
Wat gaat er nu in je om?
Excuus, maar we moeten het nog eens hebben over Remco Evenepoel. Er was een interessante interventie op de Nederlandse televisie in De Avondetappe van zaterdag. Ex-wielrenner Stef Clement had het over de druk van de wielergekke natie België en haar media en hoe de helden daar aan ten onder gaan.
Hij noemde Frank Vandenbroucke, Tom Boonen en Remco Evenepoel in één zin. In Vive le vélo sprong Jan Bakelants net niet uit zijn vel. “Alles op een hoop gegooid. Onzin”, concludeerde de (meestal) uitgesproken analist en ook ex-renner.
Jan Bakelants heeft gelijk. Frank Vandenbroucke en Tom Boonen gingen geheel of gedeeltelijk ten onder aan roem (en coke) en waren seriële vreemdgaanders. Remco Evenepoel is niets van dat alles. Geen alcohol, pas getrouwd, nooit in de boekskes. Het meest aparte nieuws dit jaar was dat hij had leren bidden van zijn vrouw.
Maar Stef Clement heeft natuurlijk ook een beetje gelijk als hij de rol van de media in België, en meer nog de media in Vlaanderen, in het vizier neemt. Evenepoel was nog maar net uit de pampers toen hij al in een uitzending van het wereldkampioenschap voor junioren in Innsbruck over het paard werd getild door het duo Wuyts-De Cauwer.
Een WK voor junioren hoort niet op de buis. Hoe fenomenaal de winst in die wegwedstrijd ook was – eerst gevallen, gat dicht en dan weggereden – dat lyrisch commentaar was er ver over. Junioren worden niet bejubeld, in de eerste plaats omdat je met junioren niet weet of ze de lijn zullen doortrekken als senior.
Evenepoel deed dat wel, en hoe, maar dat doet er nu even niet toe. Stef Clement verwondert zich over hoe de Belgische sportmedia berichten. Begrijpelijk en terecht. Ik heb mijn mooiste jaren in Nederland gewerkt bij een heel mooi, op en top journalistiek blad waar de baas mij opdroeg om oren en ogen open te houden, te documenteren en te analyseren om dan te gepasten tijde de juiste vragen te stellen.
“Niet dat vraagje-quotetje-vraagje-quotetje van jullie, want dat creëert alleen maar afhankelijkheid, waardoor je op de duur geen vraag meer mag, kan of durft te stellen.” Klopt helemaal. Er valt niet aan te ontkomen: de Belgische sportpers leeft in opperste symbiose met de sport die ze toegewezen krijgen en waarover ze tot aan hun pensioen hopen te berichten.
Eerst worden ze supporters van hun sport. Volgende stap is de kont likken van de sporters die hun sport bevolken, want die hebben ze nodig voor hun quotetje. Daarbij worden de moeilijke vragen nooit of maar heel zelden gesteld. Dat is geen verwijt, wel een vaststelling en raad eens: het is nog te begrijpen ook. Wie aan een Belgische wielrenner een lastige vraag stelt, kan het nadien wel schudden. En wordt als toemaat gratis belaagd in de socialemediariooltjes.
Stel, je mag twee vragen stellen aan Wout van Aert. Dan zou je moeten beginnen met: “leg nu eens uit waarom jij hier zo anoniem rondrijdt en zelfs geen sprint meer kan winnen van Alaphilippe?” Die vraag wordt niet gesteld, om Wout niet te bruuskeren, want elke dag moet er een beetje Wout in de eeuwigdurende live.
Of neem Remco Evenepoel. Waarom heeft die bijvoorbeeld na de Dauphiné niet deze vraag gekregen: “Jij wil de kloof op Pogacar en Vingegaard dichten, maar het ziet er naar uit dat dit voorlopig niet te best lukt. Integendeel, je wordt nu zelfs belaagd door jongere collega’s.” Om te besluiten met de Sporza-dooddoener “wat gaat er nu in je om?”
Huiswerk maken zou ook al helpen om journalistiek wat meer beslagen voor de dag te komen. Neem nu dat excuus van die ‘vreselijke’ winter van Remco Evenepoel. “Drie tot vier maanden niet kunnen trainen”, aldus de alternatieve feiten van Patrick Lefevere.
O ja, zo moeilijk is die tijdlijn toch niet dankzij de socials?
Seizoen 2025: tegen een auto gereden op 3 december. Schouder, ribben en sleutelbeen geraakt, operatie. 12 januari: bericht over zenuw geraakt in schouder, nog niet buiten trainen. 13 januari: wel op de rollen (na zes weken). 1 februari: buiten trainen (na minder dan twee maanden). 18 april: Brabantse Pijl gewonnen tegen Van Aert. 15 juni: vierde in de Dauphiné.
Seizoen 2024: op 4 april een moordcrash in Baskenland, sleutelbeen en schouderblad gebroken, transfer en operatie. 9 juni: zevende in de Dauphiné. 21 juli: derde in de Tour.
Tik dat lijstje uit, in twee kolommetjes, laat het hem lezen en vraag beleefd: “Je hebt het nu over die slechte winter maar vorig jaar had je minstens even erge schade en dat vier maanden later. Sorry dat we dit vragen, maar euh… Remco, ben je zeker dat er niets anders speelt?”






