“Het wordt stilaan akelig. Ik ben het laatste jaar weer20 procent minder goed gaan zien, wellicht door die aanvallen. De oogarts vroeg meteen of ik epileptisch was, want het ligt niet aan mijn ogen. Dat komt er ook nog eens bij.”
Even praktisch, want we zijn hier alleen. Wat moet ik doen als je tijdens het gesprek een aanval krijgt?
“Daar staat de telefoon: duw op M1 en dan op 4 voor een alarmoproep. Dan komen ze onmiddellijk, maar die kunnen ook weinig doen. In de hal staat een zuurstofbak: die op ON zetten en dan die slangetjes in mijn neus duwen. Ik heb een negatieve wilsverklaring, dus ik wil niet meer naar het ziekenhuis worden gebracht.”
Begrepen. Een professor gespecialiseerd in spierziektes zei me dat sporten met jouw aandoening niet aangewezen is.
“Hij heeft gelijk, maar voor mij is het wheelen een therapie, een manier om alle angsten, pijnen en frustraties van mij af te rijden. De nachten voor mijn wedstrijden in Doha bijvoorbeeld heb ik heel slecht geslapen, pas tegen een uur of vijf ben ik wat ingedommeld en om acht uur zat ik als een zombie aan het ontbijt. Maar dan komt de adrenaline bovendrijven en ga ik naar de wedstrijd.
“Kijk eens naar die foto. (wijst naar een foto achter mij) Zie je dat gezicht? Ik sla alles van mij af en ik vergeet heel even alles. Pakken ze mij dat wheelen af, dan nemen ze een stuk van mijn leven weg en ik ben al zoveel kwijt. Dan kan ik er beter een punt achter zetten.”
Dat je minimaal vijf relatief goede jaren hebt weggegooid door die inspanningen en dat je heftige aanvallen daar onder meer aan te wijten zijn, is dat geen argument?
“Ik snap het wel en die professor heeft zeker gelijk, maar ik heb dit nodig. Ik rust ook veel, nog dit weekend, en toch had je gisteren niet moeten komen want dan had ik niets zinnigs kunnen zeggen omdat de nacht ervoor vreselijk was. Voor de mensen die het programma Het huis hebben gezien: het kan nog veel erger. Die sport is iets waarvoor ik kies. Ik heb liever een kort en goed leven, waarin ik alles kan doen wat ik wil, dan jarenlang als een plant aan de zetel gekluisterd zijn.”
Jij mag of moet ook medicatie nemen die op de dopinglijst staat, de zogeheten therapeutische uitzondering of TUE.
“Als het echt slecht met me gaat, mogen ze mij morfine en valium geven. Na mijn gewonnen finale heb ik valium gekregen, maar daar ga je echt niet beter van presteren. Ik heb toch maar die TUE voorgelegd, want het zat in mijn systeem. De valium wordt intramusculair ingespoten en de morfine onderhuids. Daarnaast heb ik sinds kort een port-a-cath, dat is een katheter die permanent klaar zit in mijn schouder om wekelijks een infuus toe te dienen met glucose en magnesium.”
Neem je antidepressiva?
“Neen. Ik heb soms dagen waarin ik veel huil. Of met kussens gooi, maar ik ben niet echt depressief. Eén keer per maand ga ik naar de psycholoog om mijn verhaal te doen en dat lucht op. En ik drink geregeld mijn persoonlijke Dafalgan. (lacht en wijst naar een indrukwekkende verzameling flessen bubbels) Geen reden is een reden om er één te drinken, zeg ik altijd.
“Als triatleet heb ik gegeten zoals het hoort, maar waarom zou ik nu niet mogen zondigen? Weet je dat ik in de supermarkt soms opmerkingen krijg als er een zakje chips op mijn schoot ligt? ‘Mag een sporter dat wel eten?’ Ik antwoord dan: heb jij mijn lijn al eens gezien, ik mag dat eerder eten dan jij. En weg zijn ze.”
Een negatieve wilsverklaring betekent dat je niet gereanimeerd wil worden, maar jouw sportbond Parantee, wil daar niet in mee.
“Ik begrijp Parantee, maar we hadden een compromis: in Doha zouden ze mij wel hebben gereanimeerd. Als ik op stage ben op Lanzarote, is dat hetzelfde verhaal: niet reanimeren is daar strafbaar en dan brengen ze mij naar het ziekenhuis en moet ik dat ondergaan.”
Morfine, geen reanimatie of behandeling, dat staat zo haaks op topsport. Begrijp je de reserve daartegen? Je behandelende arts is een euthanasie-expert en tussendoor ga je overal medailles winnen.
“Ik begrijp dat mensen daar moeite mee hebben, maar de sport houdt mij wel in leven, dus daar is niks mis mee. Dat ik vaak over euthanasie praat en dat Wim Distelmans mijn behandelende arts is, stelt mij juist in staat om voort te leven. Zonder die zekerheid dat ik er uit kan als het echt te erg wordt, zou ik geen leven meer hebben.
“Hoe ik mezelf motiveer om door de pijn te gaan, is simpel. Ik laat de film aflopen van alles wat er met mij is gebeurd: de ziekte, mijn ongeval in 2013 (Vervoort kwam in de WK-finale van de 800 meter in 2013 ten val, red.) en die pot kokend water die ik in 2014 over mij kreeg waardoor ik drie keer bijna dood was. Zo pep ik mij op: door mij kwaad te maken tegen al het onrecht dat mij is overkomen. En ik heb natuurlijk heel veel mensen rond mij die mij helpen, zonder wie het ook niet de moeite zou zijn.”
Een hartlijder die drie zware hartinfarcten heeft overleefd en die een marathon wil lopen, verklaren we voor gek. Jij wordt bewonderd.
“Ik snap de vergelijking, maar ik ben ook een sporter. Sport is mijn enige drijfveer, de laatste uitlaatklep. Ik was een zwemster. Toen ik veertien was, is de ziekte bij mij vastgesteld. Ik ben toen overgeschakeld naar triatlon. In het begin kon ik nog peddels aandoen om te zwemmen, maar dat kan nu ook niet meer. Ik heb in Hawaï 1u17 gezwommen over 3,8 kilometer, rap hè? Daar hebben ze mij na het handbiken (de fietsproef, HV) uit de wedstrijd gehaald. Ik was vijftien minuten te laat bij de wissel. Er stond een madam met een strooien hoed die ons tegenhield: ‘There will be another year.’ Ik dacht: bitch, weet jij veel, ik heb verdorie een progressieve ziekte.
“Ik kreeg kort daarna een heftige opstoot en het was gedaan met triatlon. Gaandeweg heeft die ziekte steeds meer van mij afgepakt en dat laatste laat ik mij niet meer afnemen. Tot het niet meer gaat. Precies omdat die euthanasiepapieren geregeld zijn, ben ik gerust en heb ik nu veel meer levenswil. Anders had ik al lang zelfmoord gepleegd.”
Moet jij Sportvrouw van het Jaar worden?