Column Going to the Match in De Morgen van zaterdag 29 okt 2022

Going to the Match

Het schilderij met die naam blijft hangen in het Lowry Museum in Manchester. Dat stond in een artikel op pagina twee van deze krant van woensdag, naast een standpunt met #MeToo in de titel, dus het kan zijn dat u deze pagina heeft overgeslagen. Dat is jammer voor het standpunt, maar ook voor het artikel.

Going to the Match is een voetbalschilderij, ‘iconisch’, zo stond het in de kop. Nooit van gehoord. Het schilderij van ene Laurence Stephen Lowry beeldt het publiek uit dat naar een stadion stapt. Het is 1953. In gespreide slagorde haasten ze zich licht voorovergebogen richting de toegangspoorten van Burnden Park, het oude stadion van de Bolton Wanderers. De stad Bolton ligt ten noordwesten van Manchester, midden in het antieke epicentrum van het (Engels) voetbal.

Je ziet behalve mensen die naar het stadion wandelen zonder elkaar de hersens in te slaan, al weet je natuurlijk nooit welke pyrotechnics ze in hun tweedjassen en onder hun maandverbanden hebben verstopt, ook een houten tribune waar al wat volk op zit. In de achtergrond roken de katoenfabrieken de lucht Engels grauw. Die zullen in de volgende decennia allemaal sluiten, net als bij ons.

In het artikel stond dat het schilderij ter veiling was aangeboden door de Engelse spelersvakbond, de Professional Footballers’ Association (PFA), want die had financiële problemen. Dat móét je vreemd vinden. Het gemiddelde salaris van een Premier League- voetballer, die allemaal lid zijn, bedraagt 50.000 pond (57.000 euro nu het pond zo laag staat). Vijftigduizend pond en voor alle duidelijkheid: pér wéék.

Als er één vakbond financieel uit de kosten moet komen, dan deze. The Guardian had meer details. De PFA had zijn goededoelenorganisatie Players Foundation (PF) moeten afsplitsen op last van de Engelse fiscus. De PF en niet de PFA had geldzorgen. Maar dan nog. Bon, eind goed al goed, het schilderij blijft in het museum waar het hing en dat heeft het gekocht voor 9 miljoen euro met dank aan een donateur. Goed gedaan Players Foundation. Het werk werd in 1999 gekocht voor 2,2 miljoen.

Het publiek in het schilderij is divers. Niet qua kleur, het is 1953. Wel inzake afkomst, dat zie je aan de (bol)hoeden, petten en klakken van de mannen. Het beeld doet denken aan de uitstekende Netflix-serie The English Game. De storyline op IMDb (7,6 rating) is “Het verhaal van de uitvinding van het voetbal en hoe het in sneltempo ’s werelds populairste spel werd door de klassen te overstijgen”.

Ergens naar het einde toe van de zesdelige reeks die begint in 1879 en historisch zeer accuraat is, gaat het mis. Tijdens een voetbalwedstrijd tussen de Old Etonians – een team van rijken en adel, amateurs dus – en Blackburn – een fabrieksploeg met arbeiders betaald om te voetballen, profs dus – gaat het talrijk opgekomen publiek met elkaar op de vuist.

Toen ik zondag de rellen zag tijdens Standard-Anderlecht en daarna de beeldverslagen van de oorlogstoestanden bij de bussen naast het stadion, was mijn reactie: wat als voetbal nooit de klassen was overstegen en een elitesport was gebleven? Of wat als voetbal de weg van de moedersport rugby was opgegaan? Een ruwe sport voor harde bolsters met blanke pitten, een sport waar fans van twee ploegen door elkaar kunnen zitten, een sport waar een geoute homo de nummeréénref kon zijn? Wat als?

Voetbal is al in de negentiende eeuw een verkeerde weg ingeslagen. De weg van bedrog, schwalbes, matennaaaierij en omkoping. De weg van mensenhandel, randje slavernij soms, zoals de betaalde transfer. De weg van het geld, astronomische salarissen en transfersommen. De weg van geweld op het veld, met ruwe, gemene overtredingen. De weg van geweld in en buiten de tribunes, later noemde men dat hooliganisme.

Dat hooliganisme is nooit weggeweest, hooguit af en toe verdrongen. Het houdt maar niet op en hier in België wordt het zelfs steeds erger. Het argument dat voetbal slachtoffer is als katalysator van de problemen waarmee de brede maatschappij te kampen heeft, is nonsens. Voetbal is lang niet overal in de wereld de eerste sport, maar ook in een land waar het de tweede, derde of zelfs vierde sport is, trekt het geweld aan.

De cultuur rond dat spel is het probleem en die cultuur zal je nooit meer veranderen. De oplossingen liggen nochtans voor de hand: video-opnames van de supportersvakken, zeer strenge geldstraffen, stadionverboden van minimaal vijf jaar, wedstrijden zonder publiek, gezichtsherkenning in het vak en bij de ingang, en dat alles betaald door de profliga en de clubs. Het zou met voetbal moeten zijn zoals met het milieu: de vervuiler betaalt.

Column Voetbalfinanciën in De Morgen van maandag 24 oktober 2022

Voetbalfinanciën

Dat het voetbal overal in de wereld de weg kwijt is, zou inmiddels tot de algemene kennis moeten behoren. Dat in die sport het Belgische voetbal helemaal van het padje af is, zou inmiddels ook bekend moeten zijn. Decennialang is dat in ons land verbloemd door allerlei lapwerk en politieke hand- en spandiensten.

Denk in dat verband alleen al aan de groepsverzekering voor voetballers. Die regeling was het gevolg van een één-tweetje tussen de toenmalige bonds- en Club Brugge-voorzitter Michel D’Hooghe en minister van Sociale Zaken Jean-Luc Dehaene. Die gunst kwam uitgerekend na het grootste schandaal dat het Belgische voetbal ooit heeft gekend. De Bellemans-affaire in 1984, genoemd naar de onderzoeksrechter, was een combinatie van een gigantische zwarte voetbaleconomie en omkoping.

