
Scheidsrechters
Zomaar een spelfase. Je meent dat het (doel)punt of de bal voor jou is, maar de scheidsrechters beslissen in je nadeel. Je probeert het eerst beleefd. Geen respons. Dan wat luider. Weer geen respons. Of toch, je wordt weggewuifd en de hand gaat naar de zak waar de kaarten zitten. Er wordt gedreigd.
Stadium drie dient zich aan. Je wordt nijdig. De scheidsrechter staart je aan met een air van “ik ben hier de baas” en straks zie jij één kaart, twee kaarten (volleybal) of krijg je een technische fout (basketbal). Dat is het kantelmoment. Tijd voor stadium vier: de ref laten weten wat je van hem/haar denkt.
Je stapt naar de scheidsrechter en zegt, zo rustig mogelijk: “Je weet toch waarom jij dat onnozel pakje aan hebt en ik niet?” De meeste refs zullen geen antwoord geven, dus kom je zelf snel met de oplossing: “Omdat jij een kieken bent, te lomp om te … (vul in de sport). Het is niet omdat je het voor jezelf hebt verkloot in deze sport, dat je dat ook voor ons/mij moet verkloten.”
Dat lucht op, maar het gevolg laat zich raden: een kaart, twee kaarten (volleybal) of een technische fout (basketbal). Een paar keer ervaringsdeskundige geweest, jawel. Heeft een mens daar spijt van? Het maatschappelijk correcte antwoord is ‘ja’, maar eigenlijk is het ‘neen’. Beledigingen in het heetst van de strijd zijn collateral damage.
Soms waren de refs in mijn tijd, in mijn sport (volleybal) ook echt domoren die in die sport voor niets anders konden dienen. Verzwarend element voor enkelen: thuis hadden ze niets te zeggen en daar hielden ze een totaal misplaatste machtswellust aan over. De ergsten waren mislukte militairen.
Die deden het voor een paar honderd frank per wedstrijd, of misschien iets meer, plus kilometervergoeding. De Belgische scheidsrechters in het topvoetbal kunnen tot 10.000 euro per maand (bij)verdienen, bruto weliswaar. Soms is het minder, maar de meesten hebben een vast salaris of ook nog eens een andere baan waarvoor ze worden betaald.
Die 10.000 per maand is een fractie van het gemiddelde salaris van een profvoetballer in België, maar meer dan geld genoeg voor vleesgeworden zwaktebod. Voor die bedragen mag je wat terug vragen. Zoals een reglement van naald tot draad kennen. Of zich de moeite getroosten een situatie goed in te schatten.
Telkens iets meer dan 6.000 euro kostten de vier scheidsrechters (4.500 euro samen) en de drie VAR-mensen (1.500 euro samen) die de wedstrijden KV Mechelen-Club Brugge en Anderlecht-Genk vakkundig de nek hebben omgewrongen. (De vermeende trekfout van Mechele op Cuypers bij Club-Gent is multi-interpreteerbaar en geen grove blunder.)
Sommigen gaan vrijuit: de assistenten langs de lijn en de vierde ref in Mechelen en Anderlecht treft geen schuld en misschien één enkele keer de hoofdref ook niet. Die op Anderlecht afgelopen zaterdag — Nathan Verboomen — en de twee VAR-ploegen hebben wel boter op het hoofd. Bij Anderlecht- Genk was het zelfs een Boterberg (heeft u ‘em?).
Op KV Mechelen keken de drie van de VAR niet verder dan de actie om te zien of Thiago buitenspel stond. Dertig meter verder stond een Mechelaar die het buitenspel ophief. Niet gezien. Dat valt niet uit te leggen.
Het wérd uitgelegd. Als een foute interpretatie van een spelsituatie, een menselijke fout, dus geen reden om te herspelen. Bijzonder vervelend was dat de VAR-ref ene Kevin Van Damme was, dezelfde die vorig seizoen de elleboogstoot van Buchanan op Orban bij Club-Gent niet herbekeek. Hij werd daarvoor geuit als een Club-supporter, maar op Mechelen flikte hij zijn favoriete club. Ongeschikt voor de taak, zoveel is duidelijk.
Op Anderlecht zaterdag liepen een viertal spelers te vroeg in, waaronder Sor, die de slecht getrapte strafschop van Heynen alsnog binnentrapte. Waarop de beelden werden herbekeken, door de drie van de VAR en door Verboomen. Dat geen enkele van die vier zou hebben gezien dat bijvoorbeeld Verschaeren en in zijn zog nog twee Anderlecht-spelers ook te vroeg waren ingelopen, is te gek voor woorden.
Of, nog erger, geen van de vier kende het reglement dat stipuleert dat een strafschop moet worden overgenomen als spelers van de twee ploegen te vroeg in komen lopen. Je kan allerlei redenen aanhalen waarom het telkens weer fout loopt, zoals de manke technologie of het te dure scheidsrechtersdepartement. Of ‘oplossingen’ aanreiken zoals het openbaar maken van de communicatie. Of suggereren dat ze het opzettelijk doen, precies om de betere technologie af te dwingen. Vooralsnog lijkt alles te wijzen op een personeelsprobleem: ze kunnen het niet.







