Column FC Schwalbe in De Morgen van maandag 24 februari 2025

FC Schwalbe

Bart Verhaeghe in actie gezien, hoe die er maar niet in slaagt zichzelf te beheersen? Los van de vraag of zijn ergernis al dan niet terecht is, hij moet, beter nog, hij mág de scheidsrechter niet staan opwachten in de catacomben van Jan Breydel.

Verhaeghe is niet aan zijn eerste agressie toe rond een voetbalveld. Ooit heeft hij in Lokeren een twintigjarige vrouwelijke steward bij de keel gegrepen omdat ze zijn zoon niet wilde doorlaten. Er kwam een heuse strafklacht. Het onderzoek werd slecht gevoerd en tot een stadionverbod kwam het nooit. Met dank aan Meester Walter, die door tekortkomingen van de lokale politie zo nog eens een zaak kon winnen.

Gisteren was het weer prijs. Weer kon Bart Verhaeghe zich niet bedwingen. Club verloor ongelukkig met 1-2 van Standard. Weer na Europees voetbal, maar nu wel met vier volle dagen rust. Club heeft geen fysiek probleem. Dat het telkens punten laat liggen na een Europese knalprestatie, heet decompressie. Met andere woorden, het zit tussen de oren. Toch lichtjes vreemd met een mental coach aan boord en een hoofdcoach die als speler zelf aan elkaar hing van de intrinsieke motivatie.

Kort nadat Ferran Jutgla de score had geopend, ging Christos Tzolis vol door op de voet van Marlon Fossey van wie de enkel vervolgens dubbel plooide. Direct rood had gekund, maar ref Visser hield het bij geel. Jammer maar helaas, dat bleek het tweede geel te zijn voor Tzolis.

Zijn eerste had hij gekregen na een schwalbe. Serieus blijven: Het Was Een Schwalbe. Wat overigens niets ter zake doet, want er was geel getrokken. Tzolis is toch niet zo kort van memorie dat hij na tien minuten in de tweede helft vergeten is dat hij op scherp staat?

Dat de Club-supporter en bij uitbreiding de voetballiefhebber dat helemaal anders ziet? Alle begrip. De schwalbe hoort nu eenmaal bij de voetbalcultuur en de definitie van een schwalbe wordt in die moreel verdorven wereld niet zelden opgerekt.

De Brugse coach Nicky Hayen vertaalde dat perfect. “Het was te licht voor een penalty, maar er was contact, dus is het geen schwalbe.” Dat zijn redeneringen waar filosofen een halve dag kunnen op sjieken. Bij Club hebben ze een filosoof als adviseur, misschien iets voor in zijn vrije tijd?

Hayen lijkt een correcte gast. Een goede trainer, misschien een nog betere coach, maar ook hij heeft de morele standaard van zijn sport naadloos geadopteerd.

Of Tzolis werd geraakt en viel in die fase. Of Tzolis werd geraakt, niet genoeg om te vallen, maar viel toch omdat de incentive (een strafschop) zoveel waardevoller is dan rechtop blijven en proberen een normale goal te scoren. Of hij werd niet geraakt en deed alsof.

Interessant aan die fase is dat de VAR niet de behoefte zag om tussen te komen. Die vonden het dus ook een schwalbe. De Brugse tribunes zagen dat anders, maar ook daarvoor weer alle begrip. Als je op bezoek bij Club als tegenstander ook maar in de buurt komt van een blauw-zwarte, schreeuwt Jan Breydel collectief moord en brand.

De schwalbe is een interessant fenomeen waar veel te weinig over wordt nagedacht. Het is bedrog en bij de gemeenheid van die daad staat niemand in het voetbal nog stil. Correct, dat elke sport zijn kleine kantjes heeft, ook in de VS waar ze nogal neerkijken op de schwalbe die daar flopping heet. Zo hebben ze in de VS geen bezwaar tegen de ruwheid van het ijshockey en het American football, maar express doen alsof je zwaar wordt geraakt, en zo een collega naaien, dat is exclusief voorbehouden voor het voetbal.

Voetbal weet niet te weerstaan aan de aantrekkingskracht van de schwalbe. Het gevolg van een gelukt toneeltje is een bijna zeker doelpunt, via de strafschop, of een bestraffing met een kaart van de tegenstander. In geen enkele andere sport is de beloning groter.

Enkele speeldagen geleden werd dat nog eens door Besnik Hasi uit de doeken gedaan na de wedstrijd KV Mechelen – KAA Gent. “Mijn spits vergeet om zich te laten vallen als hij een hand op zijn schouder voelt, nota bene van een speler die al geel heeft. Hij blijft lopen om te scoren, maar dat kan hij zelfs op training niet.”

Een collega en soms zelfs een vriend onterecht bestraft zien en de scheidsrechter, de meest kwetsbare persoon in het veld flagrant bedriegen, het hoort bij de taak van de gemiddelde, ondergemiddelde en vreemd genoeg ook de bovengemiddelde voetballer. Lion Lauterbach, de Mechelse spits die niet kon scoren op training, vergat heel even de gangbare voetbalcode en werd daarvoor onder de zoden gestopt door zijn eigen coach. Wat denkt u, en vooral wie is hier moreel verderfelijker?

Column Herverdeling in De Morgen van zaterdag 22 februari 2025

Herverdeling

En plots was het daar terug. Club Brugge mag in twee wedstrijden 11 miljoen euro meer op de rekening bijschrijven en het spook van de herverdeling stak weer de kop op. Dat brengt het totaal van de Brugse inkomsten uit Europa op ongeveer 63 miljoen. Voorlopig, want dit gekke Club kan evengoed de kwartfinales halen en dan komt er nog eens 12,5 miljoen bij.

