Column Mafiastijl over Operatie Zero in De Morgen van maandag 27 mei 2019

Maffiastijl

Antwerp mag Europa in. De voorrondes althans. Even in gedachten houden: die lopen niet altijd goed af voor Belgische ploegen.

Spelen dus vanaf augustus Europees: Racing Genk (pas vanaf september in de Champions League), Club Brugge in de voorronde van de Champions League en kunnen ze zich niet plaatsen voor de lucratieve poules, dan mogen ze bij wijze van troostprijs naar de groepsfase van de Europa League. Standard komt daar ook in terecht, maar de voorronde kan ook nog als KV Mechelen niet wordt gestraft in de matchfixingzaak Operatie Zero. Een onwaarschijnlijkheid, waarover verder meer, maar alles kan in voetbal.

KV Mechelen heeft de beker gewonnen. Als zij niet worden gestraft voor matchfixing en als de UEFA niet extra moeilijk doet, twee serieuze als-en, gaan zij rechtstreeks naar de groepsfase.

Antwerp moet/mag de voorrondes van de Europa League in en dat geldt ook voor AA Gent, áls – weeral – KV Mechelen wordt bestraft.

Wordt KV Mechelen gestraft? Wie het dossier kent, of althans het deel dat bij de voetbalbond is beland en wordt gebruikt om de zaak voor de Geschillencommissie te voeren en dat ongeveer elke journalist en elke voetbalinsider nu in zijn bezit heeft, weet dat kopstukken van KV Mechelen de boel hebben willen omkopen. Niet zomaar een ballonnetje hebben opgelaten, neen, effectief lijntjes gelegd, voorstellen gedaan en op alle mogelijke manieren hebben geprobeerd om Waasland-Beveren te overhalen hen te laten winnen.

Er zijn geen bewijzen dat geld is betaald, maar dat hoeft ook niet: de intentie om een wedstrijd te regelen is hetzelfde als die wedstrijd regelen en over die intentie bestaat geen enkele twijfel. Daarom is het ook goed dat de 157 pagina’s tellende disciplinaire vervolging van het bondsparket zo wijdverspreid is geraakt. De Mechelse aanhang krijgt het op de heupen van alle details die in de kranten stonden en richt dan maar zijn pijlen op de boodschappers. Dat is dom, de echte boosdoeners zijn hun clubeigenaars en bestuursleden. Ga voor die hun holen keffen, beste Kakkers.

Het pleidooi van bondsprocureur Kris Wagner loog er niet om: een poging tot matchfixing in maffiastijl en als dit niet wordt bestraft, is het einde zoek. De man heeft gelijk: bij lezing ga je al te makkelijk voorbij aan een aantal onwezenlijkheden, zoals het verwisselen van telefoonnummers en het spreken in codetaal. Die vaststelling boven op de niets verhullende gesprekken en de zaak is duidelijk: KV Mechelen hééft geprobeerd de boel te belazeren en heeft daartoe heel wat mensen mee in het bad getrokken.

Dat KV Mechelen daardoor Waasland-Beveren in een moeilijk parket heeft gemaneuvreerd, dat klopt en dat mag voor een deel in mindering worden gebracht. Idem voor het dilemma waar de makelaars voor stonden toen ze werden aangezocht om hun spelers bij Waasland-Beveren te behoeden voor al te grootse daden. Wagner zwaait met de meldingsplicht en, o jawel, die bestaat, maar in de microkosmos van het Belgisch voetbal zitten te veel systeemfouten om het op eerlijkheid en eerbaarheid te gooien.

Van de week pleiten de belanghebbende partijen. Dat zijn de clubs die er belang bij hebben dat de twee clubs worden gestraft. Heeft veel weg van lijken pikken, geen wonder dat Meester Walter in dit theater optreedt. Vervolgens mag elke advocaat nog zijn zegje doen en dan zou het afgelopen moeten zijn en zou er tegen het einde van de week al een vonnis kunnen liggen. Zou, want er staat zoveel grof geschut in stelling met zoveel goede kanonniers aan de knoppen dat een laatste juridische supermove nog tot de mogelijkheden behoort.

Er zijn in dit dossier twee grote schuldigen en die kunnen niet hard genoeg worden gestraft: Dejan Veljkovic en KV Mechelen, de club jawel. Ook Somers, Steemans, Vanroy en Timmermans ten persoonlijken titel, maar in de eerste plaats als bestuurders van hun club.

Het argument dat de club – men bedoelt de fans – niet mag worden bestraft voor de daden van enkele bestuurders is je reinste onzin. In dat geval kun je elk seizoen als de nood hoog is een paar bestuurders in de wei sturen met de opdracht de boel om te kopen.
Als het bekend raakt, worden die geroyeerd, betalen een boete van 125.000 euro – of geen boete zoals in het geval van de niet- aangeslotene Thierry Steemans – en de club wordt verder ongemoeid gelaten. Een club is in de eerste plaats een bedrijf, gericht op succes verwerven en geld verdienen. Het is voor het wel en wee van het bedrijf dat men heeft gesjoemeld. Daarom moet de bedrijfsentiteit KV Mechelen worden aangepakt.

 

DM-COL-Mafiastijl

Column over transfers en Philippe Clement naar FCB in De Morgen van zaterdag 25 mei 2019

Waar het gras groener lijkt

Dit wordt de grootste Belgische transferzomer ooit, op en naast het veld, uitgaand en inkomend. Wesley Moraes weg bij Club, misschien ook Stefano Denswil weg bij Club, voor respectievelijk 20 miljoen euro en iets minder dan de helft. Arnaut Danjuma Groeneveld, ook weg. Hans Vanaken, waarom komt niemand die halen? Hij gaat wel vooruit, hij blijft lopen en met zijn goede voeten weet hij waar zijn ballen moeten komen. Als ze bij Club alles verkopen wat ze in huis hebben, komen ze misschien uit op 40 miljoen. Dat doen ze nooit en dat is slim.

Dan Racing Genk. Alejandro Pozuelo is al weg. Volgen nog Roeslan Malinovski, die is niet meer te houden, let maar op. Sander Berge, over wie twijfels bestaan of hij wel zo goed is: gaat weg. Leandro Trossard, ook weg. Ally Samatta, topspits, wil natuurlijk ook weg, tenzij hij de Champions League als een nog groter podium ziet. Tel uit je winst: om en nabij de 30 en 40 miljoen.

