Column Patiënt WVA in De Morgen van maandag 31 maart 2025

Patiënt WVA

Het voornemen bestond om hier niks meer te schrijven over Wout van Aert tot de grote doelen voorbij waren. Dat kwam door een beleefde mail van een slimme fan. Die dacht dat ik Van Aert onderuit wilde halen door hem steeds weer af te wegen tegen Mathieu van der Poel. Echt niet.

Hij schreef: iemand die minder begiftigd is met talent maar door hard zwoegen toch presteert is ook mooi. En nog: het kan dat zijn populariteit groter is dan zijn palmares. Dat laatste is zeker. Zijn status en salaris binnen Team Visma-Lease a Bike zijn onderhand ook groter dan zijn palmares en dat kan op termijn misschien een echt probleem worden.

Waarom dan toch dit stukje? Dat is de schuld van de populaire sportkranten, die het over Van Aert hebben als over een terminale patiënt.

In Het Nieuwsblad werden ze na de E3 Classic van vrijdag tegen elkaar afgezet: Heerser Mathieu, Zorgenkind Wout. In Het Laatste Nieuws hadden ze een gedurfde kop die ik hooguit als werktitel had gebruikt: ‘Het is geel-zwart en het fietst achter de feiten aan’, en dan een verhaal waarom en hoe alles misloopt bij de ploeg waarbij tot voor een jaar alles op wieltjes liep. Twee pagina’s, opgeleukt, met drie foto’s van een zwoegende, een gesloopte en een lachende Van Aert, geen misverstand mogelijk om wie het ging.

Het is altijd goed om verder te kijken dan de Vlaamse navel. Het achter de feiten aanlopende Visma-Lease a Bike staat in 2025 na UAE (23 keer winst) netjes tweede met twaalf overwinningen in WorldTour-wedstrijden. Dit weekend won het nog de Coppi e Bartali met Ben Tulett, en Jonas Vingegaard en Matteo Jorgenson pakten elk al hun grote kleine ronde.

Wat Van Aert betreft, de grote doelen moeten nog komen, te beginnen met de Ronde van Vlaanderen aanstaande zondag en een week later Parijs-Roubaix. Nog iets later de Amstel Gold Race. Voorlopig staat zijn teller in 2025 op nul.

Van Aert werd ooit nog populairder dan hij al was door de uitspraak ‘ik moet just niks’ nadat hij in 2023 de E3 Classic had gewonnen in de sprint tegen Van der Poel en Tadej Pogacar. Podium met de grote drie, zo heette dat toen. Hij had zich geërgerd aan de druk van buitenaf om de Ronde en/of Roubaix te winnen.

Twee jaar later staat hij voor het blok: hij moet nog steeds misschien niks, maar hij mag wel eens meer beginnen te winnen. Een seriële winnaar was hij nooit. Geen renner die meer in een kansrijke positie kwam en die minder won dan Van Aert. In de voorbije jaren won hij 5 (2024 en 2023), 9 (2022), 13 (2021) en 6 (2020) keer. Dat is 38 keer als eerste in de voorbije vijf seizoenen. Van der Poel, om de vergelijking te maken, won in die vijf jaar 31 keer. Daarvan wel zeven monumenten.

2020 en 2021 waren de mooiste jaren van Van Aert met overwinningen in (zijn enige monument) Milaan-Sanremo, Strade Bianche, Gent-Wevelgem en de Amstel. Waarom het daarna niet meer liep zoals in die boerenjaren, daar kunnen alleen insiders de vinger op leggen.

Duwt hij niet meer de wattages van weleer? De tamtam spreekt dat tegen. Is de concurrentie sterker geworden? Dat is zeker. Zijn sterkste jaren 2020 en 2021 waren de coronajaren, misschien speelde dat mee. Is hijzelf even sterk of sterker geworden, maar tegelijk onzekerder? Zou kunnen, je zou voor minder na negen keer te zijn gevallen in de eerste negen maanden van 2024.

Hoe goed is Van Aert van de Teide gekomen, weten we dat? De tamtam zegt dat hij prima heeft getraind. Als er iets is waar inspanningsfysiologen mee worstelen, dan wel het effect van een hoogtestage. Die is altijd positief, maar wanneer en hoe die zich in het lichaam manifesteert, een knappe kop die dat weet te voorspellen.

Waar Van Aert nu geen boodschap aan heeft, is de praat bedoeld voor de zelfhulpgroep van supporters. Zoals zijn klimtijd op de Oude Kwaremont van afgelopen vrijdag. Wielerflits meldde dat hij daar sneller klom dan Mads Pedersen en Filippo Ganna, maar wel tien seconden trager dan Van der Poel.

Op dat moment reed hij wel al kilometerslang in het tweede achtervolgend peloton op uiteindelijk meer dan een minuut achterstand. Of om het met Briek Schotte te zeggen: koersen is rap rijden wanneer je rap móét rijden.

Wout van Aert kan heel rap rijden. Wout van Aert kan heel erg afzien. Wout van Aert kan zich als geen ander vastbijten in het wiel van een betere tot die het gevoel krijgt dat hij niet meer beter is. Wout van Aert is erg snel in de sprint. Laten we derhalve meer dan één slag om de arm houden. Voor hetzelfde geld vliegt hij zondag over de Paterberg en een week later over Carrefour de l’Arbre.