
Tussen de oren
Iedereen die zich in topsport wil verdiepen: lees het boek Endure van Alex Hutchinson. Hutchinson kwam op mijn radar op een congres in 2014 op Columbia University over het juiste gebruik van wetenschap in sportjournalistiek.
Ik mocht daar in een nevensessie een exposeetje houden over journalistiek en doping en Hutchinson, een voormalige atleet uit Canada, kwam luisteren. Bij het diner na de vierdaagse zaten we aan dezelfde tafel. Toen al was hij bezig met de research van wat zijn The New York Times-bestseller zou worden. Hij zette mij op het spoor van Samuele Marcora, een Italiaan die destijds in het Verenigd Koninkrijk onderzoek deed. Marcora wordt in Endure veelvuldig geciteerd.
In 2019, twee maanden na het verschijnen van Endure, ben ik naar Marcora gaan luisteren toen hij op bezoek was aan de VUB. De effecten van mentale vermoeidheid op uithoudingsvermogen en breintraining voor duursporters, dat was zijn onderwerp. Boeiend zonder meer, helemaal voor de gepatenteerde luiaard en altijd-te-lastig-recreant-sporter in mij. Waarom ga je die ene keer wel door de denkbeeldige muur en stop je de volgende keer nog voor de muur in zicht is?
Het boek van Hutchinson heeft als ondertitel: Mind, Body and the Curiously Elastic Limits of Human Performance. De elastische grenzen van menselijke prestaties oprekken, daar ligt de sleutel.
Misschien moeten Remco Evenepoel, zijn entourage en zijn begeleiders dat boek ook eens lezen.
Er is geen fysiologische reden om te rijden zoals Evenepoel donderdag in de eerste bergrit. Lossen bij de eerste versnelling die niet eens een echte versnelling was en vervolgens terugkeren op de groep met alle favorieten om ten slotte weer te moeten lossen bij dé versnelling, daar valt geen peil op te trekken.
Met andere woorden: dit lijkt een mentale kwestie.
Terug naar het boek. Endure, of to endure, zou je kunnen vertalen als uithouden. Dat ligt voor de hand omdat endurance of uithouding als dusdanig is ingeburgerd in de sport. Verduren of verdragen is een betere vertaling.
Het verdragen van een inspanning, dat werkt op twee fronten. Enerzijds is er de fysiologie: die is trainbaar, rekbaar, maar niet tot in het oneindige. Wie niet de aanleg heeft van een uithoudingsatleet zal er nooit een worden.
Wie die aanleg wel heeft, is ook begrensd en die grens zit vaak tussen de oren. Het is bekend dat de beperking van de sportende mens zich eerder in het hoofd dan in de spieren bevindt. De ene haalt 80 procent van zijn potentie, de andere 90 en de absolute topper zit boven de 95. Om het helemaal ingewikkeld te maken, verschilt dat percentage nog eens van dag tot dag.
Sportdirecteurs weten dat uiteraard en de slimme Tom Steels zeker. Het zou niet werken om die wetenschap met je renner te delen als je vindt dat hij te vroeg afhaakt. Evenepoel bergop op de Soulor door het autoraampje erop wijzen dat het bij hem tussen de oren zit? Niet doen.
Ergens stond te lezen dat ze hem nog nooit hadden zien afhaken en toch zo terugvechten. Dat zijn dan mensen met een kort geheugen. Won hij zo niet zijn eerste WorldTour-wedstrijd? In 2019 werd hij gelost in de Clásica San Sebastián, keerde terug vooraan en demarreerde toen zelf.
Te snel lossen, te snel de handdoek gooien, het is Evenepoels grote werkpunt. De energie die hij na dat afhaken opsoupeert om terug te keren in de kopgroep is vele malen groter dan wat hij aan watts nodig heeft om die eerste pijn te verbijten.
Behalve het boek Endure, waar heel goed wordt ingegaan op het onaangeroerde prestatief vermogen in een lichaam, zou ook een goede psycholoog kunnen helpen. Bij Evenepoel zit de rek in zijn mentale ingesteldheid. Die lichaamstaal tijdens de tijdrit, jongens toch.
Misschien kan hij een studie maken van de meester van zijn universum, Tadej Pogacar. Vergelijk de gevallen, opgenaaide Evenepoel in de olympische wegrit met de gevallen, rustige Pogacar in de etappe naar Toulouse. Vergelijk de eeuwige glimlach van Pogacar, zelfs bij verlies in die Tours van 2022 en 2023 en Parijs-Roubaix, met de nijd bij een verliezende Evenepoel op het BK.
Vergelijk Pogacar bij een haast desastreuze tegenslag (die val eergisteren) met Evenepoel die zonder erg heel even door een vlag rijdt en zich opwindt. Wat Pogacar en Evenepoel wel gemeen hebben, is hoe ze de koerstactiek van Visma-Lease a Bike in het belachelijke trekken. Ook dat is voer voor een therapeutische sessie: de ene heeft meer recht van spreken dan de andere.