
Patiënt WVA (bis)
Dwars door Vlaanderen heeft zijn reputatie van volstrekt overbodige klotekoers weer eens alle eer aangedaan. Niet het minst voor Team Visma-Lease a Bike en zijn kopman Wout van Aert.
Vorig jaar gingen ze op hun bek – letterlijk in het geval van Van Aert – in de afdaling naar de Kanarieberg, maar wonnen ze met Matteo Jorgenson. Dit jaar overleefden ze alle afdalingen en klimmetjes met verve, maar gingen ze finaal alsnog op hun bek. Weer Van Aert, nu figuurlijk, op amper tien meter van de eindmeet in Waregem.
Eerst even dit toelichten. Jawel, Dwars door Vlaanderen is een klotekoers die op dit moment in het seizoen nul functie heeft, tenzij wat kleinere ploegen startrecht verlenen tussen de grote jongens en het valse gevoel geven dat ze ook wielrenner zijn. Dwars door Vlaanderen hoort in het seizoensbegin te zitten, maar daar zit al een andere Dwars door Vlaanderen en dat is de Omloop. Beide wedstrijden worden georganiseerd onder de paraplu van Flanders Classics, dat Dwars door Vlaanderen gebruikt om de E3 Classic – heel toepasselijk – dwars te zitten.
Bijgevolg wordt twee keer dwars door Vlaanderen gereden, maar niet over de volle afstand. Er bestaat ook een derde Dwars door Vlaanderen in XXL-formaat en die heet dan weer de Ronde van Vlaanderen. ‘De Ronde’ voor de Vlamingen, ‘Vlaanderen’ voor de buitenlanders. Tenzij u deze ochtend bent ontwaakt uit een diepe coma weet u dat die bewuste échte Ronde zondag wordt gereden.
Nog een tussengedachte. Wie in de Vlaamse Ardennen in de buurt van of op zo’n helling in het ouderlijke huis is blijven wonen, is van in de wieg vertrouwd met wielrenners die een paar keer per jaar passeren. Maar wie o wie had in 1980, 1990 of zelfs in 2000 kunnen bevroeden dat anno 2025 de Paterberg, Oude Kwaremont en andere hellingen een soort cyclo-Plopsaland zouden worden? Niet te vergeten: als de echte renners er niet rijden, is het de beurt aan de pseudorenners en die zijn nog geschifter dan hun grote voorbeelden.
Dit gezegd zijnde, een van de vorige bijdragen op deze plek droeg als kop ‘Patiënt WVA’. De teneur was simpel in zijn eenvoud: schrijf Van Aert niet te snel af na die wanprestatie in de E3 Classic. Zijn doelen komen nog, te beginnen met de Ronde van Vlaanderen. Zo’n hoogtestage, het ene jaar is het andere niet, en ooit kickt die wel in, om de tegenwoordige wielertaal te gebruiken.
Na Dwars door Vlaanderen kan de voorlopige conclusie zijn dat het inkicken een beetje lang op zich laat wachten. Vandaar de makkelijkheidsoplossing voor de kop boven deze column: ‘Patiënt WVA (bis)’.
Daarom had ik te doen met de vliegende wielerreporters die woensdag voorafgaand aan Dwars door Vlaanderen de werklijst zagen. Die moeten zich hebben gevoeld als de honden die in de (lichtjes foute) grap van Ricky Gervais door God taken krijgen toegewezen. De pekineesjes in de joke in kwestie: dolblij dat ze levenslang door homo’s worden rondgedragen. De Rhodesian ridgeback: balen dat hij het moet opnemen tegen de leeuwen.
Wie blij was bij het lezen van de werklijst voor Dwars door Vlaanderen – “Joepie, analyse Wout van Aert. Haha, kan niet missen tegen die halve zolen” – zal onderweg nog blijer zijn geworden en zal dat zijn geweest tot aan die laatste tien meter op de Zuiderlaan in Waregem. Waarna de blijheid zal zijn omgeslagen in wanhoop: van pekineesje tot Ridgeback.
Dat kon je ook lezen/beluisteren. Hoe na die deconfiture de kool en de geit, Wout genaamd, werden gespaard, journalistiek gênant bijwijlen. Ter verschoning: had ik daar gestaan, ik deed het niet anders. Ter vervollediging: ik heb altijd kunnen vermijden om daar te staan en bij die vermijding hoorde ook een flinke dosis voortschrijdend inzicht.
Bon, hoe is patiënt Wout van Aert er na Dwars door Vlaanderen 2025 aan toe? Beter dan na 2024, toen hij vijf kilo vel en lichaamssappen op de N48 moest achterlaten voor hij in een ambulance werd geschoven. Beter moet u hier interpreteren als minder slecht.
Hij verloor woensdag vel noch sap, maar een sprint die hij sinds zijn achttiende niet meer heeft verloren, van een veredelde klimmer nog wel. Hij verloor de sprint na een koers van 184 kilometer en weet het aan een kramp, maar die kramp was hem alvast niet aan te zien. Het leek eerder op gewoon… ‘op’.
Moet Van Aert zich zorgen maken voor een koers die tachtig kilometer langer en twee keer lastiger is? Wellicht wel, maar ooit komt het goed. Neen, dan de vliegende reporter die zondag op de werklijst naast zijn naam ‘diepgravende analyse Wout van Aert’ ziet staan. Die heeft pas zorgen.

