Column Gravelen in De Morgen van zaterdag 5 oktober 2024

Gravelen

Jan Bakelants eerder deze week op Radio 1 over het wereldkampioenschap gravel, dat dit weekend wordt verreden tussen Halle en Leuven: “Gravel is het padel van het wielrennen.” Als het een eigen vinding is, geen enkele wielrenner zou daar opkomen. Behalve dan Bakelants, en dat maakt hem uniek in die wereld.

Toch enige nuance. Als gravel padel is, dan toch eerder het padel van het mountainbiken, op zich al een afgeleide van wielrennen.

Beide disciplines zijn overigens ontstaan in de VS. Mountain biking in Californië, meer in het bijzonder in Marin County ten noorden van San Francisco. De roots van gravel biking zijn lastiger te duiden. De eerste wielerwedstrijden einde negentiende eeuw gingen vaker over niet-geasfalteerde wegen dan wel, en de eerste bergpassen in de Tour waren ook niet verhard. Dat was ook gravelen, weze het avant la lettre.

Het concept gravelbiken, voor de lol fietsen over onverharde wegen en paden, dateert van 2005. Toen werd voor het eerst een wedstrijd georganiseerd over zogeheten dirt roads, dat was de Trans-Iowa, 560 kilometer lang. Een jaar later volgde de befaamde Dirty Kanza, 320 kilometer.

Gravelen kan fysiek even zwaar zijn als mountainbiken, maar is dan weer technisch vele malen makkelijker. Vandaar de vergelijking met padel, waar je als sedentair met beperkte techniek en manke fysiek meer lol aan beleeft dan bij tennis, en meer de indruk krijgt dat je sport.

Idem voor gravelen. Iedereen beleeft lol aan gravelen. Je krijgt niet de ellenlange klimmen en de waaghalzerij van het moderne mountainbiken met zijn drops tussen rotsen. Niet de single-tracks waar je zelfs in een toertocht wordt opgejaagd door een horde horken in dezelfde outfit. Je krijgt ook niet de saaiheid van de weg en de daarbij horende gevaren van het verkeer.

Technisch leunt het dichter aan bij wegwielrennen dan bij mountainbiken. Je moet al eens een putje ontwijken, een rotsje en een plasje omzeilen of wat mul zand doorploegen, een klimmetje en wat bergaf zit er ook weleens in, maar je hoeft geen Mathieu van der Poel te zijn om van een ritje te genieten.

Er is nog een bijkomend voordeel. Ondanks de lagere gemiddelde snelheid dan op de weg krijg je door het gevarieerde parcours de indruk dat de kilometers sneller gaan. En door de onmogelijkheid om in een peloton te fietsen (voor niet-wielrenners althans) rij je sowieso je eigen snelheid en is de kans kleiner dat je jezelf over de kling jaagt.

Gravelparcoursen gaan door bos en veld, langs weinig bereden wegen. Het is verbazingwekkend hoeveel van die paden en wegen ons volgebouwde Vlaanderen nog telt. Als ze tenminste niet al of niet illegaal worden afgesloten door een grootgrondbezitter of omgeploegd door een boer. Nog erger, als ze niet worden afgesloten door het Agentschap Natuur en Bos (ANB), waar ze – enige mogelijke conclusie – een bloedhekel moeten hebben aan mensen op een fiets.

Nu, overtuigde gravelaars hebben een alternatief. Zij kunnen in dezen het principe van de burgerlijke ongehoorzaamheid huldigen en zich laten leiden door het devies dat waar mag worden gewandeld of paardgereden ook mag worden gefietst. Op voorwaarde dat rekening wordt gehouden met de andere gebruikers en desgevallend de snelheid wordt gemilderd, ook al moet het even stapvoets.

Word je toch tegengehouden door een boswachter of andere geüniformeerde, dan kun je opteren voor een praatje en je burgerlijke ongehoorzaamheid uitleggen. Het is evenwel niet ondenkbeeldig dat de geüniformeerde het op zijn/haar heupen krijgt en je ID-kaart of naam vraagt. Dat is dan het sein om beleefd goeiedag te zeggen en gewoon weg te fietsen. Er zitten geen atleten bij ANB, succes verzekerd.

Het WK gravel van zondag heeft dat probleem niet. Dat mag eenmalig overal door, zo stond het in de krant. Ook door een stiltegebied in Leuven. Een zure meneer uit die stad vond dat niet kunnen. Hij haalde twee dagen na elkaar de media nadat een al even zure professor die graag naar vogels kijkt de schrik had uitgesproken dat een pleisteraar – nog nooit van gehoord – niet langer zou pleisteren.

Maar het moet gezegd, het WK gravel van zondag dient de zaak niet van het gravelrijden. Wel integendeel, de roep om meer regulering zal na dit weekend weerklinken. Het WK gravel heeft ook geen enkel uitstaans met gravel zoals het ooit is (her)uitgevonden: af en toe rustig rijden waar dat moet, sportief waar dat kan, door de mooie natuur, verkeersluw, zonder medegebruikers van de paden op de zenuwen te werken, met een brede glimlach iedereen groetend.