Anderlecht wil er ook veel verkopen, maar niet zeker of dat geld oplevert zonder de jonge goudhaantjes in de etalage. Als ze daar aan 15 miljoen komen, alles bij elkaar opgeteld, mogen ze al dik tevreden zijn.

Gent heeft Jonathan David, Giorgi Tsjakvetadze en Dylan Bronn. Die eerste is nog erg jong en zal misschien blijven. Die tweede is ook nog erg jong en moet eerst herstellen van zijn kruisbandletsel. Een wonder zou het zijn als Gent zonder die twee aan 5 miljoen geraakt. Als ze Bronn wegdoen – hun enige verdediger die kaas heeft gegeten van… verdedigen – dreigt de revolutie.

Antwerp heeft een paar psychopaten in de aanbieding. Of die geld opbrengen, het is maar de vraag. Idem voor Standard en zijn caractériels. De grootste Waalse vis zwemt in Charleroi. Als Victor Osimhen zondag ook nog eens Antwerp in zijn eentje sloopt, kan Mogi Bayat hem namens zijn broertje voor meer dan 20 miljoen in het buitenland slijten.

Alle begrip voor spelers die denken dat het gras groener is aan de andere kant van de heuvel, maar dat ze goed uitkijken. Turkije of Griekenland: niet doen. Engeland wel, daar mag je mislukken en dan kun je altijd een trapje afdalen. Spanje: heerlijk voetballen. Frankrijk: zorg vooral dat je stevig op de benen staat. Duitsland: idem, maar goed kunnen lopen en goede voeten zijn ook een must. Italië: lastig, maar wel goed eten.

Alle begrip voor clubs die spelers verkopen, zeker als die absoluut weg willen. Minder begrip dan weer voor clubs die spelers zelf in de etalage zetten, in de hoop hen met een soms kleine meerwaarde te verkopen, enkel en alleen omdat de verkopende partij daar op de een of andere manier baat bij heeft. Hoe dat precies werkt, of werkte, wordt hopelijk duidelijk in de zaak-Veljkovic.

Dan de trainers. Ivan Leko weg. De achtergronden en of het toeval is dat de romance een verstandshuwelijk werd toevallig nadat hij in de gevangenis was beland, dat komt nog wel boven water. Jess Thorup zou nu toch mogen blijven in Gent. Laszlo Bölöni is onzeker bij Antwerp, maar waar gaat die zijn vlieger nog op behalve op de Bosuil? Michel Preud’homme ís Standard en blijft.

Anderlecht heeft Vincent Kompany, de grootste inkomende transfer ooit in België. Op en/of naast het veld? Afwachten. Nog meer geld

Het is vrijdagmiddag en eindelijk is het lot van Philippe Clement bekend. Hij gaat naar Club Brugge. Onbegrijpelijk, maar niemand verbaasd. Genk zal spelers verliezen, maar dat geldt ook voor Club. Club heeft veel geld, maar Genk heeft nog meer geld. Club heeft de toekomst, maar dat heeft Genk ook met prima jeugd tussen 6 en 19 jaar. Genk speelt zeker Champions League en kan zich navenant versterken. Club moet nog voorbij die vermaledijde laatste kwalificatieronde geraken.

Het zou al te gek zijn om Philippe Clement een judas te noemen zoals in Waasland-Beveren, toen hij twee wintermercato’s geleden een halve ploeg zag vertrekken en zelf dan maar naar Genk trok. Clement schijnt een welopgevoede, gestudeerde en evenwichtige mens van goede wil en blijkbaar ook een goede trainer te zijn. De boutade zegt evenwel: het verschil tussen het is Op en het is Top, is de T van Trainer. Of nog: het ene jaar een tovenaar, het andere een sukkelaar.

Clement was na zeventien maanden een tovenaar. Meer zelfs, hij was God in Genk, maar Genk is niet goed genoeg meer voor God. Genk, de kampioen godbetert, zo openlijk vernederen. Dat toneeltje van de laatste weken zal hem nog zwaar worden aangerekend.

Nog een transfer die ik niet kan bevatten, is die van Marc Degryse en Jan Mulder naar VTM. Ook hier hoop ik dat er argumenten zijn die de pecunia overtreffen. Zo niet: ander en beter en Extra Time forever.

 

DM-COL-Clement

Column/verhaal over terugkeer Vincent Kompany in De Morgen van maandag 20 mei 2019

Een win-win voor iedereen?

Anderlecht en Marc Coucke blijven verrassen: een terugkeer van Vincent Kompany werd wel verwacht, maar niet meteen en vooral niet als speler-trainer. De ambitie is niet min: ‘Ik wil mijn club helpen. Ik ga hen leren voetballen zoals Manchester City.’

Zaterdag stak hij nog de derde prijs van het seizoen in de lucht als skipper van Manchester City, en zijn lichaamstaal sprak boekdelen: end of story. Gisteren zette hij zich aan zijn computer. Hij logde in bij Facebook en postte een bericht waarin hij uitlegde dat hij het na elf seizoenen voor bekeken hield in de voetbalhoofdstad van de wereld, waar hij zes keer kampioen was geworden.

Allesbehalve een verrassing, dat afscheid. Twee uur later verscheen een tweede bericht op Facebook: “Ik word de komende drie seizoenen speler-manager van Royal Sporting Club Anderlecht. Bij City heb ik enorm veel geleerd, zeker de laatste drie jaar van een ongelofelijke trainer. Pep Guardiola heeft mijn liefde voor het voetbal nog meer aangewakkerd. Man City speelt het voetbal dat ik wil spelen. Daarom heb ik bij Anderlecht de functie van speler-trainer aanvaard. Ik wil mijn kennis delen met de nieuwe paarse generaties en zo ook een stukje Manchester in het hart van België injecteren.”

Anderlecht profiteert het meest van deze stunt. De club zet zich meteen weer op de kaart in de wijde voetbalwereld. Of het een win-win wordt en ook Vincent Kompany hier beter van wordt, moet nog blijken.

Gehavend lichaam

Deel één van zijn beslissing – stoppen bij City – was alvast wijs. Spelen in de Premier League ging nog net, trainen was al minder. Uitgerekend op de training bij een topclub staan de jonge wolven altijd klaar om de oude wolven te testen en desgevallend te verstoten, ook al heeft die oude wolf een bijna-goddelijke status. Kompany’s gehavende lichaam hield hem tientallen keren van het veld; een verder verblijf in de hypercompetitieve Premier League, waar altijd wordt getraind aan wedstrijdintensiteit, was geen optie.