Ter vergelijking: Union, Anderlecht en Gent, deze week alle drie eruit in de Europa en Conference League, toppen af op respectievelijk 10,9, 11,5 en 8 miljoen euro. De enige Belgische ploeg die nog Europees speelt komt ook uit Brugge. Cercle zal op om en nabij 8 miljoen blijven steken.

Op Union na is het een eeuwigheid geleden dat een clubje van de K11, zoals de kleinere clubs zichzelf noemen, zoveel geld uit Europa kon wegslepen. Jaar na jaar harken de grote clubs het meeste Europese geld binnen. De Belgische competitie is daarin niet uniek. Overal in Europa zie je het water (onder de vorm van geld) naar de zee vloeien.

En wat dan nog? Samengevat is dat de reactie van de grote clubs, die vinden dat zij voor hun harde werk en goede beleid mogen worden beloond. Het argument dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen, en dat zonder herverdeling sterk steeds sterker wordt en rijk slapend rijker, daar moet je in het voetbal niet mee aankomen.

De kleinere clubs zeggen dan weer terecht dat de Europese vetpotten in België marktverstorend werken. Ze worden daarin gesteund door sporteconomen en door iedereen die verder kijkt dan de uitslag en voorbij de clubneus.

De kwestie van de herverdeling van de Europese inkomsten komt zelden in de media. Te complex allicht en te lange tenen bij de grote clubs. De discussie is al zo oud als de straat. De man die er het eerst mee op de proppen kwam, is de recent overleden Antwerp-voorzitter Eddy Wauters. In de seizoenen 1993-’94 en 1994-’95 was Anderlecht twee keer na elkaar de enige Belgische vertegenwoordiger in de Champions League. Dat leverde hen toen in totaal 5,36 miljoen euro op.

Wauters wilde de helft van dat geld herverdeeld zien over de andere eersteklassers, zo zei hij in deze krant. Michel Verschueren van Anderlecht, ook al overleden, sprong net niet uit zijn vel en noemde Wauters een communist.

Herverdeling van inkomsten is een basisconcept in de grote Amerikaanse sporten. Meer zelfs, solidariteit van de sterke clubs ten aanzien van de minder sterke bestaat ook in de herverdeling van beschikbaar spelerstalent, zodat niet alle goede spelers in dezelfde club terechtkomen.

Verder zijn er nog het salarisplafond, de beperkte spelerskernen en ontbreekt het concept stijgen en dalen. Dat alles om het competitieve evenwicht in stand te houden en zo een spannend product te kunnen bieden aan de sportconsument. Een indirect effect is het ontbreken van hooliganisme. Een-op-een kopiëren van het Amerikaanse model zou dus ideaal zijn, maar is niet voor morgen.

De hele problematiek van de Europese inkomsten begint bij een systeemfout in het Europese voetbal. Clubs die het goed doen in een nationale competitie worden daarvoor beloond met kwalificatie voor een supranationale competitie waar ze hun inkomsten kunnen verdubbelen. Dat is economische en sportieve waanzin.

Herverdelen van de inkomsten van Club Brugge en de andere Europees spelende clubs, hoe zou dat dan moeten gaan? Een voorstel: de helft mogen ze houden en de andere helft komt in een gemeenschappelijke pot. Dat zijn niet langer de kruimels die vandaag van tafel vallen, maar is een half brood. Dus rijst de vraag: welke clubs krijgen dan de dikste boterham?

Vervolgens kom je uit bij een ander beladen begrip waarop een sportcompetitie zou moeten steunen: solidariteit. En bij de vraag: met wie zijn we solidair en met wie niet? Solidair zijn met ploegen die degraderen en stijgen en weer degraderen is weggegooid geld, dus dat willen de grote clubs niet.

Een herverdeling van de Europese inkomsten over de nationale competities lijkt onafwendbaar, maar is iets wat van de UEFA moet komen. Op Belgisch niveau is dit niet te regelen. Van Club Brugge en zijn rancuneuze voorzitter Bart Verhaeghe valt alvast geen solidariteit met andere clubs te verwachten, zo is recent nog gebleken in de discussie rond het competitieformat.

Terwijl Club Brugge nu al tot tien keer meer krijgt van het Belgische televisiegeld dan het nummer zestien, wat van de Jupiler Pro League de minst solidaire van alle voetbalcompetities maakt, wil het van het nieuwe televisiecontract, dat 10 miljoen euro minder waard is, een nog groter deel van de koek.

Column Biatlon in De Morgen van maandag 17 februari 2025

Biatlon

De winterspelen van Salt Lake City in 2002 staan in mijn geheugen gegrift. Ten eerste omdat ze in Salt Lake City waren, dezelfde stad waar ik vier jaar eerder getuige was van de zesde titel van Michael Jordan.

Die trip was ook om een andere reden onvergetelijk. NBA-commentator Eric Goens en ik werden opgevoerd in de Jay Leno Show. Als een rariteitenkabinet weliswaar. “Belgian waffles on an MJ pelgrimage”, was de teneur. Daar gaven we niet om, het was ten slotte Jay Leno.

Maar dan die winterspelen. Als magazinejournalist in Nederlandse loondienst, geen druk van de dagelijkse deadline, in alle rust afspraken kunnen maken met de Nederlanders die prijzen hadden gepakt. Tussendoor gaan kijken naar de (h)eerlijke Kevin Van der Perren.

Ook even binnenspringen bij het shorttrack, waar ik de meest onwaarschijnlijke gouden medaille ooit heb zien winnen door de Australiër Steven Bradbury, die zowel in de halve finale als in de finale alle deelnemers voor hem zag vallen. Te zien op YouTube, een aanrader.

