Column Woke basketbal in De Morgen van maandag 30 december 2024

Woke basketbal

Ajay Mitchell heeft zaterdag met zijn Oklahoma City Thunder gewonnen. Mitchell is een in Luik geboren Belg (van een Amerikaanse vader, Barry Mitchell). Dat is nu al de tweede Belg die mag starten in een NBA-team, na Toumani Camara bij Portland Trail Blazers, dat het veel minder goed doet dan OKC.

Het dient daarbij vermeld dat Oklahoma heel wat geblesseerden telde en Charlotte een van de mindere teams is. Het fenomeen eindejaarsbasketbal, waarbij de teams vooral aanvallen en minder verdedigen, kwestie van aan klantenbinding te doen, was dan weer niet van tel. Charlotte-OKC eindigde op 94-106 en was de enige wedstrijd waarbij een team onder de 100 punten bleef. LA Lakers tegen Sacramento (132-122) bijvoorbeeld was zo’n ouderwetse run-and-gun of lopen-en-schietenwedstrijd.

De NBA is de competitie met het hoogste gemiddeld salaris. De vijfhonderd basketballers met een gegarandeerd contract verdienen gemiddeld 11,9 miljoen dollar per seizoen. De minst betaalde met een vast contract krijgt nog steeds 1,1 miljoen en de beste betaalde (Stephen Curry van Golden State Warriors) moet het met 55,8 miljoen doen. Mitchell heeft geen gegarandeerd contract, wel bij het G League-team (tweede ploeg) van Oklahoma, en verdient honderd keer minder dan Curry.

Hij komt op het goede moment bovendrijven en krijgt vast een upgrade. Vanaf volgend jaar gaat ook de nieuwe tv-deal in voor de NBA. Die loopt tot 2036 en in die elf jaar zullen Disney, NBC en Amazon samen 76 miljard dollar betalen. Dat is niet het vetste sportcontract. Die eer is voor het American football van de NFL, dat zich in elf jaar van 110 miljard verzekerd weet.

De huidige tv-contracten van de NBA zijn 2,7 miljard dollar per seizoen waard, vanaf volgend jaar wordt dat 6,7 miljard om dan jaar na jaar een beetje te stijgen. Dat betekent automatisch dat het salarisplafond zal volgen, weliswaar niet zo snel als de tv-rechten. In de collectieve arbeidsovereenkomst tussen de spelersvakbond en de eigenaars is overeengekomen dat het plafond jaarlijks met niet meer dan 10 procent mag stijgen.

Tot zover de les sporteconomie, nu een vleugje sportsociologie. Die megadeal is er gekomen tegen een achtergrond van tegenvallende kijkcijfers. Hoe komt het dat de NBA de laatste jaren en dit seizoen weer minder kijkers trekt? De basketbalbalbeesten onder de collega’s bleven bij de sport en wezen op het spel dat zou zijn veranderd. Hoezo? In de tijd van Michael Jordan was elke topspeler vogelvrij om getorpedeerd en gemutileerd te worden. De spelers zijn atletischer dan ooit, het spel is minder fysiek slopend en maar goed ook. Bovendien wordt meer gescoord van achter de driepuntlijn als een eindresultaat van afgesproken plays. Ligt het dan aan de driepunters zelf? Zou kunnen, maar dat is net de specialiteit van de best betaalde van het hele lot, Curry.

Natuurlijk zijn honderd wedstrijden (voor de finalisten van de play-offs) in zeven en een halve maand van het goede te veel, en meer en meer spelers slaan wedstrijden over om fris in de play-offs te geraken, waardoor de fans hun interesse in het reguliere seizoen verliezen.

Ligt het aan de topspelers? Amerikanen willen toch vooral Amerikanen zien schitteren. Drie van de top vijf van de NBA hebben geen Amerikaans paspoort en spreken Engels met Europees haar op: Nikola Jokic (Serviër), Luka Doncic (Sloveen) en Giannis Antetokounmpo (Griek met Nigeriaanse roots).

In een recente analyse durfde nieuwsmedium The Wrap toch nog een ander puntje aanhalen, de olifant in de basketbalhal: het activisme van de NBA heeft in de raciaal gepolariseerde VS heel wat blanke kijkers doen afhaken.

Die teruglopende interesse voor basketbal op tv begon niet toevallig met de Black Lives Matter-beweging in 2020. Die was het resultaat van de dood van George Floyd bij een gewelddadige arrestatie door de politie. De spelers verwisselden daarop hun speelshirts voor exemplaren met BLM en ‘I can’t breathe’. Ook blanke spelers en coaches (Gregg Popovich, Steve Kerr) deden mee, in tegenstelling tot de NFL, waar blank en zwart tegenover elkaar stonden maar nadien de zwarte spelers weer in het gelid kwamen lopen.

Dat activisme van de NBA was al begonnen in de eerste regeerperiode van Donald Trump (2017-’21). Geen enkele kampioen is de titel gaan vieren in het Witte Huis, op den duur werden ze niet eens meer uitgenodigd. Nu komt Trump bis eraan. De ‘zwartste’ competitie op de planeet – bijna 80 procent van de spelers heeft (deels) zwarte roots – zal op het veld activistisch blijven. Voor de 100 procent blanke eigenaars is dat dan weer een woke-hoek waar ze zo snel mogelijk uit willen.

Column Tearjerker FC in De Morgen van zaterdag 28 december 2024

Tearjerker FC

Drie dagen geleden, niet toevallig met kerst, postte Liverpool FC een filmpje van tien minuten. Zoek op ‘Liverpool, Isaac’ op YouTube. Als u geen zin hebt in het door het filmpje beoogde sentiment vertellen we het hier graag voor u na.

Isaac is een jongetje van zes dat in Liverpool woont en lijdt aan het Wolf-Hirschhorn-syndroom. Zijn moeder legt in het begin uit dat hij meer dan zeventig genen mist op chromosoom vier en dat hij een openhartoperatie onderging toen hij drie was. Van die rits op dat borstje krijgen we een still te zien, kwestie dat u het toch maar allemaal gelooft.

De meeste mensen haken dan al af onder het mom ‘genoeg ellende in de wereld’ maar de producers van het filmpje waren natuurlijk zo slim om ons door middel van een aantal teasers bij de les te houden.

Volgende sequens is een huisgemaakt filmpje bij Isaac: hij zingt de liedjes van de Kop (dat is de supporterstribune). ‘Kopite’ Isaac kent alle liedjes uit zijn hoofd. Hij kent ook alle spelers. Mum and dad waren er eerder al snel bij om die filmpjes te posten en zodoende is Isaac al een tijdlang een knuffelbeer op YouTube.

