mogelijk, hoewel Van Gaal een minder slechte voetballer was dan men in België – Antwerp vooral – wil laten geloven. Zo eindigde hij in 1984 tweede in de Nederlandse Speler van het Jaar-verkiezing, achter Johan Cruijff.

Als trainer heeft Van Gaal meer gewonnen. De twee botsten in hun zienswijze over voetbal en die vete beleefde een hoogtepunt rond de World Cup van 2014, toen Van Gaal on-Nederlands met drie achterin, maar meestal met vijf, en loerend op de counter ging spelen. Zijn grote gelijk kwam meteen in de eerste wedstrijd tegen Spanje. Nederland kwam 1-0 achter maar scoorde daarna vijf keer vanuit de in Nederland zo misprezen ‘omschakeling’.

Johan Cruijff kon zijn nederlaag niet accepteren en noemde het voetbal van Oranje niet om aan te zien. Zijn goed recht, minder leuk was dat hij Van Gaal bij herhaling als een slecht mens omschreef. Het gekissebis werd een vete waarvan de oorsprong niet meer te achterhalen is, nadat Cruijff in 2016 overleed. Wellicht heeft het succes van Van Gaal in Barcelona in ’97-’98 daarmee te maken. In het gloriëren zoals alleen hij dat kan, had hij de jeugdopleiding van Barcelona bekritiseerd en uitgerekend die was ooit het werk van Johan Cruijff.

De ooit goeie vrienden zeiden nog wel dat ze door één deur konden, maar ze zorgden er toch voor nooit meer dezelfde deur op hetzelfde moment te moeten nemen. Toen Van Gaal zijn ontslag indiende als technisch directeur bij Ajax in 2004 wees hij Cruijff met de vinger, en dat hij geen algemeen directeur werd van dezelfde club in 2011 weet hij ook aan Cruijff die de jeugdafdeling tegen Van Gaal opzette.

In de laatste kwalificatieinterlands die Nederland over de streep trokken richting Qatar, speelde het 3-5-2, of 3-4-3, een variant daarop – in elk geval met drie centrale verdedigers. Van Gaal noemt het overigens 1-3-5-2, want zijn doelman is een essentieel onderdeel van zijn spelwijze. Dat kwam in het bijzonder tot uiting op de World Cup van 2014, toen hij voor de strafschoppenreeks tegen Costa Rica zijn doelman Jasper Cillessen verving door Tim Krul, omdat die een betere ‘pakker’ was.

Dat was de lefgozer Van Gaal ten voeten uit. Als dat was mislukt, hadden ze hem zijn Nederlands staatsburgerschap afgenomen, want Cillessen deed het 120 minuten prima. Maar het lukte: Krul stopte twee strafschoppen. Tegen Argentinië ging Oranje eruit na strafschoppen. Tim Krul kwam niet in, kon niet inkomen, want Van Gaal had zijn (toen nog drie maximale) wissels gebruikt.

Toen Oranje het WK-ticket bemachtigde tegen Noorwegen, nu zowat een jaar geleden, was Louis van Gaal al in behandeling geweest voor zijn prostaatkanker. Wegnemen van de prostaat, vijfentwintig bestralingssessies, een testosterononderdrukkende therapie: in de docu Louis geeft hij toe dat het op hem werkt. “Niet makkelijk voor het seksleven, Geertjan”, zegt hij tegen de maker, “maar nu wordt het wel heel intiem.”

Hij kreeg al snel fysieke ongemakken en viel van zijn fiets op trainingskamp in Zeist. Diagnose: breukje in de heup, operatie niet nodig, maar wel helse pijn. Al die ellende leverde dat ene inmiddels iconische beeld op na de kwalificatie: de hele Oranje-kern juichend in
de kleedkamer met in hun midden een opaatje. Die lijkt zo in zijn stoel uit het bejaardentehuis gerold, maar het is hun bondscoach, juichend en tegelijk de pijn verbijtend. Hun Louis van Gaal, die hen de weg zal wijzen naar de ultieme triomf.

Verhaal over Qatar in De Morgen van vrijdag 18 november 2022

Hoe een ministaat via sport de wereld probeert in te palmen

Vanuit een soort overlevingsdrang bokst Qatar al een halve eeuw boven zijn gewicht, al neemt het met deze World Cup wel erg veel hooi op de vork. Een match winnen zou leuk zijn, maar bovenal wil Qatar de wereld overtuigen van zijn goede bedoelingen. Nu maar hopen dat de vieze Franse en andere potjes gedekt blijven.

‘Qatar deserves the best.’ Wie landt op Doha International Airport, voor het tweede jaar op rij tot beste luchthaven ter wereld uitverkozen, ziet ze meteen hangen: de grote affiches in het Engels en het Arabisch. Qatar verdient het beste. Na hun tocht door de woestijn, en dat is daar nogal letterlijk te nemen, bedoelt de Qatarese nomenklatoera ‘alléén het beste’.

Hoe ze dat verkrijgen? Simpel: met geld, heel veel geld. Gasexporteur Qatar wordt in de politieke wetenschappen omschreven als een ‘Rentierstaat’. Dat is een land dat een aanzienlijk deel van zijn nationale inkomsten verkrijgt uit ‘renten’ die worden betaald door buitenlandse individuen, bedrijven of regeringen.

Renten, zo staat in economieboeken, kan inkomen zijn ‘verkregen uit de gift van de natuur’. De bekendste rentenierstaten zijn de olie- en gasrijke landen in de Perzische Golf. Qatar wil voor alle duidelijkheid af van die afhankelijkheid. Net als buur Saudi-Arabië heeft de absolute monarchie een plan ontwikkeld voor als die inkomsten minder worden en ooit zullen opdrogen.