De groepsverzekering voor voetballers (later uitgebreid naar alle profsporters) voorzag erin dat die beroepscategorie sinds 1986
veel meer van het brutosalaris kon wegstorten op een soort pensioenspaarrekening dan om het even welke andere werknemer. Het gespaarde geld konden ze ook veel vroeger opnemen, bovendien tegen een zeer gunstig tarief. Daar komt nu een eind aan. Het wordt zoals iedereen wachten tot 65 voor ze dat geld te zien krijgen, of zich blauw betalen aan belastingen, zoals elke andere burger.

Dehaene liet in een tandem met Joseph-Emile Vandenbosch, voormalig topman van de Nationale Loterij, het nieuwste verzekeringsproduct door één verzekeraar ontwikkelen, waardoor die tijdelijk een monopolie had. Vervolgens werd die verzekeraar (Assubel) shirtsponsor van de club van D’Hooghe en Dehaene. Zoiets passeerde toen gewoon, hooguit werd een keer gemonkeld.

Vandaag passeert nog maar weinig. Het voetbal krijgt de ene na de andere draai om de oren. De spelers en clubs betalen nu
meer sociale lasten dan ooit tevoren, maar nog niet evenveel als een normale werknemer/gever, en de clubs betalen iets meer bedrijfsvoorheffing, maar lang niet als een ander normaal bedrijf. Het hek is wel van de dam. Die 43 miljoen euro aan voordelen die het voetbal inlevert is nog maar het begin.

Inmiddels is uitgebreid aangetoond dat de meest begunstigde economische minisector van het land zich ook na Bellemans continu schuldig heeft gemaakt aan financiële wanpraktijken, zoals fraude en witwasserij. In de affaire-Veljkovic, ook bekend als Operatie Zero, staan straks 57 personen terecht. De enen hebben al meer boter op het hoofd dan de anderen, wellicht zijn er ook onschuldigen, en misschien houdt dat spijtoptantenstatuut van Dejan Veljkovic niet eens stand, maar inmiddels is de fiscus wel begonnen met geld terugvorderen.

Net geen 70 miljoen euro is behoorlijk veel geld en het rechtstreekse gevolg van een aantal transacties via schimmige vennootschappen, overduidelijk bedoeld om belastingen en andere lasten te omzeilen. Naar aloude gewoonte worden die aanslagen betwist, waarom denkt u dat in ongeveer elke raad van bestuur van een voetbalclub topadvocaten zitten?

De FOD Financiën is evenwel van plan het voetbal als een normale bedrijfssector te behandelen. AA Gent kreeg al eerder het dwingende advies om de cvba met sociaal oogmerk (cvba-so) om te vormen in een gewone cvba of, nog beter, een nv. De club is daarmee bezig. Racing Genk is dan weer een vzw. Die willen daar niet van af en zijn zelfs bij monde van hun voorzitter Peter Croonen trots op dat statuut.

Je kan je iets indenken bij een vzw om een jeugdafdeling te runnen, maar niet voor een profsectie waar het hoofddoel juist het maken van winst is. En hoe? Winst halen uit mensenhandel, voor een cvba met sociaal oogmerk of een vereniging zonder winstoogmerk staat dat als een tang op een varken.

Boven de hoofden van de Belgische clubs is binnen de UEFA ook beslist dat clubs straks maar 70 procent van hun voetbalgerelateerd inkomen mogen besteden aan salarissen, tekengeld, andere boni en fees voor makelaars. Op de keper beschouwd hoeft de Belgische profliga dat niet te volgen. De regel geldt alleen voor wie Europees wil spelen – dat wil iedereen – en wie salariskosten heeft van meer dan 30 miljoen euro – maar dat zullen er niet veel meer dan drie zijn in onze competitie.

De belangrijkste regel is het streven van de Pro League naar een positief eigen vermogen bij de clubs in plaats van een negatief, zoals bij 15 van de 26 profclubs het geval is.

Kanttekening bij dit alles: de overgangsperiode waarmee alles wordt ingevoerd, komend boven op de twee covidjaren; dat zijn vijf seizoenen waarin niet of nauwelijks werd gecontroleerd.

Column de Sportparia in De Morgen van zaterdag 22 oktober 2022

De sportparia

Ik doceer nu ongeveer twintig jaar het vak geopolitiek van de sport aan een universiteit en een hogeschool. Ik wil dat even kwijt om de heel simpele reden dat dit vak vroeger ‘sport en internationale ontwikkelingen’ heette en er lang twijfels waren om het de welluidende naam te geven waaronder het nu gebukt gaat.

De cursus bestaat uit slides, waarvan de helft elk jaar moet worden aangepast. Ik was daar deze week achttien uur zoet mee. Voor zes uurtjes les, maandag aanstaande, zal ik er 180 slides door jagen. Afhankelijk van de respons kan het zijn dat ik niet alles kan afwerken en het laatste deel (de nieuwe financial fair play in het voetbal) is nog wel het meest interessante en acute en verdient geen gejaag.

Wat zegt u? Zes uur lesgeven in één dag? Jawel, met een uurtje middagpauze en twee breaks. En neen, nu u het vraagt, ik kom niet uit de kosten, al zijn de uren lesgeven goed vergoed. Ik doe het om jonge mensen te zien en om mijn opgebouwde kennis niet verloren te laten gaan. Wat baat het om te weten hoe de Champions League het geld nu herverdeelt (of doet alsof) als je niet weet hoe het er vanaf 2024 zal aan toegaan? Nog oneerlijker, nog meer geld naar de al zo rijke voetbalmarkten.

