
Best of the rest
Een week geleden geraakte een tweet niet weg, of toch niet helemaal. Die luidde: “Visma-Lease a Bike rijdt zoals Frankrijk voetbalt of zoals Joop Zoetemelk wielrende.”
Even ter verduidelijking voor de jonge lezertjes: Zoetemelk won de Tour in 1980, zijn enige, en alleen maar omdat gele trui Bernard Hinault opgaf met knieproblemen. Zoetemelk werd ook zes keer tweede, alleen door te volgen. ‘De wieltjeszuiger’ was de bijnaam die wij Belgen hem gaven.
Ervaren twitteraars zullen wellicht meteen merken of een tweet al of niet doorkwam. Pas na enkele uren bleek dat die nog bij de concepten stond en toen was de vraag: to post or not to post.
Waar die vandaan kwam, een raadsel, maar mildheid borrelde op. Die arme Jonas Vingegaard voor dood opgeraapt uit die Baskische greppel, die gehavende ploeg, geen Dylan van Baarle, geen Steven Kruijswijk, Wout van Aert nog snel in elkaar gevezen na zijn Dwars door Vlaanderen-crash, hebben die niet al genoeg meegemaakt? En – slag om de arm ook – wie weet wat er nog gebeurt deze Tour?
Niet gepost, gelukkig maar. Gisteren reed Visma-Lease a Bike zoals Oranje voetbalt: om te winnen. Wellicht hebben ze de Tour verloren, al is dat niet zeker. Hulde aan Visma-Lease a Bike. Voor het vijfde jaar op rij helpen ze om van de Tour de France een fenomenaal kijkstuk te maken.
De voorbije twee jaar reden ze Tadej Pogacar in de vernieling, nadat die hen in 2020 in de laatste klimtijdrit een onwaarschijnlijke hak had gezet en in 2021 met overmacht had gewonnen. In 2022 was het aan Team Visma met die tweetrapsraket Roglic- Vingegaard, waarbij Pogacar op alles sprong wat bewoog maar zo slecht werd gecoacht vanuit de volgwagen dat het pijn deed aan de ogen.
In 2023 was Pogacar in de situatie waarin Vingegaard zich dit jaar bevindt: krakkemikkige voorbereiding, twijfel in het hoofd, toch maar bluffen, gokken, proberen…
2024: de rollen zijn omgekeerd. Keer na keer na keer pakte Pogacar de voorbije twee weken tijd op zijn directe rivaal. En steeds meer tijd, gisteren zelfs meer dan een minuut, wat doet vermoeden dat Vingegaard sneller stukgaat in deze Tour dan de Sloveen.
U hebt misschien gelezen dat sommige renners beter worden naarmate de Tour vordert. Geloof dat maar niet. Niemand wordt beter. Ja, Mathieu van der Poel en Wout van Aert, maar die kiezen hun momenten uit, wisselen intensieve prikkels af met extensieve uithouding en gebruiken de Tour als een rondreizend trainingskamp.
Iedereen die voor het klassement rijdt wordt minder vanaf de tweede week. Rare vergelijking misschien, maar Pogacar in deze Tour de France is een beetje zoals Usain Bolt op de 100 meter. Na de 60 meter leek die weg te lopen van de rest, maar dat was gezichtsbedrog. Hij ging gewoon minder snel stuk.
Vijfennegentig procent van de wieleraficionado’s wil dat Pogacar wint. Omwille van zijn panache, zijn stijl, zijn aanvalslust, zijn grapjes, zijn interviews… Die andere 5 procent zijn Denen en enkele verdwaalde Nederlanders die Visma-Lease a Bike als hun nationale wielerploeg zien.
Vingegaard, het moet gezegd, die inspireert alleen de blinden. Hoe die op een fiets zit, dat ziet er echt niet uit. Dat geel waren we op den duur gewend omdat op den duur alles wel went, maar in die bollentrui van tweede bergkoning, jeetje. Dat shirt is gewoon een maat te groot. En is er dan niemand bij het team die ziet dat hij door die communicatie-unit op zijn rug een soort quasimodo op een fiets wordt?
Wie nu beter dan wel slechter is dan vorig jaar, daar hebben we het raden naar zolang we geen objectieve gestandaardiseerde data hebben. Of we die ooit zullen zien, twijfel daar maar aan. Dat behoort tot de bedrijfsgeheimen.
Wie wel beter is dan ooit, en dat kun je op het eerste gezicht en vooral op zijn gezicht zien, is Remco Evenepoel. Hij speelt in een andere reeks dan die eerste twee, maar dat had hij ook zo voorspeld. Van alle klassementsmannen die niet Tadej of Jonas heten met hun voornamen is hij de beste.
Evenepoel the best of the rest klinkt onrespectvoller dan het is bedoeld. Zonder ongelukken wordt hij derde in deze Tour en als Vingegaard er helemaal onderdoor gaat, zit er misschien zelfs een tweede plaats in. Dat is veel beter dan verhoopt. We moeten de derde week nog afwachten, maar als hij ook in de volgende zes etappes (waarvan drie hele zware) niet total loss wordt gereden, dan heeft België voor de volgende tien jaar elke zomer iets om naar uit te kijken.