Over naar het trainingscentrum van Liverpool. Virgil van Dijk zit naast Mo Salah en toont hem een post van de zingende Isaac. ‘Mo, look at this…’ Samen lachen ze om een zorgvuldig samengestelde compilatie van Isaac-beelden. “Wat een supporter, misschien moeten we die eens verrassen, dat zou leuk zijn.” Plots beslissen ze – dat had u vast niet geraden – om hem te gaan opzoeken!

Out of the blue en met toevallig enkele camera’s in de buurt rijden ze naar zijn school. Eerst gaat Van Dijk binnen en verrast de duidelijk aangedane Isaac. Niet zeker, maar hij lijkt de enige die niet zorgvuldig is geregisseerd en niet op voorhand een scenario heeft moeten instuderen. Dat moment en vele andere momenten met Isaac zijn, met tegenzin toegegeven, hartverwarmend.

Moeder en vader van Isaac kijken door de deur mee en daar staat ook nog Salah te wachten. “Ik heb mijn vriend mee,” zegt Van Dijk tegen de kleine, “mag hij ook komen?” Enter Salah. Enter ook de ouders die Isaac vragen waarom Mo en Virgil daar zijn. “They like me”, aldus Isaac. Een tearjerker, echt.

Nieuwe ingeving: ze gaan naar het oefencentrum. Isaac ontmoet er achtereenvolgens een hele rist spelers. Daarna mag Isaac de (voorlopig althans) succestrainer Arne Slot uit zijn kantoor halen. “Hiya, Slot.” Dan is het tijd voor de training. In de tribune zingt Isaac, al of niet daartoe aangespoord, liedjes over zijn favoriete voetballers.

En nog is het niet gedaan. Bij Liverpool-Manchester City mag hij mee het veld oplopen met de captain Van Dijk. Die wedstrijd wordt gewonnen – uiteraard, wie wint niet van Man City? – maar dat zit niet in het filmpje. Het filmpje eindigt met de ouders die zeggen hoe gelukkig ze zijn met Isaac. De aftiteling is ‘Yes Isaac, You’ll never walk alone’.

Misschien eens schetsen wat er aan het filmpje is voorafgegaan. Iemand in de communicatieafdeling van Liverpool moet op een late herfstdag op het idee zijn gekomen om voor de kerst iets met dat leuke mannetje van YouTube te doen. “Je weet wel, die hadden we vorig jaar al op het oog, maar hij overleefde toen de pitch niet.”

Kerst 2024 werd wel die van Isaac. Een heel scenario werd uitgeschreven en het geheel aan een productieteam gegeven dat daarvoor het nodige (de settings, de belichting, de redactie, de personages, de timing) optuigde. Of verzekeraar en hoofdsponsor AXA voor het filmpje extra heeft betaald, dan wel of dat in het contract zat, is niet duidelijk, maar AXA is net iets te nadrukkelijk in beeld om te geloven in toeval.

Net zoals reclame voor sigaretten en alcohol verboden zijn in voetbal, en die voor goksites aan banden is gelegd maar nog niet voldoende, zou het professionele voetbalclubs verboden moeten zijn om door middel van professioneel gemaakte videootjes volksverlakkerij als ‘wij zijn een waardegedreven club van de gemeenschap’ op het goedgelovige voetbalvolkje los te laten.

Liverpool FC zet jaarlijks 713 miljoen euro om en rijdt zoals alle voetbalclubs de gaten dicht met mensenhandel. De club is niet ‘van de gemeenschap’, maar is een winstgedreven vehikel in handen van de Amerikaanse Fenway Sports Group van John Henry en Tom Werner. Dat is een gesofisticeerd sportconglomeraat met waarden die vergelijkbaar zijn met die van de wapenproducenten.

Van een onmogelijke evenwichtsoefening gesproken: het is nu al uitkijken naar hoe het LFC-promoteam in mei van volgend jaar de verdiende titel en de veertigjarige herdenking van het Heizeldrama in één filmpje zal proppen.

Column Lamborghini 4×4 in De Morgen van maandag 23 december 2024

Lamborghini 4×4

Zou er een sport te vinden zijn op deze planeet waarover commentatoren ongestraft meer journalistieke onzin mogen verkondigen dan veldrijden? Let wel, dat ligt vooral aan de sport. De commentatoren proberen ook maar hun werk te doen en ons te vermaken. Wellicht zijn ook zij al lang bij dat een veldrit zoals die van gisteren in Zonhoven maar een uurtje duurt.

Niet mee eens? Dan kent u vast een andere sport waarin de tweede als overwinnaar wordt bejubeld. Waarvan die commentatoren zeggen “wie tweede wordt, heeft eigenlijk gewonnen”. Pijnig de hersenen en sla de sportencyclopedie open. In het biatlon destijds met Ole-Einar Björndalen? Op de 100 en 200 meter sprint met Usain Bolt? In het zwemmen met Michael Phelps? Laat maar. Het antwoord is neen.

Zelfs in de grote rondes dit jaar, door Tadej Pogacar op meesterlijke wijze gewonnen, heeft niemand Jonas Vingegaard winnaar van de Tour genoemd. En probeer nu maar de tweede van de Giro voor de geest te halen. Neen? Dat was Daniel Martinez, de Colombiaan van Bora-Hansgrohe. Niemand heeft het een nanoseconde in zijn hoofd gehaald hem een winnaar te noemen.

Dat de tweede plaats van Thibau Nys gisteren telde als een overwinning. Zo werd even gesuggereerd. Daar was de kleine van Sven het niet mee eens en dat siert hem. Hij had het over zichzelf en het gevoel dat hij er aan overhield. Dat was een goede race van Thibau en hij analyseerde goed: Zonhoven is een parcours waarop je je vermogen kwijt kan.

Dat was heel goed zichtbaar daar in Zonhoven, en al lang voor de start. Mathieu van der Poel was in zijn Lamborghini gearriveerd, daarbij de media en de steeds weerkerende vragen als “wat denk je?”, “hoe voel je je?”, “wanneer zal je tevreden zijn?” op meesterlijke wijze ontwijkend. De Lamborghini is van het type Urus (een 4×4, maar dan een rappe). Er zit een 4.0-liter twinturbo achtcilinder onder de motorkap en het systeemvermogen bedraagt 650 pk met 850 Nm koppel.

