
Voetbalverslaggeving
Zonde dat een student journalistiek nog nooit op het idee is gekomen om een thesis te wijden aan het fenomeen van de voetbalverslaggeving in dit land. De interessantste lectuur vind je op de pagina’s waar naast het wedstrijdverslag ook punten worden gegeven aan de spelers.
Die punten zijn je reinste journalistieke waanzin. Tenzij je als verslaggever de tactische richtlijnen vooraf en in de rust hebt kunnen volgen en tenzij je genoeg van het spel kent. Dat zijn twee tenzijs te veel. Tom De Wachter beoordelen in zijn doel zal nog wel lukken, maar om te weten of Piet Spits, Jan Schijf en Peter Beton hun opdrachten naar behoren hebben uitgevoerd, is inside-information nodig.
Vervolgens is het verslag allang geen verslag meer, met als drogreden: iedereen die het interesseert heeft toch al kunnen zien hoe die wedstrijd is gelopen. Dat klopt niet. De echte reden? Zelfs als je sinds de lagere school alle Panini-smoelboekjes hebt geplakt – een voorwaarde om voetbaljournalist te worden – is het onbegonnen werk om een prestatie in een toevalsport als voetbal juist te interpreteren. Toch staat naast de punten soms een ongezouten mening. Jan Schijf, 4 (het is Tripadvisor niet, dus op 10): raakte geen bal op het middenveld en verloor het duel waaruit het winnende doelpunt volgde.
Spelers zijn erg gevoelig voor punten. Aangezien de belangrijke wedstrijden worden gevolgd door twee, drie, vier of soms meer man personeel van één redactie is het nooit zo duidelijk wie de snoodaard is geweest die de 4 op 10 heeft gegeven.
Niet de chef voetbal. Die zweeft als een deus ex machina boven het vertoon en beschrijft in eloquente bewoordingen – of wat hij daar zelf onder verstaat, bij voorkeur gelardeerd met wat Engelse woorden – wat zich voor zijn ogen heeft afgespeeld. De vaste voetbalvolger van een club – sommigen onder ons moeten daar een half leven een hele boterham mee verdienen, geen grap – pleit ook onschuldig. Hij kan het op de derde/vierde man steken. In de realiteit zijn die punten een een-tweetje of een-twee-drietje tussen de aanwezige leden van eenzelfde redactie.
Uit de punten valt af te leiden wie in welke kleedkamer voor welk medium de bron is. Het volstaat om de punten te vergelijken en je tekent zo de lijntjes uit. Zoals er ook een oorzakelijk verband is tussen een mooi weekendinterview en de punten vooraf en achteraf.
Een bijzonder fenomeen is de club die het niet te best doet, maar waarvan de redactie vermoedt dat die in de lopende jaargang wel weer boven komt drijven. Of niet. Zo kon Anderlecht heel lang op mededogen rekenen, maar de laatste twee seizoenen was dat heel wat minder en verschenen ontluisterende verhalen over het reilen en zeilen binnen paars-wit. Deze jaargang is dat weer andersom.
Met deze achtergrondkennis volstaat het om de berichtgeving over Club Brugge en Antwerp te interpreteren. Beide clubs, zesde en zevende op negen en elf punten van leider Union, worden binnen de kortste keren weer bovenaan verwacht.
Met die overweging in het achterhoofd is het slimmer en vooral veel veiliger om bijvoorbeeld na de topper van vorig weekend niet te kritisch te zijn over de voorlopige prestaties en de huisanalist te laten zeggen dat het bij beide clubs al de hele tijd van niet kunnen en soms niet willen is.
Club, dat het laatste decennium het Belgische voetbal heeft gedomineerd, wordt ontzien omdat het Club is. Het werd ook bewierookt omdat het een recordomzet heeft geboekt. Dat in die omzet de spelersverkoop en de (ook al niet-recurrente) inkomsten uit de Champions League samen 100 miljoen euro uitmaken, terwijl vaste kosten als salarissen met 30 procent stegen naar een voor België waanzinnige 92 miljoen, dat werd niet vermeld. Wie zich luidop afvraagt wat dat in 2023-’24 zal geven, met die tegenvallende kern in de Conference League, komt in Westkapelle op de zwarte lijst.
Ook kampioen Antwerp wordt vooralsnog gespaard. Ze spelen nog steeds het cynische controlevoetbal dat hen vorig jaar met het nodige geluk een titel opleverde en daar komen ze dit jaar net iets minder mee weg. In de analyses luidt het dat Antwerp te weinig de ploeg heeft versterkt en in de winterstop maar eens de portemonnee moet bovenhalen.
De waarheid is dat Antwerp op de radar staat bij de UEFA omdat het te veel uitgeeft naargelang de inkomsten. Nergens lees je in de analyses dat de club recent is beboet voor financiële doping, zelfs belachelijk weinig is beboet, net als Anderlecht overigens. Wie dat opschrijft zoals het hoort, hoeft zich niet meer op of rond de Bosuil te vertonen.