Net als Saudi-Arabië heeft ook Qatar zijn plan voor een transitie naar een diverse economie ‘Vision 2030’ gedoopt. Alleen is de Qatarese versie door slimme diplomatie en het gebruik van wat politicologen soft power noemen net iets succesvoller gebleken dan de Saudische. Sport is een factor in die zachte Qatarese kracht. Reken maar dat de World Cup 2022 en het shinen van Qatar de andere Golfstaten de ogen uitsteekt.

Bewezen omkoping

Qatar is al vaker omschreven als het lelijke eendje van de wereldsport. Die sneer heeft dan niks te maken met de rechten, huisvesting en werkomstandigheden van de gastarbeiders. Ook de ecologische schade en de energieverspilling van luchtgekoelde open stadions komt dan zelden ter sprake.

De kritiek spitste zich toe op twee grote vragen. Hoe bestaat het dat een wereldsportbond een piepklein land – hoe rijk het ook mag zijn – toelaat om in een straal van 55 kilometer acht stadions te bouwen? Met een Qatarese voetbalcompetitie die nauwelijks toeschouwers trekt, is er voor zeven van die acht gigantische bouwsels geen enkele toekomst.

Tweede vraag: wat heeft de wereldvoetbalbond FIFA bezield om een van de meest asportieve landen na tal van andere sportkampioenschappen nu ook het grootste wereldkampioenschap, de FIFA World Cup, toe te wijzen?

Corruptie? Jazeker. Sleutelfiguur was Mohammad bin Hamman, van wie bewezen is dat hij 25 FIFA-officials had omgekocht. Dat was om in 2011 zelf FIFA-voorzitter te worden. Hij schatte zijn kansen goed in, nadat zijn rondje geld uitdelen ook was gelukt om de World Cup naar Qatar te krijgen. Van Bin Hamman is na zijn levenslange schorsing nooit meer iets vernomen. Benieuwd of hij zondag bij de openingsceremonie in een vipsectie van het Al-Baytstadion in Al-Khor zal opduiken.

De Franse connectie

Onderzoeken zijn nog lopend, maar als er nog donkere wolken boven de Qatarese hoofden zouden hangen, houden die geen verband met mensen- of werknemersrechten of ecologie en al helemaal niet met rechten van de queergemeenschap.

Als er nog wat hangt, dan ook niet bij de FIFA, die de corrupte verkiezing van december 2010 heeft bedekt met bergen zand. De helft van het toenmalig executief comité van de FIFA is in 2014 en 2015 beschuldigd en vervolgens geroyeerd en/of gevangengezet. Sommigen kozen voor de vlucht vooruit, een deel is overleden.

Overigens kwam het hele FIFA-exco in opspraak. Neem nu dokter Michel D’Hooghe, voormalig lid van dat corrupte executief. Een vooraf geschonken Russisch schilderij en de aanstelling van zijn zoon als orthopedist in de Aspire-kliniek in Doha kort na de verkiezing wogen niet zwaar genoeg om hem aan te klagen. In meer waardegebonden milieus zou hij dat nooit hebben overleefd.

De Franse recherche stelt alvast wel alles in het werk om de onderste steen boven te halen. Op 18 juni 2019 werd voormalige UEFA- voorzitter Michel Platini in Frankrijk opgepakt voor ondervraging. Platini zou van de Franse president Sarkozy, zelf veroordeeld voor corruptie, de vraag hebben gekregen om op Qatar te stemmen.

Qatar Airways, grote sponsor van de FIFA, ging na de verrassende stemmingsuitslag shoppen bij het Franse Airbus. Het kocht in één klap vijftig vliegtuigen. Platini heeft altijd toegegeven dat hij die meeting op het Elysée met Sarkozy heeft gehad en dat tot zijn grote verbazing ook de latere emir Tamim al-Thani daarbij aanwezig was. En dat uiteraard over de World Cup-kandidatuur werd gesproken, maar dat Platini al had beslist om het Qatar te gunnen en er dus van beïnvloeding geen sprake kon zijn.

Een jaar na de triomf van Qatar werd zoon Laurent Platini wel CEO bij het Qatarese sportmerk Burrda. Dat compleet onbekende merk was in het jaar van de verkiezing ook plots kledingsponsor van de Rode Duivels geworden en bleef dat tot 2014. Nog zo’n half mysterie.

Een jaar na die verkiezing verwierf beIN Sports (de sportpoot van Al-Jazeera) de tv-rechten van de Franse Ligue 1 voor een gruwelijk hoog bedrag en kocht Qatar Sports Investment, de sportportfolio van de Qatar Investment Authority (waarde: 445 miljard dollar), de Franse topclub Paris Saint-Germain.

Inmiddels was bekend geraakt dat beIN Sports net voor de verkiezing 400 miljoen dollar had geboden voor het tv-contract op de World Cups van 2018 en 2022, met een verplichting om 100 miljoen extra te betalen als Qatar de World Cup kreeg. Daarbovenop beloofde de Qatarese overheid drie jaar na de toewijzing nog eens 480 miljoen dollar. Dat dossier wordt nog onderzocht door de Zwitserse politie.

Nasser al-Khelaïfi

Er zit nog een Frans en vervelend luikje aan te komen voor Qatar. Meer in het bijzonder voor de kroonprins van het Qatarese voetbal, Nasser al-Khelaïfi, NAK pour les amis. Hij is de baas van Paris Saint- Germain en ook voorzitter van beIN Media Group en Qatar Sports Investment. In 2019 trad de Aziaat zelfs toe tot het hoogste bestuursorgaan van de UEFA, waarvan hij met beIN de tv-rechten kocht.