Ook memorabel, het bezoek aan Jacques Rogge die de vorige avond door de Russen ongeveer was ontvoerd omdat de nieuwe president van de Russische Federatie – ene Poetin – met hem een hartig woordje wilde wisselen over de telefoon. De Russen hadden de jury bij het paardansen omgekocht en dat was bekendgeraakt, vandaar. Poetin ontkende. We hadden het kunnen weten.

Maar niets topt de lange busrit naar Soldier Hollow die ik doorbracht in het gezelschap van een collega uit Chisinau. Een Moldaviër dus, die het erg koud had, helemaal niet gekleed was op de mintemperaturen boven op die hoogvlakte en die mij uitlegde hoe hij met zijn tien dollar daggeld probeerde rond te komen. Ik schonk hem mijn Powerade.

Op Soldier Hollow maakte ik live kennis met een sport die ik tot dan alleen van tv kende: langlaufen en schieten, biatlon dus. Het was er min twintig, ik stond buiten op het persplatform en heb geen minuut meer live gemist van het spektakel dat zich onder mij en – te zien op jumbotrons – in de verte in de bossen afspeelde.

Biatlon is fan-tas-tisch. Het heeft de intensiteit van een finale van de Ronde van Vlaanderen met dat verschil dat Wout, Mathieu en Tadej boven op de Paterberg en de Kwaremont moeten afstappen om vijf keer te schieten. Missers komen hen duur te staan want dan moeten ze een extra klimmetje fietsen.

Je op ski’s voortbewegen met een schietgeweer op je rug, dat was decennialang een manier van overleven in besneeuwde gebieden, met name in Scandinavië. Van het huidige biatlon is al sprake sinds Squaw Valley in 1960. De vrouwen kwamen erbij in 1992.

Wat het moderne biatlon zo uniek maakt is de continue zoektocht naar spanning en spektakel door weloverwogen ingrepen in de wedstrijdformules.

In 2006 in Turijn kwam de massastart voor het eerst op het programma: instant goede kijkcijfers. Niets mooier dan in een maagdelijk winterlandschap tussen de besneeuwde bomen plots in één lange rij een roedel felgekleurde skiërs zien opduiken. Ze zuchtend, schruwelend en knarsentandend een helling zien op schaatsen, waarna ze bij een schietplaats aankomen en afwisselend rechtop en liggend moeten schieten.

De Eddy Merckx van het biatlon is de Noor Ole Einar Bjørndalen, die acht gouden medailles won op een totaal van dertien, wat een record is voor de winterspelen. Bjørndalen was lang getrouwd met de halve Belgische Saskia Santer, dochter van een Oostendse die ooit de liefde vond in Zuid-Tirol.

Via Santer kon ik Bjørndalen spreken in Turijn, vier jaar later. Het mysterie van schieten bij hoge hartslagen, daar ging het gesprek over. Bjørndalen liet het makkelijk klinken: je komt aan bij de schietstand aan hartslag 200. Het hartritme krijg je niet lager, vergeet dat. Je hart zal je sturen. Je geweer laden, luisteren naar je hart en dan schieten tussen de hartslagen.

Afgelopen woensdag is het WK biatlon in het Zwitserse Lenzerheide begonnen. Er zijn al vier dagen competitie achter de rug, vandaag is rustdag, morgen beginnen de laatste vijf dagen, en dat alles is te zien op Eurosport. De commentator is een Nederlander die bij totale afwezigheid van Nederlanders goed let op de Belgen die meedoen.

Vrijdag behaalde Maya Cloetens een achtste plaats op de sprint. Maya is de in Frankrijk opgegroeide dochter van een uitgeweken Vlaming. Gisteren werd ze zeventiende op de achtervolging. Lotte Lie haalde haar in en werd veertiende nadat ze foutloos was in het schieten. De andere Belgen heten Thierry Langer, Marek Mackels en Florent Claude. Die laatste, een uitgeweken Fransman, werd veertiende in de achtervolging.

Column Competitieformat in De Morgen van zaterdag 15 februari 2025

Competitieformat

Rechtenhouder DAZN denkt er ernstig over na om een deel van de Franse televisierechten in te houden. De reden? Minstens de helft van wie een Franse klassieker bekijkt doet dat via een piratenkanaal of illegaal. En het product Frans voetbal is niet wat ze zich hadden voorgesteld. En er zijn minder abonnees dan verwacht.

DAZN is ook de rechtenhouder in België. Ze betalen nu 10 miljoen euro minder dan voor het vorige contract. Een meevaller, in Frankrijk was dat de helft minder, maar geen euforie: het Belgische voetbal past beter op zijn tellen.

De discussie over het competitieformat in de Pro League zal ongetwijfeld ook de bazen van DAZN op de zenuwen werken. Datzelfde DAZN dat heel recent 10 procent van de aandelen verkocht voor 1 miljard dollar aan het private investeringsfonds SURJ Sports Investment van Saudi-Arabië. Analisten menen dat Saudi-Arabië op termijn het hele DAZN van Len Blavatnik wil overnemen. Die Blavatnik, dat even terzijde, is een voormalige Russische oligarch die door Oekraïne op de sanctielijst is gezet. En daar doen wij zaken mee.

Dit alles om u even het bredere kader te schetsen van de hallucinante discussie rond de competitiehervorming.

De oorsprong van de hervormingsdrang is de bewering dat het grote aantal wedstrijden (40) dat onze Belgische topclubs moeten spelen én de zware play-offs aan het eind nefast zou zijn voor hun Europese prestaties. Er is geen enkel objectief argument voor die bewering, niet sportief en ook niet economisch. Alle parameters wijzen zelfs op het tegendeel.

De uitslagen van de Belgische clubs in Europa zijn er de laatste jaren alleen maar op vooruitgegaan, in zoverre dat we op een zucht stonden van een unieke prestatie: een tweede direct ticket voor de Champions League.

