
Rivalen
‘Nog één keer, maar dan in de zon en op hardere ondergrond, minder technisch, sneller, meer pure power en uithouding en vooral een hogere trapfrequentie, meer wegwielrennen dan mountainbiken. Misschien dat het dan wel lukt om hem te volgen. En zo niet, wel ja, er is dat hogere doel.”
Was dat de mindset van Wout van Aert? De voorbije maanden was hij dag na dag, week na week, zij het in modder, gras of zand, naar huis gereden door de jongen/man/rivaal die hem nu al meer dan twaalf jaar vaker klopt dan omgekeerd. De eerste keer was in oktober 2011 in Bosduin, een wijk van Kalmthout. Ook toen moest de pas zeventien geworden Lillenaar de duimen leggen voor de vier maanden jongere Nederlander uit Kapellen.
In het wielerwalhalla moet je cross niet groter maken dan wat het is, een uurtje circus, maar daar zal Van Aert geen boodschap aan hebben gehad. Winter na winter heeft hij zijn prestaties en overwinningen in het veldrijden als basis en referentie gebruikt voor een voorseizoen in de Vlaamse klassiekers.
Dat hinken op twee gedachten heeft hem geen windeieren gelegd. De E3 twee keer, de Omloop, Gent-Wevelgem, de Amstel Gold Race, de Strade Bianche en niet te vergeten Milaan-Sanremo, dat is een voorjaarspalmares van de allerbesten.
En toch. Eeuwige rivaal Mathieu van der Poel won de Omloop nog nooit, maar wel de Brabantse Pijl. In de B-wedstrijden zijn ze elkaars gelijke, maar in het grote werk is hij Van Aert ontstegen. Neem nu die ene statistiek die de ogen uitsteekt: één monument tegenover vier voor Van der Poel, waarvan drie in Van Aerts droomkoersen, dat ligt zwaar op de maag.
De analyse van die verliesmomenten was snel gemaakt. Met het team was niks mis, het was kopman Van Aert die in de beslissende fase met de toppers voorin telkens moest afhaken. Daarom veranderde het geweer van schouder in deze winter van 2023-’24. Het werd een winter van een voltijdse wegrenner: extensieve duurtrainingen, geregeld op, net boven of net onder de drempel, afgewisseld met intensieve blokjes die steeds langer worden.
De prestaties van Van Aert in het veld deze winter verdienen deze context om ze te kunnen plaatsen. De vraag is of Van Aert dat ook zo ziet, of hij diep vanbinnen de cross niet blijft zien als de finale plaatsbeschrijving van zijn body, de referentie voor wat moet komen. Een minuut of meer aan de koersbroek krijgen van je rivaal, het lukt net iets minder makkelijk om dat een plaats te geven als je met de modderspatten in je gezicht een microfoon onder je neus krijgt geduwd die je vraagt om uit te leggen waarom je het niet erg vindt dat je zoek wordt gereden. En na het Nederlands mag dat nog eens in het Engels.
Als je vervolgens een dag later het ongeluk hebt om een van de twee sportkranten op de verkeerde pagina open te slaan, staat daar dat je een pakje slaag hebt gekregen. Dat kan niet anders dan zijn binnengekomen bij de nijdigaard/binnenvetter die onder de schil van de minzame familieman Van Aert huist.
Gisteren in Benidorm won Van Aert, maar of hij daar nu blijer en vooral wijzer van is geworden? Blijer wel, maar niks wijzer. Zo overtuigend was die overwinning niet. Van der Poel verloor door dubbele pech, maar imponeerde als nooit tevoren. Hij is in de vorm van zijn leven, zoveel is duidelijk. Om die stap te zetten was een denkomslag nodig, het besef dat het de hoogste tijd werd om er alles aan te doen om het allerbeste uit dat begenadigde lichaam te halen.
De stomme val op de Spelen van Tokio in de zomer van 2021 wordt vaak als trigger aangehaald, maar het was vooral in 2022 dat het besef groeide. Wie hem zijn gedeeltelijke verhuis naar Spanje heeft aangepraat, verdient alle credits. Wonen en trainen in en vooral rond Moreira heeft de kwaliteit en de kwantiteit van zijn trainingen de hoogte ingejaagd. De smalle basis van het supertalent werd een brede fond.
Gedaan met de nonchalance, het ego van de winnaar nam de overhand. Dat ego werd vorig jaar ruimschoots gevoed met mooie triomfen in superklassiekers en die ene fenomenale raid op het wereldkampioenschap in Glasgow.
De hamvraag is nu of Van der Poel en zijn entourage alles onder controle hebben, weten waar hij staat, wat er nog bij kan? Als er nog iets bij kan, en dit zijn nieuwe basisniveau is, o wee de tegenstand in alle wedstrijden voor de komende vier maanden. Alleen, Van der Poel zou Van der Poel niet zijn als er niet nog ergens een kinkje in de kabel zal komen. Gisteren was daar het perfecte voorbeeld van.