Column Club Brugge/Union kampioen in De Morgen van maandag 13 mei 2024

Club Brugge/Union kampioen

Geen enkele niet-betrokken voetbalfan die Union naast de beker ook niet de titel gunt. Als Union tenminste weer boven water komt. Eén randbemerking evenwel. Een kampioen in buitenlandse handen zou een primeur betekenen voor het Belgische voetbal en dat scenario moet zich niet te veel herhalen.

Hoewel Union Saint-Gilloise voorbeeldig wordt geleid, blijft de interesse van een Engelse gokbaas in de derde club van de hoofdstad van de tiende Europese voetbaleconomie een bijzonder vreemd fenomeen waarvan we misschien nog het laatste niet hebben gezien.

In het scenario waarbij Union niet opnieuw boven water komt, bijvoorbeeld door vanavond te verliezen in Brugge, is het te hopen dat Club Brugge kampioen wordt.

Niet Anderlecht, en wel hierom. In een poging om weer bij de mensen te horen heeft de club van Marc Coucke, Wouter Vandenhaute en co. alle mogelijke financiële regels aan de laars gelapt en ze mag daar niet voor worden beloond. Ooit wel. Nu nog niet.

Ze hebben geprofiteerd van de covidversoepelingen rond de financiële fair play en nog werden ze op de vingers getikt door de UEFA. Anderlecht kampioen zou anders wel symbolisch zijn voor de staat waarin het Belgische voetbal zich bevindt. Na Antwerp zou voor het tweede jaar op rij een team kampioen worden dat de financiële regels heeft overtreden en daarvoor is beboet. Het lijkt hier verdorie wel de Premier League.

Club Brugge daarentegen heeft gekleurd binnen de lijntjes van het Belgische voetbalbestel. De tering werd altijd naar de nering gezet en omdat de nering oké was verbeterde ook de tering.

In het westen van Brussel heerst de overtuiging dat Club in het gat is gesprongen dat Anderlecht heeft laten vallen. Onzin. Club is na de overname door Bart Verhaeghe en de komst van Vincent Mannaert een eigen ambitieuze koers gaan varen, zonder omzien naar welke andere club dan ook.

De bewering dat Club het Bayern van België zou worden (tien keer op rij kampioen, dan een keertje niet en dan weer een serietje) is ooit in deze kolommen geponeerd. Het was een fout om geen rekening te houden met twee fundamentele aspecten van het voetbalspel.

Eén: dat behalve de vijf kapitaalkrachtigste clubs van de wereld elke andere club haar toptalenten vroeg of laat moet verkopen en als het niet van moeten is, dan is het van willen. Zo ook Club Brugge, dat met zijn dikke portemonnee dacht in de betere spelerssupermarkten te moeten winkelen maar daar merkte dat niet alles in de Delhaize beter is dan in de Lidl.

Twee: dat het nog altijd gaat om voetbal, het meest oneerlijke spel dat de mens heeft uitgevonden. De beste wint niet altijd en de beste wordt ook niet altijd kampioen.

Als Club dit jaar alsnog kampioen wordt, dan heeft het dat te danken aan het unieke Belgische competitieformat, meer in het bijzonder aan de halvering van de punten na de reguliere competitie. Club heeft in de vijftien jaar van het bestaan van de play-offs vijf keer de titel gepakt, en daar kan een zesde bij komen. (Anderlecht is de tweede beste play-offclub met vier titels.)

Nooit heeft Club een titel verloren door de halvering van de punten en dit jaar dreigt het er een te winnen. Union had negentien punten voorsprong aan het einde van de dertig wedstrijden. Zonder halvering waren die niet meer bij te halen.

Toch blijft Club zeuren over die halvering terwijl het er nota bene zijn voordeel mee doet. Erger nog is dat het alles op een hoop gooit: de halvering, het principe van play-offs, de overdaad aan wedstrijden, het zwaartepunt van de nationale competitie dat samenvalt met dat van de Europese competities.

Dat laatste argument is compleet van de pot gerukt. Spanning tot op het laatst is juist de bedoeling van een competitie en als je wilt meedoen aan twee competities zijn dat de gevolgen.

De play-offs zijn de beste vinding ooit van het Belgische voetbal. De halvering van de punten ook, omdat daarmee zelfs een ploeg die zich pas op het laatst verzekerd wist van de kampioenenplay-off (Club Brugge, jawel) toch nog meedoet om de titel.

De overdaad aan wedstrijden is simpel op te lossen: een competitie met veertien of zelfs twaalf ploegen, meer heeft België niet nodig.

Het argument Europa is een vals argument. Europees voetbal en de inkomsten uit die competitie, ook die van de spelershandel, zijn voorbehouden voor een handvol ploegen. Dat is nefast voor het competitieve evenwicht van de nationale competitie. Die moet altijd de prioriteit krijgen, zeker met die jaarlijkse 200 miljoen euro aan lastenverlagingen.

Column Het drama Standard in De Morgen van 11 mei 2024

Het drama Standard

Onze nationale voetbalcompetitie is internationaal erg geliefd. Nergens zijn er meer profclubs in buitenlandse handen.

Onze nationale voetbalcompetitie is dan ook de beste op aard. Enfin, voetballistiek misschien niet, maar nergens is er meer spanning.

We weten nog steeds niet wie kampioen wordt en we weten ook niet wie allemaal waar Europees speelt, net zomin als wie volgend jaar in 1A of desgevallend in 1B mag/moet voetballen.

Wat we wel weten, en wat is voorspeld op deze plek, is dat enkele clubs met buitenlandse eigenaars vroeg of laat in vieze papieren zouden komen te zitten. KV Kortrijk en KV Oostende hadden we al en deze week kwam de bevestiging van eerdere onheilsberichten: Standard de Liège kan salarissen en facturen niet meer betalen, zo bleek uit de tussentijdse controle van april. Het kijkt tegen een tijdelijk transferverbod aan.

Een transferverbod, was dat het maar. De realiteit is dat Standard met één been in het failliet staat en dat heeft het te danken aan zijn Amerikaanse eigenaars 777 Partners, die aan hun verplichtingen niet kunnen voldoen en zelf dreigen te kapseizen.

Een kaartenhuis op het punt in te storten. Zo omschreef Leadenhall, een investeringsfonds en levensverzekeringsmaatschappij, vorige week 777 Partners in een 82 pagina’s lange klacht bij een New Yorkse rechtbank. Leadenhall had 777 Partners een kredietlijn toegestaan, om nadien vast te stellen dat de activa als onderpand niet bestonden en dat van een terugbetaling niks in huis kwam.