Tweede argument: de waarde van het tv-contract is deze eeuw proportioneel meer gestegen dan waar ook in Europa en is recent minder sterk gedaald. Derde argument: de waarde van de verkochte spelers is exponentieel gestegen, onder meer door die prestaties in het Europese uitstalraam.

De 26 profclubs – 26 is het dubbele van wat in België economisch leefbaar is – moeten zich goed bezinnen vooraleer ze zich laten ringeloren door de G6. En zich de vraag stellen: waartoe dient een Belgische voetbalcompetitie? Ook in de nieuwe federale regering mogen ze zich die vraag stellen: waartoe dient de Belgische voetbalcompetitie?

U weet wel, die competitie die wij jaarlijks 200 miljoen euro lastenverlagingen toekennen. Die wekelijks gratis een beroep kan doen op hele hordes politie. Die desondanks jaar na jaar de verliezen opstapelt, 160 miljoen voor de recentste jaargang.

Terwijl we toch bezig zijn… Die hun velden een hele winter van onderen verwarmen en van boven beschijnen, daar waar de modale burger energie moet besparen. Die in de zomer, als hun regenwater op is en de boeren een oppompverbod hebben, kraantjeswater op hun velden spuiten. En die het verbod op gokreclame vrolijk aan hun laars lappen.

Antwoord: de Belgische voetbalcompetitie moet een sportief en economisch kader scheppen voor een vast bepaald aantal profclubs die onder elkaar uitmaken hoe ze de Belgische voetballiefhebber het best mogelijke product kunnen aanbieden.

De Belgische voetbalcompetitie is er niet alleen voor de clubs die jaar na jaar in Europa scoren en daarmee exorbitant veel geld verdienen, waardoor het competitieve evenwicht in de thuismarkt wordt verstoord. De focus bij elke hervorming moet bijgevolg op het Belgische hoofdproduct liggen, niet het Europese bijproduct. Evenmin op dat andere bijproduct: de import van goedkope Afrikaanse ‘grondstoffen’ om die als halfafgewerkte producten in Europa te slijten. Dat laatste model staat sowieso op instorten.

In de discussie over de competitiehervorming maken alle partijen gebruik van foute argumenten. Zo weigeren de kleinere clubs bijvoorbeeld mordicus een vermindering van het aantal clubs in 1A. Economisch-geografisch zou dat van zestien naar twaalf moeten, mét een flinke eindronde, maar zelfs veertien is onbespreekbaar.

Het helpt de discussie ook niet verder als trainers met prepensioen als Hein Vanhaezebrouck beweren dat een competitie met minder ploegen automatisch leidt tot niveauverlies. Elke competitie bokst in haar juiste gewichtsklasse. Eerder dan door het aantal clubs wordt die bepaald door de algemene economie van dat land. De eerste vijf economieën van Europa hebben de grootste vijf voetbalcompetities. België heeft de tiende economie van Europa en ook de tiende voetbaleconomie, zo simpel kan het soms zijn.

Column Achterafwedstrijdje in De Morgen van maandag 10 februari 2025

Achterafwedstrijdje

Misschien is het u nog niet opgevallen, maar er wordt alweer echt gekoerst. Op de weg dan. En niet zo’n klein beetje. Ze komen ook steeds dichter bij huis, want dat gedoe in Australië, was daar iemand mee bezig?

De vrouwen zijn in Abu Dhabi aan de slag gegaan en de mannen hadden de keuze uit Oman, Valencia en Zuid-Frankrijk. Als ik profrenner was, dan had ik minstens één keer in het naar het schijnt erg mooie Oman willen rijden. Maar had ik al een keertje in Oman gereden, dan zou ik Valencia ook wel zien zitten, omwille van het eten dan. Lang niet zeker dat ik van mijn voedingsapp de toestemming zou krijgen voor een paella op een terras.

Gezien mijn uiterst beperkte talent zou ik niet te kiezen hebben en zou mijn ploeg mij wellicht verbannen naar een achterafwedstrijdje, neem nu de Ster van Bessèges. Prachtige streek om en rond de Gard, dat wel: mooie steden, interessante geschiedenis ook, maar begin februari? Dat is vragen om miserie. Iedereen met een buitenverblijf in Zuid-Frankrijk (niet ik) zegt dat je daar tot eind maart beter wegblijft.

De Ster van Bessèges eindigde gisteren in en rond Alès met een korte tijdrit met aan het einde een flinke klim. Kévin Vauquelin, een Fransman, heeft l’Etoile de Bessèges gewonnen. Zo zijn de Fransen ook weer content. Een schrale troost, want voor een wedstrijd die naar een ster is genoemd, is de ster al lang tanende.

Eerder deze week stapten acht ploegen uit. De aanleiding was een dubbel incident, zo werd eerst verklaard. Later bleek het om meervoudige incidenten te gaan, twee dagen op rij, met auto’s die her en der op het parcours verschenen, rijdend en geparkeerd. Een beetje zoals op training, maar dan met 150 trainende wielrenners achter elkaar. Gekkenwerk.

‘Bessèges in de storm’, titelde de Franse sportkrant L’Équipe vrijdag. Dubbele bodem, die kop, want het stormde letterlijk over Zuid-Frankrijk, met regen en veel wind. En tegelijk waren er die incidenten, waardoor die acht ploegen er de brui aan gaven.

Ineos Grenadiers, Red Bull-Bora-Hansgrohe, Soudal-QuickStep, Uno-X Mobility, Lidl-Trek, EF Education-EasyPost, Unibet Tietema Rockets en AG2R La Mondiale besloten af te stappen. Vooral die laatste ploeg baarde opzien, omdat het de enige Franse ploeg was die de afspraken met de rennersvakbond opvolgde.