Van der Poel had net voor de start de auto geruild voor de Canyon-crossfiets maar daar was nauwelijks iets van te merken. Het was alsof hij nog steeds in de Urus zat en de rest in een Fiatje 500. Starten op de derde rij, bij de eerste bocht twintigste, vijftig meter verder bij de tweede bocht derde, bij bocht nummer drie al tweede. De Urus gaat van 0 tot 100 in 3,5 seconden, zijn eigenaar op de fiets moest daar niet voor onderdoen.

Welgeteld één minuut en zestien seconden na de start dook hij via een andere lijn onder Toon Aerts door in de befaamde zandkuil van Zonhoven en kwam zo op kop. Vijfhonderd meter verder reed Aerts al op zes seconden. Urus van der Poel was uit het zicht en de rest van het veld zou hem pas terugzien na de aankomst.

De eerste drie ronden pakte hij telkens zestien seconden voorsprong, vervolgens nam hij wat gas terug en deed er nog eens een halve minuut bij in de resterende vijf ronden. Waar voor werd gevreesd, de totale declassering en ridiculisering van het crosspeloton 24-25, was een feit: Van der Poel had er een dikke minuut voor nodig.

Dat moet ook voor hem een record zijn. Er zijn jaren geweest – één om precies te zijn – dat hij zijn eerste cross niet won, andere jaren dat het wat duurde tot hij voorop geraakte en nog andere jaren dat hij pas halfweg van de tegenstand af geraakte. Zesenzeventig seconden duurde het in Zonhoven en de Lamborghini 4×4 had alle Fiatjes ingehaald en achtergelaten.

Het werd een masterclass, een demonstratie, om bang van te worden als collega-veldrijder. Of vijftig kilometer daarvandaan een verkoudheid op te doen, zoals Wout van Aert spontaan overkwam. Diens afzegging voor Mol vandaag is een domper op de vreugde. Die vier confrontaties van de twee wereldkampioenen van de laatste tien jaar (uitzondering: bij hun afwezigheid Pidcock in Fayetteville 2022) zijn er maar al drie meer.

Van Aert werd vorig jaar ook meermaals zoek gereden, maar Van Aert gaf nooit op. Hij bleef rijden tot hij zwart voor de ogen zag en soms was er zelfs een echte wedstrijd in de wedstrijd, zoals in Herentals, waar Van Aert in extremis platviel en in Benidorm, waar hij won.

Ook nu weer krijgen we twee wedstrijden voor de prijs van één als Van der Poel aan de start staat. Een tijdrit voor Van der Poel en daarachter de strijd om de ereplaatsen om met de beste veldrijder aller tijden samen op de podiumfoto te mogen staan.

Als Zonhoven een voorbode is voor die andere tien crossen die Van der Poel nog rijdt, stevenen we af op een mix van topsport (Van der Poel) en topvermaak (de rest). Misschien moeten we bij die andere alleskunner eens aandringen om te komen veldrijden. Wat als Tadej Pogacar…?

Column Terug naar af in De Morgen van zaterdag 21 december 2014

Terug naar af

Twintig procent minder brengt het Belgische tv-contract het profvoetbal de komende vijf seizoenen op. Dat is een evolutie in lijn met de rest van de Europese secundaire voetbalmarkten.

Het Belgische tv-contract brengt vanaf volgend seizoen 84,2 miljoen euro op. Tot en met 2024-’25 was dat 103 miljoen. Als de nieuwe oude rechtenhouder DAZN – let op, over afzienbare tijd in Saudi-Arabische handen – winst maakt, zou daar nog iets bij kunnen komen en zou het meer dan 90 miljoen kunnen worden.

Met de nadruk op zou. Als de Europese tendens wordt gevolgd, gaat het vanaf nu alleen nog bergaf. De recentst toegekende rechten zijn die van het Duitse profvoetbal. Die stonden al historisch laag, maar stegen niettemin niet. DAZN is ook daar een van de rechtenhouders.

De Franse tv-rechten zijn gehalveerd, toevallig of niet maar daarom niet minder pijnlijk, nadat de private kapitaalsverstrekker CVC zich voor 13 procent of 1,5 miljard euro had ingekocht in de mediapoot van de Ligue de Football Professionnel.

De Franse clubs kregen daardoor een kapitaalsinjectie en dat was nodig nadat Mediapro in 2020 na vier maanden al de stekker had getrokken uit een tv-contract dat meer dan 800 miljoen euro waard was. Tegelijk werd door de clubs flink geleend en dat moet nog worden terugbetaald. Analisten wezen al op het virtuele failliet van het Franse profvoetbal dat de voorbije jaren recordverliezen boekte, met uitzondering dan van PSG dat 200 miljoen eiste en kreeg van de CVC-deal.

De naam CVC kwam deze week ook in België even bovendrijven, via een gestuurde mediacampagne waarvoor de populaire sportkranten zich graag lieten gebruiken. CVC zou de Pro League kunnen bijstaan in de oprichting van een mediakanaal, waarmee het dan de eigen rechten zou vermarkten en zelfs uitzenden. Wie dat leest en ook maar iets afweet van wat tv allemaal kost en wat dat Belgische voetbal maar voorstelt denkt meteen aan 1 april.

Dat CVC plots op tafel lag, hoeft niet te verwonderen met Anderlecht-voorzitter Wouter Vandenhaute als lid van de raad van bestuur van de Pro League. Hij investeert samen met de Belgische CVC-topman Geert Duyck via hun bedrijf Mauvavie in Anderlecht. Vijftien jaar geleden was CVC al via Vandenhaute in beeld als investeerder in het hervormde profwielrennen. Dat plan (Cycling 2020) knapte af op de onwil van de ASO en de Tour.

Uiteindelijk heeft de Pro League toch eieren voor haar geld gekozen. Dat is wijs, al zal dat niet helemaal naar de zin zijn geweest van Anderlecht en Club Brugge die best wel wat meer risico hadden willen nemen, bijvoorbeeld met een eigen zender. De andere clubs dachten van niet.

Die passen nu beter op hun tellen, want voor zover bekend zijn de verdeelsleutel en het competitieformat nog niet afgeklopt. Dat zijn pas twistpunten en vooral dan de verdeelsleutel. Club Brugge denkt inmiddels dat het beter is dan de andere grote zes clubs en de G6 vindt dat ze beter zijn, en dus meer geld moeten krijgen, dan de K12.

De Belgische verdeelsleutel is nu al de minst solidaire van de West-Europese voetbalcompetities. Alle stijgingen in het verleden van de tv-rechten zijn gebruikt om de grote clubs beter te bedelen. Als nu nog eens een daling wordt gebruikt om de kleintjes te benadelen, wordt dat een pijnlijke zaak voor clubs die soms tot 30 procent van hun omzet uit tv-rechten halen.