Het is een wonder dat hij het in de Premier League überhaupt elf seizoenen volhield, nadat hij van Hamburg SV was overgekomen met een reputatie van ‘man van glas’. Het is een volstrekt mirakel dat hij sinds Nieuwjaar het merendeel van de wedstrijden speelde, en zelfs in de kampioenenstrijd het belangrijkste doelpunt van het seizoen scoorde, verkozen tot Goal of the Year.

Of deel twee van zijn mededeling even wijs is als deel één is een ander paar mouwen. “Ik denk dat we met de komst van Vincent iets bereiken wat iedereen voor onmogelijk gehouden had”, zei Michael Verschueren. Onmogelijk is hier het cruciale begrip. Spelen én de sportieve lijnen uitzetten, is in elk geval uniek. “We hebben out of the box gedacht”, zei Verschueren trots. Oud of the box had ook gekund. Speler-trainer is een concept uit vervlogen tijden toen trainers keken wie drie keer per week op de training verscheen, de baasjes met krijt op het bord schreven, waarna twee keer 45 minuten werd gevoetbald en de hele zooi in het café van een oud-speler ging nakaarten. En altijd op zondag.

Is de dubbele baan speler en trainer – manager, zegt Kompany – wel te combineren in het hedendaagse voetbal? En dan nog in Anderlecht, nooit een simpele club geweest, maar sinds de overname van Marc Coucke één en al chaos.

De omschrijving manager houdt in dat Kompany zich met het supra-sportieve zal bezighouden. Niet met de opwarming, pass- en trapvormen, afwerking op doel, conditionele opbouw…, dat zal hij allemaal aan een batterij assistenten overlaten. Tactiek is wel zijn ding, en over de opleiding van de jeugd en welke richting het met de club uit moet, heeft hij ook een gedacht. Omdat hij zelf nog wil spelen, zo werd er nog bij verteld door Anderlecht, zal hij worden bijgestaan door een coach die hij zelf zal meebrengen.

Vincent Kompany een beetje kennende, neemt hij Anderlecht volledig in handen, en daar loopt hij het grootste risico: dat hij een beetje te veel hooi op de vork zal nemen. Die allesomvattende taak van trainingen uitdokteren, video’s analyseren, een ploeg opstellen en tactiek bepalen in functie van het eigen spel, rekening houdend met dat van de tegenstander, dat is al een hele klus. Kompany gaat dan ook nog eens richting geven aan zijn club én wil zelf voetballen.

De speler Kompany van City ging na de training naar de verzorging en dan naar huis, waar hij met de kinderen speelde of met de benen omhoog in de zetel een Netflixje deed. De speler-manager Kompany zal na de training misschien verzorging krijgen, maar zal daarna in zijn kantoor te vinden zijn, voor een scherm of twee, drie. Geen Netflix, maar analyses van de trainingen, de wedstrijden en de tegenstanders. Dat alles in die aparte Belgische competitie die zich kenmerkt door tactisch gevechtsvoetbal en tegen het decor van de veranderde status van Anderlecht.

Belgium’s finest, noemde Kompany zijn ex-club. Dat klopt, historisch gezien, maar resultaten behaald uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Anderlecht zit nu gevangen in het eigen slechte beheer en zal daar maar moeilijk uit geraken met de regels van de Financial Fair Play. Het is wachten op deel drie van de huishoudelijke mededelingen van Vincent Kompany: ik heb het te druk en stop met de nationale ploeg.

 

DM-VERH-Kompany

Column Pleidooi voor Play Offs in De Morgen van zaterdag 18 mei 2019

Pleidooi voor play-offs

In een ideale competitieformule wordt niet steeds hetzelfde rijke team kampioen, zoals in pakweg Frankrijk met Paris Saint-Germain. Tegelijk moet bij de uiteindelijke kampioen het gevoel overheersen dat die het heeft verdiend. In België zou dat Racing Genk zijn, of Club Brugge. De ideale competitieformule waarborgt voorts veel wedstrijden op hoog niveau, kwestie van het voetbal beter te maken, competitiever, wat van pas komt in Europa.

Daarnaast willen we zo veel en zo lang mogelijk wedstrijden met inzet, dus niet dat we al pakweg vijf speeldagen voor het einde de winnaar kennen en na januari zes teams al niet meer kunnen zakken en ook geen kampioen meer kunnen worden. Ten slotte willen we een competitieformule waar de media graag veel geld voor geven.

Wat als we die hebben gevonden? We hebben in die tien jaar play-offs nooit een kampioen gehad waarmee niemand kon leven. Er zijn meer topwedstrijden dan ooit tevoren en – of er een causaal verband is, moet nog worden bewezen – onze clubs doen het sinds de invoering van de play-offs merkelijk beter in Europa, met onder meer een directe kwalificatie voor de groepsfase van de Champions League.

Ook het aantal spannende wedstrijden is toegenomen. Tot in maart is geen enkele wedstrijd gespeeld waar geen belang aan vastzat, weze het degraderen, weze het een plaats in play-off 1. Het aantal bezoekers in de stadions mag dan niet zijn gestegen, maar belangrijker: de televisierechten zijn sinds de invoering van de play-offs het dubbele waard.

Eén kritiek op de play-offs luidt dat het zwaartepunt van de competitie aan het eind ligt en dat zou nefast zijn voor de prestaties van de Belgische ploegen in Europa. Nogmaals, het is niet bewezen dat die twee verband houden, maar als onze teams (dit seizoen uitgezonderd) Europees juist beter zijn gaan presteren (denk aan Gent, Club en Genk in het nabije verleden), dan houdt dat argument in de andere richting ook geen steek.

Ander punt van kritiek is play-off 2: te saai, te veel zinloze wedstrijden. Wie herinnert zich nog de seizoenen vóór 2009-2010, de start van de play-offs, toen vanaf januari bestuurders van geredde ploegen hun coaches vroegen om niet te veel punten meer te pakken? Ja goed, vroeger kon het weleens gebeuren dat een ploeg die klaar was in de laatste vijf speeldagen nog twee kandidaat-kampioenen op bezoek kreeg en daar een vol huis aan overhield. Dat manco is financieel op te lossen.

Dat met de play-offs het risico op een onterechte kampioen groter wordt, is nog zo’n non-argument. Ten eerste zijn alle kampioenen tot op vandaag, tien op tien dus, terechte kampioenen en ten tweede zijn dit geen play-offs maar nacompetities. Echte play-offs worden gespeeld in het basketbal en volleybal (best of three en best of zeven). Voetbal is een laag scorende sport en die houdt al een hoge dosis ‘onzekerheid van uitkomst’ in. Dat toeval nog eens versterken door iedereen op nul te zetten, neen, daar moeten we niet aan beginnen. Vandaar het compromis: de halvering van de punten.