Door die slides en die steeds veranderende inhoud en uitleg ben ik een docent van de oude stempel. You reach, I teach, om Michael Jordan te parafraseren. Wie niet oplet of noteert wat erbij wordt verteld, die heeft een probleem. Hoewel ik in alle examens zoek naar een middel om minstens een tien te geven, is elk jaar minimaal een derde het haasje. Eén keer was de helft gebuisd en toen heeft een directie mij daarop aangesproken. Ik heb voorgesteld dat ze het vak zelf mochten geven. Nooit meer klachten gehad.

Geopolitiek van de sport is niet te veel eer voor een verzameling spelletjes, ook niet nu, in tijden van oorlog. Wie de uitstekende docu Gold War in de serie Bad Sport op Netflix heeft gezien, kan dat beamen. Die zal dan hopelijk ook Icarus hebben bekeken en twee keer de kop van Vladimir Poetin hebben zien opduiken.

Poetin op oorlogspad, daar heeft de sport al langer mee te maken. Via de sport wilde hij zijn land de eer en glorie van weleer geven, desnoods met ongeoorloofde middelen. 132 medailles in Seoel in 1988, nooit deed een land het beter op Olympische Spelen. In 1996 waren er daar voor de uitgeklede Sovjet-Unie nog 63 van overgebleven. In 2008 zakten ze tot het dieptepunt: 60 stuks.

De frustratie van Poetin over de teloorgang van zijn Sovjet-Unie is begonnen door de sport en ook het meest zichtbaar in de sport. Door zijn Krim-avonturen (na Sotsji 2014), de inval in Oekraïne (na Peking 2022) en het dopingschandaal in Sotsji en in de Russische sport in het algemeen is de Russische Federatie een sportparia.

Deze week verzamelt de sportbobowereld toevallig in Seoel voor de algemene vergadering van de nationale olympische comités (ANOC). De Britten hebben geweigerd de zaal te betreden omdat de olympische comités van Rusland en Wit-Rusland aanwezig zijn. Heel wat andere westerse landen hebben zich bij dat protest aangesloten.

Een Belgisch standpunt hebben we niet gehoord. Wellicht volgen die gezagsgetrouw de koers van sportpaus Thomas Bach, voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC). Die brak een lans voor het opnieuw toelaten van Russische en Wit-Russische atleten in alle sportcompetities. “Sancties zouden alleen mogen gelden voor wie verantwoordelijk is. Atleten zijn onschuldig.” Hoe naïef. Het zal ook niet gebeuren.

Sport is politiek en sportpolitiek is meestal geopolitiek en ook heel vaak economie. Herinner u nog de rel die de NBA had met China, nadat een baas van Houston Rockets zijn steun had toegezegd aan de protesten in Hongkong. Prompt ging het NBA-licht uit in China. Waarop ze op Fifth Avenue in een kramp schoten: ho maar, mensenrechten zijn oké, maar die Chinezen betalen wel 1,5 miljard dollar aan tv-rechten voor vijf jaar NBA. Het Houston-mannetje krabbelde snel terug.

De voorbeelden van sport als geopolitiek middel zijn schering en inslag. Neem Abu Dhabi, dat eigenaar is van City Football Group, dus Manchester City, waar de Chinese overheid ook aandeelhouder is. Of de Chinese stadionbouw in Afrika, die dan weer te maken heeft met de lokale grondstoffen, maar ook met de ambitie om de World Cup van 2030 te organiseren.

Qatar wil op de World Cup van over een maand dan weer een onberispelijk rapport van de buitenwereld. De nieuwste ambities kunnen dan uit de koelkast: Olympische Spelen in Qatar en Saudi-Arabië bijvoorbeeld. Bijvoorbeeld in 2036, maar daar heeft ook alweer een andere grootmacht een oogje op: Rusland. Veertien jaar na het pariaschap, dat moet kunnen.

Column over Nafi Thiam in De Morgen van maandag 17 oktober 2022

Wedergeboorte

Nafi Thiam breekt met Roger Lespagnard, haar trainer van veertien jaar.
Eerste reactie: eindelijk, geen moment te vroeg.
Tweede reactie: zo, zit er dan toch nog wat in die tank van haar en wil ze er alles uithalen?

Het bericht van de breuk kwam via de sociale media en misschien ook van haar managementbureau, maar aangezien dat in elkaar overloopt, weet je nooit hoe dat precies is gegaan. Een impulsieve beslissing was het in elk geval niet. De communicatie errond evenmin, die was gestuurd.

De meeting om het seizoen 2023 door te nemen, dat leek Nafi Thiam het juiste moment om haar trainer de wacht aan te zeggen. Die vond plaats afgelopen dinsdag, een beetje laat volgens Lespagnard, maar na zo’n seizoen met een Europese en een wereldtitel, gunde hij haar graag wat extra rust. Vakantie, dacht hij. Mis gedacht, ze wilde tijd winnen, alles goed doornemen, om te komen tot knopen doorhakken.

De laatste, moeilijkste knoop, was voor dinsdag. Hoe ze het precies meedeelde, ooit komen we dat misschien te weten, maar het zal iets geweest zijn in de trant van “sorry Roger, ik moet een andere omgeving opzoeken, anders trek ik het niet meer en het zal voortaan zonder jou zijn”. De aimabele Roger Lespagnard was abasourdi, dat klinkt mooier dan het Nederlandse verbijsterd.

En zo kon Lespagnard al snel na het begin van de meeting zijn A4’tjes weer in het mapje stoppen, haar nog eens bedanken voor alles (wellicht, dat weten we niet zeker) en was hij vlugger terug thuis in Fléron dan gedacht. Dinsdagavond viel de beslissing, woensdag was een dagje om te bezinnen en donderdag werd het nieuws dan de wereld in gestuurd.

Vrijdag stond Nafi in de kranten, zaterdag was het de beurt aan Roger om zijn verhaal te doen. Zijn kop in alle media was ongeveer dezelfde: “Nafi huilde toen ze mij haar beslissing meedeelde”. Als Lespagnard daar troost heeft uitgehaald weze die hem gegund, maar de brave man moet na die veertien jaar inmiddels ook weten dat de traantjes bij Nafi Thiam nogal makkelijk komen.