Een clubleider wees erop dat er nog mogelijkheden waren om de markt in het buitenland te verkennen. Dat is onzin. De interesse voor buitenlandse investeerders in de Belgische clubs is erg groot. De interesse in de Belgische uitzendrechten en de competitie is dan weer nul.

Achttien van de 28 profclubs zijn in buitenlandse handen. Die buitenlanders zitten hier niet voor titels of omdat de competitie zo aantrekkelijk is en de tv-rechten zo makkelijk te vermarkten zijn. Ze zitten hier om winst te maken op goedkoop ingevoerd of goedkoop opgeleid voetbaltalent, een handeltje dat door de overheid jaarlijks ten belope van 200 miljoen euro wordt gesubsidieerd.

Op het Monopoly-bord is het Belgische profvoetbal op het vakje ‘terug naar af’ terechtgekomen. Tegelijk met het afkalven van de tv-rechten dreigt het verlies van goksponsoring, komen straks die 200 miljoen euro lastenverlagingen weer in beeld samen met de kosten voor ordehandhaving en zal de niet te vermijden hervorming van de transfermarkt resulteren in lagere inkomsten uit mensenhandel.

Omwille van de combinatie van dat alles zou de buitenlandse invasie sneller dan gedacht een exodus kunnen worden. Zo heeft elk nadeel altijd weer zijn voordeel.

Column Failliet in De Morgen van maandag 16 december 2024

Failliet

Eerder deze week verscheen op X een tweet van een supporter van KAA Gent. Hij had een rijtje steden/voetbalteams opgelijst: Lokeren, Aalst, Deinze en Gent. Naast de eerste drie stond een rood kruisje, naast Gent een groen V-tje. En daaronder een dankbericht aan de nieuwe Gentse eigenaar Sam Baro.

Oké, laat dit dan doorspekt zijn met enige naïviteit, het blijft een eerlijke en realistische schets van het failliet van het Oost-Vlaams en bij uitbreiding het Vlaams en Belgisch profvoetbal. Voor wie het allemaal niet zo van nabij heeft gevolgd: de Koninklijke Maatschappij Sportkring of KMSK Deinze is deze week failliet verklaard door de handelsrechtbank in Gent. Het Burgemeester Van de Wielestadion dat sinds 2021 met enige overdrijving ook wel eens de Dakota Arena werd genoemd, is het zoveelste Belgische voetbalkerkhof.

KMSK Deinze speelde in 1B, de Challenger Pro League, dat is de tweede hoogste klasse in ons land. Het deed het daar lang niet slecht, stond zelfs even in de bovenste tabelhelft, tot in november bleek dat de overnemer van de overnemer van de vroegere megalomane eigenaar eens te meer een lege doos was.

Deinze speelde zijn laatste wedstrijd op sinterklaasdag en er werd verloren met 0-1 van Seraing. In 1B spelen voortaan geen zestien ploegen meer, maar slechts vijftien, wat inhoudt dat elk speelweekend een team geen wedstrijd heeft. Eergisteren konden die van Eupen een zaterdagje met het gezin naar de kerstmarkt in Aachen.

Dat brengt het totaal op vijf failliete profploegen in de laatste vijf jaar. Of dat een Europees record is binnen de UEFA-familie moeten collega’s maar uitzoeken. Redelijk uniek is het wel voor het land dat in de Europese ranking veilig op de achtste plaats prijkt en zelfs naar boven kan kijken, naar de nummers zeven en zes Portugal en Nederland.

Voor KMSK en de sympathieke en mooi gelegen stad Deinze is dit een flinke sof. Net als voor de leveranciers, zoals die jonge cateraar die nog 65.000 euro te goed heeft, zo meldden de lokale krantenpagina’s. Voor de fans, maar nog meer voor de voetballende jeugd van Deinze is dit niets minder dan een drama. De club, die op twee jaar stond van het honderdjarig bestaan, is in rook opgegaan.

Boosheid overheerst nu, maar wie moet je met de vinger wijzen? De laatste overnemer, AAD Invest Group, was een luchtbel, laat dat duidelijk zijn. De voorlaatste, het Aziatische ACA Football Partners, was dat ook. Je kan boos zijn op ratten die denken dat ze uit een stort nog wat brokken kunnen wegslepen, maar dat is wat ratten nu eenmaal doen.

Of je kan boos zijn op wie en wat dat stort heeft veroorzaakt. Dan kom je al snel bij de megalomanie van Denijs Van de Weghe (geen familie, let op de schrijfwijze). Die werd de ‘Marc Coucke van Deinze’ genoemd en dat is nooit een goed teken, vooral niet als er voetbal in het spel is. Van de Weghe zag het groot en kondigde ooit twee transfers aan op de lokale televisie. Bleek het later om twee spelers te gaan die door blessures verloren waren voor het topvoetbal, helaas.

Neen, veel kennis van het voetbal ging er niet mee gepaard. In 2012 kwam Van de Weghe aan boord. Onder zijn bewind steeg de club twee keer naar 1B en de tweede keer verkocht hij zijn ploeg aan Singaporezen die er het centrum van hun voetbalwereld van wilden maken. In 23-24 ging de promotie naar 1A net niet door – wat een geluk bij een ongeluk – en daarna begonnen de financiële problemen.

Dus ja, boos op Doudou Cissé, de Afrikaanse Fransman, van AAD Invest Group met zijn 12.000 euro startkapitaal en brievenbus als hoofdzetel, dat mag. Ook op de Aziaten van ACA Football Partners die hun hapklare brok plots onverteerbaar duur vonden. En op de megalomanie van Denijs Van De Weghe moeten ze in Deinze ook boos zijn.

Uiteindelijk ligt de schuld bij het Belgische voetbalbestel dat weigert een strenger kader te voorzien voor overnemers van clubs. Dat weigert om samen met de overheid een economisch en juridisch kader te creëren waarin de handel in voetbaltalent niet langer de drijfveer is om een Belgische club te bezitten. Dat weigert na te denken over een inperking van het aantal profclubs, tot en met de afschaffing van dat achterhaalde promoveren en zakken.

Het is helemaal wraakroepend dat ook de Belgische politiek niet thuisgeeft om een sector – waar jaarlijks 200 miljoen euro lastenverlagingen aan worden toegekend – te verplichten binnen de lijntjes te kleuren. De aanwezigheid van Francs Borains in 1B en haar voorzitter Georges-Louis Bouchez is daar zeker niet vreemd aan.