Op 29 september van dit jaar publiceerde de Franse krant Libération een dossier over Tayeb B., een Frans-Algerijnse zakenman die in Doha negen maanden werd vastgehouden en gemarteld. De man was in het bezit van bezwarende documenten over de handel en wandel van NAK. Daarbij volgens Libé ook details over de corruptie rond de toewijzing van het WK voetbal aan Qatar in 2010.

Of Tayeb B., die in Doha woonde sinds 2019, Al-Khelaïfi wilde chanteren, is niet duidelijk. Die trok echter alle registers open, stuurde de politie op B. af en heeft gekregen wat hij wilde: de documenten op een USB-stick en een wellicht afgedwongen belofte dat Tayeb B. zijn mond zou houden of anders vijf miljoen euro schadevergoeding moest betalen.

Inmiddels is Tayeb B. terug in Frankrijk, waar hij klacht heeft ingediend. Beetje bij beetje raakt zijn verhaal bekend. In Parijs had hij zich in de gratie gewerkt van de Qatarezen. Hij beschikte over een zeer uitgebreide kennissenkring in het Midden-Oosten en Noord-Afrika en dat alles kon Qatar wel bekoren.

Zodoende kreeg hij een verblijfsvergunning voor Qatar en een contract als consultant. En toen ging het ineens mis: Tayeb wist te veel. Het Franse gerecht onderzoekt nu in hoofde van Al-Khelaïfi de corruptie bij toewijzing van de World Cup, illegale tewerkstelling en nog enkele niet al te koosjere affaires in zijn privé- leven. Tenzij er nog een bommetje wordt gedropt vóór de finale op 21 december, is dat een zaak voor na de World Cup.

Het wereldkampioenschap voetbal is niet het eerste grote sporttoernooi dat Qatar organiseert. Sinds de Doha Open, een tennistoernooi dat startte in 1993 en nog steeds bestaat, heeft Qatar dertig grote sportkampioenschappen op zijn grondgebied verwelkomd. Daaronder een WK wielrennen in 2016 waar meer kamelen stonden te kijken langs de weg dan Qatarezen, een WK atletiek begin oktober 2019 dat in lege stadions plaatsvond en waar door de hitte de marathons liet starten om middernacht.

Maar evengoed WK’s tafeltennis, squash, gewichtheffen, zwemmen en handbal. Dat laatste in 2015 sloeg alle records. Drie gigantische sporthallen (kostprijs 220 miljoen dollar) werden gebouwd. Het tot dan onbestaande nationale team hield de Qatarese eer hoog met twee in Qatar geboren spelers en voor de rest Egyptenaren, Tunesiërs, maar vooral Serviërs, Kroaten, Bosniërs, Montenegrijnen, een Fransman, een Cubaan en een Spanjaard.

Buitenlandse atleten betalen – met geld is alles te koop – om van paspoort te veranderen is een beproefde Qatarese tactiek. Alle vijf olympische medailles die Qatar ooit heeft gewonnen, kwamen van genaturaliseerde Afrikanen en Europeanen.

De ‘Qaterese’ handbalselectie werd gecoacht door de toen regerende wereldkampioen, de Spanjaard Valero Rivera. Als harde supporterskern werden zestig luidruchtige Spanjaarden ingevlogen, die net als 680 journalisten reis, kost en inwoon en zakcentjes hadden gekregen van de Qatarese sportautoriteit. In de finale was Frankrijk met drie goaltjes verschil te sterk.

Internationaal wordt de inzet van sport om een land aan een gunstig imago te helpen omschreven als sportswashing. Qatar is daar veel bedrevener is dan pakweg grote buur Saudi-Arabië en de kleinere buurstaten van de Verenigde Arabische Emiraten.

Goede Wereldburger Qatar

Die politiek om sport te gebruiken komt uit de koker van één man, de huidige emir – zeg maar absolute koning – van Qatar, sjeik Tamim bin Hamad al-Thani. Die kreeg zijn opleiding in Groot-Brittannië en werd op zijn 22ste in 2002 het jongste lid ooit van het Internationaal Olympisch Comité, tot grote verbazing van die exclusieve club. Dat was met dank aan toenmalig IOC-voorzitter Jacques Rogge die de jonge sjeik-sportliefhebber lid maakte als beloning voor de steun die hijzelf bij zijn verkiezing vanuit de Arabische wereld had gekregen.

Dat volstond als return. Toen Doha kandideerde voor de Olympische Spelen van 2020 (die naar Tokio gingen) achtte Rogge hun kandidatuur minder dan kansloos. De sjeik leidt sinds 2010 zelf de Qatar Sports Investment, het vehikel dat de sportbudgetten van de staat beheert. In 2011 werd Paris St-Germain aan de bezittingen toegevoegd. In 2012 zelfs de voetbalclub uit Eupen, waar Qatarezen zouden worden opgeleid in de edele kunst van het Europese voetbal, maar waar vandaag geen enkele Qatarees meer speelt.