Dat het haar niet makkelijk zal hebben gevallen, ook daar mag niet aan worden getwijfeld, maar er zit wel enige logica in deze
move. Niets mis met mensen van 76 jaar – sneller dan ooit vermoed, zijn we daar naar onderweg – maar trainers van 76 jaar in de absolute topsport, dat is een lastige. Coaches tot daar aan toe, het stikt ervan in de Amerikaanse college- en profsport, maar die hebben dan een batterij veldtrainers ter beschikking. In een uitgesproken technische discipline die dan ook nog eens bestaat uit zeven verschillende specialismes, is het niet meer van deze tijd.

Er vervolgens prat op gaan weinig te veranderen, onder het motto “wat goed werkt, zal blijvend werken”, geen of haast geen extern specialistisch advies dulden, het is een wonder hoe lang Thiam er over heeft gedaan om Lespagnard te bedanken voor bewezen diensten. Het is derhalve een nog groter wonder hoe ze al die jaren aan de top is gebleven.

Dat heeft ze in de eerste plaats te danken aan haar immense talent, maar in niet onaanzienlijke mate ook aan de ontstellende bloedarmoede in de meerkamp, een discipline verlaten door grote sterren en grote sportlanden. Desondanks behoort Nafi Thiam met haar twee olympische titels, twee wereldtitels, twee Europese titels, en al het indoorgedoe laten we hierbij buiten beschouwing, tot de grootste olympiërs aller tijden, in haar land én in haar sport.

Neen, deze beslissing komt geen moment te vroeg. Wellicht komt ze zelfs te laat. Thiam is 28, heeft heel veel kilometers op de teller, is blessuregevoelig, maar is vooral mentaal af en toe de weg kwijt. Haar huilbui na haar olympische titel in Tokio vorig jaar sprak boekdelen. Haar breekbaarheid siert haar (soms), maar is geen gunstig voorteken voor de wedergeboorte waar ze naar op zoek is.

Ze lopen een risico, maar Thiam en haar entourage hebben wel de juiste conclusie getrokken: stilstaan is achteruitgaan, het is nu of nooit. Haar persoonlijk record dateert van toen ze nog maar 23 was, abnormaal voor een meerkampster. Echte progressie was er nauwelijks nog, behalve dan op de 800 meter, maar zelfs die moet nog sneller kunnen.

Het Europees record van Carolina Kluft, 7032 punten en een eitje van inmiddels vijftien jaar oud, daar komt ze niet meer bij in de buurt. Dat record moet het eerste doel zijn, naast uiteraard gezond blijven en een basis leggen voor een derde olympisch goud op rij. De volgende gestuurde communicatie zal er één zijn met de nieuwe trainer. Als het even kan niet Bob Kersee. Dat die überhaupt in beeld is, is niet te begrijpen. Iemand zou La Nafi eens de geschiedenis van de doping in haar sport uit de doeken moeten doen.

Column Festivalsport in De Morgen van zaterdag 15 oktober 2022

Festivalsport

Dirk Van Tichelt vorige zondag op Twitter gelezen? “Ik zal mijn laptop maar aansluiten op de tv om de WK-finale van Matthias Casse te kunnen zien op tv. Misschien moet Matthias de volgende keer een koerstenue aandoen of een bal meenemen op de tatami. #Ongelijkheid #Respectloos #JudoWereldsport #Wereldprestatie.”

En dan iets later: “Spijtig. Maar WAT EEN FINALE! Dit is sport. Vijftien minuten spektakel. Zelfs al ken je geen kloten van judo, je zal dit nog spannend vinden. Proficiat Matthias Casse om veel mensen te laten genieten!”

Deze week verscheen op Sporza een aanverwant bericht. ‘Schaatsbond zit op droog zaad: alleen geld om Bart Swings naar WB- manches te sturen’, dat was de kop die aan duidelijkheid niets te wensen overliet.

De schaatsbond heeft geen geld, vindt voorlopig geen sponsors en kan daarom alleen Swings ondersteunen net een reisbudget naar de wereldbekermanches, te beginnen in het Noorse Stavanger half november. Daarna moeten ze naar Calgary zien te geraken en vervolgens ook naar Tomaszów Mazowiecki, dat ligt dan weer in Polen.

Derde opvallende vaststelling: toen Remco Evenepoel zijn Vuelta won, ging Sporza op bezoek bij Thibaut Courtois. De Sportman van het Jaar kwam ter sprake en vooral wie van de drie het moest worden: Evenepoel, Van Aert of hijzelf, Champions League gewonnen. Ik viel van mijn stoel van zoveel kortzichtigheid. Ook na de Vuelta had ik Bart Swings op één. Nog steeds en ongecontesteerd.

Na die wereldtitel van Evenpoel, en vooral de manier waarop, sloop de twijfel binnen. Misschien toch maar Evenepoel? Neen, Swings blijft op één. Olympisch goud, heel het veld (Amerikanen, Koreanen, Chinezen, Japanners en Europeanen) gecontroleerd en afgemaakt, overstijgt alles. Swings won op zijn Evenepoels, aldus de wielerverslaggever, maar evengoed heeft Evenepoel het op zijn Swings gedaan.

Over de verkiezing van Sportman van het Jaar kan je discussiëren. Je kan er ook alle kanten mee uit en alle begrip: Evenepoel op één zetten is niet het synoniem voor journalistieke onkunde en is best verdedigbaar.

Alleen waren we olympisch kampioen Swings alweer vergeten toen Courtois een paar keer goed in de weg ging liggen en helemaal nadien toen Wout van Aert de groene trui won in de Tour. En toen Evenepoel kwam, zag en overwon, werd Swings een fait divers.

