De Lage Landen
Het zou een voorbode kunnen zijn voor de uitkomst van de Vuelta, of niet, maar we kunnen er niet omheen dat deze zomer de Belgen — op Lotte Kopecky na — het al te vaak hebben moeten afleggen tegen de Nederlanders.
Vers in het geheugen ligt natuurlijk de wereldtitel van Mathieu van der Poel, ten koste van Wout van Aert. Later op dat Super WK reden de Nederlanders Jan-Willem van Schip en Yoeri Havik de Belgen Robbe Ghys en Lindsay De Vylder zoek in de laatste fase van de ploegkoers. Resultaat: goud voor Nederland, vierde plek voor België.
De voorbije dagen stonden in het hockey de nationale elftallen van Nederland en België drie keer tegenover elkaar. Twee keer bij de vrouwen, één keer bij de mannen. Nederland-België werd 3-0. Eindafrekening: Nederland dubbel goud, België een zilveren en een bronzen medaille.
Confrontaties tussen de twee buurlanden leiden niet zelden tot wat animo. Meestal begint het met de Nederlanders die wat zeggen, want die zeggen altijd wat, waarop de Belgen overdreven reageren.
Of dat de insteek was van die eerste voorzet is niet helemaal duidelijk, maar het komt uiteindelijk er wel op neer dat Nederland met een psychologische voorsprong de strijd ingaat. In dit geval was dat de finale van het EK, nadat ze eerder al in de groepsfase België met 2-0 wandelen hadden gestuurd.
Eergisteren verscheen op de site van de Koninklijke Nederlandse hockeybond twee minuten na affluiten in de vrouwenfinale al een verslag. Nederland had overtuigend gewonnen met 3-1 en in de inleiding stond volgende zin: “Oranje schoot als een raket uit de startblokken en kwam binnen vijf minuten voor te staan met 2-0 tegen de Belgen, die hun spierballentaal van de afgelopen week niet in daden wisten om te zetten.”
Er was nooit sprake van spierballentaal aan onze kant, wel van onnozele opmerkingen zoals “Alle Hollanders zijn arrogant”, aldus Alix Gerniers. Nu hebben die Nederlandse vrouwen wel een air over zich en over een tiental jaar kunnen ze allemaal figureren in de remake van Gooische Vrouwen, maar misschien is Alix Gerniers, upper class Vlaamse Ardennen, de laatste die daar iets moet van zeggen.
Zelfbewustzijn wordt vaak verward met arrogantie. Overigens hadden die vrouwen niets gezegd, maar was het de coach Paul van Ass die de Belgen uit hun kot had gelokt met de melding dat ze te veel aan verdedigen denken. Dat is overigens een verwijt dat over seksen heen wel eens meer vanuit Nederland richting Belgisch hockey wordt gemaakt: te afwachtend, te zeer rekenend op de penalty corners.
Om een lang verhaal kort te maken: de Panthers liepen blind in de val. Te veel ruimte weggegeven en drie keer op het zwaard gelopen. Het was opvallend hoe vanuit Belgische hoek zowel het verlies van de mannen als van de vrouwen werd uitgelegd als verdedigende fouten, terwijl Nederland het had over de drang naar voren waardoor de tegenstander fouten maakt. Het is maar hoe je het bekijkt.
Nederlanders zijn doorgaans heel erg oké. Ik ben ervaringsdeskundige na er twaalf jaar te hebben gewerkt. Het waren de beste, meest productieve en inspirerende jaren van mijn professioneel leven en dat had te maken met de Nederlandse sportomgeving.
Eén ding heb ik snel geleerd: in Nederland moet je ‘je poot zetten’, opkomen voor jezelf, uitkomen voor je mening. Bij mij was dat op mijn eerste buitenlandse opdracht in Helsinki bij het EK atletiek gaan eten in een Russisch restaurant (zouden we nu niet meer doen) en de fles rode wijn terugsturen.
Dat maakte indruk, want tot ik hen er op wees dat ze kurk aan het drinken waren, had geen van de Nederlandse collega’s iets door. Die Hollanders toch… Om de haters voor te zijn, ik heb er ook wel aan journalistiek gedaan en ik mocht acht jaar lang mee leiding geven aan een mooie redactie van een mooi sportblad in de mooie Nederlandse sport.
Nederland is het grootste kleine sportland ter wereld: vier (weliswaar verloren) WK-finales voetbal en in Tokio 36 olympische medailles. Het merendeel daarvan behaald door atleten die het niet breder hebben dan die van ons, niet noodzakelijk beter getraind en meer getalenteerd, maar wel met meer ambitie, niet bang om zichzelf uit te dagen en het onmogelijke te proberen.
Zoals Van Schip en Havik in die WK-ploegkoers uit haast verloren positie hun goud pakten. Daarom schaamde ik mij dood als Belg toen Robbe Ghys zei dat hij liever vierde was dan met Hollanders op het podium te staan. Ik dacht: Robbe, zoek op…Netherlands at the Olympics…lees, tel de medailles en hou je mond.