De klacht liegt niet: met geld van investeerders een frauduleus piramidespel opzetten, waarbij nieuw geld oude verliezen moet toedekken. De zaak die Leadenhall aanspande, is de zeventiende in een lange rij van klachten tegen de eigenaars van Standard.

777 Partners kon lang onder de radar blijven, ook toen het Standard van Bruno Venanzi kocht. Sinds het vorig jaar in september begon te onderhandelen met Farhad Moshiri om diens aandelen van Everton over te nemen, volgt men in Engeland het dossier op de voet. Nog meer nadat de andere clubs in het voetbalconsortium van eigenaars Josh Wander en Steven Pasko (Genoa, Sevilla, Hertha Berlijn en dus Standard) op gezette tijden af te rekenen hadden met achterstallige betalingen.

Begin deze maand raakte bekend dat 777 Partners veel te laat een beloofde lening van 18 miljoen euro aan Everton had gestort. Die moest dienen om de dagelijkse operationele kosten te dekken. Ondertussen raakte bekend dat het Engelse pr-bedrijf dat de komst van 777 moest begeleiden dat account heeft teruggegeven omdat het niet werd betaald. Alsof dat niet genoeg was, vroeg de Australische vliegmaatschappij Bonza, waarvan 777 de eigenaar is, recentelijk het faillissement aan.

777 Partners zit pas sedert september 2021 echt in het voetbal toen de zelfverklaarde alternatieve investeringsmaatschappij uit Miami alle aandelen van Genoa CFC voor 150 miljoen euro kocht. In 2018 was het wel al minderheidsaandeelhouder bij Sevilla.

Ernst werd het in 2022 toen 777 Partners in februari de Brazilianen van Vasco da Gama aan de portfolio toevoegde, een maand later Standard en kort daarna de Franse cultclub Red Star Paris. In november van dat jaar werd het bij Hertha BSC de eerste buitenlandse meerderheidsaandeelhouder in de Bundesliga. Begin 2023 volgde dan Melbourne Victory.

Slotsom: zeven clubs in zeven verschillende landen op drie continenten, voor een totale waarde van 835 miljoen euro en bij de overname zo goed als alle verlieslatend, dat bleek te veel om te behappen.

Toen in september 2022 777 Partners in Luik landde, hadden de alarmbellen al kunnen afgaan. Heel even kwam de licentie voor het seizoen 2023-’24 in gevaar. Hoewel 777 Partners en zusterbedrijf 600 Partners LLC geen jaarrekeningen konden voorleggen voor 2021 en 2022 kreeg Standard toch groen licht, op voorwaarde van een maandelijkse rapportage.

Die voorwaarde heeft de club nu de das omgedaan. Zonder snelle hulp van een Sinterklaas of een overnemer met diepe zakken stevent Standard af op een faillissement. Indirect ligt de verantwoordelijkheid voor dit drama bij het Belgische voetbalbestel. Dat rekende zichzelf rijk met allerlei lastenverlagingen, maar zette daardoor de deur open voor buitenlandse investeerders.

Voor een prikje kregen die toegang tot de vele voordelen en de ongelimiteerde import/export van voetbaltalent van over de hele wereld. Baat het niet, dan schaadt het niet, zo’n Belgisch clubje, en je bent hier zo weer weg. Gezien de 200 miljoen euro jaarlijkse staatssteun lijkt een onafhankelijke regulator voor het Belgische profvoetbal meer dan ooit nodig.

Column Marco Pantani in De Morgen van maandag 6 mei 2024

Marco Pantani

Waarvan moeten wij de Giro kennen?

Als Belgen van Eddy Merckx natuurlijk en van zijn exploten in die drie weken door Italië, in zijn tijd de evenknie van de drie weken door Frankrijk en vele malen belangrijker dan de drie weken door Spanje.

De raid van Merckx op de Blockhaus in een Giro die hij nog niet won. Dat was in 1967.

Merckx in 1968 op de Tre Cime, maar eigenlijk al van ver daarvoor. Met dertig kilometer te gaan, maakte hij in helse winterse omstandigheden negen minuten goed op een kleine kopgroep en legde daar de basis voor zijn eerste Girozege. De tegenstand – Felice Gimondi – huilde van ellende na afloop.

Merckx in 1969, die in Savona uit de Giro wordt genomen voor een positieve plas en de staatszaak die dat werd, waarna hij in de Tour iedereen op een hoop reed. Die zeventiende rit naar Mourenx. Acht minuten voor, veertien op Gimondi, die het huilen heeft verleerd.

Merckx ten slotte die in 1974 de eerste tekenen van verval toont en zijn vijfde Giro wint met amper twaalf seconden voorsprong op de matig getalenteerde ronderenner Gianbattista Baronchelli, die nooit dichter zou komen dan een tweede plaats in een grote ronde.

Ook van Johan De Muynck, die een eerste Girozege in 1976 door de neus zag geboord omdat zijn ploegmaat en kopman Roger De Vlaeminck hem die triomf niet gunde en voortijdig opgaf. En van 1978, toen hij wel won en de laatste Belg was die een grote ronde kon winnen, tot Remco Evenepoel in 2022 de Vuelta won.

In het algemeen moeten we de Giro kennen van zijn gekke organisatoren/koersdirecteuren die symbool staan voor het oude wielrennen, de heroïek van het betere sloopwerk, waarbij zoveel mogelijk renners uitgemergeld en uitgewoond over de eindmeet moeten komen. Daarom zoekt de Giro elk jaar naar speciallekes.

De Giro heeft niet de uitstraling van de Tour de France, en daarom heeft men van spektakel de unieke verkoopstrategie gemaakt. Hoger, lastiger, verder werd het devies. Het was Angelo Zomagnan die daarmee op de proppen kwam. Zijn hoogte- en vervolgens dieptepunt beleefde hij met de Giro van 2011, waarin Wouter Weylandt overleed na een zware val in een onveilige afdaling.

Zomegnan moest na die Giro ontslag nemen en werd opgevolgd door Michele Acquarone, die de Giro moest moderniseren, maar het eerste wat die deed, was in de Tirreno een aankomst op een helling van 27 procent leggen. In 2013 is ook Acquarone ontslagen, na een financieel schandaal. Zes jaar later haalde hij alsnog zijn gelijk.