Waarom hebben de Belgische media, om Van Tichelt te parafraseren, alleen maar aandacht voor een sport met een voetbal of op twee wielen? Waarom was de finale van Casse niet te zien op een Belgische zender? Te duur, te ver? Nederland zond die zondag wel judo uit, met een analist (ex-judoka Henk Grol) in de studio en ook niemand in Tasjkent.

Waarom Nederland wel en België niet? Wellicht omdat ze het bij Studio sport aan hun stand als sportredactie verplicht vinden om daar aandacht aan te besteden. En waarom wij niet? Het antwoord is simpel: omdat wij een land zijn van festivalsport en aan polonaisejournalistiek doen.

Onze sportmedia versterken dat nog eens door het volk te geven wat het volk wil: fastfoodsport. Als tien jongens – en hoera, de laatste tijd ook meisjes – in lycra achter elkaar op een fiets rijden komt het op tv. Idem als twee keer elf jongens (en meisjes) achter een bal aanlopen. Is het niet op de VRT (Sporza), dan wel op Play Sports, Eleven, en als die geen zin hebben of de rechten niet hebben kunnen/willen betalen, komt VTM op de proppen.

Het vervelende met fastfood is dat het zo verslavend is. Wie alleen nog fastfood krijgt voorgeschoteld, zal op den duur alleen nog fastfood eten. Natuurlijk dat een mooie voetbalwedstrijd beklijft en dat je voor een WK zoals dat van Evenepoel op het puntje van je stoel gaat zitten, maar er is zoveel meer dan voetbal en wielrennen in de topsport. Dat alles leidt tot een perverse dynamiek: geen aandacht voor (vul de sport maar in…,), geen interesse, geen geld, enzovoort en zo verder.

Hoe het komt dat de sportredacties geen evenwicht bewaren, al was het maar om de rangorde in de sportprestaties te bewaken? De verklaring is simpel: in Vlaanderen word je als sportjournalist al snel in een vakje geduwd. Je doet alleen voetbal, alleen wielrennen, of alleen de rest.

Is er dan geen leiding die op dat journalistieke evenwicht toeziet? Er is leiding. Op sommigen redacties zijn meer cheffen dan journalisten. Die worden allemaal afgerekend op clicks en hits en views en meer van die onzin, en houden alleen al daarom dat onevenwicht in stand. Bovendien is het de laatste twintig jaar de gewoonte om cheffen aan te stellen die niet gehinderd zijn door al te veel kennis van meer dan één sport waar ze supporter van zijn en nog minder door ervaring in het veld.

Column Records voor de eeuwigheid in De Morgen van maandag 10 oktober 2022

Tijden voor de eeuwigheid

De algemene verwachting was dat Filippo Ganna dit weekend zou beheersen met een fenomenaal werelduurrecord, ja toch? Her en der werd geopperd dat de grens van de zestig kilometer in beeld zou komen. Dat is het niet geworden.

Ganna bleef steken op 56,792 kilometer. Hij klopte daarmee de vorige recordhouder, ene Dan Bigham, die tot voor kort alleen insiders kenden. Bigham overzag de trainingen en voorbereiding van Ganna, reed ook meer dan behoorlijk per fiets (zo was hij prof in een continentaal team) en zijn vrouw was de recordhouder bij de vrouwen. Hij vond bij de tests dat hij zelf eerst maar eens een uurtje moest rondrijden.

Dat leverde hem een afstand van 55,548 kilometer op. Daarmee deed hij bijna een halve kilometer beter dan Victor Campenaerts en degradeerde in één moeite onze landgenoot en de status van het werelduurrecord. De 55,048 kilometer van Campenaerts bleek ineens een verdienstelijke poging, niet meer dan dat.

Bighams moment de gloire heeft nog geen twee maanden geduurd en toen kwam Ganna op zijn ge-3D-printe fiets. Hij reed een dikke kilometer verder, maar de zestig kwam nooit in beeld. Dat was ook waanzin geweest, als je bedenkt dat ze dertig jaar deden over een verbetering van drie kilometer. Zijn record is overigens wel historisch, want nog nooit legde een man op een fiets meer kilometers en meters af gedurende een uur.

Chris Boardman had tot nog toe 56,375 kilometer staan. Dat werd gekwalificeerd als ‘best human effort’ nadat zijn fiets, waarop hij helemaal plat kon liggen, met terugwerkende kracht werd gediskwalificeerd. Dat soort onzin kan alleen in het wielrennen en daarvan zijn we nu definitief verlost.

Ganna heeft wel laten zien waar dat uurrecord naartoe gaat. In zijn middenstuk reed hij rondjes van 15,5 seconden, 62 seconden over een kilometer dus. Hij startte traag en had op het laatst nog wat verval. Vroeger op die topsnelheid komen en die langer volhouden, dat wordt nu de uitdaging. Ganna in topvorm kan dat, en die topvorm was ver weg.

Dé prestatie en hét moment van het weekend kwam dus niet uit Grenchen. Kona op Hawaï, daar was het te doen. U kunt het terugkijken op Sporza.

Op zes kilometer van de finish haalde de Noor Gustav Iden de Fransman met Engelse naam Sam Laidlow in. Laidlow had in het fietsonderdeel een tijd neergezet van 4u04:36. Laat dat even bezinken. De man had net 3,8 kilometer gezwommen in goed 48 minuten, sprong op zijn fiets en reed de 180 kilometer met een gemiddelde van net geen 45 per uur. Hij deed daarmee vier en een halve minuut beter dan Cameron Wurf in 2018. Die Wurf is nu aan zijn laatste dagen bezig bij Ineos Grenadiers. Hij deed ook mee in Kona en werd elfde op twintig minuten.

Neen, Laidlow zou niet winnen. Wel Iden. Hij moest zes minuten goedmaken na het fietsonderdeel, maar liep dan weer de marathon in 2u36:15, dat is meer dan zestien per uur. Nadat hij 3,8 kilometer had gezwommen en 180 kilometer had gefietst.