Team Flanders-Baloise bleef wel in koers. Dat kun je vreemd vinden voor een opleidingsploeg, maar anderzijds is TFB begrijpelijk opportunistisch en een beetje oldskool. Als ze nog eens ergens worden uitgenodigd, voelen ze niet de behoefte om in de soep te spuwen, zoals de Fransen dat zo mooi zeggen.

Bij het andere Belgische team Lotto waren de meningen blijkbaar verdeeld. Dat twee renners in koers bleven en de andere vijf de bus opzochten en opteerden voor een vrijwillige did not finish werd uitgelegd als een communicatiestoornis. Onzin natuurlijk. Arnaud De Lie en de enige Fransman in de ploeg, Baptiste Veistroffer, wisten maar al te goed dat ze alleen verder moesten. Dat draaide nog goed uit in die rit want De Lie won zijn eerste sprint van het nieuwe jaar.

Alle Franse ploegen behalve AG2R bleven, uiteraard. Volgens L’Équipe toonden ze zich solidair met de organisatoren, die het al niet makkelijk hebben. Ook De Lie sprak over solidariteit. “Ik heb de organisator gerespecteerd.” Het is niet toevallig dat het om twee Franstaligen gaat in die ploeg, die ook wordt aangestuurd (voorlopig toch nog) door een Fransman.

Lotto-CEO Stéphane Heulot kwam wel met een heel rare quote. “Ik dien de zaak van de veiligheid, maar ik heb Arnaud toch gefeliciteerd en hem bedankt in naam van de organisatoren die hun uiterste best doen, want het zijn tenslotte vrijwilligers.”

De vraag mag worden gesteld of je organisatoren te allen prijze moet respecteren, ook wanneer ze als vrijwilliger je leven in gevaar brengen. De vraag mag ook worden gesteld of een Ster van Bessèges nog wel thuishoort op een profkalender of welke andere kalender dan ook.

Frankrijk heeft de best georganiseerde wielerwedstrijd ter wereld (de Tour) en de slechtste (Bessèges). Het ligt dus niet aan het land, maar aan de middelen die worden ingezet. Wie er niet in slaagt het parcours te beveiligen met voldoende seingevers heeft niet het recht een wedstrijd te organiseren.

Alle extreem gevaarlijke sporten zoals formule 1 en eventing zijn de laatste decennia veiliger geworden. Het wielrennen werd daarentegen onveiliger dan ooit en is vandaag, ook zonder auto’s op het parcours, de dodelijkste sport ter wereld. De rennersvakbond krijgt nu alle lof. Het is wachten op de represailles ten aanzien van CPA-voorzitter Adam Hansen.

Column Overwinningsparade in De Morgen van zaterdag 8 februari 2025

Overwinningsparade

Donald Trump wordt zondagnacht de eerste zittende president van de VS die de Super Bowl bijwoont. Die vindt plaats in New Orleans tussen de regerende kampioen Kansas City Chiefs en Philadelphia Eagles.

Dat is een ferm statement dat door de wakkere media in de VS meteen werd gelinkt aan de recente beslissing van de NFL, de bond van het American football, om de boodschap ‘End Racism’ weg te halen uit de eindzones, daar waar een touchdown kan worden gescoord. De kapitaalkrachtigste competitie ter wereld besloot om die slogan uit 2021, kort na de dood van George Floyd ten gevolge van politiegeweld, te vervangen door ‘Choose Love’ en het neutralere ‘It Takes All Of Us’. Dat kwam verdacht snel na het presidentiële decreet van Trump om alle diversiteitsprogramma’s te stoppen.

Trump en de NFL, dat is een oud huwelijk met oud zeer. In 1983 kocht hij voor 6 miljoen dollar New Jersey Generals, een nieuw team in de ook al nieuwe United States Football League (USFL). Meteen trok hij naar de rechtbank om de NFL te betichten van monopolievorming. Trump wilde de NFL verplichten zijn team op te nemen in haar competitie. Volgens zijn mede-eigenaars van de USFL hebben juist zijn ondoordachte acties geleid tot de kansloze collaps van de nieuwe competitie.

In 2014 wilde hij Buffalo Bills uit de NFL kopen, maar had daar de middelen niet voor. Hij greep naast de Bills en mokte zich een eind weg. Toen de gekleurde quarterback Colin Kaepernick van San Francisco 49’ers in 2016 plots ging knielen tijdens het nationale volkslied werd Trump, die net aan zijn eerste termijn als president was begonnen, net niet razend.

“Ik wacht op een eigenaar die de klootzakken ontslaat die ons volkslied en onze vlag beledigen.” Hij bekritiseerde ook de maatregelen die de NFL had genomen om het spel veiliger te maken nadat was gebleken dat de herhaalde hersenschuddingen tot permanente hersenschade en vroegtijdige overlijdens hadden geleid. “Hitting hard, dat willen we zien.”

Hoewel de sport van conservatief Amerika, is ook de NFL verdeeld over Trump, met dien verstande dat de tegenstanders zich gedeisd houden. Die hebben even niet de behoefte om zich te uiten. De voorstanders van Trump doen dat maar al te graag en betalen met plezier de boetes die ze krijgen opgelegd om een MAGA-pet te dragen tijdens de interviews na de wedstrijd.

Zondagnacht zit Trump in hetzelfde stadion als Taylor Swift. De immens populaire zangeres heeft een relatie met Travis Kelce, de vaak scorende tight end van de Chiefs. Swift heeft zich in het verleden en tot in het heden als een felle tegenstander van Trump geout, wat ook Trump was opgevallen. Die reageerde in september met “ik haat Taylor Swift”.