Mauro Vegni is zijn opvolger en die vindt er niks beter op dan op gezette tijden de donkere jaren van het cyclisme weer te belichten met een reuzenschijnwerper. In zijn eerste jaar (2014) als grote baas legde hij een aankomst op Plan di Montecampione omdat Marco Pantani daar in 1998 won. In 2014 was Pantani ook nog eens tien jaar dood, vandaar.

Gisteren – we zijn 2024, dus hij is nu twintig jaar dood – arriveerde de Giro boven het bedevaartsoord Oropa. Scherpenheuvel van Piëmont maar dan na een klim van dertien kilometer. Katholiek Italië op zijn smalst, kortom, een vreselijke plek.

Ook die etappe is een herdenking aan Marco Pantani. Op Oropa won hij zijn laatste rit in de ronde van zijn land. Zes dagen later werd hij uit de wedstrijd genomen omdat zijn percentage rode bloedcellen alle mogelijke alarmbellen deed afgaan. Pantani zou nooit meer de oude worden. Mentaal gekraakt, heet dat in de postume geschiedschrijving. De realiteit is dat hij na zijn gewonnen Festinatour van 1998 zo flagrant op de radar was verschenen van de UCI en alle andere controlerende instanties dat om het even waar hij zijn kale kop vertoonde hij een naald in zijn arm kreeg en/of urine moest afstaan.

Dat vreet aan een mens. Ook aan Marco Pantani, die ongetwijfeld een begenadigd klimmer was, maar zeer zeker ook een van de zwaarst gedopeerde renners uit de vorige eeuw, en toen reden er wel een paar rond die van wanten wisten.

Zijn 36’50 in 1995 voor de 13,8 kilometer lange klim naar L’Alpe d’Huez staat dertig jaar later nog steeds als een huis. Pantani heeft de meeste klimmen van langer dan 20 minuten laten noteren waarin meer dan 7 watt per kilogram lichaamsgewicht aan vermogen is geleverd. Voor een inspanning van langer dan 20 minuten is dat te goed om echt te zijn.

Eerbetoon, herdenking, hebben we dan iets gemist? Nergens voor nodig om op de arme drommel zijn graf te spuwen, maar hij was in de fond een cocaïneverslaafde hardleerse dopinggebruiker. Elke andere sport zou hem in stilte betreuren, maar niet eren en al helemaal niet op een voetstuk zetten. Het oude wielrennen en Italië wel. Jammer.

Column Kinderhandel in De Morgen van zaterdag 4 mei 2024

Kinderhandel

Ilyes Bennane. Onthoud die naam. Oké, de kans is groot dat u hem nooit meer hoort, maar toch, evengoed is hij over een jaar of tien de opvolger van Kevin De Bruyne bij Manchester City.

Bennane is Afrikaan, Marokkaan, en zijn naam rijmt op banaan. Voor u denkt ‘jeetje, cancellen die gast’, die connotatie komt hierdoor: ik behoor tot de generatie die zag hoe Nii Lamptey bij zijn debuut met Anderlecht in Gent een tros bananen naar zijn hoofd kreeg. Bijna het hele stadion bescheurde het.

Toen hem dat overkwam, was Lamptey amper drie jaar ouder dan Bennane en België in gesmokkeld door Anderlecht als de zoon van Stephen Keshi. Dat was beschamend (de smokkel en de bananen) en we mogen hopen dat Bennane daarvan gespaard blijft. We mogen ook hopen dat zijn carrière voorspoediger verloopt dan die van Lamptey, die uitdoofde nog voor ze was begonnen.

Bennane is nu ook van Anderlecht en hij is niet gesmokkeld maar gewoon gehaald bij Racing Genk. Bennane is daarmee aan zijn vierde Belgische eersteklasser toe. Zo weet u ongeveer waar dit stukje over gaat. Met de nadruk op ongeveer.

Wat u misschien niet weet: Bennane is dertien jaar. Laat dat even bezinken. Bennane is dertien jaar en al aan zijn vierde club toe. Hij komt uit Verviers, maar begon te voetballen in Eupen toen hij vijf was. Op zijn zevende werd hij gehaald door Standard. Dat was op 1 juli 2018. Een jaar later zat hij dan in Genk. Op een leeftijd waarop de meeste kinderen nog af en toe moeite hebben om hun poep schoon te vegen, was Bennane al aan zijn derde voetbalclub toe en een begrip op het Belgische deeltje van de voetbalplaneet.

In maart 2024 raakte bekend dat na vier seizoenen Genk de entourage van Bennane vond dat het tijd was om andere oorden op te zoeken. Ze kregen dag- en nachtopvang in het Brusselse, in Neerpede meer bepaald.

Voetbal heeft veel meer lelijke gezichten dan mooie, maar de handel in voetballende kinderen is wel het allerallerlelijkste gezicht van die sport. Voor zover bekend zijn er maar twee grote sporten die kinderen inclusief hun hele gezinnen verhandelen: honkbal en voetbal.In het honkbal gebeurt dat op de Caribische eilanden, waar onder het mom van scholing hele blikken slagmannetjes en gooiertjes worden opgeleid, naar het vasteland verscheept als ze goed genoeg zijn en weer weggegooid als ze toch niet voldoen. De grootste ‘projecten’ in de farming teams worden verleid via de ouders, met geld, jobs en allerlei lekkers.

Het voetbal is geen haar beter. Als u in de namiddag op de weg bent, let dan op de camionnettes van de clubs die overal te lande voetballertjes gaan ophalen om tot soms 80 kilometer van huis een uurtje of twee op een bal te laten trappen. Op de terugweg ziet u de vlijtigste onder hen bij een leeslampje zitten, kwestie van al wat huiswerk gedaan te krijgen. Het merendeel speelt FIFA.

De allerbeste talentjes, of wat daarvoor moet doorgaan, worden via hun ouders gevraagd om dicht bij de clubs te komen wonen.

Clubs, in het meervoud voor alle duidelijkheid, want een manneke dat twee ballen goed raakt bij de duiveltjes of de preminiemen verschijnt overal meteen op de radar van de jeugdmakelaars.

Hoe het precies met Ilyes Bennane is gelopen, is niet helemaal duidelijk. Veel wijst erop dat de familie aan Genk een beetje hoge eisen stelde, zowel sportief als extrasportief. En zo verhuist het hele gezin Bennane voor de tweede keer in vijf jaar: van Luik naar Genk en nu naar Brussel.

