
One Manshow(s)
In Zuid-Korea zijn ze in volle voorbereiding op de Olympische Spelen en dat land mag dan wel al 35 jaar de militaire dictatuur de wacht hebben aangezegd, het leger blijft daar een huis van vertrouwen. Nu ook voor de olympiërs in spe, die een gratis trainingsstage van het leger krijgen.
De bedoeling? Mentale hardheid kweken, ten einde in Parijs een beter resultaat te halen dan drie jaar geleden in Tokio
Is dat niet iets voor onze crossers? Een weekje Elsenborn, hoeft niet eens met de special forces te zijn. Gewoon een weekje afzien, beetje honger lijden, maar niet te veel.
Beetje uit de comfortzone halen, maar ook niet te veel, het blijven tenslotte late millenials of vroege gen Z’ers en die mag je niet bruuskeren.
Mentale hardheid kweken, met het oog op de crossen die er aan komen, het kan van pas komen. Bijvoorbeeld als Mathieu van der Poel nog eens hard begint van bij de start, om dan niet al na tweehonderd meter de handdoek te gooien. En als Tom Pidcock aan het eind nog wat over heeft, om hem juist niét te laten rijden. Wat moet dat worden als straks ook nog Wout van Aert op de eerste rijen komt postvatten?
Deze column had ook kunnen beginnen met … Zie je wel… het grote gelijk.
In 2016. Dat Mathieu van der Poel en Wout van Aert (van Pidcock was toen nog geen sprake) zo snel mogelijk uit dat veld weg moesten, naar de weg.
In 2019. Dat Mathieu van der Poel en Wout van Aert het veldrijden hebben gedegradeerd tot wat het van oorsprong was, een sportieve winteruitstap in combinatie met een trainingsvorm.
In 2020. Dat de cross niets meer is dan een Vlaamse Kermis. Een Zesdaagse, maar dan in de modder en klaar in één uur. Nog later: dat de Iserbytjes van deze wereld Solexjes zijn vergeleken bij de 1200 cc’s.
Het is wat het is. Er is cross mét, en er is cross zonder. Zoals er provinciaal voetbal is en Champions League. Alleen moet FC Bavikhove nooit in de wei tegen Manchester City, maar moet Iserbyt wel in de wei (en het bos, en het zand) tegen Van der Poel en Tom Pidcock.
Het is voor iedereen wennen. Voor de organisatoren en bonden om te wennen aan toppers die de krenten uit de vier verschillende soorten pap halen. Voor de toppers aan een jaartje zonder kampioenschappen, zonder kampioenentrui. Voor de kijkers die zich kunnen troosten met de gedachte dat er de ene week een onemanshow en de andere week strijd op het programma staat.
En niet in het minst voor de crossers van de C-categorie – de B’s zijn na Herentals en Namen afgeschaft – aan de ene week op kop rijden en geïnterviewd worden alsof ze de wereld hebben veroverd en de andere week van bij de start geridiculiseerd worden. Om dan achteraf deemoedig te moeten bekennen dat ze een koutje hadden opgelopen bij het voorbij gereden worden door die ene A-crosser die een weekje eerder naar huis was gekomen.
Dat Mathieu van der Poel zaterdag in Herentals kon wegrijden van in de eerste ronde verwonderde hem zelf ook. Terecht. Zijn conditioneel overwicht is groot maar niet van die orde dat geen enkele collega hem geen ronde of twee, drie, misschien vier zou kunnen volgen. Technisch zijn ze op niveau, en ze hebben wedstrijden in de benen. Wie had gewild, had hem kunnen volgen. En was daarna gelost en misschien ingestort, juist. Die gedachte zal ongetwijfeld hebben meegespeeld, maar de reden voor de vroege capitulatie zat in eerste instantie toch vooral tussen de oren. De superioriteit die Van der Poel meteen uitstraalde. Hoe hij daar links op de eerste rij in zijn kraaknette, hagelwitte wereldkampioenentrui aan de start verscheen, iets langere haren dan gewend maar duidelijk afgetraind, dat ontnam elke goesting tot experimenteren.
Komt daar nog eens bij dat die andere jongens die al van september aan het crossen zijn klassementen verdedigen en dus andere prioriteiten hebben en meer gebaat zijn bij regelmaat en podium halen dan bij zich total loss rijden en niet finishen.
Bij FC Bavikhove en co. zijn ze ook niet van gisteren. De voorbije jaren, toen die grote motoren de weg nog maar begonnen te ontdekken, waren ze al niet meer te volgen. Vandaag hebben ze onder hun drietjes talloze klassiekers gewonnen of mee gedomineerd, de toon gezet in grote rondes en regenboogtruien gewonnen (of net niet) in andere disciplines. De techniek is gebleven en de basis is nog breder.
De onemanshow van Van der Poel zaterdag in Herentals en de twee remontes van Pidcock na één (1) crosstraining gisteren in Namen, hebben duidelijk gemaakt dat we de mooiste en spannendste jaren in het crossen hebben gehad.