
De laatste dinosaurus
Plagiaat! Ere wie ere toekomt, ‘Le dernier dinosaure’ was donderdag in L’Équipe de kop boven een verhaal over de retraite van Patrick Lefevere.
Lefévère, om de Fransen na te bootsen, want zij schrijven zijn naam met twee accenten. Ik heb mij jaren suf gepiekerd over het waarom van die accenten tot ik de auteur van dit verhaal een keertje tegen het lijf liep. Hij legde simple comme bonjour uit dat het de uitspraak van die naam vergemakkelijkte, en dat ze daar het recht toe hadden want dat de naam duidelijk een Franse achtergrond had met ‘Le’ en dat die naam ook in Frankrijk voorkwam, maar dan met accenten.
‘De laatste dinosaurus’ is heel treffend verwoord. Lefevere is de laatste van een generatie sportbestuurders die stammen uit het niet altijd zo ongerepte ecosysteem, zeg maar jungle van het wielrennen van de jaren tachtig en negentig.
Lefevere is al een tijdje geen sportbestuurder meer. Onderweg steeg hij op in de vaart der volkeren en werd deels eigenaar, deels opperbaas van zijn team dat hij runde via zijn eigen bedrijf, weliswaar op de vingers gekeken door medeaandeelhouders onder wie de mecenas Zdenek Bakala.
Lefevere kreeg in de loop der jaren zoals zoveel anderen ineens het acroniem CEO voor zijn naam. Misschien een beetje veel eer voor een voormalig zeepverkoper met een boekhoudersdiploma en een grote mond. Als u dat laatste denigrerend vindt, wees gerust, hij zal zelf de laatste zijn om dat niet te vinden.
Als journalist was Lefevere the man you hate(d) to love. Altijd goed voor een mening, altijd goed voor visie ook, altijd goed voor spektakel in de koers (met zijn renners dan). Maar toch niks leukers dan een voorjaar waarin zijn ploeg in het openingsweekend op zaterdag niet thuis gaf, waarna hem om een reactie werd gevraagd. Die begon steevast met “ik maak de rekening pas na de Waalse klassiekers”, waarna zijn coureurs alsnog een veeg uit de pan kregen en op zondag de boel aan flarden reden. Of niet, en dan werd hij opnieuw gebeld.
Ik heb Lefevere nooit gehaat en ook nooit van hem gehouden. In 2006 kwam het tot een serieuze clash. Naar aanleiding van de positieve plas van Floyd Landis in de Tour had hij gedreigd met een proces tegen Landis. Ik schreef toen een column met als kop ‘Hypocriet’ omdat hij zelf de Franse dopingzondaar Richard Virenque had binnengehaald.
Later dat jaar bracht de Krant van West-Vlaanderen ons samen voor een goed gesprek. Dat was best gezellig. Met Lefevere is het prima ruziemaken: hij komt met bokshandschoenen en je ziet hem komen. Hij is niet het type van de dolk in de rug en ook niet van de rancune. Het leverde voor deze krant een spraakmakend eindejaarsverhaal op, waarin hij terloops vertelde over hoe hij als renner ook ooit doping had gebruikt en hoe hij daar slecht op had gereageerd.
In januari 2007 publiceerde Het Laatste Nieuws een dossier waarin Lefevere werd beschuldigd in zijn team systematisch dopinggebruik te hebben georganiseerd. Het overgrote deel van het verhaal was uit de duim gezogen en wat wel klopte, was al bekend. Dat schreven wij toen ook zo op in deze pagina’s. Waarna een vreemde situatie ontstond. De kletterende ruzie van weleer was al gestabiliseerd in een gewapende vrede, maar opeens leken we de “grands amis, bien étonnés de se trouver ensemble”, schreven ze destijds in L’Équipe.
Lefevere werd in de lofdichten deze week de grootste wielermanager ooit genoemd. Groot jazeker, maar misschien niet zo groot als hij had kunnen zijn. Zijn team en zijn expertise verdienden beter dan wat hij uit de commerciële vijver opviste.
Waarom bestond en bestaat zijn team bij de gratie van een mecenas en zijn de echte grote internationale sponsors nooit aan boord gekomen? Waarom is hij nooit het UAE of het Team Sky van België geworden, dominant in de klassiekers én dominant in de wedstrijden die internationaal meer aanspreken, de grote rondes?
Waarom greep Lefevere naast twee van de grootste renners die vandaag maar ook tien jaar geleden al in zijn voortuin furore maakten? Met andere woorden, waarom rijden Wout van Aert en Mathieu van der Poel voor andere ploegen? Bij Lefevere moet je je altijd afvragen of hij zijn team groot heeft gemaakt, dan wel net zo groot dat het voor hem nog bevattelijk bleef.
Voor wie meer wil weten over zijn exit, hoe dat in zijn werk ging, of dat wel met de volle goesting was en wat dat schoof, hij blijft een West-Vlaamse boekhouder en dus zullen we het fijne daar nooit van weten. Dat nieuwe leven is hem overigens van harte gegund. Het is te hopen dat het hem bevalt.