De Pro League is een beetje geschrokken van de reactie op die koehandel met een buitengewoon begaafd kind dat behalve een target voor de Belgische topclubs inmiddels ook op de radar van de Europese clubs is verschenen en het hof wordt gemaakt door zowel Marokko als België. Dat is een beetje veel voor een dertienjarige, in de eerste plaats omdat de kans groter is dat hij over een paar jaar ergens relatief anoniem voetbalt dan wel een nieuwe Kevin De Bruyne is geworden.

Hoe de Pro League de koehandel en het vliegen afvangen tussen de clubs wil counteren is een raadsel voor iedereen die een beetje in de reglementen thuis is. Tot vijftien jaar is elke voetballer (tot zestien voor andere sporters) vrij om van club te veranderen. De enige optie is een herenovereenkomst onder de clubs, waarbij ze beloven elkaars talenten niet te benaderen. Inhalige ouders en op geld beluste jeugdmakelaars ontspringen dan nog steeds de dans. Bovendien worden onze eersteklassers niet bevolkt door heren.

Column Sportlente/zomer 2024 in De Morgen van maandag 29 april 2024

Sportlente/zomer 2024

Eind deze week beginnen we aan wat de heetste sportlente en -zomer ooit kan worden, tenzij alles tegenslaat. Wat dan? De comeback van corona. Bijvoorbeeld. Nog: een massale vulkaanuitbarsting die de helft van de wereld thuis houdt. Of alle topatleten die één na één worden geveld door een mysterieus blessurevirus. De oorlog in Oekraïne, als die escaleert zijn we ook nog niet thuis.

Neen, laten we er gemakshalve en voor de gemoedsrust van uitgaan dat er niet te veel misloopt, dat we de mooiste vier sportmaanden van deze 21ste eeuw voorgeschoteld krijgen.

Tenzij de occasionele blessure/val/misser/blunder. Een plotse twistie zou ook kunnen, weten we sinds Tokio.

Kijkt u even mee wat u allemaal mag verwachten. Heel uitzonderlijk voor deze rubriek worden ook voorspellingen geformuleerd. In augustus kunnen we deze bijdrage dan evalueren, desgevallend naar de prullenmand verwijzen of de status van geniaal toekennen.

1. Giro d’Italia

Zaterdag gaan ze van start. De Giro is al het eerste event dat min of meer is getroffen door calamiteit. Althans vanuit Belgisch oogpunt, want de kans is klein dat Pinco Pallino (Jan met de pet in het Italiaans) wakker ligt van de afwezigheid van Wout van Aert, tenzij Pinco heel wat van koers kent.

Wie zal die Giro winnen? Laten we, omwille van wat nog moet komen, hopen op Tadej Pogacar, en dat hij minstens wacht tot etappe acht naar Prati di Tivo om de zooi op achterstand te rijden. Maar vooral dat hij niet valt en zijn hele zomer om zeep helpt.

Voorspelling: ‘Pogi’ wint.

2. Champions’ play-offs

Het is spannend in ons nationaal voetbal. Wie het zal halen? Iedereen is het gegund, Union misschien nog het meest. Oké, het heeft een buitenlandse eigenaar uit de gokbusiness, maar die Tony Bloom lijkt het goed voor te hebben met Union.

Als het Union niet wordt, dan is het Club Brugge gegund, meer dan Anderlecht dat aan een geldinfuus hangt en daar nog wel voor zal boeten. Club is toch de best geleide en best voetballende ploeg van het land, als ze tenminste aan het voetballen gaan. Een bijkomende reden om het Club te gunnen is dat het gezeur over de drukke play-offs dan zal verstommen. De enige reden om het Club niet te gunnen is Bart Verhaeghe, met ruime voorsprong de engste mens in het Belgische voetbal.

Voorspelling: Club kampioen.

3. Champions League-finale

De topkandidaten zijn Real Madrid en PSG. De underdogs zijn Borussia Dortmund en Bayern München.

Voorspelling: een sympathy vote voor Bayern.

4. Euro 2024

Wat doen de Rode Duivels? Welnu, simpel: het kan vriezen en het kan dooien. Eerste ronde eruit kan, maar is weinig waarschijnlijk. Europees kampioen kan ook. Er is meer talent dan ooit, behalve achterin en daar komt weleens een bal.

Een finale Duitsland-Nederland zou mooi zijn, net als in 1988, met Nederland weer als winnaar, maar nogal wat andere landen zijn beter aan het voetballen dan die twee. Een finale Frankrijk-Engeland is de logica.

Voorspelling: Frankrijk Europees kampioen.

5. Tour de France

Het peloton zal divers zijn. Niet eens een handvol renners die denken te kunnen winnen, Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard op kop, als die laatste tenminste is hersteld van zijn wekenlange hospitalisatie. Egan Bernal heeft ook nieuwe moed, maar verder?

Een ander deel renners zal proberen om een rit te winnen en op te vallen. Nog een aantal renners zal gaandeweg de Tour gebruiken om kilometers te vreten met het oog op de olympische wegrit en wellicht de laatste zware Tour-week aan zich voorbij laten gaan.

Als Wout van Aert in de Tour start, zal hij tot die laatste categorie behoren, maar zal hij evengoed op ritwinst mikken. In welk segment Remco Evenpoel thuishoort, is niet duidelijk. het godenkind van Schepdaal wil in de Tour kijken waar zijn ambities in de toekomst zullen stranden. Of niet.

Als hij goed voorbereid aan de start komt, kan hij zelfs meedoen voor het podium en met wat geluk voor winst. In alle andere gevallen zullen ze met hem rekening moeten houden. Disruptie is met hem nooit veraf. Als hij maar zijn Spelen niet hypothekeert.

Voorspelling: Pogacar wint zijn derde Tour.

6. Olympische Spelen

Voorspelling: het wordt een zootje. Frankrijk ontgoochelt, de VS domineren als nooit tevoren. België haalt geen zeven medailles. Wout van Aert klopt wel Mathieu van der Poel voor een medaille, wellicht voor goud.

Wat een mooie lente en zomer in het verschiet, niet? En dan hebben we het nog niet eens gehad over Roland Garros, Wimbledon en het WK softbal.