Column De laatste dinosaurus (Lefevere) in De Morgen van zaterdag 14 december 2024

De laatste dinosaurus

Plagiaat! Ere wie ere toekomt, ‘Le dernier dinosaure’ was donderdag in L’Équipe de kop boven een verhaal over de retraite van Patrick Lefevere.

Lefévère, om de Fransen na te bootsen, want zij schrijven zijn naam met twee accenten. Ik heb mij jaren suf gepiekerd over het waarom van die accenten tot ik de auteur van dit verhaal een keertje tegen het lijf liep. Hij legde simple comme bonjour uit dat het de uitspraak van die naam vergemakkelijkte, en dat ze daar het recht toe hadden want dat de naam duidelijk een Franse achtergrond had met ‘Le’ en dat die naam ook in Frankrijk voorkwam, maar dan met accenten.

‘De laatste dinosaurus’ is heel treffend verwoord. Lefevere is de laatste van een generatie sportbestuurders die stammen uit het niet altijd zo ongerepte ecosysteem, zeg maar jungle van het wielrennen van de jaren tachtig en negentig.

Lefevere is al een tijdje geen sportbestuurder meer. Onderweg steeg hij op in de vaart der volkeren en werd deels eigenaar, deels opperbaas van zijn team dat hij runde via zijn eigen bedrijf, weliswaar op de vingers gekeken door medeaandeelhouders onder wie de mecenas Zdenek Bakala.

Lefevere kreeg in de loop der jaren zoals zoveel anderen ineens het acroniem CEO voor zijn naam. Misschien een beetje veel eer voor een voormalig zeepverkoper met een boekhoudersdiploma en een grote mond. Als u dat laatste denigrerend vindt, wees gerust, hij zal zelf de laatste zijn om dat niet te vinden.

Als journalist was Lefevere the man you hate(d) to love. Altijd goed voor een mening, altijd goed voor visie ook, altijd goed voor spektakel in de koers (met zijn renners dan). Maar toch niks leukers dan een voorjaar waarin zijn ploeg in het openingsweekend op zaterdag niet thuis gaf, waarna hem om een reactie werd gevraagd. Die begon steevast met “ik maak de rekening pas na de Waalse klassiekers”, waarna zijn coureurs alsnog een veeg uit de pan kregen en op zondag de boel aan flarden reden. Of niet, en dan werd hij opnieuw gebeld.

Ik heb Lefevere nooit gehaat en ook nooit van hem gehouden. In 2006 kwam het tot een serieuze clash. Naar aanleiding van de positieve plas van Floyd Landis in de Tour had hij gedreigd met een proces tegen Landis. Ik schreef toen een column met als kop ‘Hypocriet’ omdat hij zelf de Franse dopingzondaar Richard Virenque had binnengehaald.

Later dat jaar bracht de Krant van West-Vlaanderen ons samen voor een goed gesprek. Dat was best gezellig. Met Lefevere is het prima ruziemaken: hij komt met bokshandschoenen en je ziet hem komen. Hij is niet het type van de dolk in de rug en ook niet van de rancune. Het leverde voor deze krant een spraakmakend eindejaarsverhaal op, waarin hij terloops vertelde over hoe hij als renner ook ooit doping had gebruikt en hoe hij daar slecht op had gereageerd.

In januari 2007 publiceerde Het Laatste Nieuws een dossier waarin Lefevere werd beschuldigd in zijn team systematisch dopinggebruik te hebben georganiseerd. Het overgrote deel van het verhaal was uit de duim gezogen en wat wel klopte, was al bekend. Dat schreven wij toen ook zo op in deze pagina’s. Waarna een vreemde situatie ontstond. De kletterende ruzie van weleer was al gestabiliseerd in een gewapende vrede, maar opeens leken we de “grands amis, bien étonnés de se trouver ensemble”, schreven ze destijds in L’Équipe.

Lefevere werd in de lofdichten deze week de grootste wielermanager ooit genoemd. Groot jazeker, maar misschien niet zo groot als hij had kunnen zijn. Zijn team en zijn expertise verdienden beter dan wat hij uit de commerciële vijver opviste.

Waarom bestond en bestaat zijn team bij de gratie van een mecenas en zijn de echte grote internationale sponsors nooit aan boord gekomen? Waarom is hij nooit het UAE of het Team Sky van België geworden, dominant in de klassiekers én dominant in de wedstrijden die internationaal meer aanspreken, de grote rondes?

Waarom greep Lefevere naast twee van de grootste renners die vandaag maar ook tien jaar geleden al in zijn voortuin furore maakten? Met andere woorden, waarom rijden Wout van Aert en Mathieu van der Poel voor andere ploegen? Bij Lefevere moet je je altijd afvragen of hij zijn team groot heeft gemaakt, dan wel net zo groot dat het voor hem nog bevattelijk bleef.

Voor wie meer wil weten over zijn exit, hoe dat in zijn werk ging, of dat wel met de volle goesting was en wat dat schoof, hij blijft een West-Vlaamse boekhouder en dus zullen we het fijne daar nooit van weten. Dat nieuwe leven is hem overigens van harte gegund. Het is te hopen dat het hem bevalt.

Column Ondermaats in De Morgen van maandag 9 november 2024

Ondermaats

‘Voetbal is de mooiste sport die er bestaat, en de scheidsrechters spelen daar een belangrijke rol in. Want zonder scheidsrechters, geen voetbal. We zijn dan ook blij dat we samen met de Pro League tot een constructieve oplossing zijn gekomen om de arbitrage in ons land verder te professionaliseren.”

Dat zei Manu Leroy vorig jaar in oktober, toen hij nog CEO ad interim was bij de KBVB. Hij was blij en samen met hem heel wat luitjes uit het voetbal dat een scheidsrechterstaking was afgewend met een verhoging van de vergoedingen. Haast zeker dat Leroy dat niet heeft gemeend. Hij komt uit het hockey en weet hoe efficiënt de arbitrage daar verloopt in een bovendien veel complexere sport.

Zonder scheidsrechters, geen voetbal. Scheidsrechters zijn nodig, maar er zijn twee soorten scheidsrechters. Enerzijds heb je de man of vrouw die dat met hart en ziel doet om elk weekend jongens en meisjes, of mannen en vrouwen, hun spelletje plezier te gunnen. Zelf blijven ze zo ook in beweging. Voor de centen moeten ze het niet doen. Dat type ref verdient onze uitdrukkelijke steun en af en toe ook mede- lijden als er weer eens één op de loop moet voor een dolgedraaide cafévoetballer.

