
Dream Team Belgium
Frankrijk uit, Frankrijk thuis, simpel: altijd lastig. Vergeet de commentaren en voorbeschouwingen, vergeet de statistieken, vergeet alle voorgaande wedstrijden, vanavond komt het aan op de vorm van de dag, het grijpen van het moment, het afwenden van ongeluk en forceren van geluk.
Realitycheck: dit is maar interlandvoetbal, een wedstrijd tussen twee nationale selecties van de beste spelers uit eenzelfde land. Als je het zou vergelijken met een leger, dan is interlandvoetbal een oorlogje tussen twee legers van alleen maar hogere officieren, min of meer gelijken in hiërarchie want allemaal behorend tot de belangrijkste personeelsleden in hun bataljon.
Clubvoetbal is tussen legers met hogere officieren gesteund door lagere officieren en die dan weer door onderofficieren die op hun beurt het kanonnenvlees aansturen. Een bondscoach moet met zijn verbaal en tactisch overwicht hogere officieren overtuigen om zoveel keer per jaar – en nu zelfs een hele maand – ook in de loopgraven te duiken voor de eer van het land, het ego van een collega en voor veel minder geld dan gewend.
Dat lukt heel zelden en daarom krijg je op wereldbekers en continentale kampioenschappen soms van die rare wedstrijden, waarin alle – soms ook Belgische – baasjes ogenschijnlijk zonder plan maar wat in de rondte lopen.
De beste bondscoach is er één die vanwege palmares en bewezen capaciteiten overwicht heeft op zijn spelers, in wiens voetbalvisie ze rotsvast geloven en voor wie ook de hogere officieren door het vuur willen. Zijn enige taak is die elf namen die hij op het wedstrijdblad schrijft ervan te overtuigen dat ze hun eigenbelang ondergeschikt moeten maken aan het team.
In colloquia over teamsporten wordt vaak naar het ‘Dream Team’ op de Olympische Spelen van 1992 verwezen en hoe dat sterrenensemble toch als ‘one team, one dream’ opereerde. Onzin. Vooreerst hebben die sterren een andere ster (Isaiah Thomas) gecanceld omdat hij de absolute leider – Michael Jordan – te veel op zijn zenuwen had gewerkt.
Dat deed denken aan een rel dichter bij huis, bij het wonderbaarlijke Nederlands elftal van de worldcup van 1974. Johan Cruijff en doelman Jan van Beveren hadden een zakelijk conflict en dat eindigde – in 1974 en in 1977 – op last van Cruijff in de niet-selectie van Van Beveren, toen een wereldkeeper.
Dream Team in Barcelona, dat waren elf onemanshows (en collegespeler Christian Leattner) naast en achter elkaar opgevoerd. Hun technisch, fysiek en tactisch overwicht was zo groot dat ze alles wonnen zonder als team te spelen. Dat overwicht is nadien nooit meer vertoond in teamsporten op het hoogste niveau.
Tot de eerste wedstrijd tegen Slovakije had Tedesco nog nooit verloren met zijn ‘Team Belgium’. Soms waren er momentjes dat de Rode Duivels even niet thuis gaven, maar die vlotte kwalificatie en die prima helften uit tegen Duitsland en Engeland – weliswaar vriendschappelijk – lieten het beste verhopen voor Euro 24.
De vraag is dus: behalve dat dit een toernooi is, wat is anders aan de Belgische nationale ploeg dat het plots meer vierkant dan rond draait?
Tip: vergeet de affaire Courtois, dat speelt niet, wel integendeel.
Nog geen idee?
Kevin De Bruyne is terug. Hij speelde de eerste twee interlands onder Tedesco (0-3 in Zweden en 2-3 vriendschappelijk in Duitsland), maar gaf toen tien wedstrijden op rij verstek door die hamstringblessure. Begin juni speelde hij voor het eerst weer een helft tegen Montenegro.
Nogal wat analisten vragen zich af of de aanwezigheid van Kevin De Bruyne – de enige echte wereldster van deze selectie – niet al te verlammend werkt op de ploeg. Dat is niet iets wat je De Bruyne kan verwijten. Die kan het ook niet helpen dat hij het sneller ziet dan anderen en voor zover bekend had hij geen invloed op de selectie zoals Cruijff.
Zijn karakter heeft hij evenmin gekozen en zijn obsessieve benadering van het voetbalspel maakt hem juist zo goed. Het is duidelijk dat het voetbal dat De Bruyne voor ogen heeft niet het voetbal is dat tegen Slovakije en al helemaal niet tegen Oekraïne is gespeeld. Of zijn voetbalwensen conflicteren met de capaciteiten van zijn medespelers, dan wel met de consignes van de coach, of met allebei, dat blijven open vragen.
Misschien had Tedesco meer kunnen doen om de neuzen in dezelfde richting te krijgen. Wat hij vooral niet had moeten doen, is Kevin De Bruyne de kapiteinsband geven. Een perfectionist die alles te goed wil doen, moet je nooit kapitein maken. Zelfs die van het Dream Team was niet Michael Jordan, maar de hiv-positieve Magic Johnson.