Tegelijk volgde de sjeik-troonopvolger, die in 2013 emir werd, een andere piste die moest leiden tot de symbolische maar niet minder belangrijke titel van Goede Wereldburger Qatar. Die politiek om zich overal in te mengen als positieve kracht wordt door kenners van het Midden-Oosten uitgelegd als een noodzaak. Danyel Reiche, professor in Libanon en aan Georgetown University in Doha, legt uit: “De dreiging van grote buur Saudi-Arabië is echt. In 2017 hebben zij en de andere Golfstaten Qatar een blokkade opgelegd. Officieel ten gevolge van de Qatarese steun aan de Moslimbroeders van Egypte, maar iedereen wist dat na-ijver, ook ten aanzien van de World Cup, de echte reden was. Die blokkade duurde tot in 2021 maar heeft niet gewerkt, omdat Qatar is doorgegaan met allianties smeden en zijn gas kon blijven verkopen. Dat kleine landje weet dat het alleen kan overleven als het een rol van formaat speelt, noem het voor mijn part boven het gewicht boksen, maar vooral iedereen te vriend houdt.”

Grote weldoener

Dat laatste betekent zowel het Turks als Amerikaanse leger een basis verschaffen, maar ook overal in de wereld steun verlenen. Qatar buit dan wel Nepalezen uit, ze waren bij de eerste en grootste weldoeners toen daar een aardbeving uitbrak. Evengoed steunden ze de slachtoffers van de orkaan Katrina in New Orleans, of initieerden de Darfoer-akkoorden en vredesbesprekingen tussen Hamas en Israël. Hun laatste goede daad was het herbergen van ambassades die voorheen in Kaboel in Afghanistan zaten en het aldaar helpen evacueren van vluchtelingen.

De meest recente goede boodschap die het ‘derde veiligste land van de wereld’ bracht, was vrouwen het recht te geven een rijbewijs te halen zonder goedkeuring van de man en de invoering van het minimumsalaris voor gastarbeiders.

De World Cup zou om vele redenen nooit in Qatar mogen doorgaan, maar er zit toch een positieve kant aan, vindt de Britse socioloog en voetbalschrijver David Goldblatt. “Nooit in de geschiedenis van een World Cup heeft een land zoveel toegevingen gedaan aan
de verontwaardigde internationale gemeenschap als Qatar.” Meer toegevingen dan ooit en meer gezeik dan ooit, daar hadden de Qatarezen nu eens niet op gerekend.

Column Vriezen of dooien in De Morgen van zaterdag 19 november 2022

Vriezen of dooien

En toen vroegen ze ineens – dat was vorige zondag in De zevende dag – en wat denkt u, wat wordt het met dat WK voetbal en de Rode Duivels? De vraag overviel mij een beetje, want ik zat daar niet voor het sportieve, wel om de slimme uit te hangen over de wenselijkheid (of niet) om naar Qatar te gaan, of naar Sharm-el-Sheikh voor de klimaatconferentie.

Van klimaatconferenties weet ik (ook) niks, maar persoonlijk zou ik Sharm-el-Sheikh wel zien zitten. Alvast liever dan een maand in Qatar met een stel voetbaljournalisten. Ik heb het EK van 2016 en het WK van 2018 op die manier ter plekke gevolgd. Nooit meer. Ronduit geestdodend. Nog liever drie maanden in een jeugdherberg in een olympische stad, al wordt het wennen als in 2024 in Parijs dat vervelende publiek er weer zal tussen lopen.

Bovendien weegt de journalistieke meerwaarde van ter plekke zijn niet op tegen de nadelen, zoals elke dag een persbabbel met een Rode Duivel van dienst die nietszeggende quotes debiteert, waarna Roberto Martínez geheel zichzelf is en ook weinig of niks zegt. Of nog, tijdens de wedstrijden met twee collega’s op een halve vierkante meter in een bloedhete tribune met de benen in de nek geplooid naar één schermpje staren. De actie bestuderend die zich zopas beneden op het groene gras heeft afgespeeld, maar waarvan je niet meteen alles hebt meegekregen. Was dat nu de paal, of toch de hand van Thibaut?

Thibaut, jawel, zoals in Thibaut Courtois. Ook dat is een neveneffect: proxy bias, op den duur word je geacht een deel te zijn van het grotere geheel en ook het grotere doel te dienen. Wij winnen, wij verliezen, wij doen het goed of niet goed, en familienamen worden voornamen. We worden allemaal tv.

Ik kon niet meteen een antwoord verzinnen op de vraag wat het zou worden. Dus zei ik: “Het kan vriezen of het kan dooien.” Waarop de ad-rempresentatoren in koor: alvast niet in Qatar. Daar stond ik dan met een mond vol tanden.

Weet ik veel wat het wordt. Dit is een raar toernooi. Op een raar tijdstip in het jaar gespeeld. En in een raar land, en dan heeft dat laatste niks te maken met rechten van het werkvolk aldaar of van de queergemeenschap die “geestelijk ziek als ze is” (een plaatselijk citaat) wellicht gewoon beter wegblijft.

De voetbalspelers moet je met dat onrecht ook niet lastigvallen. De meesten behoren tenslotte tot de menselijke soort die redeneert dat als zij het beter hebben dan de rest, en dat weten ze inmiddels, er dan onvermijdelijk een aantal op deze planeet het minder goed moeten hebben.

Rond grote toernooien worden fans scherper dan ooit en gaan ze zich ook sneller ergeren. Schampere opmerkingen worden meteen als fundamentele kritiek ervaren. Dat overkwam mij op de Olympische Spelen vorig jaar toen ik de Belgische tijdrijders, die het vooraf over één en twee eindigen hadden gehad, maar geen van beiden in de buurt van het podium kwam, als een afknapper bestempelde.

Welwelwel, dat werd me een rel. De nevenschade van grote sportmomenten zit hem ook in de plek die media vrijhouden voor iedereen die een mening heeft en denkt dat hij/zij kan schrijven. Vooral met de Tour duiken die overal op, niet gehinderd door al te veel
kennis. Ze krijgen een column en worden meteen fan. Wie niet voor ons is, of wie een ironisch grapje maakt, wordt door die ad-hoc- supporters-met-laptop gebanbliksemd.