De kritiek op deze competitieformule wordt gevoed vanuit drie totaal verschillende belangen. Ten eerste: de idealisten die geen boodschap hebben aan de economische realiteit. Zij vinden dat voetbal moet worden gespeeld zoals het al honderd jaar wordt gespeeld, punt uit.

Ten tweede: de kleinere clubs. Die zijn meer tegen de herverdeling van het televisiegeld dat aan de competitieformule is gekoppeld en waarmee rijk steeds rijker wordt dan tegen de play-offs zelf. In de Premier League krijgt de meest verdienende club dit seizoen (Liverpool) 169 miljoen euro en de minst verdienende (Huddersfield) 107 miljoen. Dat is een verschil van 60 procent. Bij ons is dat verschil 300 procent.

De sterkste weerstand tegen de play-offs komt van de topclubs Club en Anderlecht. Hun achterliggende redenering, zo simpel als pervers, is gebaseerd op kansrekening: hoe langer een serie duurt, hoe kleiner de kans op verrassende uitkomsten. Gevolg: des te groter de kans dat de rijkste clubs een eeuwigdurende claim leggen op de eerste, hooguit tweede plaats.

Superkapitalisten als Bart Verhaeghe en Marc Coucke, die de indruk geven in te zitten met het voetbal door allerlei bestuursfuncties op te nemen (en soms terug te geven), hebben maar één belang: het eigenbelang. Het moet nu blijken hoever hun macht rijkt en hoeveel medestanders ze hebben gevonden bij de kleine clubs die niet verder kijken dan hun neus lang is. Als deze formule met play-offs op de schop gaat, is voetbal meer dan ooit het spel van georchestreerd toeval, met aan het eind de rijkste die wint en nog rijker wordt.

 

 

Pleidooi voor Play Offs

Over de Informele contacten in het voetbalschandaal in De Morgen van dinsdag 14 mei 2019

Informele etentjes liggen zwaar op de maag

In het Belgisch matchfixingschandaal wordt het zwaar geschut tegen het bondsparket in stelling gebracht. Onderzoekscoördinator Ebe Verhaegen zou informele contacten hebben gehad met een betrokkene van Waasland-Beveren.

Door het kortgeding bij de burgerrechter is het helemaal niet zeker of de voetbalbond zaterdag zal kunnen beginnen met de behandeling van de matchfixingzaak in de wedstrijd Waasland-Beveren tegen KV Mechelen. Sinds gisteren is er een tweede kink in de kabel gekomen, die zelfs zou kunnen leiden tot de wraking van onderzoekscoördinator Ebe Verhaegen. Die is op een slecht moment met de verkeerde personen gaan tafelen.

Tom Rombouts, Waasland-Beverens clubadvocaat ten tijde van de verdachte wedstrijd tegen KV Mechelen, is op 29 januari van dit jaar ondervraagd door Verhaegen van de Belgische Voetbalbond. Op zich niks abnormaals, maar twee weken geleden vroeg advocaat De Man van Waasland-Beverens bestuurslid Olivier Swolfs in een mail opheldering over een resem informele contacten die zou hebben plaatsgevonden tussen beide heren.

De voorzitter van de Geschillencommissie Hoger Beroep vroeg daarop aan Verhaegen om de vragen schriftelijk te beantwoorden via bondsprocureur Kris Wagner. Begin deze week was daar nog geen antwoord op en gisteren stuurde De Man zijn mail rond naar zijn collega-advocaten die in deze zaak optreden. Wellicht in de hoop dat deze mail gedroomde munitie is in het kortgeding tegen de snelrechtprocedure dat vrijdag wordt gepleit én de inleidende debatten van zaterdag op de voetbalbond.

De Morgen kon de mail inkijken en die bevat enkele netelige vragen die de onpartijdigheid van de onderzoekscoördinator in twijfel trekken. Zo meent De Man te weten dat Verhaegen en Rombouts op 12 maart met elkaar telefoneerden en nadien in brasserie Het Wachthuisje gingen tafelen. De lunch zou zijn betaald met de persoonlijke bankkaart van Verhaegen.

In het gesprek zou zijn gesproken over een spontane verklaring vanuit de club en een vrijwillige verschijning van de bestuurders. “Dat zou goed zijn voor Waasland-Beveren”, zou Verhaegen hebben gezegd. Exact een week later belden de twee weer met elkaar en weer werd afgesproken bij een etentje, deze keer in taverne Excelsior, ook in Brasschaat.

Advocaat De Man stelde acht vragen aan de onderzoekscoördinator over deze volgens hem ongeoorloofde contacten en de laatste vraag luidde dat hij uitkijkt naar de verklaring over wat er tussen beide heren werd besproken. Gezien de gedetailleerde vragen, zelfs over de inhoud van een normaal gezien vertrouwelijk gesprek, lijkt het alsof de advocaat een vlieg op het behangpapier was. De uitleg kan ook eenvoudiger: Rombouts kan Verhaegen in de val hebben gelokt.

Hoe ook, dit is een complicatie van formaat voor de voetbalbond, die graag op 30 juni de hele zaak uitbehandeld zou willen zien tot en met het beroep bij het Belgisch Arbitragetribunaal van de Sport.

20190514_De-Morgen_p-21-mail

Copyright © 2019 De Persgroep Publishing. Alle rechten voorbehouden

Copyright © 2019 Belga. Alle rechten voorbehouden

Column 2,5 punt in De Morgen van maandag 13 mei 2019

Twee en een half punt

Hoe verzinnen ze het. U zult drie zien staan in de rangschikking, maar het verschil tussen leider KRC Genk en Club Brugge is wel degelijk twee en een half punt, met nog twee wedstrijden te gaan. Genk is kampioen als het Club een puntje voor blijft. Komen beide ploegen op gelijke hoogte na volgende zondag, dan is Club aan het feest.

Niks aan de hand wat Genk betreft, gewoon even winnen en/of gelijkspelen in Anderlecht en/of thuis tegen Standard. Het 3-2-verlies gisteren in Brugge, daar kon geen Genkse speld tussen. De twee doelpunten van Genk kwamen letterlijk uit de lucht vallen en 3-2 is geenszins een weerspiegeling van de onderlinge verhoudingen.

