
Tadej-Rex
Kan u nog bijhouden wie de wielermedia de laatste jaren tot beste renner van de wereld hebben gekroond?
Het begon met Chris Froome, omdat die zo vaak de Tour won. Daarna was het de beurt aan Julian Alaphilippe, in zijn boerenvoorjaar van 2019, met winst in de Strade Bianche, Milaan-Sanremo en de Waalse Pijl.
Remco Evenepoel, ja, hij ook, toen hij in 2022 wereldkampioen werd nadat hij dat jaar al Luik- Bastenaken-Luik en de Vuelta had gewonnen. En de Ronde van Algarve, Ronde van Noorwegen en Gullegem Koerse.
Mathieu van der Poel overkwam het ook, vorig jaar nog maar, na zijn winst in Milaan-Sanremo, bijna winst in de Ronde van Vlaanderen, winst in Roubaix en het veroveren van de wereldtitel. De compleetste renner van de wereld, zo werd over hem ook wel eens gesproken en geschreven, net als over Wout van Aert. In het geval van Van Aert is dat een troostprijs, omdat hij wel altijd vooraan te zien is maar net iets te weinig wint.
De nieuwe Merckx is nog niet zo vaak bovengehaald, maar toch. Hier op deze plek al twee keer. Bijvoorbeeld voor Remco Evenepoel in 2022 omdat hij de eerste was sinds Merckx die wereldkampioen werd als winnaar van Luik-Bastenaken-Luik. Foutje, daar had eerste Belg moeten staan. Behalve Rik Van Looy in ’61 en Merckx in ’71, hebben ook Bernard Hinault (’80) en Moreno Argentin (’86) die stunt verwezenlijkt.
Ook Tadej Pogacar werd in deze rubriek de nieuwe Merckx genoemd. In hetzelfde jaar nog wel als Remco Evenepoel, hoe beschamend voor een columnist en hoe gelukkig mag die zich prijzen dat de lezer een nóg slechter geheugen heeft. Pogacar had in 2022 iedereen choco gereden in de Strade Bianche. Iedereen was een overschatting, want een groot deel van de toppers gaf niet present, maar de manier waarop sprak boekdelen.
Na zaterdag is het tijd voor een statement, een consensusvoorstel. De omschrijvingen ‘beste ter wereld’, ‘compleetste renner ter wereld’ en ‘de nieuwe Merckx’ voortaan voorbehouden voor één renner: de Sloveen Tadej Pogacar. Die heeft met een ontsnapping van 81 kilometer in de loodzware Strade Bianche nog maar eens de bakens van het moderne wielrennen verzet.
Monsterontsnapping is een beetje een onderschatting. Dit was de T-rex van de ontsnappingen, een monster kon daar niet tegenop. De Strade was dertig kilometer langer en lastiger gemaakt en de wegen lagen er bovendien vochtig bij. Geen analist, kenner of renner die niet had voorspeld dat de wedstrijd pas laat op gang zou komen. Behalve één dan, een renner, dé renner: Tadej Pogacar had gezegd waar hij zou aanvallen. Was dat niet wat ver van de meet, zo opperde een journalist. Neen, daar, op die plek zou hij zijn bom gooien.
Tadej-Rex hield woord en op de Monte Sante Marie ging hij er alleen vandoor en keek nooit meer om. Het deed denken aan de grote exploten van het oude wielrennen. Dan herinneren we ons als Belgen natuurlijk de raid van Merckx in de Tour van 1969 toen hij vertrok net voor de top van de Tourmalet en in Mourenx-Ville Nouvelle met acht minuten voorsprong arriveerde na 130 of 140 kilometer (afhankelijk van de bronnen) alleen te hebben gereden.
Tachtig kilometer is precies de afstand tot de aankomst waarop Bernard Hinault het nodig achtte om iedereen uit het wiel te rijden in een helse, winterse Luik-Bastenaken-Luik om met 9,5 minuut voorsprong te arriveren. De grootste voorsprong ooit in een naoorlogse klassieker was voor Fausto Coppi in 1946, toen hij in Sanremo arriveerde met 14 minuten voor op de tweede. De Italiaanse radio van de RAI becommentarieerde die aankomst en sloot af met ‘en nu wat muziek in afwachting van de volgende renner’.
De nieuwe Merckx is sowieso een epitheton dat moet voorbehouden blijven voor een renner die de meest diverse wedstrijden kan winnen, zoals alleen Eddy Merckx en in mindere mate Bernard Hinault dat konden. Na een lange wedstrijd in de sprint, na een zware wedstrijd alleen, het verschil maken op een bergtop, klassiekers, kleine rondes, grote rondes, tijdritten, de oude Merckx kon het allemaal, de nieuwe Merckx mag daar niet voor onder doen.
Voorlopig is alleen Tadej Pogacar daartoe in staat.
Het is uitkijken naar volgende zaterdag als hij in Milaan-Sanremo samen met Mathieu van der Poel aan de voet van de Poggio arriveert. Van der Poel kan Merckxiaans koersen, maar zal nooit grote rondes winnen en dus nooit de nieuwe Merckx zijn. Als iemand Tadej Pogacar in veelzijdigheid kan benaderen is het misschien toch Remco Evenepoel. 3 mei, dan kruisen ze in Turijn de degens in de Giro. Het wordt echt een heel mooi wielerjaar.