Vorige week tweette ik naar aanleiding van het nieuws dat er een yogameester mee was met de Rode Duivels: “De yogameester (uit Dubai natuurlijk) van Eden Hazard bij Chelsea is mee met de Rode Duivels. Hij heeft Eden zich leren ontspannen. Dat is heel goed gelukt. Nu nog een meester die Eden zich leert inspannen.”

Welwelwel, die reacties… Gebrek aan respect… Amper twee jaar minder gepresteerd en nu zo afgemaakt… Alsof Eden zich nooit heeft ingespannen… En dat noemt zich journalist…

Dat ben ik ook, maar dat was nu eens opgeschreven in de hoedanigheid van columnist.

Heel in het begin van Twitter zou ik hebben gereageerd als Louis van Gaal: ben jij nou zo dom, of ik? Nu glimlach ik hoogstens. Ik weet sedert 2014 hoe ontzettend lang de tenen zijn, dat elke ironie, elk sarcasme, elke hyperbool kan worden opgevat als een aanslag op de waardigheid.

Daarom deze voorspelling: België kan heel ver geraken, maar ook niet. Afrikaanse landen zullen er weer allemaal uitgaan ten laatste in de kwartfinales, of voor de eerste keer wel de halve finale halen. Brazilië wordt wereldkampioen, maar doe mij toch maar liever Argentinië. Zolang Nederland het maar goed doet, kan de rest me aan mijn reet roesten.

Column Herfststop in De Morgen van maandag 14 november 2022

Herfststop

Sportjournalisten zijn gewoontedieren. Elke verandering wordt als een aanslag op het zijn en wezen ervaren. Te veel wissels in een ploeg, bestuurlijke verschuivingen, de persparking die verandert van locatie, het is altijd weer flink wennen.

Het allerergste is als ze gaan klooien met de kalender. Je hele hebben en houden is daarop afgesteld en ook je sociaal leven, voor zover een sportjournalist daarover beschikt. Je weet dat het dán begint en dán eindigt, je kan lang op voorhand een huisje huren met snel internet, of een reis boeken, of een skivakantie tussendoor als het in jouw land even tot stilstand komt.

Op voetbal kon je decennialang een klok juist zetten. Er werd gespeeld op zondag om 15 uur, en als het donker werd om 14.30 uur. Avondvoetbal kenden we al op woensdag van de Europabekers en soms een interland; avondvoetbal in het weekend was iets van begin de jaren tachtig, als ik het mij goed herinner.

Anno 2022 is er geen verschil meer tussen voetbal en volleybal of basketbal of atletiek of wat dan ook. Voetbal kan op alle uren van de dag, alle dagen van de week, alle weken van de maand en alle maanden van het jaar. Althans in Europa. In de VS wordt al jaar en dag gebasketbald en ge(ijs)hockeyd tussen oktober en half juni, gehonkbald tussen eind maart en eind oktober of begin november. American football begint in september en is klaar het tweede weekend van februari.

De enige houvast die je tot voor kort had in het voetbal was die zomerperiode. Juni was zowat een voetbalvrije maand, in juli begonnen de trainingen en het seizoen begon eind juli of in augustus. De voetbalvrije junimaand ging eraan door de UEFA, die met een onzintoernooi als de Nations League de kalender wilde dichtmetselen voor de wereldvoetbalbond FIFA, die ook plannen had voor een WK voor clubs.

Sommige landen hadden dan weer een winterstop en dat was een tweede kapstok om sociaal leven aan op te hangen. Je kon
eens een keertje iemand thuis zien, zonder dat je om de haverklap de voetbaluitslagen moest controleren, de tv op de achtergrond speelde of een van de vele redactiebaasjes je nog wat wilde laten doen. De Engelsen zijn een uitzondering: die hebben al jaren geen winterstop, maar daarom zijn het ook Engelsen.

Dat fundament genaamd winterstop is nu volledig van onder onze voeten weggeslagen. De winterstop bestaat dit jaar niet. Voor een journalist is dat hetzelfde als de zon die een maand niet zou opkomen. In de plaats is een herfststop gekomen, althans voor onze landelijke competitie.

Gisterenavond om elf uur waren ze klaar in Kortrijk met KAA Gent dat daar op bezoek was. Uitslag onbekend bij het ter perse gaan. Iets eerder die dag speelden Club en Antwerp 2-2 gelijk. De Nederlandse aanvallers Noa Lang (met een deviatie) en Vincent Janssen scoorden elke voor hun club. Zij worden vandaag in Zeist verwacht bij de Nederlandse ploeg, die vervolgens afreist naar Qatar. De herfststop is dus geen herfststop, maar een gigantische interlandbreak. Het is de langste die we ooit hebben gehad en er worden 64 wedstrijden in gespeeld.

De herfststop die geen stop is eindigt op zondag 18 december als in het Lusail-stadion twee finalisten om de FIFA wereldbeker voetballen. Drie dagen later staan bij ons de achtste finales van de Beker van België op de agenda en nog eens twee dagen later wordt in het kerstweekend de terugronde van de Jupiler Pro League op gang getrapt. Sta mij toe een WK-finale die de kerstweek inluidt gewoonweg dystopisch te vinden.

Wie moet nu blij zijn met deze break van zes weken? Onbetwiste leider Genk niet. Het elan is nu misschien gebroken. Club Brugge en Antwerp, die veel internationals zien vertrekken van wie ze niet weten hoe ze zullen terugkeren, evenmin. Union misschien, en naaste achtervolgers Gent en Standard, die kunnen zich misschien herbronnen.