Anderzijds heb je de scheidsrechters die om den brode voetbalwedstrijden op het hoogste niveau in goede banen moeten leiden, ter vermijding van burger- oorlogen en zo. Die verdienen te worden beoordeeld volgens de allerstrengste criteria.

Het is al eens uitgerekend hoeveel ze daarmee kunnen verdienen. In een goede maand is dat in de Jupiler Pro League in combinatie met wat internationaal werk tot 10.000 euro. Als ze het een beetje slim aanpakken, blijft daar de helft van over. Wie zoveel geld wil verdienen door het terechtwijzen van anderen, moet aan de strengste voorwaarden voldoen.

Zaterdagavond waren alvast Bram Van Driessche en Nathan Verboomen, twee van de zes Belgische internationale scheidsrechters, ondermaats. Van Driessche omdat hij het reglement niet kent en er zijn eigen draai aan gaf, om welke zinsverbijstering dan ook. Verboomen omdat hij zijn vooringenomenheid en donker dictatoriaal kantje eens te meer moeilijk kon verbergen.

De strafschopfase na de rust in KV Mechelen-Club Brugge kon niet duidelijker. Jorne Spileers van Club springt met armen open in de baan van de bal en die komt tegen zijn arm. Een stomme penalty, een aangeschoten hands, helemaal juist dat zoiets nooit strafschop zou mogen zijn, maar de reglementen zijn duidelijk. Armen weg van het lichaam en bal tegen de armen, dat is gelijk aan strafschop.

Wat gaf Van Driessche als uitleg? “Spileers was niet aan het kijken en had de bal niet zien aankomen.” Dat kan je toch niet menen als scheidsrechter: eigenzinnig de intentie in overweging nemen terwijl dat element van beoordeling juist niet tot de criteria behoort?

Van Driessche wordt niet alleen betaald als semi- profscheidsrechter, en per wedstrijd, hij is ook nog eens – als Wikipedia actueel is ten minste – account manager bij een internationaal chemiebedrijf.

Zou het toch kunnen dat Engels een beetje lastig is voor hem? Kunnen ze in dat geval bij de bond niet iemand vinden om voor hem de clarifications bij de handsregel te vertalen? Zo staat het er. “By having their hand/arm in such an unnatural position, the player takes a risk of their hand/arm being hit by the ball and being penalised.” En ook nog “even if accidental”.

Oké, genoeg over Bram Van Driessche. Iedereen kan een slechte dag hebben. Nathan Verboomen lijkt dan weer meer slechte dagen dan goede te hebben. Wat die uitvrat zaterdagavond bij Gent was gemener en hij verborg niet eens dat hij de thuisploeg extra streng wilde aanpakken. Van bij de eerste keer dat een speler zijn ontgoocheling liet merken omdat hij geen corner kreeg, liet hij al een gele kaart wapperen, heel goed beseffend dat hij daarmee die speler – een verdediger – meteen voor de rest van de wedstrijd bezwaarde.

Het leek heel erg op de Verboomen van die wedstrijd eind vorig seizoen bij Cercle Brugge waar hij ook met gele kaarten zwaaide en de immer correcte Hannes Van der Bruggen uitschold voor dwaas.

Hein Vanhaezebrouck omschreef Verboomen in 2022 treffend met: ‘geen vertrouwen, geen kwaliteit en geen persoonlijkheid’. Vanhaezebrouck is nu geen trainer van Gent meer, maar analist en zat zaterdagavond hoog en droog op de vijfde verdieping naast Niko Lainé commentaar te geven. Beetje raar, na al die jaren Gent, maar goed, je gunt iedereen zijn boterhambeleg. Straks wel even terugluisteren wat Hein over Verboomen te zeggen had.

Column Monsterverbond in De Morgen van zaterdag 7 december 2024

Monsterverbond

Dinsdag krijgt Saudi-Arabië de wereldbeker voetbal van 2034. ‘Krijgen’ mag u heel letterlijk opvatten. Zoals in: gegeven, in een geschenkverpakking, en dat na een staaltje van nooit geziene bestuurlijke handigheid.

Het begon met een primeur. De FIFA had al eerder besloten om in 2030 de wereldbeker toe te wijzen aan Spanje, Marokko en Portugal, maar voegde daaraan toe dat het in de prilste fase van het toernooi zelf een aantal wedstrijden in Zuid-Amerika zou organiseren.

Officieel omdat honderd jaar eerder het eerste WK op dat continent was georganiseerd. De echte reden werd duidelijk toen kort daarna de oekaze kwam dat als gevolg van het WK 2030 op die drie continenten, en het WK 2026 in Noord-Amerika, alleen de twee resterende continenten mochten bieden op het WK van 2034. Bleven over: Oceanië en Azië.

De tweede move dan. In de herfst van 2023 kregen kandidaat-landen plots te horen dat ze amper 25 dagen hadden om een dossier in te dienen. In Riyadh trokken ze ogenblikkelijk een lade open en toverden daaruit een dossier voor vijftien stadions (elf nieuw te bouwen) in vijf steden in Saudi-Arabië.

In Oceanië, waar Australië en Nieuw-Zeeland gesprekken waren begonnen, voelden ze zich langs links en rechts gepakt in snelheid. FIFA-voorzitter Gianni Infantino had de wereldbeker vanaf 2030 uitgebreid naar 48 deelnemende landen, wat extra stadions noodzaakte. Die konden Australië en Nieuw-Zeeland niet op 25 dagen verzinnen en ze trokken zich terug. Bleef over: Saudi-Arabië.

De geopolitiek van het wereldvoetbal is een kluwen van vreemde beslissingen en corruptie, en als gevolg daarvan dieptepunten, maar aanstaande dinsdag komt de FIFA toch wel heel dicht bij de bodem. Als ze daar al niet zit, want wie dacht dat we met de toewijzing van de wereldbekers van 2018 en 2022 aan Rusland en Qatar het toppunt van opportunisme hadden gezien; het geschenk van het wereldvoetbal aan Saudi-Arabië trekt het nog wat meer op flessen.

Dat hoeft ook niet te verwonderen. Voetbal is het meest amorele en immorele ecosysteem in de wereldsport. Enerzijds speelt hier de geopolitieke context van een regio (de olie- en gasstaten van de Arabische Golf) die zich wil afzetten tegen de rest van de wereld. Tegelijk is men binnen die regio zelf een onderlinge strijd om de heerschappij in de sport aangegaan. Anderzijds is het voetbal de speelbal van het hyperkapitalisme, met staatsfondsen dieper dan de diepste oceaan. Ten slotte zijn er de voetbalinstanties die de geopolitieke en financiële krachten niet kunnen maar vooral niet willen intomen.