Terug naar dat beeld, die vijftien seconden te zien op Sporza, wanneer de ene de andere inhaalde. Iden liep Laidlow links voorbij en tikte met zijn rechterhand op de schouder van Laidlow. Die schrok niet, hij wist al lang dat het moment eraan kwam. Bij de beruchte Energy Lab-sectie, waar ze een heen en terug als mindfuck voor de kiezen krijgen, was het al duidelijk. Het zou een kwestie van minuten worden voor Iden hem zou inhalen.

Op de lange, saaie en altijd hete Queen Ka’ahumanu Highway gebeurde het dan; rond kilometer 36 liep Iden Laidlow voorbij en deed een herygersje. Voor wie amper of nog niet geboren was: Paul Herygers was een veldrijder die in 1994 wereldkampioen zou worden in de duinen van Koksijde. Op een duin liep hij de leider Richard Groenendaal voorbij en gaf hem een vriendschappelijk maar niet minder vernederend schouderklopje.

Groenendaal werd pisnijdig en probeerde te versnellen, maar Herygers kreeg uiteindelijk de bovenhand en werd wereldkampioen. Het ging er zaterdag helemaal anders aan toe in Kona. Laidlow keek Iden aan en stak zijn hand uit. Waardering, onderwerping, bewondering, opluchting, het zat er allemaal in en geen nijd te bespeuren.

Aan kilometer 36 gaat het richting Kona licht bergaf en precies op dat stuk versnelde Iden. Laidlow probeerde te volgen. Tevergeefs. Iden, ooit de jongste wereldkampioen op de halve triatlon, zette zaterdag een nieuwe standaard. De te kloppen tijd is voortaan 7u40:24. Hij deed maar liefst elf minuten beter dan Jan Frodeno in 2019. Gustav Iden en Eliud Kipchoge (2u01:09 in Berlijn laatst) zijn de nieuwste voorlopige tijden voor de eeuwigheid.

Column Kinderen van de Heizel in De Morgen van zaterdag 8 oktober 2022

Kinderen van de Heizel

Gisterenavond was de derde en laatste aflevering te zien over het Heizeldrama. In de eerste aflevering kwamen de Italianen aan bod. Zij zijn de slachtoffers, de goeden in dit drama. De getuigenissen slabakten een beetje, wat wellicht aan de Italianen lag. “Odio Liverpool”, was ergens te zien. Ik haat Liverpool, dat wel natuurlijk, en dat zal niet weggaan.

In de tweede aflevering hoorden we de Engelsen uitleggen waarom wat was gebeurd. Zij zijn de daders, de slechten in deze onverkwikkelijke saga.

In de derde aflevering kwamen de anderen aan bod, de bonden, de politie, de waarnemers. Die heb ik niet gezien, of inmiddels wel, maar niet op tijd om in dit stukje te verwerken. Ik heb wel het bijbehorende boek van Geert Clerbout gelezen, Heizel 1985: het drama door de ogen van wie erbij was, de uitgeschreven getuigenissen met her en der een beetje duiding. Onmacht overheerste.

Frank Raes is de interviewer met dienst, al is interview misschien niet het juiste woord. Dat heeft te maken met het concept dat erin bestaat getuigen hun verhaal te laten doen zonder al te veel wederwoord. Het programma is gemaakt door de ploeg die ook de serie Kinderen van… (collaboratie, verzet, Holocaust, migratie, kolonialisme) heeft gemaakt.

Bij Kinderen van de Heizel is men gaan hinken op twee gedachten. Omdat het Frank Raes was en hij destijds als sidekick van radioman Jan Wauters op de Heizel was, bleef de interviewer niet buiten beeld. Frank zat op café met een oude fan, Frank kwam thuis bij de slachtoffers, Frank wandelde een stukje mee naar een monument.

Dat mag, maar bij dit item hoorde een interview en een interview hoort een beetje hard te zijn. Al helemaal bij de getuigenissen van de Engelsen. Nu kreeg je de indruk dat de programmamakers al tevreden waren dat ze bij een paar kroongetuigen waren geraakt en uit dankbaarheid niet te veel lastige vragen wilden stellen. Voor alle duidelijkheid: dit is detailkritiek. Want de Engelsen waren wel degelijk goed op dreef en lieten soms het achterste van hun tong zien.

We zijn overigens van dat Heizeldrama nog niet verlost. Zo draait Jan Verheyen voor VTM een docureeks Heizel 1985 – Blok Z. En gaat Hans Herbots een film maken, Heysel 1985. Het wordt een reconstructie van het drama in Brussel, verteld vanuit de catacomben onder het stadion, met als centrale vraag: hoe is men toch nog aan voetballen toegekomen?

Het scenario is van de hand van Lode Desmet, die in 2005 voor de BBC een docu maakte met als bevallige titel Requiem for a Cup Final. Die heb ik gisteren nog eens bekeken en meteen borrelde de vraag op: als er al sinds 2005 een rond wiel bestaat, waarom in 2022 nog eens een vierkant wiel uitvinden?

Zoals altijd met voetbaldrama’s heeft men ook bij het Heizeldrama geprobeerd een verklaring te vinden voor wat is gebeurd. De Italianen zijn het er begrijpelijkerwijs nogal over eens dat de Engelse hooligans de schuld dragen. De televisiebeelden geven hen gelijk. Een omheining werd gesloopt, een politiecordon doorbroken, weerloze fans werden aangevallen, vaak families, met het gekende gevolg.

De Engelsen rationaliseren. Ja, we hebben ons misdragen, maar moeten ze ons daarom tot op vandaag uitschelden voor moordenaars? Het was tenslotte erg warm die dag en we hadden te veel gedronken. Een jaar eerder waren er rellen in Rome en is een Liverpool-fan gestorven na een steekpartij. Het stadion was een bouwval, het was vragen om problemen. En o ja, de Italianen aan de andere kant van het stadion staken een vlag in brand.

