Te veel geld uitgeven, verkeerd trouwen, overdreven verwachtingen van de carrière en een gebrek aan inzicht in geldzaken: dé ingrediënten voor een financieel debacle. Behalve de juiste vrouw, wil Tomas Van Den Spiegel voor alle andere problemen oplossingen aanreiken.
Als ex-topsporter in België, maar ook in Italië, Spanje, Rusland en Oekraïne is ‘de slimste mens’ (editie 2012) een ervaringsdeskundige in sportfinanciën, die de perverse mechanismen herkent. Zelf bleef hij van ongelukken gevrijwaard, maar hij hoorde weleens wat. “Als je een casino binnengaat met de ploeg en een ploegmaat vraagt of jij voor hem wat geld kan afhalen omdat zijn creditcard is geblokkeerd, dan weet je hoe laat het is.”
“Zelf ben ik geen gokker. Eén keer ben ik begonnen met 50 euro en ik stond die avond op een onwaarschijnlijk hoog bedrag, dat ik niet eens durf te noemen, waarna ik even later alles ben kwijtgespeeld. Ik was daar een week ziek van en ik heb toen gezworen dat ik er nooit meer aan begin.”
Zijn ervaring met financieel advies begon in 2007. Nadat hij in vier verschillende landen had gespeeld en her en der groepsverzekeringen en beleggingen had lopen, zag hij door de bomen het bos niet meer.
Hij ging in zee met Optima en verdiepte zich gaandeweg zelf in de materie. “Ik weet waarvoor een sporter tijd en energie heeft als hij op de toppen van zijn tenen loopt. Beleggingen in de gaten houden, hoort daar echt niet bij. Toen ik de eerste klappen kreeg in het begin van de bankencrisis, bleek dat ik te veel was blootgesteld aan bankaandelen. Dat was nieuw.”
Optima beheert sinds 2007 zijn portefeuilles en stroomlijnde die over alle landsgrenzen heen. Ze kwamen geregeld bij hem op bezoek in het buitenland en zo groeide de idee om na zijn actieve carrière hetzelfde te doen voor topsporters. Zijn klantenrelaties tellen ongeveer twintig sporters.
“Veel kan daar niet meer bij. Het is heel arbeidsintensief, maar ook bijzonder interessant. Ik krijg soms de gekste vragen en als ze mij bellen en ik kan niet onmiddellijk opnemen, bel ik in de kortste keren terug. Ik weet hoe sporters denken: het moet allemaal asap.”
Stel: ik ben een jonge topvoetballer, die net een verbeterd contract heeft getekend en ik weet niet goed wat ik met dat geld moet. Hoe pakt u dat aan?
“Eerst even iets verduidelijken: wij doen niet aan ‘wealth management’, dus niet puur aan beleggen van geld, maar aan financiële planning voor het leven, ook na de sport. Dus beginnen we met lange gesprekken. Wat zijn je verwachtingen? Wat heb je? Wat wil je? Hoeveel zekerheid wil je inbouwen? Dat behoort tot de verplichte vragen die iedereen moet invullen.”
“Maar wij graven dieper. Ik peil ook naar de stabiliteit van de relatie. Als de atleet aangeeft dat hij een lief heeft, maar ook meer dan één, dan is dat een ander verhaal dan iemand die een vaste relatie heeft en aan kinderen denkt. Verzekering, successierechten, dat komt allemaal aan bod, als de sporter dat wil. Voor de puur technische uitwerking roep ik er de specialisten bij.”
“Ik laat ook één of twee maanden de uitgaven bijhouden en dat wordt dan besproken. We berekenen dan drie simulaties, eigenlijk drie scenario’s: of het contract blijft ongeveer zoals het nu is, of het is binnen de kortste keren afgelopen door blessure, of the sky is the limit en je eindigt in de Premier League.”
“Dat is een stukje koffiedik kijken, maar het toont de sporter wel de valkuilen van bijvoorbeeld een te dure levensstandaard, die niet is vol te houden bij tegenslag. In geval van jouw nieuwe contract met wellicht een pak tekengeld zal ik je aanraden niet onmiddellijk iets te kopen, maar heel goed alle opties te bekijken en rustig een beslissing te nemen in functie van de toekomst.”
Bent u een concurrent voor de makelaar of de agent van de sporter?
“Ook voor ons is het een evenwichtsoefening. Soms bellen sporters met de vraag of ze een nieuwe auto mogen kopen. Dat bekijken wij en als het kan, geven we ook een advies over wat ze te besteden hebben en over de maand waarin dat het beste gebeurt.
“Ik weet dat sporters high maintenance zijn, maar als je hun schoonmoeder wil spelen, is het snel voorbij. Anderzijds heeft de sporter die begeleiding nodig. Als ze je jaar in, jaar uit, week na week een schema geven met wat je moet doen, dan ben je niet gewend zelf achter de dingen aan te gaan, want dat doen anderen voor jou.”
“Wij proberen sporters financieel op te voeden. Het is bijna alsof ze terug naar school komen voor een snelcursus geldzaken.”