Column Pep en Co in De Morgen van zaterdag 2 december 2023

Pep en Co

Van voetbaltrainers verwacht je veel, soms te veel. Trainers moeten de sfeer in de ploeg houden, iedereen tevreden stellen, de juiste tactiek bedenken, de juiste baasjes gebruiken en uiteraard veel winnen. Daarnaast moeten ze bestuur, management en supporters naar de mond praten of althans niet tegen zich in het harnas jagen.

Vervolgens krijgen ze te maken met de media, die, als ze de trainers niet van hun voetstuk willen halen, toch minstens het verlangen koesteren hen zo veel mogelijk op de zenuwen te werken. Althans, zo ervaren sommigen dat. Neem nu Hein Vanhaezebrouck. (Voor wie er een strategie in ziet, het is puur toeval dat hij hier in twee opeenvolgende columns opduikt.) Als door een horzel gestoken zo reageerde hij vorig weekend na het gelijkspel van zijn AA Gent thuis tegen Union, toen een journalist een vraag stelde over Gift Orban.

De vraag was logisch en terecht, ze niet stellen was een journalistiek manco. Waarom Orban zo laat inbrengen? Onderhuids: waarom Orban niet meer en beter gebruiken? Achterliggend: is dit niet een beetje kapitaalsvernietiging?

Het antwoord was een beetje naast de kwestie: “Journalisten moeten geen vragen stellen over tactiek want ze kennen er veel minder van dan trainers.” Waarmee hij eigenlijk bedoelde dat journalisten geen vragen mogen stellen die verder gaan dan “vond u het een goede, dan wel minder goede wedstrijd, ref, VAR?” en daardoor meteen de essentie van het journalistieke functioneren in vraag stelde.

Dat lijkt een beetje vreemd, maar dat is het niet. De journalist die de vraag stelde heeft veel kilometers en kan echt wel een voetbaltactiek op zijn verdienste beoordelen, maar dat was het niet dat de ergernis opwekte. Het zit namelijk zo. Die journalist, dat is bekend, heeft een rechtstreekse lijn met de voorzitter en dus vermoedde de trainer allicht dat hij een niet uitgesproken bestuurlijke bekommernis eventjes in de openbaarheid gooide.

Die bekommernis draait om de gehanteerde tactiek en de baasjes die daarbij worden opgesteld. En of tactiek (hoog storen) en baasjes (nauwelijks Orban gebruiken) wel de belangen van de club dienen, zoals bij de eerste zes eindigen en play-off 1 halen. De buitenwereld mag dan vinden dat Gent van het beste voetbal speelt dat in België te zien is, de binnenwereld van de KAA Gent Arena ziet dat enigszins anders. Dat aanvoelen is een erfenis van vorig seizoen.

Vandaar een vreemde uithaal die nergens voor nodig was. Gent staat derde. Vooralsnog.

Ergens een kilometer of zeshonderd in vogelvlucht naar het noordwesten werkt een andere Belgische trainer. Ook hij is heilig overtuigd van zijn gelijk, houdt vast aan zijn systeem en werd/wordt daar af en toe voor vervloekt. Vincent Kompany is de naam, ‘Vinnie’ voor de vrienden, en daar behoren voorlopig ook de media nog toe. De looplijnen verschillen, maar goed uitvoetballen, verzorgd opbouwen, hoog druk zetten: Kompany en Vanhaezebrouck zijn in dezelfde toverdrank gevallen. Klonen van Pep en co..

De persconferenties van Kompany verlopen wel gemoedelijker, voorlopig nog. De pers blijft ook voorzichtig na zijn succesverhaal in de Championship. Met handen en voeten – as I said earlier – blijft ‘Vinnie’ uitleggen wat hij wil zien en hoe het komt dat wij het niet zien en hij wel en wat het moet worden. Om telkens bij dezelfde conclusie uit te komen: we geven zelf de goals weg.

Burnley doet het merkelijk slechter dan Gent. Het staat laatste met vier punten, evenveel als Everton, dat er tien is kwijtgespeeld door inbreuken tegen de financiële fair play, en eentje minder dan Sheffield United. Maar aangezien er drie zakken uit de Premier League kijken ze daar best ook naar Luton, dat al negen punten heeft.

Voorzichtig wordt geopperd dat Burnley en Kompany misschien een plan B moeten overwegen. Het blok staat al lager, als je de commentatoren mag geloven. Misschien moet het nog een beetje lager, misschien moet wat minder worden gejaagd, wat slimmer worden verdedigd. Dat is ook wat in Gent nu leeft. Misschien de aanvallers minder als gekken naar elke bal laten jagen, maar de tegenstander lager opvangen en zo ruimte creëren voor die drie supersnelle spitsen, zou dat eens niet te overwegen zijn?

Allemaal Pep? Vergeet het. Pep Guardiola werkt in een driesterrenrestaurant met de beste ingrediënten die hij zelf kan uitkiezen bij de topleveranciers. Kompany en Vanhaezebrouck halen hun gerief bij de grootwarenhuizen. Dat is wat minder, maar verder is daar niks mis mee. Het is wat het is en daarom is er ook niks mis met je tactiek te laten afhangen van je spelersmateriaal.