Verhaal Vanhaezebrouck in De Morgen van 17 jan 2014

‘Ik heb meer driehoekjes dan Cruijff’

Van zijn zesde op de bank, vanaf zijn zestiende libero of centrale verdediger en organisator van het elftal. ‘Ik was geen verdediger om de kunst van het verdedigen. De opbouw, daar ging het mij om.’ Voor de clash op Moeskroen geeft Hein Vanhaezebrouck (50), de meest aanvallende trainer van België, een masterclass.

De wedstrijd was laat op een zondagavond en omdat de dag nadien nationaal werd gestaakt, was het verslag in de kranten summier, áls ze het al in de krant hadden. De dag van de staking was er ook geen Extra Time om het nog eens onder de aandacht te brengen. Maar wie die avond in het stadion was of toevallig op de betaalzender keek, zal het zich zijn leven lang herinneren. Op zondag 7 december 2014 gaf AA Gent een onwaarschijnlijke voetballes aan KRC Genk.

Die negentig minuten in de Ghelamco Arena speelde AA Gent het Voetbal volgens Hein Vanhaezebrouck. Analisten en journalisten waren het achteraf voor één keer roerend met elkaar eens: du jamais vu in België. Zijn minzame tegenstander-coach Alex McLeish was in de perszaal kort van stof: “Nooit in mijn trainersloopbaan is mijn team zo weggespeeld als vanavond.”

Maar voetbal is het spel van weinig goals en hoewel die avond Gent meer dan twintig doelrijpe kansen afdwong, scoorde het nul keer. Nul, zoals in 0-0, en daarom is Hein Vanhaezebrouck die wedstrijd al vergeten. Andere wedstrijden koestert hij wel. “KV Kortrijk thuis tegen Club Brugge vorig jaar blijft mij nog meer bij. Dat was ook een wedstrijd die je helemaal controleert en waarbij je ze meteen bij de keel grijpt: 4-1 was het resultaat.”

Balbezit is het eerste grote beginsel van het voetbal volgens Vanhaezebrouck. Soms zit zijn team aan 70 procent, het eerste half uur op Kortrijk zelfs 75 procent. “We willen de bal én we willen hem zo snel mogelijk afpakken van de tegenstander. Dat betekent: hoog druk zetten, op de helft van de tegenstander. Als we de bal eenmaal hebben, willen we er iets goeds mee doen. Kan het snel, via een strakke inspeelpass? Prima. Kan het niet, dan kiezen we voor geduld in onze opbouw. De bal willen, betekent niet dat je hem altijd hebt. Wij moeten ook soms terug en dus moeten we ook omschakeling kunnen spelen.”

Aan zijn spelerscarrière kan het niet liggen dat Hein Vanhaezebrouck zo compromisloos over voetbal denkt. Eerst als libero en later als centrale verdediger speelde hij in Harelbeke en in Lokeren, niet bepaald wereldploegen en ook niet dominant. Dat laatste wil hij nuanceren, een van de specialiteiten van het huis Vanhaezebrouck.

“Met Harelbeke in de top vijf en met Lokeren lang aan de leiding gestaan: zo middelmatig was dat toch niet? Ook bij die ploegen probeerde ik dominant te voetballen. Ik was geen verdediger om de kunst van het verdedigen en ik was zeker geen mandekker. De opbouw, daar ging het om.”

Bij Lokeren had hij Georges Leekens als trainer. Die herinnert zich nog hoe hij hem recycleerde. “Als Hein eerlijk is, zal hij toegeven dat hij op zijn laatste benen liep. Het was allemaal wat trager en wat minder en op een dag zei ik hem dat er voor hem een plaats was als assistent, maar dat hij dan wel moest stoppen met spelen. Even later zat hij bij de staff. De eerstvolgende wedstrijden kon hij zijn mond niet houden. Hij coachte meer dan ik en dat moest ik niet. Daarom heb ik hem scout gemaakt, om hem uit onze dug out weg te halen (lacht). Dat hij een bevlogen trainer zou worden, daar twijfelde ik geen moment aan.”

Tikitaka

Teams waar Hein Vanhaezebrouck fan van was? Hij was van alle teams wel ooit eens fan. “Eerst was het Standard, dan Anderlecht en dan Club Brugge, zoals elk kind. Internationaal is FC Barcelona de ploeg die mij het meest heeft geïnspireerd, vanaf de periode Cruijff. Het Italiaanse voetbal beviel mij minder, tenzij dan AC Milan ten tijde van Rijkaard-Gullit-Van Basten en met Franco Baresi achterin. Wat de pure voetbalfilosofie betreft, ben ik vooral fan van het latere Barcelona, de periode Messi.