Kelce van zijn kant kwam deze week in zwaar weer met de fans van zijn lief. Hij zei het een grote eer te vinden om voor de president te spelen. Ongeacht wie die president was, voegde hij eraan toe, maar die laatste cryptische toevoeging ging verloren. De reacties van de swifties varieerden van “die slaapt op de bank deze nacht” tot “ga weg bij die hork, Taylor”.

De aanwezigheid van Trump heeft minder te maken met een plotse liefde voor sport dan wel met een victory parade en spierballengerol naar eenieder – Kaepernick, Swift en alle andere wokies – die hem ooit heeft uitgedaagd.

Tot spijt van wie het benijdt, dit zal niet de laatste column zijn over die rare man in het Witte Huis. Trump bis krijgt de twee grootste sportevents van de wereld over de vloer, te beginnen met de wereldbeker voetbal volgend jaar. Dat zal nog wel loslopen, FIFA-baas Gianni Infantino zat al op de eerste rij bij zijn inauguratie. Maar in 2028 komen de Olympische Spelen naar de VS. Die profileren zich als voorlopers in de gelijkberechtiging van de vrouw, met de helft vrouwelijke deelnemers. Die weigeren als superbond ook een standpunt in te nemen over trans vrouwen en atletes met afwijkende geslachtsontwikkeling en laten dat terecht over aan de sportbonden.

Trump is hen voor geweest: zonder enige vorm van nuance bant hij alle transgender atleten uit de sport en van de Olympische Spelen, met als argument “omdat ik het heb gezegd”. Dat is een inbreuk op het Olympisch Handvest en de overeenkomst die het Amerikaanse olympisch comité heeft getekend.

Er is meer: de VS weigeren sinds vorig jaar de bijdrage voor het wereldantidopingagentschap WADA te betalen en zijn dat ook niet meer van plan. Sinds Berlijn 1936 zijn er nooit méér goede redenen geweest om een land de Olympische Spelen af te nemen. Maar dat zal niet gebeuren.

Column Oranje boven in De Morgen van maandag 3 februari 2025

Oranje boven

Hoe ‘groter’ een sportevenement, des te groter ook de onzin die over ons naïevelingen wordt uitgestort. Neem nu dat Sporza-stukje over de zeven wereldtitels van Mathieu van der Poel. Waarom dat moest worden gelardeerd met de mening van (pseudo-)BV’s als Metejoor, Jacques Vermeire en natuurlijk de onvermijdelijke Linde Merckpoel en pornosnor Average Rob, dat moet een slim Sporzaatje mij te gepasten tijde eens komen uitleggen.

Nog meer onzin? Die fixatie op Erik De Vlaeminck en meer in het bijzonder diens record van zeven crosswereldtitels dat kon worden geëvenaard door Van der Poel. Een getal is maar een getal en getallen uit totaal verschillende tijdperken tegen elkaar afzetten is historische nonsens en vooral journalistiek fout. Prestaties van vijftig jaar geleden kun je niet vergelijken met vandaag. Merckx en Pogacar? Van der Poel en De Vlaeminck? Hebben niks met elkaar te maken. Min of meer dezelfde sport, maar totaal andere omstandigheden, totaal ander niveau.

Er was er zelfs een die het bestond om over Erik De Vlaeminck te raaskallen dat hij ook een degelijk wegrenner was. De Vlaeminck heeft één etappe gewonnen in de Ronde van Frankrijk, in zijn beste jaar 1968, en verder alleen maar criteriums.

Pour la petite histoire: ik heb een tijdlang met Erik De Vlaeminck samengereden. Dat was rond de eeuwwisseling aan en onder de kust, met VRT-sportbaas Marc Stassijns als initiatiefnemer van een vriendengroepje. Erik reed voor ons op kop, hij keek nooit om, sprak weinig. Hij keek mij ook altijd meewarig aan als de beginnende wielertoerist die tussen het kader hing in zijn wiel als hij tegenwind met 33 per uur langs de IJzer op kop sleurde.

De combinatie van amechtige wielertoerist en journalist met een gezonde – ongezonde volgens Erik ongetwijfeld – interesse voor doping deed er ook geen goed aan. Vervolgens ging het tempo naar 35 per uur en trok hij ons nog iets meer op de kant. Ook na afloop sprak hij geen woord. Hij was in de Oost-Vlaamse polders geboren en een stugge bewoner van de West-Vlaamse polders geworden. Bij het nalezen van zijn Wikipedia-pagina viel mij op dat hij door dezelfde vreselijke ziekte (parkinson) is geveld als Stassyns en nog twee andere leden van die vriendengroep.

Om de spanning bij de lezer wat weg te nemen: Mathieu van der Poel heeft De Vlaeminck wel degelijk bijgehaald. Dat deed hij door de tegenstand compleet te declasseren. Als u de wedstrijd hebt bekeken op televisie zult u dat anders hebben gehoord. Het scenario leende zich ook voor een staaltje volksbedrog.

Het begon bij de start. De arme Wout van Aert die op de vierde rij moest starten, zou dat wel goed komen? Neen, het kwam niet goed, maar dat is eigen schuld, dikke bult. Zoals Paul Herygers een beetje voorzichtig suggereerde: een uurtje meer in de wereldbeker crossen had twee startrijen gescheeld.

Dat Van Aert niet uit de massa wegraakte, en de nadarhekken toucheerde, dat lag misschien wel aan de renner Van Aert die vaker (weg, veld) de pech gaat opzoeken. Excuses genoeg dus, maar wie de wedstrijd ook maar een beetje analyseert ziet heel duidelijk dat Van der Poel speelde met de tegenstand.

