Zwart geld
onkundige en rancuneuze sportminister die Vlaanderen ooit heeft gehad. Hij kreeg tot overmaat van ramp twee tour of duty’s, maar dat is een andere kwestie. Voetbal Vlaanderen kwam er met veel tegenzin omdat de nationale koepel KBVB – in 2008 lang niet zo rijk als nu – niet langer blind kon blijven voor de vele honderdduizenden euro’s die Anciaux voor een Vlaamse voetbalstructuur over had.
Aanvankelijk heette het lelijke eendje Voetbalfederatie Vlaanderen (VFV). Die werden vervloekt door de andere sporten, want de even grote financiële taart werd verdeeld op basis van ledenaantallen. Bovendien was van een echte opsplitsing in taalvleugels ook geen sprake. De nationale koepel bleef de maat der dingen tot en met eerste klasse amateurs, de vroegere derde klasse.
Edoch, zoals dat gaat met lelijke eendjes, worden die heel af en toe mooie zwanen. Dat laatste is een lichtelijke overdrijving, maar
het staat als een paal boven water dat Voetbal Vlaanderen (de naam vanaf 2015) vandaag een toegevoegde waarde is binnen het Belgisch voetbal, al was het maar voor wat ze betekent in de opleiding en de jeugdwerking. De samenwerking met de nationale koepel lijkt ook goed, al houdt de buitenstaander hier het best wel een slag om de arm.
Voetbal Vlaanderen is niet blind voor de mistoestanden in het Belgisch voetbal. Het spreekwoordelijk gezegde wil dat de vis rot vanaf de kop. Welnu, de voetbalvis is daarop een uitzondering, want die is rot aan de kop (profvoetbal), in het midden (amateurvoetbal) en zelfs aan de staart (recreatief voetbal). Voetbal Vlaanderen wil nu de betalingen in de lagere reeksen onder het profvoetbal aanpakken.
Toen de nieuwe bepalingen eerder deze week bekend raakten, werd gefocust op het ‘maximumbedrag van 4.500 euro’. Veel te laag, aldus enkele ervaringsdeskundigen, waarmee ze nog maar eens bewezen dat voetbal niet noodzakelijk onder de meest intelligente medemensen rekruteert, niet in de tribunes en niet in het veld. Begrijpend lezen, je kan er niet genoeg uren aan besteden.
Er is géén maximumbedrag, want dat is wettelijk niet toegestaan in de Europese Unie. Er is alleen die 4.500 euro als grens. Boven dat bedrag moet je sociale lasten betalen als ontvanger van dat bedrag en als betaler van dat bedrag.
Volgens Voetbal Vlaanderen moet dat het einde betekenen van betalingen onder tafel. “Het is dan zwart op wit duidelijk wat kan en wat niet kan.” Dat laatste is helemaal juist, maar dat was voordien ook al duidelijk. Vergoedingen betalen aan doordeweekse sjotters zonder dat die onderworpen zijn aan bedrijfsvoorheffing en/of sociale lasten was altijd al verboden.
Overigens is die 4.500 euro een vrij hoge grens. In Nederland gaat het om 1.700 euro, en als je daar de verhalen erop naleest van hoeveel een amateurvoetballer kan verdienen, dan wijzen die allemaal naar België als het paradijs.
Het is goed dat er een wettelijk kader wordt gecreëerd voor betalingen in het amateurvoetbal, maar of dat ineens de zwarte geldstromen zal doen opdrogen? Voetbal Vlaanderen moet ons toestaan daar serieus aan te twijfelen. De bron van het zwart geld blijft. Dat is de economie zoals wij die organiseren (of niet), dat is de plaatselijke neringdoende die niet voor alles een factuur uitschrijft.
Die blijft met zwart geld zitten, en zolang die zich in het lokale voetbal aanzien wil verschaffen, zal niks veranderen aan zijn onweerstaanbare drang om die ene goede speler van tien kilometer verder te overhalen om voor hem te komen spelen. Desnoods boekt hij hem een reisje of twee, of koopt hij hem een auto, of verbouwt hij het huis voor een zacht prijsje. Zwart geld is als bloed, het kruipt waar het niet gaan kan.
Zoals alles in dit land van kantjesaflopers staat of valt elke maatregel met gerichte controle. De suggestie van fiscaal expert Michel Maus om het meldpunt voor discriminatie en racisme ook open te stellen voor excessen op fiscaal vlak is een te overwegen piste. Dat heet verklikking, klopt, maar niet alle verklikking is verkeerd. Maus pleit ook terecht voor sportieve sancties.
De reacties waren voorspelbaar: overdreven, belachelijk, te laag, te hoog. Dat bewijst het nut van de maatregel. Er is ook een niet te versmaden afgeleid effect van meer controle op vergoedingen in lagere reeksen. Jonge talentrijke spelers die best eens hogerop hun kans zouden wagen, zullen niet meer worden verleid om in ruil voor enveloppen met zwart geld twee reeksen onder hun niveau te blijven hangen.