Althans tot minuut 85. Daarna was het nog tien minuten al Genk wat de klok sloeg en kopte Ally Samatta in blessuretijd op de paal. Het had in de week van de gekke wedstrijden zomaar ineens 3-3 kunnen staan en dan was Genk kampioen, virtueel, maar ook zo goed als reëel.

Met welgemeende excuses aan beide ploegen, maar sowieso krijgen we na deze play-offs geen grote kampioen. Kleine kampioen zou in het geval van Genk een onderwaardering zijn, gezien het geleverde spel in het seizoen. Maar een ploeg die als een Groot Kampioen de geschiedenisboeken wil ingaan, mag zich niet zo van het veld laten spelen als gisteren.

Ook als Club het haalt – daar mag je na gisteren nog altijd niet van uitgaan – is het geen grote kampioen. Daarvoor is het dit seizoen te wisselvallig geweest en bleef het thuis al te vaak onder de middelmaat. En wat het gisteren na de 3-1 op de mat legde, niet te vergeten nadat het de 4-1 miste door die strafschop de deklat, was geen kampioen waardig. Club deed het in de broek terwijl daar geen enkele reden toe was.

Bij Genk zullen ze zeuren over die vermeende elleboog van Wesley bij de 2-1. Dat was geen clear error. Een speler die wordt belaagd, maakt zich nu eenmaal breed om wat steviger op de benen te staan. Was er een slaande beweging, liep Aidoo opzettelijk tegen die arm aan of heb je dat automatisch als twee spelers die een kwart meter in lengte verschillen met elkaar duelleren? Niet duidelijk, maar als de grote VAR-baas of de UEFA in al hun goddelijke onfeilbaarheid alsnog zouden beslissen dat Wesley een kaart had moeten krijgen en het een vrije trap voor Genk had moeten zijn, dan kan dat dienen ter compensatie voor die ongelukkige hands van Brandon Mechelen in de heenwedstrijd in deze play-offs.

Er was wel meer VAR. Neem nu het doelpunt van Sébastien Dewaest dat Genk op 0-1 zette na enkele minuten heen en weer voetballen. Uitgerekend Dewaest scoorde met wat dan wordt omschreven als een heerlijke baltoets. Heerlijk en Dewaest in één zin, dat ligt toch wat lastig. Het was een baltoets en het resultaat was heerlijk, maar laat het hem nog duizend keer proberen en never nooit gaat die bal erin.

Of het doelpunt al dan niet buitenspel was – de VAR vond van niet – is met deze technologie gewoon niet te zeggen. Nu wordt een lijn getrokken ter hoogte van de voeten, maar bij buitenspel komt meer kijken. Elk lichaamsdeel waarmee je een doelpunt kunt scoren, kan je buitenspel zetten: schouder, hoofd, knie, borst telt allemaal mee. Er moet dus een driedimensionale lijn komen en dat is dan een soort 3D-muur die men in Spanje heeft. In dat geval had het hoofd van Dewaest evengoed voorbij de voeten van de laatste Club- verdediger kunnen zijn.

Wie gunt voetbalminnend België nu die titel? Als het om de trainers gaat, heb ik een voorkeur voor Ivan Leko in wat misschien zijn allerlaatste passage in België is. Over afzienbare tijd wordt Leko meegesleurd in de Veljkovic- rollercoaster waarvan het einde nog lang niet in zicht is. Naar kan worden verwacht, zal Leko er misschien beschadigd en ook wel berooid uitkomen. Toch lijkt hij iets meer mens dan Philippe Clement, die je na zijn carrière toch eerder ziet intreden als woordvoerder van een trappistenklooster.

Wie gunt Genk de titel? Heel België, ook de VAR, Dat grapte Club-manager Vincent Mannaert. Jawel, grapte, want hij vroeg uitdrukkelijk om er (lacht) achter te zetten. Mannaert is geen grappenmaker. Bovendien, om van een grap sprake te zijn bij Mannaert moet die zijn uitgesproken vóór de lunch.

Mannaert heeft gelijk, maar het is genuanceerder dan hoe hij het stelt. Behalve de Club-fans, en die zijn met erg veel, gunt geen enkele voetballiefhebber in België die titel aan de Club uit Brugge. Dat is bepaald vreemd, want ooit was Club de sympathieke hemelbestormer uit Belgiës eigen Madurodam, de tweede favoriete ploeg van veel voetbalsupporters.

 

20190513_De-Morgen_p-19-mail

Verhaal over Operatie Propere Handen in De Morgen van zaterdag 11 mei 2019

Propere handleiding bij schandaal

Een corrupte voetbalomgeving, een kaduuk reglement en een onmondig/onkundig juridisch apparaat. Ziehier het decor voor het omkoopschandaal KV Mechelen-Waasland-Beveren-Veljkovic. Uw Waze-route door de doolhof.

Wat is er tot nu gebeurd/gekend?

Een onderzoeksrechter (Joris Raskin) heeft in oktober van vorig jaar in binnen- en buitenland onderzoeksdaden laten stellen bij heel wat clubs en personen. Sommigen werden voorgeleid, anderen werden opgepakt en een tijdje vastgehouden, nog anderen verdwenen zelfs een tijdlang achter de tralies. Het onderzoek splitste zich op in:

– Een financieel luik met als hoofdrolspelers de makelaars Dejan Veljkovic en Mogi Bayat, die worden verdacht van witwassen, belastingontduiking en nog wel wat illegale transacties.

– Een matchfixingluik met als spilfiguur Dejan Veljkovic, die heeft geprobeerd om KV Mechelen aan de winst te helpen in de wedstrijd tegen Waasland-Beveren om te vermijden dat Mechelen zou zakken. (KVM won met 2-0, maar Eupen won op miraculeuze wijze met 4-0 en redde zich.)

Vooral dat laatste luik interesseerde de voetbalbond en omdat ze de aanstaande competitie niet willen compromitteren, maken ze haast met een sportieve/administratieve bestraffing. Dat doen ze op basis van 35 stukken uit het gerechtelijk dossier dat ze in handen kregen. De advocaat van Veljkovic, Kris Luyckx, noemde het al een gemiste kans dat de voetbalbond het hele dossier niet heeft ingekeken want daarin zou ook Eupen-Moeskroen aan bod komen.

Wie wordt beticht en waarvan?

De bond stelde een onderzoekscoördinator (Ebe Verhaegen) aan die op basis van de stukken van het gerecht 158 verhoren overdeed. Het bondsparket, bij monde van Kris Wagner, vraagt ferme straffen.

