
Biatlon
De winterspelen van Salt Lake City in 2002 staan in mijn geheugen gegrift. Ten eerste omdat ze in Salt Lake City waren, dezelfde stad waar ik vier jaar eerder getuige was van de zesde titel van Michael Jordan.
Die trip was ook om een andere reden onvergetelijk. NBA-commentator Eric Goens en ik werden opgevoerd in de Jay Leno Show. Als een rariteitenkabinet weliswaar. “Belgian waffles on an MJ pelgrimage”, was de teneur. Daar gaven we niet om, het was ten slotte Jay Leno.
Maar dan die winterspelen. Als magazinejournalist in Nederlandse loondienst, geen druk van de dagelijkse deadline, in alle rust afspraken kunnen maken met de Nederlanders die prijzen hadden gepakt. Tussendoor gaan kijken naar de (h)eerlijke Kevin Van der Perren.
Ook even binnenspringen bij het shorttrack, waar ik de meest onwaarschijnlijke gouden medaille ooit heb zien winnen door de Australiër Steven Bradbury, die zowel in de halve finale als in de finale alle deelnemers voor hem zag vallen. Te zien op YouTube, een aanrader.
Ook memorabel, het bezoek aan Jacques Rogge die de vorige avond door de Russen ongeveer was ontvoerd omdat de nieuwe president van de Russische Federatie – ene Poetin – met hem een hartig woordje wilde wisselen over de telefoon. De Russen hadden de jury bij het paardansen omgekocht en dat was bekendgeraakt, vandaar. Poetin ontkende. We hadden het kunnen weten.
Maar niets topt de lange busrit naar Soldier Hollow die ik doorbracht in het gezelschap van een collega uit Chisinau. Een Moldaviër dus, die het erg koud had, helemaal niet gekleed was op de mintemperaturen boven op die hoogvlakte en die mij uitlegde hoe hij met zijn tien dollar daggeld probeerde rond te komen. Ik schonk hem mijn Powerade.
Op Soldier Hollow maakte ik live kennis met een sport die ik tot dan alleen van tv kende: langlaufen en schieten, biatlon dus. Het was er min twintig, ik stond buiten op het persplatform en heb geen minuut meer live gemist van het spektakel dat zich onder mij en – te zien op jumbotrons – in de verte in de bossen afspeelde.
Biatlon is fan-tas-tisch. Het heeft de intensiteit van een finale van de Ronde van Vlaanderen met dat verschil dat Wout, Mathieu en Tadej boven op de Paterberg en de Kwaremont moeten afstappen om vijf keer te schieten. Missers komen hen duur te staan want dan moeten ze een extra klimmetje fietsen.
Je op ski’s voortbewegen met een schietgeweer op je rug, dat was decennialang een manier van overleven in besneeuwde gebieden, met name in Scandinavië. Van het huidige biatlon is al sprake sinds Squaw Valley in 1960. De vrouwen kwamen erbij in 1992.
Wat het moderne biatlon zo uniek maakt is de continue zoektocht naar spanning en spektakel door weloverwogen ingrepen in de wedstrijdformules.
In 2006 in Turijn kwam de massastart voor het eerst op het programma: instant goede kijkcijfers. Niets mooier dan in een maagdelijk winterlandschap tussen de besneeuwde bomen plots in één lange rij een roedel felgekleurde skiërs zien opduiken. Ze zuchtend, schruwelend en knarsentandend een helling zien op schaatsen, waarna ze bij een schietplaats aankomen en afwisselend rechtop en liggend moeten schieten.
De Eddy Merckx van het biatlon is de Noor Ole Einar Bjørndalen, die acht gouden medailles won op een totaal van dertien, wat een record is voor de winterspelen. Bjørndalen was lang getrouwd met de halve Belgische Saskia Santer, dochter van een Oostendse die ooit de liefde vond in Zuid-Tirol.
Via Santer kon ik Bjørndalen spreken in Turijn, vier jaar later. Het mysterie van schieten bij hoge hartslagen, daar ging het gesprek over. Bjørndalen liet het makkelijk klinken: je komt aan bij de schietstand aan hartslag 200. Het hartritme krijg je niet lager, vergeet dat. Je hart zal je sturen. Je geweer laden, luisteren naar je hart en dan schieten tussen de hartslagen.
Afgelopen woensdag is het WK biatlon in het Zwitserse Lenzerheide begonnen. Er zijn al vier dagen competitie achter de rug, vandaag is rustdag, morgen beginnen de laatste vijf dagen, en dat alles is te zien op Eurosport. De commentator is een Nederlander die bij totale afwezigheid van Nederlanders goed let op de Belgen die meedoen.
Vrijdag behaalde Maya Cloetens een achtste plaats op de sprint. Maya is de in Frankrijk opgegroeide dochter van een uitgeweken Vlaming. Gisteren werd ze zeventiende op de achtervolging. Lotte Lie haalde haar in en werd veertiende nadat ze foutloos was in het schieten. De andere Belgen heten Thierry Langer, Marek Mackels en Florent Claude. Die laatste, een uitgeweken Fransman, werd veertiende in de achtervolging.