Column Failliet in De Morgen van maandag 16 december 2024

Failliet

Eerder deze week verscheen op X een tweet van een supporter van KAA Gent. Hij had een rijtje steden/voetbalteams opgelijst: Lokeren, Aalst, Deinze en Gent. Naast de eerste drie stond een rood kruisje, naast Gent een groen V-tje. En daaronder een dankbericht aan de nieuwe Gentse eigenaar Sam Baro.

Oké, laat dit dan doorspekt zijn met enige naïviteit, het blijft een eerlijke en realistische schets van het failliet van het Oost-Vlaams en bij uitbreiding het Vlaams en Belgisch profvoetbal. Voor wie het allemaal niet zo van nabij heeft gevolgd: de Koninklijke Maatschappij Sportkring of KMSK Deinze is deze week failliet verklaard door de handelsrechtbank in Gent. Het Burgemeester Van de Wielestadion dat sinds 2021 met enige overdrijving ook wel eens de Dakota Arena werd genoemd, is het zoveelste Belgische voetbalkerkhof.

KMSK Deinze speelde in 1B, de Challenger Pro League, dat is de tweede hoogste klasse in ons land. Het deed het daar lang niet slecht, stond zelfs even in de bovenste tabelhelft, tot in november bleek dat de overnemer van de overnemer van de vroegere megalomane eigenaar eens te meer een lege doos was.

Deinze speelde zijn laatste wedstrijd op sinterklaasdag en er werd verloren met 0-1 van Seraing. In 1B spelen voortaan geen zestien ploegen meer, maar slechts vijftien, wat inhoudt dat elk speelweekend een team geen wedstrijd heeft. Eergisteren konden die van Eupen een zaterdagje met het gezin naar de kerstmarkt in Aachen.

Dat brengt het totaal op vijf failliete profploegen in de laatste vijf jaar. Of dat een Europees record is binnen de UEFA-familie moeten collega’s maar uitzoeken. Redelijk uniek is het wel voor het land dat in de Europese ranking veilig op de achtste plaats prijkt en zelfs naar boven kan kijken, naar de nummers zeven en zes Portugal en Nederland.

Voor KMSK en de sympathieke en mooi gelegen stad Deinze is dit een flinke sof. Net als voor de leveranciers, zoals die jonge cateraar die nog 65.000 euro te goed heeft, zo meldden de lokale krantenpagina’s. Voor de fans, maar nog meer voor de voetballende jeugd van Deinze is dit niets minder dan een drama. De club, die op twee jaar stond van het honderdjarig bestaan, is in rook opgegaan.

Boosheid overheerst nu, maar wie moet je met de vinger wijzen? De laatste overnemer, AAD Invest Group, was een luchtbel, laat dat duidelijk zijn. De voorlaatste, het Aziatische ACA Football Partners, was dat ook. Je kan boos zijn op ratten die denken dat ze uit een stort nog wat brokken kunnen wegslepen, maar dat is wat ratten nu eenmaal doen.

Of je kan boos zijn op wie en wat dat stort heeft veroorzaakt. Dan kom je al snel bij de megalomanie van Denijs Van de Weghe (geen familie, let op de schrijfwijze). Die werd de ‘Marc Coucke van Deinze’ genoemd en dat is nooit een goed teken, vooral niet als er voetbal in het spel is. Van de Weghe zag het groot en kondigde ooit twee transfers aan op de lokale televisie. Bleek het later om twee spelers te gaan die door blessures verloren waren voor het topvoetbal, helaas.

Neen, veel kennis van het voetbal ging er niet mee gepaard. In 2012 kwam Van de Weghe aan boord. Onder zijn bewind steeg de club twee keer naar 1B en de tweede keer verkocht hij zijn ploeg aan Singaporezen die er het centrum van hun voetbalwereld van wilden maken. In 23-24 ging de promotie naar 1A net niet door – wat een geluk bij een ongeluk – en daarna begonnen de financiële problemen.

Dus ja, boos op Doudou Cissé, de Afrikaanse Fransman, van AAD Invest Group met zijn 12.000 euro startkapitaal en brievenbus als hoofdzetel, dat mag. Ook op de Aziaten van ACA Football Partners die hun hapklare brok plots onverteerbaar duur vonden. En op de megalomanie van Denijs Van De Weghe moeten ze in Deinze ook boos zijn.

Uiteindelijk ligt de schuld bij het Belgische voetbalbestel dat weigert een strenger kader te voorzien voor overnemers van clubs. Dat weigert om samen met de overheid een economisch en juridisch kader te creëren waarin de handel in voetbaltalent niet langer de drijfveer is om een Belgische club te bezitten. Dat weigert na te denken over een inperking van het aantal profclubs, tot en met de afschaffing van dat achterhaalde promoveren en zakken.

Het is helemaal wraakroepend dat ook de Belgische politiek niet thuisgeeft om een sector – waar jaarlijks 200 miljoen euro lastenverlagingen aan worden toegekend – te verplichten binnen de lijntjes te kleuren. De aanwezigheid van Francs Borains in 1B en haar voorzitter Georges-Louis Bouchez is daar zeker niet vreemd aan.