Grote Prijs Pino Cerami
Gisteren deed een vergeten ploeg mee in de laatste etappe. Rood en wit. Lotto stond op de shirtjes. Soudal ook nog. Lotto-Soudal: long time, no see. Gingen die niet wat doen in het algemeen klassement? Ja toch? En wat is het geworden? Thomas De Gendt viel aan als geen ander, maar werd 73ste op 2u43. Tim Wellens stond gisteren vóór de circusrit naar de Champs-Élysées op 3u39:58. Dat is een eind van het oorspronkelijke plan: ergens in de buurt van de tiende plaats eindigen.
Tim Wellens is jong, is een talent en verdient krediet, maar hadden ze rond hem niet wat anders kunnen aanpakken? Wellens is nooit op een boude uitspraak betrapt, maar de entourage liet on en off the record wel verstaan dat het dit keer anders zou worden. Wellens zelf kreeg een radiodagboek – niet zo’n bijster geslaagd concept – en het team nam zelfs een embedded journalist mee.
André Greipel rijdt ook voor Lotto-Soudal en hij pakte gisteren in deze Tour overwinning nummer vier, de laatste jaren zowat vaste prik voor de beste sprinter van de maand juli. Na ze weken niet te hebben gezien, was het gisteren één en al rood-wit daar op kop van het peloton. De dolle vreugde achteraf is hun gegund, maar als je er even bij stilstaat, blijft het een vreemd gezicht: een semi- overheidsteam waar de Belgen zich de naad uit het lijf rijden om een Duitser te helpen winnen. Waar dat past binnen het grotere plaatje van het Groot Belgisch Wielerproject dat ooit op stapel staat/stond (?), moet iemand toch eens komen uitleggen.
Dat project bestaat/bestond (?) en ik kan het weten, want in een ander leven was ik er zijdelings bij betrokken. Het was bedoeling om rond de basisfinanciering van de Nationale Loterij met andere investeerders-sponsors – zelfs de NMBS zou op de kar springen – een sterk Belgisch team te bouwen dat in de WorldTour met Belgische renners zou scoren. Ridley was trekker van het verhaal en we zijn met die powerpoint van het project nog bij de ministers Reynders en Peeters gaan aankloppen.
Een Sky à la flamande was de bedoeling, maar daar zijn we voorlopig nog even van verwijderd. Neem nu Jens Debusschere. Zonde dat die niet wordt getraind om André Greipel te kloppen en zelf sprints te winnen, maar zich volledig in dat treintje moet opofferen.
Zonde ook dat zelfs klassementsman Tim Wellens mee op kop moest rijden. Het is in de Tour echt het een of het ander. Of je gaat voor sprintetappes, inclusief een hele opgezette sprinttrein, en bij winst maak je jezelf wijs dat je het wereldkampioenschap hebt gewonnen. Of je gaat voor een klassement. Beide ambities verenigen binnen één team, is een beetje lastig (tenzij je Peter Sagan bent, want dan kan het allemaal).
Lotto-Soudal zou volgend jaar niet meer zo mikken op het klassement. Tot herroeping, bij overheidsdecreet als het even kan, is dat oerdom. In de Tour draait het om het podium en als de Nederlanders zes en zeven kunnen worden, dan kunnen wij dat ook. Serge Pauwels en Jan Bakelants zijn nu de beste Belgen op plaatsen dertien en twintig. Hulde daarvoor en dan te bedenken dat Bakelants zich de naad uit het lijf heeft moeten rijden voor Fransen, wat dan weer wel normaal is, want hij behoort tot een Frans team.
In België hebben we onze wielerprioriteiten niet goed op orde. De Tour is belangrijker dan alle andere koersen samen, maar wij doen alleen maar mee voor een ritje dat de grote namen laten schieten. Geen wonder dat het aanstormend talent eerder droomt van Nokere Koerse. De Tour de France? Niet belangrijk. Van Belgisch kampioen Preben Van Hecke was op Franse wegen geen spoor te bekennen, want die rijdt bij een team dat geen wildcard kreeg.
Belgisch kampioen tijdrijden en de beste Belgische ronderenner van de laatste jaren, Jurgen Van den Broeck, was er evenmin bij: hij mocht niet mee van Lotto-Soudal. De twee best betaalde Belgische renners, Philippe Gilbert en Tom Boonen, reden om diverse redenen ook niet mee. Zij werden vorig week wel één en twee. In de Grote Prijs Pino Cerami.