Zijn eerste ronde van 7:24 sneed iedereen de benen en de adem af. Hij had toen al twintig seconden marge. Na de derde ronde was dat 46 seconden. Van Aert reed dan al voorin. Van der Poel had een kwart ronde op een lekke voorband gereden, nadien pakte hij haast freewheelend in ronde vier, vijf en zes telkens vijf seconden op Van Aert. Heel even was de kloof 1:05 en dan ging de voet van het gaspedaal bij de Nederlander. Uiteindelijk bleven nog 45 seconden over.

En wat als? Wat als Van Aert wel op de eerst rij was gestart? “As is verbrand hout”, zegt Van Aert zelf. Klopt. Veel kans dat Van der Poel hem ook in een tweestrijd op dit parcours alle kleuren van de regenboog had laten zien en de uitkomst dezelfde was.

Van Aert mag tevreden zijn. Lachen op het podium was er niet bij, maar het was ook niet de sombere blik van Hoogerheide twee jaar geleden. Er kon een glimlach van af. De carrosserieschade van de Vuelta is verleden tijd. Het voorjaar lonkt.

Conclusie: cross mag dan ons Vlaams tijdverdrijf zijn, hét crossland van het moment is Nederland. Drie van de vier grote titels gingen naar Nederland. Alleen bij de -23 bij de vrouwen speelde geen ‘Wilhelmus’. Bij de profs nog eens winnen wordt nog een dingetje voor een Belg. Ook Van der Poel zal voor een achtste, negende en tiende wereldtitel beloftekampioen Tibor del Grosso, ook in het oranje, in de ogen moeten kijken.

Column Mind games in De Morgen van zaterdag 1 februari 2025

Mind games

De plotse deelname van Wout van Aert aan het wereldkampioenschap cross van morgen in Liévin moet niet verwonderen. Wel verwonderlijk en eerder een half mysterie was waarom dat WK op een goed uur rijden van zijn voordeur níét op zijn programma stond.

Stick to the plan was een beetje het devies van Jumbo-Visma en dat is bij Visma-Lease a Bike niet anders. Het plan is trouwens een uitstekend boek van de hand van de Nederlandse collega Nando Boers, verschenen in juni 2023, en gaat over hoe dat team met meticuleuze planning aan de top van de wielervoedselketen wilde komen. Een aanrader.

Zorgvuldige planning, gebaseerd op data, is de leidraad van de moderne wielertrainer en Mathieu Heijboer is net als zijn voorganger Marc Lamberts een onderlegd adept van die nieuwe school. In die originele planning was dat WK niet opgenomen. Zegt men. De reden die je toen las en hoorde: niet passend in de voorbereiding op het wielerseizoen in combinatie met die zware revalidatie ten gevolge van die val op de knie in de Vuelta.

Aan die uitleg kan nu worden getwijfeld. Dat had nog wel steek kunnen houden als Van Aert onmiddellijk na Maasmechelen bijvoorbeeld op ploegstage naar Spanje was vertrokken. Heen en weer reizen na lange trainingen moet je er dan niet nog eens bij hebben. Je kon je toen al vragen stellen bij de melding dat hij na Maasmechelen gewoon in België zou blijven en vanuit zijn villa in Herentals het WK samen met wat vrienden zou bekijken, liggend in de zetel.

Waarom niet wat thuis verder trainen en dat WK nog meenemen? Het blijft veldrijden, een sport vol van onzekere factoren. Remember Zolder 2016, Bieles 2017 en Valkenburg 2018, waar Van Aert telkens wereldkampioen werd omdat Mathieu van der Poel van alles overkwam en toen hem niets overkwam nog eens van alles fout deed.

Het blijft veldrijden, een sport van tweeënhalve grote motoren (Thibau Nys is nog maar een halve, maar die komt er wel) tegen een peloton mobilettes voor wie veldrijden een lucratieve ontsnappingsroute is, weg van het echte wielrennen. Als een van die grote motoren wat aan de hand heeft, ben je zo een wereldtitel rijker.

De vraag is nu: waarom wilde Van Aert dat WK aanvankelijk niet rijden? En waarom plots nu weer wel?

Het antwoord is wellicht te vinden tussen de twee oren van Van Aert. Het mag bekend zijn dat hij een puur professionele en verre van een amicale relatie heeft met Van der Poel. Al van bij de jeugd is die Hollander die alles in zijn schoot geworpen kreeg (genen, fietsen, flair, talent en wat al niet meer) een halve obsessie. De zwoegende Van Aert verloor veel meer van het zondagskind Van der Poel dan omgekeerd. In hun beginjaren bij de profs had Van Aert door hard werken wel weer een voorsprong verworven en dat resulteerde in drie veldritwereldtitels op rij.

Een tijdlang waren ze elkaars evenknie, tot Van der Poel meer ernst aan de dag begon te leggen en zich onderwierp aan de schema’s van zijn trainer(s). Het resultaat is gekend: zes monumenten gewonnen inmiddels, waaronder drie keer de Ronde van Vlaanderen en twee keer Parijs-Roubaix. Tel daarbij één wereldtitel op de weg.

Daartegenover stelt Van Aert amper één monument, Milaan-Sanremo in 2020, hetzelfde jaar als de eerste Ronde van Vlaanderen van Van der Poel. Die werd door corona in oktober gereden en eindigde in een sprint tussen Van der Poel en Van Aert, die zich in de luren liet leggen door de snelheid te veel te laten zakken, waardoor de sprint een soort herstart werd.

Van Aert heeft dan wel weer iets hangen in zijn trofeeënkast wat Van der Poel nog wil: olympische medailles, twee zelfs, wel geen goud. Dat is het dan. Van der Poel en ook Remco Evenepoel, die trouwens wel amicaal met elkaar omgaan en samen trainen, zijn Van Aert ver voorbij.

Het WK veldrijden niet rijden, was dat niet eerder een vlucht, ver weg van zijn Nemesis die sinds 2019 zes keer wereldkampioen werd, met hemzelf vier keer als posterboy op de tweede plaats?