Elke tegenslag is ook een opportuniteit. Deze rare voetbalkalender zou weleens voor gevolg kunnen hebben dat voetbal gaat nadenken over het beste tijdstip van het jaar om voetbal te spelen. Ongetwijfeld zijn dat de lente-, zomer- en herfstmaanden van het noordelijke halfrond en niet de herfst-, winter- en lentemaanden waarin vandaag wordt gevoetbald. Voetbal is een zomersport.

Nogal wat nieuwe voetballanden vinden al langer dat die West-Europese kalender voor herziening vatbaar is. Zomervoetbal is een feest, spaart energie, spaart de spelers en je kan een WK laten doorgaan in de landen waar het normaal te heet is om te voetballen. Dan zouden we nu al de kampioen kennen van het seizoen 2022, drie weken kunnen trainen en dan naar Qatar afreizen. Het is te overwegen.

Column Selectieheer in De Morgen van zaterdag 12 november 2022

Selectieheer

Selectieheer: zo heette ooit de bondscoach in het voetbal. Zijn opdracht was spelers oproepen die in het weekend een interland zouden spelen. Hoe dat samen spelen dan wel moest, dat was bijzaak. Constant Vanden Stock is bijvoorbeeld selectieheer geweest, vooraleer hij zich om Anderlecht ging bekommeren.

Donderdag was onze Roberto Martínez even selectieheer en hem (een beetje) kennende is dat niet de favoriete invulling van zijn inmiddels omvangrijke taakomschrijving. Martínez is een beetje een te goede vent om jonge gasten vol ambitie teleur te stellen met de melding dat ze niet meegaan.

Zo verging het Dedryck Boyata. En ook Jason Denayer. Zij zijn er niet bij, tenzij een andere verdediger voortijdig uitvalt, maar omdat dat WK al over een week begint, is de kans op late ongelukjes een stuk kleiner. Beide hadden nog wel hun clubniveau een beetje bijgesteld in de hoop de Word Cup te halen, maar daar is de selectieheer niet in gelopen.

“Ik ben afgegaan op de vorm van het moment”, legde hij uit. Boyata liet vorige week tegen Gent niet één, maar twee keer een man in zijn rug lopen/duiken en stond daarna te zwaaien met zijn armen alsof hij wilde zeggen “wiens schuld het is, ik zou het niet weten, maar zeker niet die van mij”. Daar knapt elke medespeler en zeker elke coach op af.

Wat Jason Denayer dan weer in de zandbak Shabab Al Ahli in het rovers- en trafikantennest Dubai uitvreet, dat kan geen mens hier volgen, maar het moet afgaande op Martínez’ beslissing alvast niet erg overtuigend zijn.

Roberto Martínez werd in het verleden een gebrek aan moed aangewreven. Het verwijt luidde: hij durft niet door te selecteren. Waarbij doorselecteren staat voor bij de minste hapering versneld afscheid nemen van gevestigde waarden en jonge opkomende talenten meenemen en desgevallend in de ploeg droppen, in de hoop dat nieuw bloed voor nieuwe impulsen zorgt.

Onzin natuurlijk: hij liet voor het WK van 2018 Radja Nainggolan thuis en kreeg daarvoor heel wat shit naar zijn kop van de analisten. Die slimmerds hoor je niet meer, nu ze ook hebben gemerkt dat met die klojo geen land te bezeilen valt en dat Martínez het toen goed had gezien.

Met deze al bij al evenwichtige selectie heeft Martínez bewezen dat hij lak heeft aan alle meningen. Hij heeft niet voor de eeuwige certitudes gekozen, of misschien een heel klein beetje. Reken maar dat als het een beetje tegen slaat, de selectie van Dries Mertens in vraag zal worden gesteld.

Achterin heeft Martínez wel gekozen voor jong talent en voor alvast genoeg verdedigers. Niet zoals Marc Wilmots die een lichtgeblesseerde Nicolas Lombaerts op het Europees Kampioenschap van 2016 voortijdig naar huis stuurde om tegen dat het er echt om ging (in Lille tegen Wales in de kwartfinale) tot de vaststelling te komen dat hij ervaren centrale verdedigers tekortkwam.

Volgens de KU Leuven heeft België zes procent kans om wereldkampioen te worden. Ten eerste gaat het over voetbal (toevalsport nr 1) en ten tweede gaat zo’n model uit van resultaten in het verleden. In sport – helemaal in voetbal – is het zoals op de beurs: resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst.

Voor het EK van vorig jaar hadden de Belgen volgens de KU Leuven 29 procent kans om Europees kampioen te worden. U weet wat van die 29 procent is overgebleven. Frankrijk en Spanje hadden 14 procent kans en Italië en Portugal maar negen procent. Engeland bleef steken op zeven. De finale? Italië-Engeland, gewonnen door de Italianen.

Donald Trump zei deze week in een interview dat als de Republikeinen zouden winnen, het zijn verdienste zou zijn. Maar als ze zouden verliezen, dan zou het nooit zijn schuld zijn. Voor Roberto Martínez en bij uitbreiding alle bondscoaches op dit WK geldt: als ze winnen, is het niet hun verdienste, en als ze verliezen, is het niet hun schuld.

Nochtans is dat wat Roberto Martínez boven het hoofd hangt: met alle zonden worden overladen als het mis zou gaan. Zijn achilleshiel heet Eden Hazard. Die heeft hij blijkbaar opgegeten en dus zal Hazard starten tegen Canada. Vanuit het oogpunt van de coach valt daar iets voor te zeggen. Hazard is geen pinch hitter (zoals Mertens) die een laatste half uur de boel in vuur en vlam kan zetten.

