
1,7 Promille
De zomer van 2024 is een van die lange hete sportzomers die eens in de vier jaar het leven van sportvolgers (en hun entourage) compleet overhoop haalt en soms ook het leven van enkele sporters. Laten we toch vooral hopen op dat laatste en wel in positieve betekenis.
De Rode Duivels kunnen Europees kampioen worden, Remco Evenepoel kan de Tour winnen en ten slotte kan de Belgische olympische ploeg met een nooit geziene oogst aan medailles uit Parijs terugreizen.
Of niet: geen Europees kampioen, geen Tour-winst en in plaats van tien of meer, slechts zes of minder medailles. Alles kan, alles mag, niets moet, we zijn tenslotte Belgen. Hoewel. Een knalprestatie op de Spelen van Parijs zou van pas komen om de olympische topsport de kickstart te geven waarmee ze nog jaren verder kan.
Deze inleidende topsportoverpeinzingen bereiken u vanuit het Turkse Belek, een vakantieoord zo verstoken van stijl en klasse, dat als ik de Middellandse Zee was, ik er nooit aan land zou willen komen. Maar bon, dat doet hier niet echt ter zake. In de Gloria Sports Arena in Belek blaast het Belgian Olympic Team nu al een paar jaar verzamelen, meer in het bijzonder sinds 2019.
Club La Santa op het Canarische eiland Lanzarote ligt sinds het aantreden van de Duitser Olav Spahl als directeur topsport niet meer in de bovenste schuif. Dat wordt vooral betreurd door de entourage van de atleten die zich het ontbijt, lunch en diner in restaurant Atlantico herinneren. En uiteraard ook de ellenlange conversaties in de Pool Bar en niet te vergeten de afsluitende barbecue op het strand.
Het dient gezegd, de atleten zijn beter af in Belek, en om de atleten draait het. Toch? Op deze stage zijn evenwel meer randfiguren dan atleten. Van de gedoodverfde medaillekandidaten geeft alleen zeilster Emma Plasschaert present. Geen Thiam, geen Kopecky of andere renners, geen Casse, geen Derwael, geen Belgian Cats, noch Red Lions. De Red Panthers zijn wel present.
Misschien moeten we daar blij om zijn. Dat atleten in deze cruciale maanden hun trainingsgewoontes niet willen onderbreken om even vier uur heen en vier uur terug te vliegen naar de olympische jamboree wijst op toegenomen professionalisme.
Er is op korte tijd heel veel veranderd in het Belgisch topsportlandschap. De eerste preolympische stages op Lanzarote (1991 had de primeur) waren vooral veredelde Chiro-kampen. Gezelligheid en erbij zijn primeerde. De tweede editie was veruit de meest memorabele. Lanzarote 1995 staat nog steeds te boek als een halve orgie en naarmate de hoofdrolspelers van het sporttoneel verdwijnen, worden de verhalen aangedikt.
In dat verband vroeg ik mij af tijdens de lange wandeling van het atletenhotel naar het pershotel — in de regen, jawel ook hier regen — iets af. Stel dat ze Jean-Marie Dedecker — Belgiës meest succesvolle bondscoach — naar deze stage zouden beamen, zou hij dan schrikken? Meer begeleiding dan atleten, sponsors bij de vleet, stylisten van het kledingmerk Caroline Biss, socialemediaspecialisten bij bosjes, (para)medici zoveel je wil en sportpsychologen van elke taalrol.
Jawel, tijden zijn veranderd maar toch ook weer niet zoveel en wat brengt het allemaal op? In Atlanta 1996 won België zes medailles op een totaal van 842 te verdienen eremetaal, of 0,71 procent. In Tokio in 2021 was dat zeven op 1080 of 0,65 procent. De hoeraverhalen ten spijt leert deze eenvoudige rekensom dat we er in die kwarteeuw na Atlanta niet op zijn vooruitgegaan.
Hoewel de topsport in dit landsdeel er nooit beter voor stond, bestaat de kans dat dit zich niet vertaalt in Parijs in een hoger aantal medailles. Dat wordt nog een dingetje om dat aan de publieke opinie verkocht te krijgen.
Zaterdag mocht de minister van sport van de Fédération Wallonië-Bruxelles uitleggen hoe hij zijn topsport wil laten aansluiten bij hoe Vlaanderen het aanpakt. Dat lukt nooit, door de cultuurverschillen, maar dat is een aparte column waard. In dat verband sprak de timing van het kabinet Weyts boekdelen: uitgerekend afgelopen vrijdag maakten die bekend dat de topsport in Vlaanderen weer meer geld krijgt. Het totale budget zou nu 30 miljoen bedragen voor het olympisch jaar 2024 en de jaren daarna.
Vandaag arriveert Vlaams sportminister Ben Weyts in Belek om toelichting te geven bij die genereuze geste. Die moet de atleten uit dit landsdeel in de ratrace naar de olympische podia de duw in de rug geven. Waarvoor dank. Een substantiële verhoging van het topsportbudget is op zijn plaats. Ten slotte: dertig miljoen voor de hele Vlaamse topsport, dat is 1,7 promille van alle Vlaamse subsidies die in 2022 zijn uitgedeeld. Daar kan/mag/moet nog wat bij.