Er is die ene foto van de openingswedstrijd van het WK in Qatar, die in 2022 al stof deed opwaaien en nu nog meer. Links zit de sportpaus, IOC-voorzitter Thomas Bach, met naast hem de Qatarese koninklijke familie Al-Thani, sjeik Khalifa bin Hamad en sjeik Tamim bin Hamad. Rechts van hen zitten nog twee mannen, een kale ligt dubbelgeplooid van het lachen en rechts van hem zit de man die hem aan het lachen heeft gebracht.

Niet zeker waar het toen allemaal over ging in het monsterverbond van FIFA-baas Infantino en de Saudische kroonprins Mohammed bin Salman. Ongetwijfeld onder meer over hoe Saudi-Arabië ook zo’n voetbalfeest wilde, want wat Qatar en die andere Golfstaatjes hebben, dat wil het grote Saudi-Arabië ook. Ongetwijfeld ook over wat dat grote rijke olieland zou kunnen betekenen voor Infantino en zijn ambitie om aan de macht te blijven en in één moeite de rijkere Europese UEFA en dat ook al rijkere Internationaal Olympisch Comité dwars te zitten.

Nu al is sprake dat de wereldbeker voetbal van 2034 in de winter zou plaatsvinden parallel met de Olympische Winterspelen, die in 1994 twee jaar zijn verschoven precies om de wereldbeker de wind uit de zeilen te nemen.

De sportieve ambities van Saudi-Arabië kwamen te laat om in het Europese clubvoetbal nog een rol van betekenis te kunnen spelen. Pas met het aantreden van MBS in 2017 als kroonprins en later in 2022 als eerste minister en heerser kwam sport bovenaan op de agenda te staan. Vervolgens moest het snel gaan en het ging ook snel. En het zal nog sneller gaan en niemand zal hem stoppen.

Dat Bin Salman in het originele CIA-rapport ondubbelzinnig de opdrachtgever van de moord op de Saudische journalist Jamal Khashoggi (Istanbul 2018) wordt genoemd, dat in zijn land elke vorm van vrije meningsuiting meteen de kop wordt ingedrukt, dat bij de bouw van de stadions en vooral van het megaproject Neom dagelijks dode migrantenarbeiders vallen, dat doet allemaal niet ter zake voor de FIFA. Geen betere plek dan een flinke dictatuur om een succesvol toernooi te organiseren.

Column Rwanda 2025 in De Morgen van 2 december 2024

Rwanda 2025

Sportcompetities die nieuwe markten aanboren, de eerste poging daartoe dateert van een goeie dertig jaar geleden en was ook de succesvolste. Althans, zo staat het toch in de handboeken beschreven als ze het over de Amerikaanse basketbalcompetitie NBA hebben en haar expansie in 1992 naar Europa en de wijde wereld via het eerste en enige echte Dream Team.

In de praktijk valt dat mee – of tegen, zo u wilt -, dat ‘succesvol’. De laatste keer dat de NBA inzage gaf in de overzeese rechten ging het om 400 miljoen euro per jaar, waarvan driekwart uit China kwam. Zevenenzestig contracten met kleinere markten, vooral in Europa, brachten ocharme 75 miljoen op. Ter vergelijking: de Premier League verkoopt haar voetbalcompetitie buiten Groot-Brittannië voor 2,2 miljard. Dat is nog eens een expansie.

Op een totaal andere schaal heb je de amechtige pogingen van het veldrijden om internationaal door te breken. Gisteren zat dat circus met de wereldbeker in Dublin godbetert. Waren aanwezig: haast iedereen die tot nog toe het veldritseizoen heeft gekleurd in Vlaanderen en wijde omstreken. Waren afwezig: de drie tenoren van het veldrijden die niet langer veldrijden, of toch niet als hoofdbekommernis. Ook afwezig: publiek.

Je zult geen andere sport vinden die denkt dat ze een nieuwe markt kan aanboren zonder inzet van de grootste publiekstrekkers op een plek waar ze geen hol geven om je sport. Wielrennen wil nog altijd niet beseffen dat het een regionale sport is met een soms grote fanbase in de eigen schoot en een bijzonder kleine, fanatieke fanbase in een aantal andere landen. Dat zal nooit veranderen en dat hoeft ook niet. Wielrennen is voor West-Europa wat American football is voor de VS: regionaal amusement.

Toegegeven, die laatste vergelijking is zwaar bij de haren getrokken. Hoewel niet bekend wat veldrijden economisch betekent, komt het wellicht niet in de buurt van de 20 miljard dollar die de 32 NFL-teams vorig jaar hebben omgezet. Als het vijfduizend keer minder is, 4 miljoen dus, zal het al mooi zijn. Het verhaal van de NFL kan wel een les betekenen: zorg vooral dat je groot bent, blijft en nog groter wordt in je thuismarkt.

Wielrennen heeft een patent op misplaatst sportief expansionisme. Volgend jaar willen de UCI en enkele postkoloniale goudzoekers naar Rwanda om daar een WK te organiseren. Je vraagt je af: waarom Kigali, waarom Rwanda?

De website van de organisatie heeft op die vraag een antwoord verzonnen: omdat de fiets een populair vervoermiddel is in Rwanda. Dat is een extreem belachelijke reden. De fiets is belangrijk in heel Afrika en dat heeft niets met liefde voor de fiets te maken, maar alles met de armoede en de fiets als vervoermiddel bij uitstek van de armen.

Die keren dat ik in donker Afrika was (Burkina Faso, Kenia, Congo) vervloekten onze Afrikaanse chauffeurs alle fietsers en reden hen zelfs van de weg met de melding dat fietsers geen wegentaks betaalden en bijgevolg op het asfalt niks te zoeken hadden. (Idem in het blanke Texas overigens.)

Er staat ook bij dat wielrennen populair is in dat land. Kan best, maar hier is sprake van een wereldkampioenschap en wie een Rwandese wielrenner kan opnoemen, mag nu opstaan. Eén Eritreeër kennen we, hij heet Biniam Girmay. Voor zover bekend is nooit overwogen om met het wielercircus naar Asmara te trekken. Neen, Kigali, daar moet het volgend jaar gebeuren.

