Column over WK veldrijden in De Morgen van maandag 5 februari 2024

Redelijk desastreus WK


Toen de profs aan de start stonden, prijkte Belgium op de medailletabel op de vijfde plaats met één zilvertje en twee bronsjes. Nederland stond op één met twee keer goud en nog drie andere kleurtjes, Frankrijk op twee met een wereldkampioene bij de juniores en de eerste plek in de verder compleet overbodige gemengde aflossing. Aflossing op zich is sportief al discutabel, gemengde aflossing is geforceerde inclusie, staat haaks op de sportieve en biologische realiteit en is daarom lichtjes ridicuul. Nederland, hét crossland van het moment, vond het niet eens de moeite om in te schrijven.

Groot-Brittannië ten slotte stond stevig op drie na de beloftewereldtitel van Zoë Backstedt. Italië stond ook nog voor België met dat ene goud van de junioreswereldkampioen Stefano Viezzi.

Dan begonnen de profs aan hun wedstrijd. Toen Vanthourenhout heel even in zijn remonte de tweede plaats van Joris Nieuwenhuis leek te bedreigen, ontsnapte aan VRT-commentator Ruben Van Gucht de overpeinzing of Michael Vanthourenhout daarmee het vel van zijn oom aan het redden was. Zijn oom, voor wie het niet volgt, is de genaamde Sven met dezelfde familienaam, en die is bondscoach van alles en iedereen die namens de Belgische driekleur op twee wielen rijdt.

Alle begrip voor commentatoren die een wedstrijd van een uur moeten volpraten waarin de posities na vier minuten koers al vast lagen. Dan wijdt een mens, en Van Gucht is tot nader order ook maar een mens, al graag nog eens uit en verkent hij grenzen al was het maar om ons thuis wakker te houden. Hij zou niet de eerste commentator zijn die ongelukkigerwijs nonsens uit zijn botten slaat, maar naast hem zat ene Paul Herygers als co-commentator en die – altijd goed ingevoerd de Pol – zweeg na die opmerking. Zou het?

Twee keer in enkele maanden – in Glasgow op de weg en in Tabor in de wei – werd de Belgische selectie weggeblazen door dezelfde renner, toevallig in België geboren, ook pratend met een Belgisch Kempens accent, maar uiteindelijk wel een Nederlander en dus in het oranje fietsend. Drie keer op rij in twaalf maanden zelfs, als je het WK veldrijden van vorig jaar in Hoogerheide er ook bij neemt.

Na de profs pakte Nederland met acht medailles veertig procent van de beschikbare podia in Tabor. België eindigde met vier medailles. Michel Vanthourenhout was de enige die een beetje in het Nederlands toneelstukje voorkwam en haalde brons. Eindresultaat: Belgium, vijfde plaats, nul goud.

Zou er waarlijk iemand in Tubeke Sven Vanthourenhout dit redelijk desastreus WK ten kwade duiden? Vlaanderen is dé crossregio in de wereld en hoewel dit resultaat beschamend is, was het te verwachten. Cross is hier meer circus dan sport.

Cross als (top)sport zou een trainingsvorm kunnen zijn, maar dan met een slanker en logisch opgebouwd wedstrijdprogramma. Dan nog zouden de Iserbytjes, Nysjes en Sweeckjes van deze wereld het wellicht moeten afleggen tegen echte toprenners als Van der Poel, maar ze zouden alvast niet zo uitgewoond en quasi ongeïnteresseerd aan de start van de belangrijkste wedstrijd van het jaar staan.

Cross is hier meer een verdienmodel dan een sport, zowel voor drank- en frietkramen, voor renners van de tweede garnituur, voor organisatoren, en niet het minst voor de werkgever van de bondscoach, de Koninklijke Belgische wielrijdersbond, die slapend rijk wordt van de wedstrijdvergunningen en geen heil ziet in een afgeslankte crosskalender.

Veldrijden moet nu echt gaan oppassen dat het niet het kleine, achterlijke broertje van de grote wielerfamilie wordt. Welke sport kan zichzelf serieus nemen als twee van de drie beste renners van het moment het WK links laten liggen? Welke sport kan het zich permitteren om zeventig procent van de contracten bij één wielerholding (de ploegen van de Roodhoofts) onder te brengen?

Het WK bij de profs was een non-vertoon. Tien meter heeft Van der Poel niet op kop gereden omdat er één in de start een fractie sneller in de pedalen zat. Na tien meter reed hij aan de leiding en voor zover die info juist was, is Niels Vandeputte in de eerste vier minuten één keer per ongeluk op kop geraakt. Vervolgens reed Van der Poel weg, maar dat enige spannende moment van actie heeft de regie jammerlijk gemist, en daarna maalde hij zijn rondjes af in steady state. Het veldrijden moet nu hopen dat Van der Poel in het voorjaar goed presteert op de weg of de zesvoudige wereldkampioen zien ze niet meer terug. Of hoe een vertier dat ooit dacht als sport op de Olympische Spelen te geraken, stilaan vervelt tot een Vlaamse kermis.