Zoals zij in balbezit spelen, zie ik heel veel dingen terug van hoe ik het ook zou willen. In Kortrijk speelde ik al van in tweede klasse met drie verdedigers. Toen Pep Guardiola naar Barcelona terugkeerde, zag ik hoe hij ook met drie verdedigers speelde, met Dani Alves op één flank volledig offensief en aan de andere kant Éric Abidal een beetje voorzichtiger en minder aanvallend. Dat deden wij ook.”

Waarop Vanhaezebrouck de onnavolgbare zin uitspreekt dat het spel van Barcelona vergelijkbaar was met dat van zijn tweedeklasser Kortrijk. De suggestie dat het andersom misschien iets bescheidener of zelfs logischer klinkt – Kortrijk vergelijkbaar met Barcelona – wuift hij weg.

“Ik kan het niet anders zeggen: wij waren eerder dan Guardiola. Dat ze het beter uitvoeren dan mijn ploegen, daar kan ik inkomen. Ik toon ook wel aan mijn groep beelden van hoe Messi, Xavi en Iniesta druk zetten. Althans vroeger, want ik heb de indruk dat Messi vaker stilstaat. Is er iets dat hem stoort of heeft hij het voldane gevoel van ‘ik zal wel voetballen als ik de bal heb’? Op hun top waren ze fenomenaal in de snelle recuperatie. Iedereen sprak over hun tikitaka-aanvalsspel, dat ook, maar hoe ze de bal terug in de ploeg kregen, dát was pas top.”

AA Gent probeert hetzelfde als Barcelona. Bal kwijt, betekent zo hoog mogelijk druk zetten. Dat moet met overleg, dus moet je daar op trainen. Er zijn verschillende manieren van druk zetten, leren we uit de masterclass. “Je kan superhoog druk zetten door de doelman te beletten een veldspeler aan te spelen, waardoor die moet uittrappen. Of je kan druk zetten zodat hij één speler wel kan aanspelen – niet toevallig de minst goede voetballer, die je in verlegenheid kan brengen als je hem vervolgens aanvalt. Zo maak je keuzes die afhangen van de gebreken van de tegenstander. Het meeste heb ik al aangegeven voor de wedstrijd en langs de kant moet ik ze alleen nog wat pushen.”

Sterkste groep ooit

Zoals elke goede filosofie verandert ook voetbalfilosofie niet ten gronde, wel de accenten. Bij Vanhaezebrouck is gaandeweg meer de nadruk komen te liggen op het fysieke werk. Met hun drie trainingen per dag tijdens de winterstage in Oliva werkten de voetballers van Gent haast zoals wielrenners. Om fysiek klaar te zijn voor de slag om play-off I en om er in de duelkracht op vooruit te gaan. Te beginnen vanavond in Moeskroen.

“In Europa gaat het er de laatste jaren veel sneller, veel atletischer, veel fysieker aan toe. Er wordt nu zelfs negentig minuten lang aan een hoog tempo gespeeld zonder merkbaar verval. Wij in België dachten altijd dat we een land waren van veel mentaliteit, vechtlust en fysiek voetbal, maar tegen heel wat landen komen we er al lang niet meer aan te pas. Komt daar nog eens bij dat we bij Gent ons pressievoetbal niet kunnen spelen zonder die goede fysieke conditie. Ik ben verbaasd hoe ze deze stage weer hebben verteerd; geen sprake van dat wij in maart in elkaar klappen.”

Waarmee we bij de wetenschap zijn aanbeland. Ook die heeft haast ongemerkt haar intrede gedaan in het voetbal. Hoe vaak heeft u al horen spreken over maximale zuurstofopname of VO2max in verband met voetballers? Hein Vanhaezebrouck roemt zijn zware motoren.

“Zo’n sterke groep heb ik nog nooit gehad. We hebben inmiddels meer dan twintig spelers met een VO2max van boven de 60 (70 is de norm voor een profwielrenner en de toprenners zitten rond en boven de 80, HVDW). Bij Genk en Kortrijk had ik er acht of negen. Wij selecteren daarop, al telt talent natuurlijk ook. Ik weet niet wat onder de motorkap van Messi zit, maar mocht die maar een VO2max hebben van laag in de vijftig, ik zou hem nog opstellen.”

Als Belgische topclubs het al moeten stellen met de kruimels die Europa laat liggen, dan is het nog zwaarder voor een subtopper
als Gent om talent met groeipotentie aan te trekken. Zolang ze maar goed genoeg kunnen voetballen, dan wil Vanhaezebrouck het gevecht wel aangaan om hen beter te maken. “Dat is trouwens makkelijker met spelers die van zichzelf weten dat ze niet de grootste talenten zijn en die het moeten hebben van hard werk. De echte sterren hebben het allebei: talent en werklust. Ik was op Man United een paar jaar geleden en Rooney was in alle oefenvormen de beste. Idem voor Cristiano Ronaldo bij Real.”