Of nog: Margaret Thatcher draagt de schuld voor het Heizeldrama. Zij hield niet van Liverpool, haar politiek had voor sociale ellende gezorgd en daarom is dat allemaal gebeurd. En niet te vergeten: de ordediensten en de organisatie waren niet opgewassen tegen hun taak. Er was geen eenheid van commando.

De realiteit bij het Heizeldrama, bij Hillsborough vier jaar later (96 doden onder Liverpool-fans, zelf veroorzaakt) en bij de Champions League-finale dit jaar in Parijs (net geen doden) is dat de ordediensten nooit opgewassen zijn tegen losgeslagen, dronken, hersenloze randdebielen van wie de helft zonder ticket een stadion probeert binnen te komen.

Na Hillsborough werd de ene na de andere politieman vrijgesproken van schuld. Volkomen terecht. Na de Heizel werd de kapitein die een dag eerder te horen kreeg dat hij een collega moest vervangen wel veroordeeld. Toen de rellen uitbraken stond hij bij een hotdogkraam dat door onschuldige Engelsen was overvallen. In het boek stelt hij zich de vraag die hij honderden keren heeft gesteld: “Ben ik schuldig aan de dood van die mensen?” Neen.

Column over de Yellow Tigers in De Morgen van maandag 3 oktober 2022

Yellow Tigers

Het wonder — dat was het toch een beetje voor wie de omstandigheden kent — voltrok zich op een late vrijdagavond. Lastig voor de weekendkranten want die sluiten vroeger dan normaal. Het was wel op de televisie te zien, maar daarvoor moest je naar het kanaal van Ketnet gaan zoeken. Ach, volleybal is natuurlijk geen voetbal, en dus is een wereldkampioenschap vrouwenvolleybal ook geen Europees kampioenschap vrouwenvoetbal.

Op VTM begon ook nog eens een nieuw seizoen van The Voice van Vlaanderen. Neen, een slechter moment dan die vrijdagavond konden de Yellow Tigers niet uitkiezen om te stunten tegen Nederland. En zo is die 3-1-overwinning, die een droge 3-0 had moeten zijn, slechts door een handvol kijkers gevolgd en moesten de lezers het op zaterdag in de overvolle kranten ergens op een achterafpagina gaan zoeken. Zonde.

Ik heb van het eerste tot en met het laatste punt met open mond zitten kijken. In eerste instantie om te checken of dat van een paar dagen eerder geen gezichtsbedrog was. België verloor toen nipt van Italië, maar had ook met 3-0 kunnen winnen. Met andere woorden, was die bijna-stunt een toevalstreffer of zat er echt Belgische muziek in dat WK?

Het was een symfonie, wellicht de beste wedstrijd die een Belgische nationale vrouwenploeg in welke sport ook op ‘vijandig’ terrein heeft gespeeld. En de 42 punten (in vier sets) van hoofdaanvalster Britt Herbots, in een overvol oranje Gelredome, is de beste prestatie ooit door een Belgische volleybalspeelster.

De Red Flames staan op waakvlam, de Belgian Cats waren door pech op het voorbije WK kittens, maar de volleybalvrouwen deden hun dierentotem alle eer aan. Ze waren tijgers aangevoerd door een dodelijke 23-jarige Bengaalse tijgerin uit Limburg.

Gisteren hebben ze zich verzekerd van de tweede plaats in hun poule door Kameroen te kloppen. België wordt nu samen met Italië, Nederland en Puerto Rico uit de eigen poule A ingedeeld in een nieuwe groep E (in Rotterdam) samen met de vier beste landen van poule D.

Het behoudt de punten uit de poule en speelt alleen tegen die vier landen uit D, waaronder Brazilië, China en Japan. Andere koek dus. Alleen de eerste vier landen gaan door naar de kwartfinale en zo naar de halve finale.

België zal daardoor op dit WK wellicht hoger eindigen dan de ranking, twaalf in de wereld. Niet iedereen in het Belgische volleybal is daar even blij mee. Onder dit ogenschijnlijk mooie verhaal schuilt een schisma, een haast niet meer te dichten kloof. Een deel van de Belgische volleybalwereld zat vrijdag ongetwijfeld te hopen/bidden dat Nederland op 2-2 zou komen en alsnog het laken naar zich zou toetrekken.

Dat schisma is het gevolg van de controverse rond bondscoach Gert Vande Broek, die verregaande psychologische manipulatie en machtsmisbruik wordt verweten. Iets wat al langer sluimerde, werd een halszaak door een programma waarin een aantal ex- internationals getuigden over hun ex-coach. Daarop stelde het bondsparket een onderzoek in en sprak met meer dan vijftig getuigen, het overgrote deel ten laste van Vande Broek.

Die weet inmiddels wie hem wat verwijt, en zou daar behoorlijk van zijn melk van zijn, maar capituleren was nooit het plan. Vande Broek heeft zijn coachingstijl aangepast, er is meer omkadering gekomen en zie, daar is de vakman weer. Je moet het hem aangeven — vriend, vijand of neutraal — hoe hij zichzelf overeind en zijn ploeg bij elkaar heeft gehouden, dat is opmerkelijk.

Misschien ligt een deel van de verklaring van de prestaties in de buitenwereld die plots de grote vijand werd. Hoofdaanvalster Britt Herbots krijgt een karrenvracht ballen bij gebrek aan opposite — Kaja Grobelna wil ook niet meer met Vande Broek — en sleurt het team door alle moeilijke momenten. Herbots stond van het eerste moment pal achter haar coach.

Toen op het einde van de derde set spelverdeelster Jutta Van de Vyver geen bovenhandse bal meer durfde te spelen — te veel zweet, te veel spanning — leek het drama compleet. Jutta is de jongere, kleinere en (op papier) iets minder getalenteerde zus van Ilka Van
de Vyver. Ilka was tot vorig jaar de eerste spelverdeelster van de Tigers, maar weigert nog onder Van de Broek te spelen omdat die de zussen tegen elkaar zou hebben opgezet.