Hazard zal starten en Leandro Trossard zal invallen, hoezeer die ook zijn zaak bepleit in de kranten – daar houdt de bondscoach niet van. Bij de rust als Hazard er niets van bakt, of na een uur, als Hazard moe wordt. Voor het overige is zijn bedoeling zo klaar als een klontje: bouwen op bestaande connecties tussen spelers die tientallen wedstrijden samen hebben gespeeld, in de hoop dat de Rode Duivels meer ploeg zijn dan hun tegenstanders. Dat is perfect verdedigbaar.

Column De Valkenier in De Morgen van 7 november 2022

De valkenier

De emir van Qatar (voluit Zijne Hoogheid Emir Sjeik Tamim bin Hamad al-Thani) heeft recentelijk van zich laten horen. Hij is verontwaardigd, randje boos zelfs.

Zijn speech voor de ministerraad van Qatar ging als volgt: “Sinds wij de eer kregen om de World Cup te organiseren is Qatar voorwerp geweest van een ongezien negatieve campagne. Aanvankelijk hebben we alle kritiek ter harte genomen. Al snel werd het duidelijk dat de campagne een graad van wreedheid bereikte, waarbij je je moet afvragen wat de motieven hierachter zijn.”

Ik ben Al-Thani weleens tegen het lijf gelopen met rond mijn nek een van die speciale OFH-accreditaties, waarbij OFH stond voor Olympic Family Hospitality. Daar waren er maar een stuk of dertig van, uitgeschreven door de persdienst van het Internationaal Olympisch Comité; ze dienden voor een vlotte toegang tot het IOC-hotel. Dat leidde steeds tot verwarring op de competitieplaatsen, zelfs bij de Chinezen in Peking in 2008. Wat mij dan weer in staat stelde om in de Olympic Family-lounge te gaan verpozen met mijn goede kennis wijlen Hein Verbruggen.

Verbruggen was IOC-lid, en ook nog eens de olympische burgemeester van Peking 2008, en Al-Thani was op zijn 32ste de jongste van alle IOC-leden geworden. Verbruggen stelde mij bij het BMX aan Al-Thani voor. Erg geïnteresseerd in sport leek de toen nog gewone (nou ja) sjeik niet. Op zijn olympisch cv bij beoefende sporten: voetbal, tennis, zwemmen en valkenieren, het stond er echt.

Hij gaf niet de indruk dat hij een machtig man was, maar ik kende mijn olympische pappenheimers: hij was wel degelijk machtig. We schudden handen en ik zei “it’s an honour, your highness”. Vervolgens wilde ik bij zo’n groen theetje wel van Hein weten hoe zo’n Qatarees in godsnaam IOC-lid was kunnen worden. Bovendien nog wel als voorzitter van een olympisch comité van een land dat ocharme in meer dan honderd jaar Olympische Spelen twee bronsjes had gewonnen, met een getransformeerde Somaliër en Bulgaar. Later zou hoogspringer Mutaz Essa Barshim drie medailles winnen, met goud in Tokio als ultieme bekroning, maar die is dan weer van Soedanese afkomst. Qatar was nooit een sportland en is dat nog steeds niet.

Hein zat een beetje gewrongen. “Ja nou ja Hans, je weet toch dat Jacques de Arabieren nodig had om die gekke Koreaan Kim af te houden in Azië. Anders was het echt niet gelukt. Voor wat, hoort wat.” Jacques, ook al wijlen Jacques Rogge, werd in 2001 voorzitter van het IOC, inderdaad met de steun van een deel van Azië. Hoewel Rogge had gezworen om vooral sportkennis binnen te halen, was het eerste lid dat hij een jaar later liet coöpteren de valkenier Al-Thani. In 2013 volgde de sjeik, die in 2010 de World Cup-bid succesvol afrondde, zijn vader als emir op.

Wat zijn tirade betreft, de emir heeft een beetje gelijk. De World Cup in Qatar wordt geframed als het meest schandalige sportkampioenschap ooit, georganiseerd op de meest onaantrekkelijke plek, in een daartoe compleet ongeschikt land. Die campagne wordt gestuurd van de Angelsaksische (lees: Britse) pers. En wij kopiëren, vaak zonder nuance.

Ja, het land heeft veel migranten en had met kafala een systeem van lijfeigenschap. Na de toewijzing van het WK heeft het onder druk van mensenrechtenorganisaties kafala afgeschaft en is er een minimumsalaris ingevoerd waarvoor Nepalezen, Indiërs, Pakistani, Bengali, Sri Lankanen en andere onderbedeelde Aziaten op hun blote knieën naar Qatar willen komen.

Die 6.500 doden onder die 2,65 miljoen migranten (op een totaal van 3 miljoen inwoners) uit het The Guardian-artikel, dat te pas en te onpas wordt geciteerd, zijn niet verzonnen. Weer enige nuance wel: dat zijn mensen die zijn doodgegaan in die bevolkingsgroep en niet altijd omdat ze hard moesten werken (maar minder hard dan in hun thuisland). In datzelfde artikel stond dat 37 doden kunnen worden gelinkt aan de stadionbouw.

Dat zijn er 37 te veel. Nooit meer Qatar, helemaal mee eens, maar stop met die voetballers een geweten te willen schoppen en hen zoals de Australiërs in onnozele filmpjes te laten opdraven. De kritiek moet zich toespitsen op de wereldvoetbalbond FIFA die een compleet irrelevant sport/voetballand, via corrupte verkiezingen, het op één na grootste sportevent van de wereld in de schoot heeft geworpen. Vorige week bestond Gianni Infantino, de voorzitter van de FIFA, het om op te roepen voetbal niet te misbruiken voor politieke spelletjes. De grapjas woont al meer dan een jaar in Doha. Om het helemaal ingewikkeld te maken: Infantino treft geen schuld, want hij was nog niet bij de FIFA toen die voor Qatar koos.