Column Dopingvaticaan in De Morgen van zaterdag 27 april 2024

Dopingvaticaan

Het is vandaag meer dan ooit het Westen tegen het Oosten. De nieuwe koude sportoorlog is niet aanstaande, hij is al een tijdje begonnen.

De nieuwste rel is een week oud en blijft de internationale sportgemoederen beroeren. De hamvraag? Zijn de Chinese zwemmers in 2021 terecht vrijuit gegaan voor een positieve plas op TMZ of trimetazidine, een middel voor hartlijders?

Drieëntwintig Chinese zwemmers hebben in juni 2021 bij een preolympische competitie een positieve plas afgeleverd, allemaal op TMZ. Die competitie vond plaats in Shijiazhuang, dus op Chinese bodem, en de controle werd afgenomen door het Chinese antidopingagentschap Chinada, dat de positieve resultaten heeft doorgemeld aan het wereldantidopingagentschap WADA.

Uiteindelijk nam WADA vrede met de uitleg van Chinada, en die luidde dat alles erop wees dat het om een vorm van contaminatie ging. De gevonden hoeveelheden waren extreem laag en fluctueerden van dag tot dag.

WADA kon niet naar China afreizen omwille van covid-reisbeperkingen en de uitgestelde Olympische Spelen van Tokio kwamen er snel aan. WADA aanvaardde de uitleg van Chinada en besloot niet te vervolgen. Zaak geklasseerd. Dacht men.

Tot bijna drie jaar later iemand bij WADA meende te moeten lekken naar de Duitse zender ARD, waarop die de vrienden van The New York Times mee in het bad trok en die twee brachten afgelopen weekend het verhaal van wat nu sinds een week de WADA-China-cover-up of het WADA-China-complot heet.

Inmiddels weet men dat 13 van de 23 positief geteste zwemmers hebben deelgenomen aan de Spelen van Tokio en dat ze samen vijf medailles hebben gewonnen, waaronder drie gouden. China eindigde toen als vierde land met zes zwemmedailles.

De reactie liet niet op zich wachten. Zwemmers uit de VS schreeuwden het uit dat ze waren bedrogen, een Brit vroeg om een levenslange straf, de Duitse minister van Sport vroeg een onderzoek en Travis Tygart, de baas van het Amerikaanse antidopingagentschap, zag zijn kans schoon om WADA aan de schandpaal te nagelen.

Waarop WADA dan weer dreigde met een rechtszaak en het openbaar maken van eerdere contaminatiegevallen die in het voordeel van Amerikaanse atleten waren geklasseerd. Zoals die ene vreemde TMZ-case van een Amerikaanse atlete die nog nooit haar land had verlaten, maar positief was op een middel dat alleen in Oost-Europa wordt gebruikt. Voorlopige uitkomst: het is Oost tegen West. Wie we nog niet hebben gehoord in kamp-Oost zijn de Russen. Die vragen zich nu af waarom WADA strenger was voor hen dan voor de Chinezen.

TMZ is het middel waarop de Russisch kunstschaatsster Kamila Valijeva in de aanloop naar de Winterspelen in 2022 werd betrapt en voor wie ook het argument contaminatie (haar opa nam dat middel enzovoort) werd aangevoerd. Dat werd niet aanvaard. Valijeva zit momenteel een vierjarige straf uit.

Er zijn er wel meer, ook in het Westen, die vinden dat Valijeva toen de prijs betaalde voor het Russische pariastatuut ten gevolge van de vele dopingschandalen. Volgens specialisten is het fysiologische onzin om TMZ in sporten als kunstschaatsen en zwemmen als doping te beschouwen.

Positief is dat het de verbranding van glucose zou bevorderen boven die van vetzuren, althans bij wie last heeft van een slecht pompend hart of van angina pectoris (hartbeklemming). Of dat ook helpt bij gezonde mensen, en zeker bij disciplines die door de aard van de inspanning zo al een beroep doen op maximale glucoseverbranding, is altijd al betwijfeld.

Bovendien zitten de sporters niet te wachten op de meest voorkomende bijwerkingen zoals spierstijfheid, beven en trage bewegingen. Doping moet logisch zijn inzake substantie, werking en timing, en als die drie elementen afwezig zijn en bovendien de gevonden hoeveelheden uiterst laag, dan is de kans erg groot dat het om contaminatie via supplementen gaat.

De beslissing van WADA om destijds de Chinese uitleg te aanvaarden en niet te vervolgen kun je kwalificeren als schuldig verzuim, maar evengoed als moedig. Tegelijk is ze niet helemaal consequent. In België heeft veldrijder Toon Aerts net twee jaar uitgezeten voor een product dat onvrijwillig in zijn urine is terechtgekomen. Wielrenster Shari Bossuyt is net begonnen aan haar twee jaar voor hetzelfde product, waarvan de controlerende instantie en sportbond toegeven dat het om contaminatie gaat.

Het kan natuurlijk niet dat je zwaarder wordt gestraft omdat de ene bond (UCI) en het ene land (Frankrijk) heiliger willen zijn dan de dopingpauzen door een strakke toepassing van de reglementen terwijl het doping-Vaticaan, WADA, wel afwijkt van de strikte aansprakelijkheid.

Column Historisch abnormaal in De Morgen van zaterdag 20 april 2024

Historisch abnormaal

Sportverslaggeving hangt aan elkaar van overdrijvingen. Een sporter die al of niet toevallig iets speciaals presteert, is al snel een fenomeen, een goede prestatie wordt wereldklasse of – nog erger – historisch. Deze week werd de kwalificatie van Club Brugge voor de halve finales van de Conference League als historisch bestempeld.

Hulde aan Club Brugge, dat wel. Het heeft in twee wedstrijden op een zeer overtuigende manier PAOK Saloniki opzijgezet. 1-0 thuis en 0-2 ginds, dat was een heel sterke prestatie, zeker gezien het giftige sfeertje dat was ontstaan nadat een stel Griekse heethoofden door Brugse waterkanonnen was afgekoeld in de heenwedstrijd.

Ook, en niet het minst, omdat Club in de heenwedstrijd zichzelf niet genoeg had beloond, onder meer door een strafschop te missen en andere kansen de nek om te wringen, in de eerste plaats door Igor Thiago. Wat zullen ze blij zijn in Westkapelle dat ze die al voor 37 miljoen euro hebben verkocht. Zijn vervanger Ferran Jutglà kreeg eergisteren twee kansen en het stond 0-2.