Waarop haar jonge zus haar kans greep en die vrijgekomen plaats innam. Keek Ilka vrijdag? En toen haar zus die cruciale toetsfout beging, was er leedvermaak of voelde ze de angst van haar zusje? Willen we het weten? Laten we vooral hopen dat ze in het vrouwenvolleybal snel allemaal weer door één deur kunnen.

Column Remcoeioeioei… in De Morgen van zaterdag 1 oktober 2022

Remcoeioeioei

Al snel nadat hij nog maar pas was komen kijken, had een deel van het verzamelde persheir het al gehad met Remco Evenepoel. Sommigen vonden hem een vervelend baasje, randje of zelfs over het randje van respectloos, lichtjes dikkenek. Andere collega’s in het veld vonden dan weer dat de thuisbasis – meestal bewustzijnsvernauwde ‘nieuwsmanagers’ – te veel meeging in de Remco-mania.

Zo herinner ik mij nog levendig de perstent op het WK tijdrijden van 2019 in Harrogate en de jonge collega die een zucht van opluchting slaakte toen hij merkte dat Rohan Dennis sneller zou zijn dan een toen negentienjarige Belgische ex-voetballer op twee wielen.

“Stel je voor dat hij wint, dan moet ik binnen de vijf minuten een lyrisch stuk maken voor online, zijn ouders opzoeken voor een interview, zijn grootouders bellen en als het even kan ook een fotootje van de hond op de kop tikken en ik weet niet eens of ze een hond hebben. Ik ben aan het ergste ontsnapt.” Die zucht, die opluchting na eerst die wanhoop op zijn jonge gezicht, op slag had hij mijn sympathie.

2019 komt nooit meer terug. De dijkbreuk is compleet. Alles en iedereen in de entourage van Eddy Evenepoel is voorpaginanieuws. Dus, jawel, ook deze rubriek ontsnapt er niet aan en moet het meer in het bijzonder over twee existentiële vraagstukken hebben.

Vraagstuk 1: moet Hij in 2023 naar de Giro of toch maar meteen naar de Tour?

Daar is hij allang uit, al vóór de Vuelta. Evenepoel acht zich klaar voor de Tour. Hem daarvan weerhouden staat bijgevolg gelijk aan zelfmoord. Evenepoel gaat en staat en rijdt waar hij wil. Zo was hij als voetballer, zo is hij als wielrenner. Zijn ploeg en vooral de grote baas, althans op de momenten dat hij geen last heeft van hypo’s, hebben dat inmiddels goed begrepen. Waar Patrick Lefevere eerst stellig was ‘in 2023 Giro, in 2024 Tour’ klonk het even later al anders. “We zullen nog wel zien en dat samen met Remco bespreken.” Na de Vuelta en vooral na het WK luidt het ineens: “Dat is een keuze van Remco.”

Antwoord op vraagstuk 1: het wordt volgend jaar de Tour.

Vraagstuk 2: met welke ploeg moet Hij naar de Tour?Deze week, plots op velonews.com: Ineos toont interesse in Remco Evenepoel. Een dag later stonden de kranten er vol van. Dat nieuws klopt. Meer zelfs, wat de media vooralsnog niet schrijven omdat ze begrijpelijkerwijs hun toegang tot de ploeg en het godenkind niet willen verbranden: Remco Evenepoel toonde zelf interesse in Ineos en nog steeds. Wat hij ook zou hebben beweerd aan de telefoon tegen Lefevere: als het van hem afhing (en als hij geen langdurend contract had), dan zat hij al bij Ineos.

Tom Boonen schetst in zijn column in Het Laatste Nieuws hoe hij met deze move zowat tachtig man (de hele wielerploeg van Lefevere) tegen zich in het harnas jaagt, maar daar trekt Evenepoel zich niks van aan. En zijn vader ook niet, want hij is het die al weken – zelfs toen het nog niet eens zeker was dat zijn zoon de Vuelta zou winnen – de markt verkent.

Het is van Remcooooh in sneltempo naar Remcoeioeioei gegaan bij QuickStep-Alpha Vinyl. Je hoeft maar een paar telefoontjes te doen om spitante details te krijgen over hoe ze in de clan-Evenepoel tegenover de ploeg staan, maar ook hoe de CEO hen steeds meer op de zenuwen werkt.

Evenepoel en zijn pa zijn niet van gisteren. Zij weten hoe het er bij Jumbo aan toegaat, door wie Jonas Vingegaard wordt omringd. Zij weten wie UAE binnenhaalt volgend jaar om Tadej Pogacar te helpen (Adam Yates, Domen Novak en Tim Wellens), en dat naast wie we er al zit. Zij weten hoe nauwgezet die teams hun klassementsrenners, voortaan Evenepoels directe concurrenten, begeleiden en omkaderen met goedbetaalde helpers.

Niks zegt dat ze bij QuickStep-Alpha Vinyl (volgend jaar Soudal-QuickStep) op termijn niet kunnen, maar ze hebben nog veel stappen te zetten. Lefevere weet dat en dringt aan op geduld. Voor 2024 zijn de vooruitzichten voor een grote rondeploeg beter, zei hij recentelijk nog. Kan zijn, maar het eerstvolgend seizoen is wel 2023 en laat dat nu het jaar zijn waarin Remco definitief Eddy wil worden.

QuickStep in de versie ’23 heeft jonge talenten die aardig bergop kunnen, maar alvast één van die gasten heeft eigen ambities en koerst daarom op eigen vraag zelden in een ploeg met Evenepoel. Dat Lefevere bovendien voorlopig geen enkele klimmer/helper van hoog niveau maar wel voor gruwelijk veel geld sprinter Tim Merlier haalde, dat vonden de Evenepoels onbegrijpelijk.

Antwoord op vraagstuk 2: Evenepoel blijft bij Lefevere, voorlopig, omdat hij niet anders kan. We gaan wel een erg boeiend najaar, winter en 2023 tegemoet.