Column De Olympiaatjes in De Morgen van 27 januari 24

De Olympiaatjes

Je hoort al eens wat als je thuiswerkt. Zoals het radiojournaal dat de gewonnen halve finale in het dubbelspel van Elise Mertens in prime een item waard vond. Die behaalde ze met de Taiwanese Hsieh Su-wei, nummer 710 op de wereldranglijst. Alleen al die details, de klassering en de nationaliteit van de dubbelpartner zouden moeten volstaan om dat tenniszaktoerisme de journalistieke plek te geven die het verdient, bij de bagatellen en de bijverdiensten.

Nog iets later, wéér een bagatel van een item, wéér op de radio, waarvoor deze keer olympisch kampioene hoogspringen Tia Hellebaut uit bed werd gebeld. Ze wilden haar gedacht over Clarisse Agbegnenou. Ooit over gehoord? Natuurlijk niet, en dat is onterecht. Agbegnenou is de regerende olympisch kampioene in de koninginnenklasse van het vrouwenjudo, de klasse tot 63 kilogram. Ze won al 2 keer olympisch goud en 1 keer zilver, was 6 keer wereld- en een keer of 4 Europees kampioene.

Ze hadden bij de radio Hellebaut nodig om duiding te geven bij het verzoek dat Agbegnenou bij de Franse president Emmanuel Macron had neergelegd, toen die deze week in het topsportinstuuut INSEP langs was gegaan. De judoka had gevraagd of hij er niet kon voor zorgen dat haar kind bij haar kan zijn in het olympische dorp tijdens de Spelen.

Haar verzuchting viel in de Franse gespecialiseerde media als L’Équipe niet terug te lezen. Online, pakweg op de site Francs-Jeux, was het ook niet te vinden. Een search op Google leverde maar enkele Franse hits op.

“Wat vindt u ervan”, vroeg Voor de dag aan Hellebaut, “is dat geen goed idee, dat mama’s hun kindjes mogen meenemen in het olympische dorp?” Ons Tia, altijd al de nuchterheid zelve, zei dat ze haar kinderen ook graag zag en nog steeds ziet en dat ze die in Londen tijdens haar Spelen ook geregeld wilde knuffelen. Ze had daarvoor voorzieningen getroffen buiten het olympische dorp. Ze vond het derhalve geen goed idee om kinderen ín het olympische dorp te halen. Stel je voor, zei ze nog, zo’n stel bleirende kinderen die andere atleten wakker houden, je moet er niet aan denken.

Wanneer precies is niet zo duidelijk, maar ooit is Agbegnenou een keer te veel op haar hoofd gevallen bij dat judoën van haar. Wat ze precies wil, is evenmin duidelijk. Alvast een voorkeursbehandeling. Een eigen olympische suite met verzorgingsboudoir in het al zo krappe olympische dorp? Voor papa, kindje, oma’s en opa’s een accreditatie? Of een kindercrèche binnen dat dorp: de Olympiaatjes, met vers bereide fruit- en groentepapjes op maat van alle gewesten en de klok rond opvang en afhaal voor moeders en vaders die hun kinderen te zeer missen. Of, minder bekende optie, die zich op de kroost willen afreageren na het missen van een medaille.

Het is een dingetje van de laatste jaren, vrouwelijke atleten en hun kinderen. De Franse voetbalster Amel Majri reisde vorig jaar met haar kind van één jaar naar de World Cup in Australië. En in Tokio in 2021 kregen twee olympische atletes de toestemming om hun baby mee te nemen naar het hermetisch afgesloten Japan om borstvoeding te geven, zij het buiten het dorp.

Mannelijke atleten en hun kinderen is makkelijker. De allerrijksten hebben hun nanny mee naar de grote afspraken, zoals tennisser Roger Federer destijds. Soms dubbelt de nanny als vrouw. Neem nu wielrenner Wout van Aert. Zijn Sarah sleurde hun kleine Georges overal mee. Nadat vorige zomer kleine Jerome aan het gezin werd toegevoegd, zorgden de wielerorganisatoren voor een uitbreiding van de mixed zone.

Topsportsters die ervoor kiezen om tijdens hun carrière zwanger te worden en een kind op de wereld te zetten, om dan tot de vaststelling te komen dat er zich een logistiek probleem aandient, vroeger was het antwoord: keuzes maken hoort bij topsport, eigen schuld dikke bult. Dat antwoord mag niet meer.

Agbegnenou is verslaafd aan haar kind, dat zei ze zelf vorig jaar. De president zal haar vraag toch niet hebben zien aankomen. Wellicht dacht hij: Eh bien Clarisse, on ne peut avoir le beurre et l’argent du beurre. Vrij vertaald als ‘het is het een of het is het ander’. Dat was in haar specifiek geval niet eens een onbeleefd antwoord.

Volgens de gespecialiseerde pers leeft ze in opperste harmonie samen met de vader van het kind, die haar nog eens de beste moeder van de wereld vindt. Ze heeft een vaste baan bij het Franse leger en hoewel ze geen klauwen vol geld verdient als judoka moet ze zich met privésponsors als P&G en Le Coq Sportif een appartementje op loopafstand van het olympische dorp kunnen veroorloven.