Dejan Veljkovic werd spijtoptant bij het gerecht en wenste niet te verschijnen of te worden ondervraagd door de bond, waarvan hij geen lid is. Tegen hem wordt tien jaar schrapping als makelaar geëist en een boete.

Aan Mechelse zijde worden gedagvaard de club YR KV Mechelen en bestuurders Thierry Steemans, Olivier Somers, Stefaan Vanroy en Johan Timmermans. KVM zou moeten zakken naar 1B, maar volgens de bondsreglementen moet een club zakken uit de reeks waar zij dat seizoen speelt en dat betekent op de keper beschouwd naar 1ste amateur. Tegen Steemans, Somers en opperbobo Timmermans, die lid was van de raad van bestuur van de KBVB, wordt tien jaar schrapping van de bondslijsten gevraagd en Somers en Timmermans moeten een boete betalen. Steemans niet omdat hij geen lid is van de bond. Vanroy komt ervan af met zeven jaar en een boete.

Waasland-Beveren moet degraderen naar 1B en een boete betalen. De bestuurders Dirk Huyck (vier jaar), Olivier Swolfs (vijf jaar), Walther Clippeleyr (drie jaar), Jozef Van Remoortel (twee jaar) worden geroyeerd en moeten een boete betalen.

Sspeler Olivier Myny krijgt als spijtoptant een schorsing van één jaar met elf maanden uitstel omdat hij heeft verzaakt aan de meldingsplicht.

De makelaars Walter Mortelmans en Thomas Troch worden beschuldigd van het stellen van daden van competitievervalsing en tegen hen wordt respectievelijk drie en twee jaar schrapping geëist. Makelaar Evert Maeschalck krijgt één jaar schorsing voor het verzaken aan meldingsplicht.

Wat zijn de zwakheden in dit dossier?

KV Mechelen zal zich als een duivel weren. In 1A spelen en verzekerd zijn van de Europese groepsfase of in 1B blijven zonder Europees ticket, dat scheelt meer dan een slok op een borrel. De procedure wordt het slagveld: ergens staat in het bondsreglement dat een straf moet worden uitgesproken voor 15 juni van het betrokken seizoen. Met als gevolg een semantische discussie op welk seizoen ‘het betrokken seizoen’ dan wel slaat.

Daarnaast heeft KV Mechelen een kortgeding bij de rechtbank van eerste aanleg lopen om te verkrijgen dat de bond (de Geschillencommisie Hoger Beroep Profvoetbal) niet mag oordelen zolang het gerechtelijk onderzoek nog loopt.

Dat de onderzoeksrechter is gewraakt (omdat hij lid was van de voetbalbond) is nog een zwak element in het dossier: advocaten slepen munitie aan om zijn onderzoeksdaden nietig te laten verklaren. Volgens beklaagden is door de voetbalbond tot zes keer toe gefilterd in de bewijsstukken om te komen tot de strafvordering van bondsprocureur Kris Wagner. Die laatste kwam in opspraak door een overhaaste en randje-arrogante communicatie.

Overigens is de afsplitsing van het financieel dossier een vreemde zaak, want ook voor financiële fraude kan een club bestraft worden met degradatie.

Het buikgevoel zegt: straffen, snel en hard. De realiteit zegt: nu snel straffen is vragen om ellende achteraf. De meeste burgerrechters staan te springen om sportbonden terecht te wijzen.

Hoe moeten we de feiten inschatten?

Dejan Veljkovic is de spil in het hele verhaal. De vele telefoongesprekken en andere contacten wijzen verder uit dat bestuurders en/ of aandeelhouders van KV Mechelen hebben geprobeerd om Waasland-Beveren geld te bieden om te verliezen. Of de bestuurders van Waasland-Beveren hebben meegewerkt aan de pogingen tot omkoping is niet bewezen. Waasland-Beveren beweert geen geld te hebben aanvaard, maar had wel oren naar het argument dat KV Mechelen als eersteklasser te verkiezen was boven Eupen. Ze hadden de Mechelse demarche moeten melden.

Parallel daarmee werd druk uitgeoefend door KV Mechelen op een aantal makelaars om hun spelers bij Waasland-Beveren te vragen niet voluit te spelen. Er zijn geen harde bewijzen dat de makelaars Mortelmans, Troch en Maeschalck actief hebben meegewerkt. Soms zelfs het tegendeel, als uit de telefoontaps blijkt dat een makelaar verklaart “daar ga ik mijn handen niet aan branden” of “dat ze hunne shit bij Mechelen zelf opkuisen” of er door de Mechelse bestuurders wordt gefulmineerd “het was zogezegd geregeld, maar die speler ging er toch vol voor”.

Het scenario lijkt eerder dat de makelaars de clubs niet voor het hoofd hebben willen stoten door de illusie te geven dat er wat kon worden geregeld, maar zich ver hebben gehouden van matchfixing. Dat de makelaars de bond niet hebben gemeld dat er pogingen zijn ondernomen om hun spelers bij Waasland-Beveren mee in het bad te trekken, daarover is geen discussie mogelijk.

Als de bond meldingsplicht zo hoog in het vaandel heeft, zijn ze wel selectief geweest. Ook de Eupen-spelers Van Crombrugge, Blondelle, Schouterden en Tirpan zijn (net als Waasland-Beveren-speler en beklaagde Myny) benaderd door KV Mechelen met het oog op een eventuele overgang als ze in 1A zouden blijven. Hun meldingsplicht is geen voorwerp van onderzoek.

Nog een voorbeeld van hoe selectief de bond wel te werk ging en ook de media in het publiceren van de telefoontaps. Vincent Mannaert van Club Brugge belt op vrijdag 9 maart 2018 om 9.49 uur (twee dagen voor de bewuste wedstrijd) naar de Mechelse hoofdaandeelhouder Olivier Somers, een zakenrelatie zo verklaart hij tijdens zijn verhoor aan onderzoekscoördinator Verhaegen.

Tijdens het gesprek van Mannaert en Somers vraagt Somers ineens of hij Rotariu nog heeft gehoord. (Rotariu is een speler van Club die is uitgeleend aan Moeskroen.) Het stuk van het federaal parket FP 28, 21/27 noteert daarop: “Vincent zegt al lachend dat hij 25.000 euro vraagt.”

’s Avonds belt Somers terug naar Mannaert en vraagt of hij weet of Rotariu toch een beetje zijn best gaat doen (in de wedstrijd bij Eupen). Vincent zegt dat ze de speler hebben gezegd dat ze hem gaan volgen, want hij wil terug naar Club volgend jaar. Vincent zegt ook dat hij denkt dat de trainer (van Moeskroen) wel (vol) zal willen spelen. Verder antwoordt Mannaert nog op de vrees van Somers dat ze spelers van Moeskroen gaan benaderen: “Het zijn relatief jonge spelers en meer dan nu kunnen jullie niet doen.”

