Column Antireclame in De Morgen van maandag 8 april 2024

Antireclame

Eens in de zoveel tijd, je ontkomt er niet aan, moeten we het in deze rubriek over vrouwensport hebben. Na ampel overleg met de gestelde lichamen van deze krant gaat deze column over de Red Flames. Die hebben vrijdag gevoetbald tegen Spanje en moeten morgen tegen Denemarken.

Eerst wat eerder verschenen proza ter contextualisering. Zoals: vrouwensport moet niet worden afgemeten aan een mannelijke meetlat. Ja, het is allemaal wat trager en minder krachtig, maar atletiek, zwemmen en veel andere sporten bewijzen dat competitie tussen gelijkwaardige tegenstanders best wel beklijvend kan zijn.

Of nog: vrouwenvoetbal heeft een probleem vergeleken met pakweg vrouwenvolleybal en vrouwenbasketbal en dat komt door het strikt mannelijke kader waarbinnen die sport wordt beoefend. Speel met andere ballen, andere doelen en op een kleiner veld en de vrouwenversie wordt heel wat aantrekkelijker.

Maar ook: elke vrouwelijke international in de sport moet (desnoods van overheidswege) een salaris krijgen om haar sport voltijds te kunnen beoefenen teneinde zich maximaal te kunnen ontwikkelen.

En: elke profclub in het voetbal zou een vrouwenafdeling moeten hebben, van jeugd tot eerste elftal, waarbij de speelsters van het eerste elftal hun sport professioneel kunnen beoefenen. Een club als KV Mechelen, die zijn vrouwenafdeling wil opdoeken waarna de vrouwen zelf een crowdfunding beginnen, heeft geen bestaansrecht op het hoogste niveau. (Dat laatste standpunt was hier nog niet verschenen, want het voorval is vrij recent.)

Ten slotte nog wat tegengas: het gelijkschakelen van inkomsten van topsportende vrouwen en mannen, dat klinkt mooi maar is economische onzin. Een degelijke basisvergoeding voor internationals, gelijk voor mannen en vrouwen, dat moet de basis zijn. Kevin De Bruyne moet niet meer krijgen van de KBVB voor een interland dan Tessa Wullaert. Wat daar bovenop komt (een hele hoop) is onderhevig aan de wet van vraag en aanbod. Topsport is nu eenmaal een industrie en in topsport is de man de maat der dingen.

Een voorbeeldje: wij hebben het in de media altijd over de lucratieve Amerikaanse WNBA, waar enkele van onze Belgische basketbalspeelsters hun strepen hebben verdiend of nog steeds verdienen. Strepen wel, maar geen groot geld; in Turkije verdien je al een pak meer. De WNBA wordt in leven gehouden door de grote NBA. Tel alle salarissen van alle WNBA-speelsters in alle twaalf WNBA-ploegen bij elkaar en je komt nog niet aan de helft van het salaris van de best betaalde basketballer, Steph Curry.

Finaal, de ultieme disclaimer: er is geen enkele mannelijke journalist die meer vrouwelijke topsportsters heeft geïnterviewd dan ondergetekende – ook voor de aanstaande Spelen staan meer vrouwen op het lijstje dan mannen – en mijn vrouw is voormalig volleybalinternational. Dus neen, ik ben niet misogyn, maar ik ken na al die jaren in dit vak wel iets van (vrouwen)sport.

U hebt het grotere plaatje? Oké dan, tijd voor de crux: wat zaten die Red Flames afgelopen vrijdag op dat eerste VRT-net te doen? Dat ze op televisie komen, goed zo. Elke interland (mannen en vrouwen) moet op televisie, maar mag niveau nog een beetje een criterium zijn?

Vrijdag, tegen Spanje, ook gekeken? Het was beschamend, zoals eerder in en tegen Nederland (4-0) en zowat elke keer toen het er echt om ging. Zeven goals tegen krijgen thuis, het zou genoeg moeten zijn om aan de middenstip onder het gras te kruipen en zo de kleedkamer op te zoeken.

Het ergste is nog dat de Red Flames laffer voetballen dan de allerlafste Rode Duivels van de jaren zeventig en tachtig: met zijn allen achteraan, de boel dichtmetselen en hopen op een zeldzame uitbraak van Wullaert. Hoe vaak zal die klasbak al niet hebben gedacht: was ik maar honderd kilometer meer naar het noorden geboren?

Jawel, de Flames hebben een keertje Nederland geklopt en ook een keertje Engeland, maar dat komt omdat vrouwenvoetbal zo mogelijk nog oneerlijker is dan mannenvoetbal. In die wedstrijden zijn onze waakvlammetjes er ook niet aan te pas gekomen. Meer dan twintig schoten op doel moeten toestaan en nooit 30 procent balbezit. Tegen Spanje zaten ze dichter bij de 20 procent en stonden ze in een schietkraam.

Dat kan gebeuren, dat heet niveauverschil, maar hoe moeten die hockeysters, volleybalspeelsters en basketbalspeelsters zich voelen? De Red Flames mogen op VRT 1 in primetime antireclame maken voor hun sport en voor zichzelf, maar wie wel de wereldtop het vuur aan de schenen legt of er zelfs gewoon van wint wordt geregeld naar het onvindbare Ketnet of de Sporza-site verbannen.