Maar goed, historisch, daar hadden we het over. Club Brugge, de club met de grootste omzet en de beste spelerskern van de Belgische competitie, die weliswaar misschien geen kampioen zal worden omdat ze te laat van trainer wisselde, heeft het gehaald van de leider in de Griekse competitie. Anders gesteld: de tiende voetbaleconomie van Europa heeft het gehaald van de negentiende voetbaleconomie van Europa.

Moeten we dat niet eerder als normaal bestempelen dan als historisch? Een blik op de geschiedenis verdient daarom nog niet het predikaat historisch en die blik leert dat Club de eerste Belgische ploeg is in 31 jaar die tot de halve finales van een Europese beker doorstoot. Moeten we dat niet eerder als abnormaal bestempelen dan als historisch? Of historisch abnormaal dat het zo lang heeft geduurd voor er een opvolger van Antwerp FC werd gevonden?

Moeten we het ook niet een beetje normaal vinden – en dus evenmin historisch – dat de tiende voetbaleconomie van Europa er eindelijk een keertje in slaagt om drie jaar na de creatie van een Europese derde klasse een team bij de laatste vier te krijgen?

Ten slotte: is het niet normaal dat Club Brugge erin slaagt om in de poule met Lugano uit Zwitserland, Bodø/Glimt uit Noorwegen en (het toen zieltogende) Besiktas uit Turkije bovenaan te eindigen, waarna het in de achtste finales de maat kon nemen van Molde FK, ook uit Noorwegen? En vervolgens eergisteren van PAOK Saloniki?

De kwalificatie van Club vorig seizoen voor de achtste finales van de Champions League, in een groep met FC Porto, Bayer Leverkusen (nu kampioen) en Atlético Madrid, dat was eventueel historisch te noemen. Zoals ook de zeven goals die ze daarna tegen Benfica om de oren kregen, maar dat is een ander verhaal.

Overigens is de prestatie van Antwerp in 1992-’93 nog steeds iets hoger in te schatten en niet alleen omdat het team het ook tot de finale schopte. Het verloor van Parma, dat jaar derde in de Serie A, met 3-1. Antwerp kwam uit in de Beker der Bekerwinnaars. Dat was toen de Europese tweede klasse A, daarnaast was er nog een tweede klasse B, de UEFA Cup.

De Conference League is vandaag de Europese kneusjesliga waarin negen keer minder geld te verdienen valt dan in de Champions League en waarin de gebuisden van de grote competities kat en muis spelen met de betere teams van de kleinere competities. Gelukkig is dit voetbal en wint heel af en toe de muis.

De muis Club Brugge moet nu in de halve finales tegen de grote Italiaanse kat Fiorentina, momenteel tiende in de Serie A, en als het dat overleeft wellicht tegen de nog grotere kat Aston Villa, vierde in de Premier League.

De Brugse voorzitter Bart Verhaeghe opperde meteen dat de competitie nu maar moet wijken voor zijn belangen. Club Brugge vraagt uitstel van zijn competitiewedstrijden voorafgaand aan de halve finales. In een door Euro 2024 erg dwingende kalender is dat een kansloze missie.

Daar heeft Verhaeghe inmiddels een patent op. Denk aan Uplace, het Club-stadion en zijn niet-aflatende kruistocht tegen de play-offs. Verhaeghe wil geen play-offs meer omdat hij vindt dat die belangrijke wedstrijden interfereren met de eindfase van de Europese competities. Hij vergeet daarbij het opzet van competities en bekers: spanning tot aan het einde, waardoor die hoogtepunten altijd en in alle sporten samenvallen.

Conclusie: laat Verhaeghe uitrazen, stuur een bloemetje naar Westkapelle omdat hij zo goed voor de Belgische coëfficiënt heeft gezorgd en laat het daarbij.

Column Bach en Co(e) in De Morgen van maandag 16 april 2024

Bach en Co(e)

Oneindig veel belangrijker dan het speelveld van de sport – het is toch altijd hetzelfde met dat winnen, verliezen, gelijkspelen, records… – is het politieke schaken in de coulissen van de sport. Van die allesbehalve achterhoedegevechten hebben we deze week weer een sterk staaltje gezien door de voorzitter van World Athletics.

Dat is de Brit Sebastian – Seb voor de vrienden – Coe, meervoudig goudenmedaillewinnaar (1.500 meter, Moskou 1980 en Los Angeles 1984). Na zijn voorbeeldige sportcarrière is hij met volle overgave in het politieke leven gestapt, organiseerde tussendoor de succesvolle London Olympics van 2012 en trok nadien de corrupte internationale atletiekbond uit het drijfzand.

Vorige week gaf hij een schot voor de boeg als voorzitter van de belangrijkste olympische sportbond: World Athletics zal de 48 winnaars van de gouden atletiekmedailles in Parijs 50.000 dollar premie uitkeren.

Dat is een primeur voor de Olympische Spelen, althans de moderne versie. In de antieke oudheid kregen de winnaars in Olympia een lauwerkrans op het hoofd en prijzen in natura. Twee en drie bestonden niet en van een olympisch diploma voor de eerste acht was al helemaal geen sprake.

Van 50.000 dollar per gouden medaille zal World Athletics niet failliet gaan. Dat kost hen in totaal 2,4 miljoen dollar. Voor de laatste olympiade tussen Rio 2016 en Tokio 2021 kregen ze 40 miljoen vanuit de olympische pot gestort. Voor de huidige olympiade zal dat in de buurt van de 45 miljoen liggen. Daarnaast hebben ze nog eigen inkomsten.

Coe heeft al gezegd dat hij voor Los Angeles ook zilver en brons wil vergoeden. Wellicht is hij dan niet meer aan zet want in 2027 zou hij moeten aftreden na drie termijnen van vier jaar, met de nadruk op ‘zou’.

De hele rest van de olympische beweging schrok zich een hoedje, niet het minst het Internationaal Olympisch Comité (IOC) dat vierjaarlijks 590 miljoen dollar van zijn inkomsten doorstort naar de olympische zomerbonden. Ter bevordering van de sporten, zo was altijd de bedoeling, en niet om aan atleten uit te delen.

“Neen, ik heb niet overlegd met de andere bonden,” gaf Coe nog mee, “wij doen gewoon wat wij goed vinden en wij vinden dat we mee moeten met de veranderende tijden.” Waarmee hij impliciet aangaf dat de rest van de olympische wereld (en dan in de eerste plaats het IOC) niet mee is met zijn tijd.

