Voetbalreformatie
Wat een prachtige en spannende voetbalcompetitie hebben wij toch, geef nu toe: de laatste speeldag in de nationale voetbalcompetitie was de enige die er niet meer toe deed. Alles is al geweten: wie kampioen speelt, wie degradeert, wie waar een Europees ticket heeft gepakt. Nog twee dingetjes moesten we uitklaren: werd KV Mechelen 200.000 euro rijker door de zevende plek te pakken (neen) en was Club Brugge ook zonder halvering van de punten kampioen geworden?
Op de tweede vraag zal de jury het antwoord in beraad moeten houden. De laatste speeldag ging nergens meer over en de uitslagen stellen niets voor. We zullen het nooit weten, maar ga er maar van uit dat de halvering van de punten – van zes naar drie punten voorsprong – bij Union tussen de oren is gaan zitten. En ook bij Club Brugge, in positieve zin dan.
Zo spectaculair als in 2013-14 toen Standard een tienpuntenvoorsprong zag gehalveerd en na tien play-offwedstrijden omgezet in twee punten achterstand op Anderlecht, neen, zo ging het er deze jaargang niet aan toe. Aantijgingen over omkoping zoals toen vallen ook niet te verwachten.
Club heeft nu één keer een titel verloren na de reguliere competitie als eerste te zijn geëindigd – in 2014-15 toen AA Gent in de eindronde nog over hen wipte – en dit jaar heeft het een titel gewonnen toen het tweede was na 34 speeldagen. Over die halvering van de punten moet bij de aanstaande competitiehervorming niet meer worden gezeurd. Dit is sport in zijn puurste vorm, voetbal als toevalssport in zijn essentie: you win some, you lose some.
Jawel, competitiehervorming, in het voetbal, had u dat niet meegekregen? Of kan het u niet meer schelen na vijftien voorstellen in vijftien jaar? Of we nu met zestien en zes in de play-offs, dan wel achttien en vier in de play-offs voetballen?
Op tafel woensdag bij de besprekingen lag de meest ingrijpende hervorming ooit. Nog twee seizoenen met achttien ploegen in 1A, daarna naar zestien ploegen, dus minstens drie zakkers in 2024-25, en in 2025-26 nog eens drie zakkers om te komen tot een 1A van twaalf ploegen. Uiteindelijk wil men landen bij drie reeksen van twaalf ploegen. Drie, u leest het goed, dus 36 ploegen die ambitie mogen koesteren om ooit bij die eerste twaalf te komen.
Drie keer twaalf ploegen lijkt de klassieke vergissing die de politiek vaak maakt: het compromis opzoeken om het compromis. Er is dan ook een politicus CEO van de Profliga geworden. In België is plaats voor twaalf volwaardige profploegen met voldoende budget, gegarandeerde omzet en bijpassende huisvesting om een amusementsproduct aan te bieden dat de naam profvoetbal verdient. Dat zal niet overal even goed lukken, maar daarvoor dient dan de solidariteit onder de clubs.
Een 1B van nog eens twaalf ploegen is op zich nog te verantwoorden, maar waar die 1C met nog eens twaalf ploegen vandaan komt, het is een groot mysterie. Of misschien niet helemaal, want men zou 1B en 1C aanvullen met de U23-ploegen van de grote clubs. Voor dat voorstel heeft Twenty First Group een factuur mogen sturen.
Groundbreaking Sports Intelligence…Driving sporting success and unlocking commercial value…Shaping the future of sport, zo staat op de website van de in Londen gevestigde firma. Een veel goedkoper en logischer voorstel, dat er min of meer op lijkt, maar afklopt bij twee keer twaalf ploegen, komt gratis van Kris Verbert. Die kent u vast niet, of misschien wel als u al heeft gehoord over die zaalvoetbalcompetitie waarin zonder scheidsrechters wordt gespeeld en waarin de ploegen elkaar na elke wedstrijd quoteren op sportiviteit.
Verbert is de oprichter ervan. Zijn bond heeft 907 aangesloten clubs en bijna veertienduizend leden en hij heeft bij wijze van service aan het voetbal gratis nagedacht over het format. Twee keer twaalf ploegen en de belofteteams in de lagere reeksen, zonder kans op promotie naar 1B. En ook: 1A en 1B heten straks weer gewoon eerste en tweede klasse. Niet te ingewikkeld maken, is de mantra van Verbert en hij heeft nog gelijk ook.
Net zoals de echte Reformatie zal ook deze voetbalreformatie niet zonder slag of stoot verlopen. De kleine clubs die vrezen niet bij de beste twaalf te kunnen eindigen zullen de voorstellen proberen blokkeren en zullen daarmee de toorn van de grote clubs opwekken. Die hebben maar één pasmunt om hun slag thuis te halen: een eerlijkere herverdeling van de tv-gelden. Elke verhoging van het Belgische televisiecontract deze eeuw is grotendeels in de zakken van de vijf grote clubs beland. Het Belgische profvoetbal heeft daarmee samen met Nederland zowat de minst solidaire verdeelsleutel van heel West-Europa. Alleen als de grote clubs ook de kleintjes willen laten meedelen, maakt welke hervorming dan ook een kans.