Wie heeft Van Aert omgepraat? Moeilijk te zeggen. Het is bekend dat hij een mental coach heeft en sinds vorig jaar is hij na zijn vele valpartijen ook met een neurotherapeut aan de slag gegaan. Dat pleit voor de slimheid en het sérieux van de atleet Van Aert. Een van die twee zal hem het principe van face adversity hebben uitgelegd. De attitude of de mindset die je kiest is de ultieme bepalende factor om als atleet met tegenstand om te gaan. Weet dat je als topatleet altijd tegenstand zult krijgen. Loop er niet van weg, integendeel, kijk de tegenstand in de ogen.

Column Bedriegerssyndroom in De Morgen van maandag 27 januari 2025

Bedriegerssyndroom

Manchester was ooit de voetbalhoofdstad van de wereld. United werd de eerste veertien jaar van deze eeuw acht keer kampioen. De volgende elf jaar kwamen ze nog twee keer in de buurt met een tweede plek. Vorig seizoen werd het dieptepunt bereikt: achtste.

De laatste United-titel dateert van 2013. Een jaar eerder was City, die andere kleine club van Manchester, kampioen geworden en die zouden dat kunstje nog zeven keer herhalen. We zijn eind januari in het 26ste jaar van de 21ste eeuw, dé voetbaleeuw van Manchester, en City staat vierde, United dertiende.

Dit is geen momentopname. Bij United is er een aanwijsbare oorzaak voor het verval. De Glazer-familie nam United over in 2005 en deed dat met een lening die ze op de boekhouding van de club afwentelde. Die zadelde de club op met een schuld van 650 miljoen euro. Het merendeel van de flinke winsten die de club maakte, ging naar het afbetalen van die lening.

Drie jaar later kregen de blauwe buren van het kleine City bezoek van Arabieren uit de Golf, uit Abu Dhabi. Het vervolg is gekend: onmetelijke investeringen aan de blauwe kant van Manchester en besparingen aan de rode kant.

Het is 2025 en die van United hebben één troost: ook bij City zit inmiddels de klad erin. Het is niet ondenkbaar dat hun problemen groter, om niet te zeggen haast onoverkomelijk zijn.

Sportief loopt het daar voor geen meter meer. City rijgt de rare resultaten als kraaltjes aan elkaar. Na een periode zonder overwinning ging het na nieuwjaar even weer beter. Tot vorige week in Parijs…

0-2 scoren in een paar minuten tijd en toch nog met 4-2 verliezen, dat overkomt topteams niet. Zelfs niet in Parijs, al helemaal Manchester City niet, nooit. En toch. In L’Equipe spraken ze van een remontada. Onzin. Als het dan toch in het Spaans moet, die vier goals in het laatste half uur, dat was een derrumbamiento, een totale ineenstorting.

Dat beeld van Pep Guardiola… Eerst tijdens de wedstrijd langs de lijn, in die regen, dat gebogen hoofd, de wanhoop die van hem afstraalde. En daarna tijdens de persconferentie waarin hij geen uitleg had voor die ineenstorting. Of toch wel: “Ze waren beter. We slagen er niet meer in om tegen topteams een vuist te maken.”

Het verval van Manchester City wordt de laatste maanden plat geanalyseerd. De dominante theorieën klinken vaak te makkelijk.

Neem nu ‘het gemis van Rodri’. Het zal wel, dat je hem mist, hij is niet voor niets tot beste speler van de wereld verkozen, maar dat kan onmogelijk dé en zeker niet de enige verklaring zijn.

Ook de boutade dat de ploeg te oud is geworden voor het voetbal dat Guardiola voorop staat, houdt geen steek.

Of nog, dat het schaakvoetbal van Guardiola achterhaald zou zijn. Tot vorig jaar haalden ze met dat schaken nog makkelijk de achterlijn en scoorden vlot. In de voorbije zeven jaar werden ze zes keer kampioen van Engeland. Het is niet dat het voetbal sinds juni 2024 zo revolutionair is veranderd dat alle ploegen daar ineens een antwoord op hebben.

City zelf haalt niet meer het oude niveau. In een half jaar – om juist te zijn: in de voorbij drie maanden – is het zijn aura van onoverwinnelijk en ongenaakbaar kwijtgespeeld. Bij die 0-2 had de tegenstand de handdoek gegooid, in Parijs, in München, in Barcelona, overal.

Aura kwijt, ballon doorprikt, dat mes snijdt aan twee kanten: de tegenstand weet dat niet opgeven tegen City plots weer loont en bij City zelf denken ze “het zal toch niet weer…” De volgende stap is het bedriegerssyndroom. Ze vragen zich af of ze die voorbije jaren echt wel zo goed waren, dan wel of hun successen het gevolg waren van een trucje en dat de tegenstanders hen doorhebben.

De slimmere spelers die wel eens een mediakanaal volgen weten natuurlijk dat zij van City bedriegers zijn, dat hun club wel tien jaar lang de financiële regels heeft overtreden. Net dat lees je in heel weinig analyses van voetbaljournalisten terug omdat het op het eerste gezicht niets te maken heeft met wat op het veld gebeurt.

Juridisch lijkt Manchester City aangeschoten wild. De voorbije maanden zijn steeds meer details bekendgeraakt van het lijvige dossier dat de Premier League tegen City en zijn Arabische eigenaars heeft samengesteld. Geen waarnemer die niet gelooft dat Manchester City straks een zak punten verliest en/of misschien moet degraderen en/of titels kwijtspeelt en/of schadevergoedingen zal moeten betalen.

Als er een goed moment was voor Club Brugge om te stunten bij wat ooit het beste voetbalteam van de planeet was, dan is dat aanstaande woensdag.