Wielrennen is stilaan rally: brood en spelen in een omgeving die daar niet is voor geschikt
Wielrenner in coma. Deze kop kan onderhand onder een sneltoets, alleen de naam moet je dan nog invullen. Eigenlijk kan het hele stukje dat hierna volgt onder een sneltoets. …Er zijn te veel/te weinig motards. Er wordt te gevaarlijk/snel gereden door de motards/de wielrenners. Er zijn te veel/te weinig renners. Er zijn te veel gekke/onrespectvolle wielrenners. (Schrappen wat niet past.) En ook: de wegen zijn te smal, de weginfrastructuur kan geen wielrennen meer aan, wielerlandVlaanderen verslindt zijn kinderen.
De bottom line blijft dezelfde: waar alle sporten de afgelopen twintig jaar veiliger zijn geworden – denk aan Formule 1, motorrijden, eventing – is alleen in wielrennen jaar na jaar het ongevalsrisico toegenomen. Het gevoel zegt dat het risico in het compacte België méér is toegenomen dan in andere landen, hoewel we vrijdag ook een vreselijke val zagen van Steven Kruijswijk die gegarandeerd nooit meer had gefietst zonder die metershoge sneeuwmuur op de Col d’Agnel.
Citius, altius, fortius is de olympische leuze voor sport. Sneller, hoger, verder. Vervang dat maar voor het wielrennen door citius, acutius, lethalius of sneller, gevaarlijk, dodelijker. De UCI weet dat, de KBWB weet dat, organisator Golazo weet dat zeker. Hoofdsponsor Baloise – een verzekeraar, maar AG is de wielerverzekeraar met dienst – vindt het ongetwijfeld vreselijk dat haar naam tot in de eeuwigheid verbonden blijft met nog maar eens een dramatisch ongeval op Belgisch grondgebied, waarvan we nu niet weten wat de uitkomst zal zijn. Een jonge wielrenner zweeft tussen leven en dood, gelukkig ergens in een goeie kliniek in Aachen. Het zal je kind maar wezen dat je vanaf zijn veertiende als aspirantje hebt gestimuleerd om zijn stinkende best te doen op dat grote fietsje. En dat je daarna hebt begeleid in zijn droom om prof te worden.
Enrico Gasparotto van Wanty-Groep Gobert wilde niet verder. “Wij zijn vaders, wij zijn broers, wij hebben kinderen en wij zijn kinderen, wij hebben familie, wij zijn ook maar mensen. Wij weten wat het is om een ploegmaat te verliezen.” Gasparotto is gisteren toch gestart. Zijn ploegleider Hilaire Van der Schueren – één van het old school wielrennen en van ‘the show must go on’ – vond het best dat het peloton de aanmaning van de rennersvakbond – een veel te machteloze organisatie waarvan het niet bekend was dat ze tanden had – naast zich neerlegden.
Dat is natuurlijk je reinste onzin en typisch aan het wielrennen waar korte termijndenken en de portemonnee altijd prevaleren op het grotere belang en op het gezond verstand. Het peloton heeft een unieke kans gemist om een statement te maken, zoals destijds in de Ronde van Oman toen het hen te heet onder de banden werd en ze niet meer verder wilden. Ook toen heeft het old school wielrennen in de persoon van Eddy Merckx zich daar vreselijk druk over gemaakt.
Natuurlijk hebben die motards van zaterdag fouten gemaakt, natuurlijk zou het goed zijn om meer motards te hebben zodat die geen peloton moeten inhalen, maar wielrennen met pelotons van meer dan honderd man zou moeten worden verboden op smalle Belgische wegen, heeft men dat nu nog niet begrepen? Wielrennen is stilaan rally, brood en spelen in een omgeving die daar niet is voor geschikt, en waarvan je weet dat er om de zoveel edities een dode of zwaargewonde valt.
Zonder veel gêne werd gisteren op de radio het argument verdedigd dat de Ronde van België een organisatie is ‘waar veel mensen aan hebben gewerkt’. Dat is pas van de pot gerukt. Het begrip economische belang viel gelukkig niet, maar het werd wel verpersoonlijkt door Sven Nys die in zijn Tremelo zelf is gaan pleiten bij de ploegen om te starten. “Sven Nys, de co-commentator van de VRT,” zei de radio. Ik heb het vermoeden dat Sven Nys daar eerder de belangen van zijn zakenrelatie Golazo verdedigde.
Om 13u02, net na de ronde van de ploegen, tweette Sven Nys: “Dadelijk uitzending #baloisebelgiumtour om twee uur! @sporza_koers”. Dat haast triomfantelijk uitroepteken, zoals in: Oef, de koers is gered, de show gaat verder en ik mag commentaar geven. Vreemd, zo ken ik Nys niet.