Coe kan zich dat permitteren. Zijn machtsbasis is het atletiek. Ooit werd hij getipt als de opvolger van Jacques Rogge, maar hij was toen nog niet eens lid van het IOC. Hoewel hij al in 2004 op het vinkentouw zat als gezicht van de bid voor Londen 2012 en later als organisator en voorzitter van het Britse olympisch comité werd hij pas IOC-lid in 2020.

Dat was rijkelijk laat en tactisch niet toevallig van de huidige IOC-voorzitter Thomas Bach, die kort na zijn aantreden in conflict kwam met zijn voormalige vriend. Nadat was gebleken dat de Russen al jaren bedrog pleegden bij de dopingbestrijding pakte Coe in het atletiek Rusland veel harder aan dan het IOC en won hij de populariteitscontest.

Coe wordt dit jaar 68 en de leeftijdslimiet waarbij IOC-leden verplicht moeten afhaken ligt bij 70. Daar kan in het geval van een voorzitter van worden afgeweken, maar voorzitter worden vanuit een gewoon IOC-lidmaatschap is nooit eerder vertoond. Alle verkozen voorzitters hadden op het moment van hun kroning een zitje in de executive board of waren zelfs ondervoorzitter. Daar is Coe vooralsnog niet geraakt.

De (Angelsaksische) lobby die Coe graag sportpaus zag worden, heeft het niet gehaald, zoveel is duidelijk. In dat kader moet je zijn genereuze geste aan de atleten zien. Dat hele sportpolitieke gedoe speelt zich ook af tegen de achtergrond van wat in 2025 staat te gebeuren. Normaal moet IOC-voorzitter Bach dan na twaalf jaar de fakkel doorgeven, maar hij wil wat graag een extra vier jaar.

Daarna wil hij zijn legacy versterken door actief een vrouw als IOC-voorzitter te promoten. Kirsty Coventry draagt zijn voorkeur weg. Een vrouw, Afrikaanse (uit Zimbabwe), lid van het executief en net zoals hij olympisch kampioen. Voor die extra vier jaar van Bach zou het Olympisch Handvest even moeten wijken, maar daar is nog al van afgeweken.

Vanuit België moeten we daar alvast niet tegen protesteren. Bachs grote voorbeeld Juan Antonio Samaranch haalde in 1997 dat kunstje van vier jaar extra uit omdat hij zijn gedroomde opvolger (Rogge) nog niet op de polepositie voor het voorzitterschap had gekregen. Met het gekende succes.

Column Supervoetbal in De Morgen van zaterdag 13 april 2024

Supervoetbal

Wat was me dat, dinsdag- en woensdagavond? Die Champions League! Real Madrid tegen Manchester City: 3-3. Paris Saint-Germain tegen Barcelona: 2-3. Die snelheid, die skills, die tactische omzettingen, die wissels, die goals, dat spektakel kortom.

Voor Real-City op dinsdag moest je nog op zoek naar RTL Club, omdat die van VTM maar geld hadden voor halve rechten, en als dat niet de reden is zullen ze het wel laten weten. Goed, voortaan mag dat RTL Club mee op de lijst met favoriete zenders.

Op woensdag zat het Europese topvoetbal weer gewoon op het tweede kanaal van VTM. Op RTL was het commentaar in het Frans, op VTM 2 was Aster Nzeyimana maar een halve wedstrijd te horen. Die zal zijn kas hebben opgevreten, maar de storing stoorde niet. Zelfs zonder commentaar waren die twee keer honderd minuten van de beste sport die dit jaar op televisie te zien was.

Hier wil je elke week naar kijken. Het contrast met zondag, met Club Brugge-Anderlecht (veel goede wil en intensiteit, maar evenveel geknoei) en aansluitend het compleet oninteressante Westerlo-AA Gent was gigantisch. Dat heet niveauverschil en daar zijn goede, vooral economische redenen voor.

Voetbal is niet de enige sector die te maken heeft met economische wetmatigheden, maar voor wat je betaalt in de McDonald’s kun je vooralsnog niet in een sterrenrestaurant terecht. In het voetbal wel. Meer zelfs, voor de McDonald’s van het voetbal, onze pintjesliga, betaal je extra. Voor het Europese driesterrenvoetbalmenu dat midweeks wordt geserveerd volstaat het kabelabonnement, als je dat al zou nemen, want gratis streamen kan ook.

Oké, je kon voor Real-City ook betalen bij Proximus en dan kreeg je Nederlandstalig commentaar van Peter Vandenbempt en Gert Verheyen. Geen idee of dat ook kan als telenetter, maar nog eens 19 euro per maand, ook al is het commentaarduo top, is van het goede te veel.

Verheyen had daags na de wedstrijd een interessante opmerking. “Ik denk dat we gisteravond een voorsmaakje hebben gekregen van waar die grote clubs naartoe willen als ze over een Super League spreken. Dit is het voetbal van de toekomst, op het allerhoogste niveau.

“In zo’n decor, het dak gesloten, is dat een totaalspektakel. Je weet op voorhand dat de artiesten je zullen soigneren. Dat is hoe de topclubs de toekomst zien. En na gisteren kun je hen eigenlijk geen ongelijk geven.”

Eindelijk iemand met voetbalroots die het licht heeft gezien. Er is geen enkele reden, behalve achterhaalde traditie en romantiek, waarom die Super League er niet zou mogen komen. Ook een halve Super League zal dan niet meer op VTM te zien zijn, maar voor dat superspektakel mag je flink meer geld vragen dan nu het geval is.

Televisierechten voor een Super League zouden drie keer meer waard zijn dan de 2,6 miljard euro die de Champions League nu genereert. Als de Premier League al de helft meer televisierechten kan ophalen dan de UEFA, dan is 8 miljard in overeenstemming met de televisierechten die voor de Amerikaanse profsporten worden betaald.

Met toevoeging van enkele Amerikaanse teams kan de Super League de eerste echte wereldwijde teamcompetitie worden. Met die teams erbij kun je in de lucratieve Amerikaanse markt inbreken en een veelvoud van de huidige Amerikaanse voetbalrechten (NBC betaalt 450 miljoen euro voor de Premier League) verdienen.