Column Voetbalstatistiek in De Morgen van zaterdag 5 november 2022

Voetbalstatistiek

AA Gent overwintert nog maar eens in Europa. Volgens Hein Vanhaezebrouck niet meer dan normaal. Hij haalde er voor de cruciale wedstrijd de statistieken bij om zijn gelijk te bewijzen. Van de vier deelnemers in groep F in de Conference League had AA Gent over alle wedstrijden het meeste balbezit, de meeste doelpogingen, de meeste doelpogingen on target, de minste doelpogingen tegen, de minste doelpogingen on target tegen. Zelf kreeg Gent de minste passes in zijn verdedigende derde tegen en leverde het de meeste passes in het aanvallende derde af.

Toch moest Gent donderdag nog vol aan de bak om de tweede plaats en het overleven in de Europese kneusjescup te verzekeren, maar ook daar had hij een verklaring voor. “Alleen de doelpunten hebben we niet gemaakt en we hebben er te veel tegen gekregen.” Zes doelpunten gescoord in vijf wedstrijden is niet veel, erg weinig zelfs. Zes doelpunten tegen is alvast niet meer dan de andere ploegen, maar die hebben meer gescoord.

Heerlijk, een voetbaltrainer die over statistieken begint. Ook interessant zijn het aantal gewonnen duels, gelopen kilometers, hoog intensieve sprints. Die leren veel over de intensiteit waarmee een ploeg in het veld staat. Van AA Gent jaargang 2022-2023 hebben de meeste neutrale waarnemers de indruk dat die intensiteit soms ontbreekt. Die stats werden door de trainer van Gent niet vermeld.

Het statistiekenbetoog van Vanhaezebrouck werd deze week op de korrel genomen op de radio en vergezeld van het commentaar ‘met cijfers kan je alles bewijzen’. Dat is goedkope kritiek. Leg dan uit waarom Vanhaezebrouck een beetje naast de kwestie argumenteerde, dan maak je de luisteraar ook nog wijzer.

Statistieken in de sport zijn erg waardevol, maar worden er te pas en te onpas bij gesleurd. Al te lang zijn ook foute statistieken gehanteerd om prestaties te beoordelen. Helemaal als het teamprestaties betreft. Dan beter geen statistiek.

Het meest opvallende voorbeeld van fout gebruik is honkbal. Daar verkeek men zich al een eeuw lang op de prestaties van slagmannen omdat men op de verkeerde data focuste. Tot ene Billy Beane zich met de zaak bemoeide en compleet andere cijfers vroeg om spelers te beoordelen.

Hij baseerde zich op sabermetrics, een wiskundig model dat door heel slimme fans was ontwikkeld. Beane won met zijn Oakland Athletics nooit de World Series, maar eindigde traditioneel altijd hoger dan zijn payroll liet uitschijnen. In de Amerikaanse profsport heet dat ‘goed bezig’. Het verhaal is verfilmd in Moneyball, met Brad Pitt als Billy Beane.

Cijfers bewijzen veel, maar niet alles, niet altijd, en vooral niet in alle sport. Balbezit in voetbal is zo’n statistiek. Dat is een erfenis van Johan Cruijff. “Als wij de bal hebben, kunnen hun niet scoren.” Balbezit in voetbal is als op kop rijden in het wielrennen. Was het aantal kilometers op kop een maatstaf, dan hadden Thomas De Gendt en Tim Declercq (voor beiden doe ik mijn hoed af, daar niet van) onder hun beiden alle klassiekers gewonnen.

Statistieken zijn pas relevant als er genoeg acties zijn, liefst nog repetitief van aard. Iemand zou Hein Vanhaezebrouck en al die andere coaches in het voetbalspel er moeten op wijzen dat ze niet met volleybal, basketbal, honkbal of handbal bezig zijn. Een volleybalploeg die meer aanvalt dan de andere zal meestal de winnende partij zijn. Een basketbalploeg die twintig shots meer neemt, idem, al zal het uiteindelijke resultaat afhangen van het slaagpercentage.

Voetbal is een heel apart spel en dat heeft niets van doen met de fysieke prestatie, want die is bijvoorbeeld minder dan in hockey. Evenmin met tactiek, want basketbal, volleybal en vooral ijshockey zijn oneindig veel complexer. Voetbal is een buitenbeentje in de spelsporten door de lage score.

Op deze plaats in de krant moet het bij tijd en stond worden herhaald: voetbal en toeval verschillen één letter, de b, van bal. In geen sport wordt zo weinig gescoord als in voetbal. Bijgevolg is voetbal de meest oneerlijke sport ter wereld.

Een ploeg kan met 20 procent balbezit en zonder één open doelkans een wedstrijd winnen van een ploeg die hen tegen het doel drukt en twintig shots on target heeft. Daarom wordt in voetbal zoveel belang gehecht aan efficiëntie, daarom zijn spelers die makkelijk creëren, vlot afwerken of van een halve kans een hele maken, zo duur in de aanschaf.

Baseballlegende Billy Beane is overigens vorig jaar aandeelhouder geworden van AZ Alkmaar, een kleine ploeg die altijd innovatief te werk moest gaan om geregeld een prijs te pakken. Benieuwd of ze daar nu met andere statistieken werken.