Column Oranje boven in De Morgen van maandag 3 februari 2025

Oranje boven

Hoe ‘groter’ een sportevenement, des te groter ook de onzin die over ons naïevelingen wordt uitgestort. Neem nu dat Sporza-stukje over de zeven wereldtitels van Mathieu van der Poel. Waarom dat moest worden gelardeerd met de mening van (pseudo-)BV’s als Metejoor, Jacques Vermeire en natuurlijk de onvermijdelijke Linde Merckpoel en pornosnor Average Rob, dat moet een slim Sporzaatje mij te gepasten tijde eens komen uitleggen.

Nog meer onzin? Die fixatie op Erik De Vlaeminck en meer in het bijzonder diens record van zeven crosswereldtitels dat kon worden geëvenaard door Van der Poel. Een getal is maar een getal en getallen uit totaal verschillende tijdperken tegen elkaar afzetten is historische nonsens en vooral journalistiek fout. Prestaties van vijftig jaar geleden kun je niet vergelijken met vandaag. Merckx en Pogacar? Van der Poel en De Vlaeminck? Hebben niks met elkaar te maken. Min of meer dezelfde sport, maar totaal andere omstandigheden, totaal ander niveau.

Er was er zelfs een die het bestond om over Erik De Vlaeminck te raaskallen dat hij ook een degelijk wegrenner was. De Vlaeminck heeft één etappe gewonnen in de Ronde van Frankrijk, in zijn beste jaar 1968, en verder alleen maar criteriums.

Pour la petite histoire: ik heb een tijdlang met Erik De Vlaeminck samengereden. Dat was rond de eeuwwisseling aan en onder de kust, met VRT-sportbaas Marc Stassijns als initiatiefnemer van een vriendengroepje. Erik reed voor ons op kop, hij keek nooit om, sprak weinig. Hij keek mij ook altijd meewarig aan als de beginnende wielertoerist die tussen het kader hing in zijn wiel als hij tegenwind met 33 per uur langs de IJzer op kop sleurde.

De combinatie van amechtige wielertoerist en journalist met een gezonde – ongezonde volgens Erik ongetwijfeld – interesse voor doping deed er ook geen goed aan. Vervolgens ging het tempo naar 35 per uur en trok hij ons nog iets meer op de kant. Ook na afloop sprak hij geen woord. Hij was in de Oost-Vlaamse polders geboren en een stugge bewoner van de West-Vlaamse polders geworden. Bij het nalezen van zijn Wikipedia-pagina viel mij op dat hij door dezelfde vreselijke ziekte (parkinson) is geveld als Stassyns en nog twee andere leden van die vriendengroep.

Om de spanning bij de lezer wat weg te nemen: Mathieu van der Poel heeft De Vlaeminck wel degelijk bijgehaald. Dat deed hij door de tegenstand compleet te declasseren. Als u de wedstrijd hebt bekeken op televisie zult u dat anders hebben gehoord. Het scenario leende zich ook voor een staaltje volksbedrog.

Het begon bij de start. De arme Wout van Aert die op de vierde rij moest starten, zou dat wel goed komen? Neen, het kwam niet goed, maar dat is eigen schuld, dikke bult. Zoals Paul Herygers een beetje voorzichtig suggereerde: een uurtje meer in de wereldbeker crossen had twee startrijen gescheeld.

Dat Van Aert niet uit de massa wegraakte, en de nadarhekken toucheerde, dat lag misschien wel aan de renner Van Aert die vaker (weg, veld) de pech gaat opzoeken. Excuses genoeg dus, maar wie de wedstrijd ook maar een beetje analyseert ziet heel duidelijk dat Van der Poel speelde met de tegenstand.

Zijn eerste ronde van 7:24 sneed iedereen de benen en de adem af. Hij had toen al twintig seconden marge. Na de derde ronde was dat 46 seconden. Van Aert reed dan al voorin. Van der Poel had een kwart ronde op een lekke voorband gereden, nadien pakte hij haast freewheelend in ronde vier, vijf en zes telkens vijf seconden op Van Aert. Heel even was de kloof 1:05 en dan ging de voet van het gaspedaal bij de Nederlander. Uiteindelijk bleven nog 45 seconden over.

En wat als? Wat als Van Aert wel op de eerst rij was gestart? “As is verbrand hout”, zegt Van Aert zelf. Klopt. Veel kans dat Van der Poel hem ook in een tweestrijd op dit parcours alle kleuren van de regenboog had laten zien en de uitkomst dezelfde was.

Van Aert mag tevreden zijn. Lachen op het podium was er niet bij, maar het was ook niet de sombere blik van Hoogerheide twee jaar geleden. Er kon een glimlach van af. De carrosserieschade van de Vuelta is verleden tijd. Het voorjaar lonkt.

Conclusie: cross mag dan ons Vlaams tijdverdrijf zijn, hét crossland van het moment is Nederland. Drie van de vier grote titels gingen naar Nederland. Alleen bij de -23 bij de vrouwen speelde geen ‘Wilhelmus’. Bij de profs nog eens winnen wordt nog een dingetje voor een Belg. Ook Van der Poel zal voor een achtste, negende en tiende wereldtitel beloftekampioen Tibor del Grosso, ook in het oranje, in de ogen moeten kijken.