Twee jaar geleden werd het idee van een Super League gelanceerd. Zelden is in Europa zoveel archaïsche en protectionistische prietpraat verkocht als toen. De Super League komt er. Ooit. De vraag is niet of ze er komt, maar wanneer. Of ze gesloten dan wel open zal zijn, is een al even achterhaald verhaal. Zonder een superliga af te sluiten op economische en in te delen op geografische gronden kun je de infrastructurele voorwaarden zo formuleren dat alleen toplocaties met topteams in aanmerking komen.

Een quasi gesloten supercompetitie met vooraf gegarandeerde superinkomsten die nauwelijks afhangen van de prestaties kan het spektakel alleen maar ten goede komen. Dat zien we nu al in de Champions League. Nog voor in september de eerste bal rolt weten de deelnemende teams zich al voor 65 procent van hun inkomsten verzekerd.

In de Amerikaanse profsporten levert een titel, laat staan de eindstand, de ploegen geen extra inkomsten op. Toch plooien de basketbalspelers van de NBA zich straks dubbel in de play-offs omdat de successen afstralen op hun extrasportieve inkomsten. Dat is de weg die het voetbal moet inslaan. Het Belgische voetbal zal van die Super League geen deel uitmaken. Niet de clubs, wel de betere spelers, en de consument natuurlijk.

Column Antireclame in De Morgen van maandag 8 april 2024

Antireclame

Eens in de zoveel tijd, je ontkomt er niet aan, moeten we het in deze rubriek over vrouwensport hebben. Na ampel overleg met de gestelde lichamen van deze krant gaat deze column over de Red Flames. Die hebben vrijdag gevoetbald tegen Spanje en moeten morgen tegen Denemarken.

Eerst wat eerder verschenen proza ter contextualisering. Zoals: vrouwensport moet niet worden afgemeten aan een mannelijke meetlat. Ja, het is allemaal wat trager en minder krachtig, maar atletiek, zwemmen en veel andere sporten bewijzen dat competitie tussen gelijkwaardige tegenstanders best wel beklijvend kan zijn.

Of nog: vrouwenvoetbal heeft een probleem vergeleken met pakweg vrouwenvolleybal en vrouwenbasketbal en dat komt door het strikt mannelijke kader waarbinnen die sport wordt beoefend. Speel met andere ballen, andere doelen en op een kleiner veld en de vrouwenversie wordt heel wat aantrekkelijker.

Maar ook: elke vrouwelijke international in de sport moet (desnoods van overheidswege) een salaris krijgen om haar sport voltijds te kunnen beoefenen teneinde zich maximaal te kunnen ontwikkelen.

En: elke profclub in het voetbal zou een vrouwenafdeling moeten hebben, van jeugd tot eerste elftal, waarbij de speelsters van het eerste elftal hun sport professioneel kunnen beoefenen. Een club als KV Mechelen, die zijn vrouwenafdeling wil opdoeken waarna de vrouwen zelf een crowdfunding beginnen, heeft geen bestaansrecht op het hoogste niveau. (Dat laatste standpunt was hier nog niet verschenen, want het voorval is vrij recent.)

Ten slotte nog wat tegengas: het gelijkschakelen van inkomsten van topsportende vrouwen en mannen, dat klinkt mooi maar is economische onzin. Een degelijke basisvergoeding voor internationals, gelijk voor mannen en vrouwen, dat moet de basis zijn. Kevin De Bruyne moet niet meer krijgen van de KBVB voor een interland dan Tessa Wullaert. Wat daar bovenop komt (een hele hoop) is onderhevig aan de wet van vraag en aanbod. Topsport is nu eenmaal een industrie en in topsport is de man de maat der dingen.

Een voorbeeldje: wij hebben het in de media altijd over de lucratieve Amerikaanse WNBA, waar enkele van onze Belgische basketbalspeelsters hun strepen hebben verdiend of nog steeds verdienen. Strepen wel, maar geen groot geld; in Turkije verdien je al een pak meer. De WNBA wordt in leven gehouden door de grote NBA. Tel alle salarissen van alle WNBA-speelsters in alle twaalf WNBA-ploegen bij elkaar en je komt nog niet aan de helft van het salaris van de best betaalde basketballer, Steph Curry.

Finaal, de ultieme disclaimer: er is geen enkele mannelijke journalist die meer vrouwelijke topsportsters heeft geïnterviewd dan ondergetekende – ook voor de aanstaande Spelen staan meer vrouwen op het lijstje dan mannen – en mijn vrouw is voormalig volleybalinternational. Dus neen, ik ben niet misogyn, maar ik ken na al die jaren in dit vak wel iets van (vrouwen)sport.

U hebt het grotere plaatje? Oké dan, tijd voor de crux: wat zaten die Red Flames afgelopen vrijdag op dat eerste VRT-net te doen? Dat ze op televisie komen, goed zo. Elke interland (mannen en vrouwen) moet op televisie, maar mag niveau nog een beetje een criterium zijn?

Vrijdag, tegen Spanje, ook gekeken? Het was beschamend, zoals eerder in en tegen Nederland (4-0) en zowat elke keer toen het er echt om ging. Zeven goals tegen krijgen thuis, het zou genoeg moeten zijn om aan de middenstip onder het gras te kruipen en zo de kleedkamer op te zoeken.

Het ergste is nog dat de Red Flames laffer voetballen dan de allerlafste Rode Duivels van de jaren zeventig en tachtig: met zijn allen achteraan, de boel dichtmetselen en hopen op een zeldzame uitbraak van Wullaert. Hoe vaak zal die klasbak al niet hebben gedacht: was ik maar honderd kilometer meer naar het noorden geboren?

Jawel, de Flames hebben een keertje Nederland geklopt en ook een keertje Engeland, maar dat komt omdat vrouwenvoetbal zo mogelijk nog oneerlijker is dan mannenvoetbal. In die wedstrijden zijn onze waakvlammetjes er ook niet aan te pas gekomen. Meer dan twintig schoten op doel moeten toestaan en nooit 30 procent balbezit. Tegen Spanje zaten ze dichter bij de 20 procent en stonden ze in een schietkraam.

Dat kan gebeuren, dat heet niveauverschil, maar hoe moeten die hockeysters, volleybalspeelsters en basketbalspeelsters zich voelen? De Red Flames mogen op VRT 1 in primetime antireclame maken voor hun sport en voor zichzelf, maar wie wel de wereldtop het vuur aan de schenen legt of er zelfs gewoon van wint wordt geregeld naar het onvindbare Ketnet of de Sporza-site verbannen.