De uitleg van Mannaert is dan misschien niet strafbaar, maar schetst de normvervaging van het voetbal als openlijk wordt gespeculeerd over al of niet beïnvloede spelers.

In een ander opgevangen gesprek tussen Veljkovic en zijn speler Mats Rits, toen nog bij KV Mechelen, is dat nog duidelijker. In het strafdossier, stuk FP 28, 25/27, staat: “Op 12 maart 13.46 uur (daags na de speeldag) belt Mats Rits met Dejan Veljkovic. Gesprek gaat over hoe het nu verder moet met Mats zijn loopbaan. Later in het gesprek zegt Dejan dat Evert Maeschalck het geregeld had met de keeper (Davy Roef, om KV Mechelen te laten scoren, HVDW) maar er was niets geregeld.”

Over de meldingsplicht van Rits geen woord. Evenmin over die van Anderlechts beloftetrainer Jonas De Roeck, die naar Oliver Somers van Mechelen belt en verslag uitbrengt van wat hij weet van de opstelling van Waasland-Beveren: “Ze gaan beginnen met hun sterkste ploeg, maar nadien wel wat sneller wisselen. Ze willen wel liever dat Mechelen in eerste blijft.”

TIMING

9 mei: schriftelijke conclusies vrijwillig tussenkomende partijen

16 mei: schriftelijke conclusies vervolgde partijen

16/17 mei: pleitzitting en uitspraak kortgeding rechtbank eerste aanleg KV Mechelen tegen KBVB

18 mei: pleitzitting vrijwillig tussenkomende partijen gevolgd door de tussenpersonen (makelaars)

20 mei: pleitzitting KV Mechelen en bestuurders

21 mei: pleitzitting Waasland Beveren en bestuurders

24 mei: schriftelijke repliek Bondsparket

25 mei: pleitzitting Bondsparket

27 mei: pleitzitting vrijwillig tussenkomende partijen en tussenpersonen

28 mei: pleitzitting KV Mechelen en Waasland Beveren en laatste mogelijkheid voor alle partijen om schriftelijke conclusies neer te leggen

 

 

Propere Handleiding

Column Liefde voor Ajax in De Morgen van zaterdag 11 mei 2019

Liefde voor Ajax

Je favoriete club, dat is zoals een oud jeugdlief. Soms ben je die uit het oog verloren, vind je dat ze de verkeerde keuzes heeft gemaakt of wil je er een tijdje niks mee te maken hebben, maar ooit komt die dag dat ze terug voor de deur staat.

Dat had ik vorig jaar in augustus met Ajax toen ik haar terugzag. Nu ja, ik keek naar de tv en zij wervelde ergens in Kiev, maar het was alsof ze aan mijn voordeur aanbelde. Dat tienermeisje met die wilde haren en die onbevangen, onbezonnen blik in de ogen. Ik was op slag weer verliefd en ik tweette: “Er staat een nieuw groot(s) Ajax in de steigers. Te volgen in de UCL.”

Voorspellen in de sport en al helemaal in het onvoorspelbare voetbal is vragen om ellende, ten getuige collega Valentijn Driessen van De Telegraaf die voorafgaand aan de return tegen Tottenham op televisie zei dat Ajax bij afwezigheid van Kane maar één speler in de gaten moest houden. Llorente, want die Moura scoort never nooit. Wie scoorde woensdagavond? Moura natuurlijk. Niet één keer, maar drie keer.

Mijn voorspelling had evengoed de mist kunnen ingaan, maar kwam gelukkig wel uit. Meer zelfs, mijn oud lief dat ik zo hartstochtelijk was beginnen beminnen met de verloren Europacup 1-finale van 1969 was vijftig jaar later onweerstaanbaar op weg naar een nieuwe Europese finale. Dat 4-1-verlies van toen tegen het AC Milan van Gianni Rivera en met die ellendige Prati die drie keer scoorde – de Moura van zijn tijd zeg maar – had er zwaar ingehakt.

Dramatisch verlies hoort bij het supporterschap. Van Nick Hornby (Fever Pitch) heb ik geleerd dat supporteren moeilijk móét zijn. Het móét pijn doen, het ís afzien, anders is er niks aan. Ik zie ze weleens in het stadion waar ik het meest kom, de successupporters die alleen thuis geven als hun ploeg wint. Neen! Je mag mopperen, zelfs kankeren, een enkele keer wat roepen en ook wel vervloeken, maar nooit uitfluiten en ook niet wegblijven als het wat minder gaat.

Supporteren is lijden, met heel af en toe een climaxje dat je laat hopen op meer maar waarna je beseft: zo mooi wordt het nooit meer.

De liefde voor Ajax begon voor mij, gekluisterd aan het transistorradiootje, met heel veel verdriet om die verloren finale. Twee jaar later volgde de eerste climax, en dan nog een en dan nog een. Om dan alles weer te verliezen in de finale van de worldcup van 1974, waar het geraamte van Ajax met Rinus Michels, dé coach die van Ajax het ultieme voetbalinstituut maakte, die ellendige Duitsers vergat in te maken.

Dik twintig jaar later was er dan de vierde Champions League-titel met die punter van de piepjonge Patrick Kluivert vijf minuten voor tijd. Dat was in Wenen tegen dat vervelende AC Milan van die corrupte Berlusconi en de wraak was zoet. Twee jaar later en nog eens een verloren finale en een halve Europese finale verder, zat ik met mijn 15-jarige zoon in de Amsterdam ArenA voor de uitwuifwedstrijd van Louis van Gaal. Een paar jaar eerder was hij ook al eens van de partij toen ik een reportage ging maken op Voorland, het jeugdopleidingscentrum dat paalde aan het oude De Meer-stadion. Dat zal een gendefect zijn, erfelijk in elk geval. Ik had het van mijn vader en hij heeft het van mij.

Dit jaar nam Ajax de maat van de slechtste – in de morele betekenis van het woord – ploegen uit de Champions League: het fascistencollectief Real Madrid en Juventus, bekend van omkoping en doping. De 21ste-eeuwse provo’s van Amsterdam bestormden onbevreesd Europa. In Londen in die halve finale tegen Tottenham was het al wat minder, maar toch weer 0-1, in Engeland, het hol van de rijkste der voetballeeuwen. Het geluk zat mee en dat mocht ook weleens.