Enkele bonden hebben nu al laten weten dat ze hun selecties zullen beperken tot het hoogst nodige. Het zijn niet van de minste. Denemarken, altijd al een kaper van medailles in de jongeren- en beloftecategorie, komt alleen met profs. België heeft ook laten weten dat het zal snijden in zijn selecties en in de omkadering.

Beide bonden klagen de dure trip en vooral het erg dure logies aan. Daarop kwam een reactie, niet van de Rwandese wielerbond Ferwacy, ook niet van de wereldwielerbond UCI, maar van Christophe Impens of all people, van Golazo of all businesses. Dat we als Europeanen niet moeten klagen dat we een keertje naar Afrika moeten. Want dat die arme Afrikanen (vier in de WorldTour in 2024, allemaal in dienst bij Europese ploegen en de meeste wonend in Europa) altijd weer de omgekeerde trip naar Europa moeten maken. En dat prijsstijgingen nu eenmaal bestaan en volgens Impens heet dat economie.

Hotelkamers die plots tien keer meer kosten is geen economie maar afzetterij. Helemaal als je weet dat Golazo (onder meer met dochterbedrijf en hospitalitypoot Gracias) als partner samen met de ASO en de lokale machthebbers in een postkoloniaal monsterverbond mee de koek verdelen.

(Enkele dagen later raakte bekend dat de nieuwe overzeese rechten voor de EPL 2,6 miljard euro per jaar gaan bedragen vanaf volgend seizoen.)

Column Transferinfuus in De Morgen van zaterdag 30 november 2024

Transferinfuus

Club Brugge staat 22ste op 36 in de rangschikking voor de Champions League. Zoals bekend is dit een ander opzet van competitie. Elke ploeg speelt acht wedstrijden (vier uit en vier thuis) tegen sterke en minder sterke tegenstanders.

Met nog drie wedstrijden te gaan zal Club haast zeker de top acht niet halen. Die geeft rechtstreeks toegang tot de achtste finales, de round of sixteen die de kassa voor elf extra miljoenen laat rinkelen. Een plaats bij de 9 tot en met 24 geeft dan weer het recht op een barragewedstrijd tegen een hoger gerangschikte ploeg in een tussenfase, de knock-out. Die brengt bij verlies maar één extra miljoentje op, maar als je daar wint, zit je in die round of sixteen.

Die plek bij de eerste 24 wordt ook nog lastig omdat achter Club een paar ploegen staan die als het er echt op aankomt onder de motorkap wat meer pk’s hebben, zoals Real Madrid (nu op 24), PSG (25), Shakhtar Donetsk (26) en VfB Stuttgart (27).

Club Brugge verdient door te gaan. Oké, ze hebben twee knoerten van geschenken gekregen van Aston Villa (Comedy Capers-handsbal) en van Celtic Glasgow (Comedy Capers-owngoal), maar in beide wedstrijden hadden ze het betere van het spel en de betere kansen.

Wellicht is dit Club Brugge, Europese jaargang 2024-2025, het beste Europese Club Brugge van deze eeuw. De onbevangenheid waarmee ze in Celtic Park op de helft van de Schotten gingen voetballen maar evengoed verstandig terugplooiden om dan weer met hoge druk uit te pakken, dat charmeerde, dat moeten ze in Europa hebben opgemerkt. Nicky Hayen, als zijn Brugse verhaal ooit ophoudt, zit voor de komende jaren goed als trainer, is het niet in Europa zoals sommige van zijn voorgangers bij Club dan wel in België.

In geen enkele Champions League-wedstrijd lag Club tot op vandaag onder. Zelfs tegen Borussia Dortmund thuis (0-3) en AC Milan uit (3-1) had Club kansen om de wedstrijd vroegtijdig in een gunstige plooi te leggen.

Minder gunstig voor Club is het programma en dan vooral de kalender. Twee van de drie nog te spelen wedstrijden staan gepland voor eind januari en zoals bekend is dat de maand van de wintermercato. Goed mogelijk, zelfs heel waarschijnlijk, dat Club in die maand een aantal van zijn betere spelers zal zien vertrekken.

In het verleden kon FCB als enige Belgische ploeg altijd beletten dat de betere spelers halfweg de competitie hun biezen pakten. Januari 2025 wordt de meest onzekere mercato ooit. De spelregels zijn compleet nieuw en niemand kan inschatten hoe het spel in de toekomst zal worden gespeeld. Wel duidelijk is dat de macht om een transfer te forceren nu geheel bij de spelers en hun makelaars ligt.

Deze week vertrok een brief vanuit Bogotá, woonplaats van Jorge Iván Palacio, voorzitter van FIFA’s disciplinaire comité. Het is ronduit verbazingwekkend en ook wel een beetje journalistiek belachelijk dat die brief die woensdag in een Belga-bericht op de redacties belandde niet eens werd opgepikt door de sportmedia in dit land.

Palacio verkondigt daarin de ‘tijdelijke’ opschorting van alle disciplinaire maatregelen tegen spelers en ontvangende clubs die zonder akkoord van de vertrekkende club een transfer afdwingen. Die maatregel is allesbehalve tijdelijk, maar wel het eerste concrete gevolg van het arrest-Diarra waarbij een speler (Lassana Diarra) in het gelijk werd gesteld en het Europese Hof in één moeite brandhout maakte van de FIFA-transferregels.

Club Brugge staat voor een dilemma. Moet het nu te allen prijze zijn jonge talenten proberen te binden met een verbeterd contract en een hoge opzegvergoeding? Of moet het juist die spelers nog snel naar de uitgang begeleiden richting de meest biedende?

Club Brugge en alle andere Belgische ploegen met beloftevolle jonge spelers in hun kernen herzien best hun balansen. Zoals het vaststaat dat Seys, Tzolis, De Cuyper, Onyedika, Talbi en Jashari eerder vroeg dan laat een mooie aanbieding niet zullen kunnen weigeren, zo staat het vast dat Club in 2025 voor die spelers maar een fractie van het bedrag zal krijgen waarop het had gerekend. En in 2026 nog minder, en in 2027…

Het Belgische voetbal was de voorbije tien jaar wereldwijd de zesde nettoverkoper (na Portugal, de Engelse Championship, Nederland, Brazilië en Argentinië) van voetbaltalent en dat leverde de Belgische clubs sinds 2015 1,4 miljard euro op. Het wordt peentjes zweten om van dat transferinfuus af te geraken, en niet alleen voor Club. Wie verder kijkt dan de voetbalneus lang is kan alleen maar blij zijn dat aan die kamelenhandel met mensen eindelijk een einde komt.