Column ‘Mondo Duplantis’ in De Morgen van maandag 3 maart 2025

Mondo Duplantis

De Zweed die in de VS woont heeft vrijdagavond laat voor de tiende keer een wereldrecord gesprongen. Hij ging in Clermont-Ferrand voor 4.800 toeschouwers tijdens de All Star Perche over 6,27 meter. De All Star Perche is een onderonsje voor polsstokspringers. Over twee weken staat nog zo’n onderonsje gepland, maar dan in Uppsala in Zweden.

Onderonsje is de realiteit. Armand ‘Mondo’ Duplantis is de organisator in Uppsala. In Clermont-Ferrand was de organisator zijn collega Renaud Lavillenie, die zelf zesde werd en over 5,91 meter ging. Lavillenie was wereldrecordhouder tussen 2014 en 2020. Hij verbeterde in februari 2014 de 6,14 meter die Serhi Boebka in 1994 sprong.

Dat deed Lavillenie uitgerekend in Donetsk, in Oekraïne, in wat de laatste editie van de Pole Vault Stars zou worden. Niks te maken met sport, maar voor de volledigheid en omdat het er verdorie toe doet in deze dictatoriale tijden: iets later dat jaar werd Donetsk de hoofdplaats van de separatistische en aan Rusland gelieerde volksrepubliek Donetsk.

Het wereldje van de polsstok is een apart wereldje, vooral een klein wereldje, voor topsport zelfs randje incestueus. Of kent u nog wereldsterren of olympische kampioenen die zelf hun competities organiseren om toch maar de belangstelling in hun discipline min of meer levend te houden?

Wereldrecords verbeteren is de corebusiness van de nv Duplantis. Centimeter per centimeter wereldrecords verbeteren, en als gevolg daarvan de daarbij behorende premie opstrijken, dat kan alleen in disciplines waarbij je op voorhand exact bepaalt welke prestatie je wilt leveren.

Een sprinter heeft dat geluk niet. Neem nu de grootste atleet van deze eeuw. Usain Bolt heeft drie keer het wereldrecord verbeterd. De eerste keer in 2008 in New York, daar deed hij tweede honderdsten van de tijd van Asafa Powell en liep 9.72. Vervolgens liep hij tweeënhalve maand later 9.69. Een jaar later, in Berlijn op het WK, liep hij zijn derde wereldrecord. Dom, want hij verbeterde zijn eigen record met elf honderdsten. Die buitenaardse 9.58 staat nu al meer dan vijftien jaar.

Niet alle records zijn buitenaards. Niet alle recordverbeteraars zijn buitenaards. Neem nu Duplantis. Goeie babbel, mooie atleet, rappe loper, sterk bovenlichaam, heerlijke controle daar hoog in de lucht, dat allemaal wel. Daartegenover staat dat niet iedereen in de atletiek hem buitenaards vindt, maar zij durven dat niet luidop te verkondigen.

Om records te interpreteren, volstaat het om ze af te zetten tegenover andere records en vooral uit te zetten in de tijd. Een tweede oefening bestaat erin om een resultaat te interpreteren.

Beginnen we met dat laatste en met de uitslag van vrijdagavond in Clermont-Ferrand. Op één Duplantis met 6,27 meter. Op twee Emmanouil Karalis, een Griek, met 6,02 meter. Vervolgens vier mannen die over 5,91 meter zijn geraakt. Dat is exact het wereldrecord dat meer dan veertig jaar geleden in Rome is gesprongen door Thierry Vigneron, toen de grote concurrent van Boebka. Met die 5,91 meter stond je twintig jaar geleden ook al op het podium.

Het ziet er dus niet naar uit dat Duplantis een Vigneron en bij uitbreiding veel andere concurrentie heeft. Is superman dan koning eenoog in het land van de blinden en lammen? Dat ook weer niet. Niet om vervelend te doen, maar toch… Een beetje context kan helpen om een hype tot normale proporties te herleiden.

De realiteit is dat Duplantis boven de rest van het veld uitsteekt, maar de vraag is ook wat dat veld waard is. Hij begint met springen als alle anderen op hun tandvlees zitten. Winnen met dertig centimeter zoals op de Spelen van Parijs afgelopen zomer is absurd en de naam competitie niet waard.

Duplantis steekt erbovenuit, maar ligt dat aan hemzelf of aan de schaarse ‘concurrentie’? Polsstokspringen is een moeilijke discipline. Het begint met een flinke horizontale basissnelheid die je moet omzetten in verticale stijging. Dat laatste vereist flink wat power, in combinatie met een meer dan degelijk ruimtelijk besef om op zes meter hoogte nog wat afgemeten kronkels uit te voeren.

Of Duplantis en co. al of niet wonderbaarlijke uitzonderingen zijn, die vraag is lastig te beantwoorden. Polsstokspringen is zelden een eerste optie. Het staat vast dat andere en veel lucratievere sporten atleten met die potentiële capaciteiten vooraf al hebben weggerekruteerd. Denk in dat verband aan een wide receiver of een corner of running back uit de NFL (American football).

Wellicht is er geen discipline in de atletiek, of het zou de meerkamp moeten zijn, die meer aan bloedarmoede lijdt dan polsstokspringen.

Als er al één buitenaards was in die wereld, dan was het Boebka, die in 1994 al 6,14 meter sprong. In tien jaar (1984-1994) deed hij in vijftien verbeteringen 24 centimeter bij het wereldrecord. Toen hij was gestopt, gaapte na hem de grote leegte. Tussen 1994 en 2014 stond het polsstokspringen twintig jaar stil, ondanks de wetenschappelijke en technologische vooruitgang.

Duplantis heeft nu in vijf jaar (2020-2025) nog eens tien centimeter aan het record toegevoegd. Dat lijkt boebkaiaans, maar dat is het niet. Bij een normale progressie, gedreven door een voldoende competitief veld met betere atleten/stokken, had dat wereldrecord, rekening houdend met een flink afplattende curve, al minstens op 6,35 meter moeten staan.