Dan de return afgelopen woensdag: 2-0 aan de rust, 3-0 opgeteld. Nog 45 minuten gallery play als voorspel op een finale Ajax- Barcelona, drie jaar na de dood van hun beider geestelijke vader, Johan Cruijff. De voetbalgoden waren de godenzonen gunstig gezind. Tot die dramatische minuut 96 en – de journalist gaat nu boven de supporter – die niet geheel onverdiende 2-3.

Tien jaar geleden stelde ik op een congres in het Feyenoord-stadion dat geen enkele Nederlandse club ooit nog de finale van de Champions League zou halen, laat staan winnen. Ik werd net niet uitgelachen. Jammer maar helaas, toch gelijk gekregen. Dit Ajax wordt nu leeggekocht en nooit nog zal daar in Amsterdam op De Toekomst een stel jonge jongens onopgemerkt en onverhoopt samen kunnen groeien en Europa overdonderen.

Ik heb drie clubs waarvoor het hart sneller gaat slaat: Ajax, FC Barcelona en AA Gent. De voorbije week doet alvast denken aan die in mei 1969. Genoeg voetbal voor dit seizoen.

 

 

Liefde voor Ajax

 

Column over Caster Semenya in De Morgen van zaterdag 4 mei 2019

46,XY DSD

Dat is niet het startnummer van Caster Semenya (28) gisteren in haar laatste meeting waarin ze met haar hoge testosteronwaarden aan de start mocht komen. Ze won die 800 meter in Doha overigens glansrijk in 1:54.98.

46,XY DSD staat voor een groep hormonale aandoeningen. Iemand met een 46,XY DSD-aandoening heeft XY- geslachtschromosomen, zoals een jongen of man. De uiterlijke geslachtskenmerken zijn die van een vrouw. De XY zijn de chromosomen die bij de mannen aanwezig zijn. De 46 zijn het aantal chromosomen die de mens heeft en DSD komt uit het Engels en betekent disorders of sex development.

Bye bye mevrouw 46,XY DSD, gisteren was de laatste keer dat u van uw (on)natuurlijk voordeel heeft genoten en naar hartenlust de tegenstand kon verpletteren. Dat was kort door de bocht zo’n beetje de reactie van Paula Radcliffe, wereldrecordhoudster marathon nog steeds en in niks gelijkend op Semenya.

Radcliffe was een en al benen bij elkaar gehouden door trage vezels, met daarboven een blaasbalg gemonteerd en ook redelijk wat hersenen die in een hoofdje verstopt zaten. Die combo bood haar de mogelijkheid om heel lang heel hard te lopen en dat deed ze als geen ander en puur natuur (zegt ze). Of ze er met haar anorectisch lijfje meer vrouw uitzag dan Semenya wordt nogal eens betwijfeld. Het doet misschien niet ter zake, maar ik wil het als aanbidder van androgyne types toch even kwijt.

De hate speeches aan het adres van Semenya gingen erover, maar de ongemakkelijke waarheid is: ze hadden gelijk dat deze Semenya op haar volle hormonale sterkte uit de vrouwensport weg moest. Om de controverse compleet te maken: niemand kan of mag daar blij om zijn. Dit is een drama zonder voorgaande en wellicht de meest gordiaanse van alle knopen die de sport ooit moest doorhakken.

Wat van de atletiekfederatie IAAF al langer moest, moet nu ook van het Arbitragetribunaal voor de Sport (TAS): Caster Semenya moet weer aan de hormoontherapie. In haar geval zijn dat de testosterononderdrukkers, bij ons bekend voor transgenders die vrouw willen worden.

Semenya heeft wel gescoord in Lausanne bij het TAS, dat is duidelijk. Strak in het mannenpak, niet in een deux-piècesje om vrouw te willen spelen, verhulde ze niet wie ze was: een vrouw die hormonaal meer man is dan sommige mannen. Maar die ook haar recht op topsport opeiste en op de bijbehorende triomfen. Ze deed haar verhaal waardig, ook haar reactie op de negatieve uitspraak was waardig: “Soms is de beste reactie geen reactie.”

Het verhaal is gekend. De genderfluïde Semenya liep in 2009 de 800 meter als 18-jarige junior in 1:55.45. Kort daarna werd een bovengrens voor testosteron ingesteld van 10 nanomol (per liter urine). Semenya verdween een jaar uit competitie en kwam terug in 2011. Op de Olympische Spelen van Londen in 2012 liep ze de 800 meter, maar beschikte niet langer over haar klassieke allesverpulverende eindsprint.

Kort daarvoor was ze met een hormoontherapie begonnen om haar testosteron onder een aanvaardbaar niveau te houden. Met haar 1:57 pakte ze wel zilver dat later goud werd omdat de winnares gedopeerd bleek. Sportief ging het haar daarna niet meer zo voor de wind. Op het WK van 2015 haalde ze niet eens in de finale. Ze finishte vijf seconden trager dan voorheen en ging door een depressie. Voor Rio 2016 werden de beperkingen op het testosterongehalte opgeheven. Semenya stopte met haar hormoontherapie en bij de eerste meeting in 2016 liep ze meteen zes seconden sneller dan in 2015. Ze won een tweede keer olympisch goud in 1:55.

Aan dat verhaal komt nu een einde, tenzij een of andere burgerrechtbank de beslissing van het TAS herroept. Die hebben zichzelf wel in nesten gepraat want in hun eerste conclusie geven ze Semenya gelijk: er is sprake van discriminatie. In hun volgende conclusie geven ze de IAAF gelijk: we kunnen niet anders dan discrimineren. De ingestelde bovengrens wordt nu zelfs 5 nanomol testosteron, wat nog altijd veel hoger is dan het maximum ooit bij een vrouw gemeten.

Er kwam nogal wat reactie op deze beslissing, uit voorspelbare hoek en niet altijd met veel kennis van sportzaken. Er werd zelfs geschermd met Michael Phelps, die door zijn syndroom van Marfan extra lange ledematen heeft. Doet allemaal niks terzake. Feministen moeten nu stoppen met lezen want dit is het meest pijnlijke deel van het verhaal: voor mannen gelden geen bovengrenzen in de sport, voor vrouwen wel. Als de bovengrens wegvalt – in dit geval van het mannelijk hormoon testosteron dat de discriminerende factor is in sportprestaties (en nog wel andere prestaties ook, maar dat is voor een andere keer) – is er van vrouwensport geen sprake meer.

 

46,XY DSD