De absolute top, daar ligt de lat wat Hein Vanhaezebrouck betreft. Hij mag dan al vijftig zijn, hij behoort tot de nieuwe generatie Belgische voetbaltrainers, van het slag dat zich niet bij voorbaat neerlegt bij de suprematie van het buitenland. België zag jaar na jaar Anderlecht afgaan in de Champions League en concludeerde daaruit: geen spek voor onze bek. Nergens voor nodig, vindt de coach van AA Gent.

“Nicosia heeft de tweede ronde gehaald. FC Basel ook. Twee voorbeelden van teams uit kleine voetballanden die niet op voorhand op de knieën gaan. Anderlecht is daar nu ook bij met hun prestaties tegen Arsenal, met dank aan een aantal jonge spelers die zich niks hebben aangetrokken van de statistieken uit het verleden, maar puur van hun eigen voetbalkwaliteiten uitgingen.”

5-3-2 of 4-3-3

Nu we de bal hebben en de conditie hebben aangepakt, moet er worden gescoord. Ook daar is een plan voor en dat lijkt evidenter
dan het in de realiteit is. Nogal wat vakbroeders van Vanhaezebrouck laten de aanval over aan de intuïtie. Dat vindt hij grote nonsens. “Opbouw kan je ook leren. Het begint bij de keeper. Ik wil niet dat die uittrapt, maar juist opbouwt via een verdediger. Daartoe moet de veldbezetting optimaal zijn. Er is één heilig principe: het veld moet zo breed en zo lang mogelijk worden gemaakt. Zo lang mogelijk heb je niet helemaal in de hand, zo breed mogelijk wel. Als de tegenstander je dan wil vastzetten, moet hij ruimte laten en zo ontstaan er mogelijkheden.”

Hij weet hoe hij zichzelf zou bespelen, maar: “Ik zou wel gek zijn om dat hier uit te leggen.” Week na week verbaast hij zich over dingen die hij ziet en dingen die niet gebeuren. “Al toen ik met Kortrijk in tweede klasse speelde, dacht ik: waarom laten ze dit toe? Voor elke tegenzet bedenk ik natuurlijk wel een andere tegenzet.”

Hein Vanhaezebrouck is de man van 3-5-2 en niet van 4-3-3, het adagium van Barcelona en volgens de grootmoefti van het balbezit Johan Cruijff dé veldbezetting die de meeste combinatie-driehoekjes toelaat. Niet volgens Vanhaezebrouck: (droog) “Ik heb meer driehoekjes dan Cruijff. Weet je wat mij nu al het hele jaar verbaast: hoe verdedigend de grote ploegen bij ons komen voetballen. Anderlecht, Standard, Genk, Lokeren, noem maar op: allemaal streng in de organisatie. En dan lees ik dat Lokeren goed heeft gespeeld en ons kon afstoppen. Ja, maar wel ten koste van hun spel.

“Idem voor Genk. Het werd 0-0 terwijl het 10-0 had kunnen zijn, maar men schreef dat Gent het verschil niet had kunnen maken tegen een zwak Genk. Had ook gekund: Super Gent speelt Genk weg, maar vergeet te scoren. En tegen Standard werd in Voetbalmagazine Igor de Camargo de man van de wedstrijd terwijl hij twee ballen had geraakt: één geschenk dat niemand zou missen in het begin en een balrecuperatie aan het eind. Van dat soort analyses word ik nog weleens slecht.”

Hij was zelf analist, haast exclusief voor het internationale voetbal. Sinds zijn overstap naar AA Gent is hij ermee gestopt. Te druk met Gent, te druk met een huis bouwen. “Ik heb het Europees voetbal verwaarloosd, maar als we het over collega’s uit de Europese top hebben, dan ben ik de laatste jaren nog meer onder de indruk geraakt van Guardiola. Die kwam bij Bayern München dat alles, maar werkelijk álles had gewonnen, en wat zei hij: neen, we gaan het helemaal anders doen. In een paar maanden speelde Bayern zoals zijn Barcelona en ze werden nóg beter. Grote klasse.

“Van een andere orde is wat Louis van Gaal deze zomer flikte met Nederland. Hij wist dat hij achterin en in het middenveld slecht bediend was inzake kwaliteit, terwijl hij voorin twee aparte talenten had met Van Persie en Robben. Dus speelde Van Gaal een secure 5-3-2. Zeer on-Hollands en het werkte. Het had zijn tijd nodig om de ploeg dat systeem eigen te maken en hij vloekte toen hij merkte dat hij al meteen in het begin van het toernooi aan de slag moest. ‘Ik had die week extra goed kunnen gebruiken om mijn ploeg op punt te zetten.’

“In België was het andersom: bij ons werd gevloekt omdat we als een van de laatste teams aan de slag moesten, want we zouden ons vervelen. Terwijl je in die extra week natuurlijk had kunnen trainen op het samenspelen van Hazard en De Bruyne. Of op stilstaande fasen, dat had ook gekund.”

 

Een gedachte over “Verhaal Vanhaezebrouck in De Morgen van 17 jan 2014

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s