
Grande Partenza
Het is weer volop koers op tv, drie weken lang nog wel en onder begeleiding van het steeds olijkere commentaarduo Renaat (Schotte) en José (De Cauwer). U kunt ook opteren voor Eurosport en dan hebt u Jeroen (Vanbelleghem) en Karsten (Kroon) of een collega-ex-wielrenner aan uw been.
Eurosport heeft het voordeel dat als de verveling toeslaat in het commentaarhok en onzin om de hoek loert, ze een stukje interview laten zien met iemand die straks in de etappe wel een hoofdrol zal spelen. Precies zoals Sporza dat doet in de Tour, wat overigens niet heeft belet dat we de voorbije editie toch onzin hebben gehoord.
Sporza moet zich dringend beraden over wat het aan moet met die tweede man naast de hoofdcommentator. Moet dat een tweede commentator zijn, een soort levende fichebak van weetjes en uitslagen, zoals De Cauwer? Of hebben we liever een oud-wielrenner die recent uit het peloton komt, die elke renner herkent aan zijn stuurlint of zijn kont, die weet wat er in de microkosmos op twee wielen speelt en die nog voor iets gebeurt aangeeft dat iets zal gebeuren?
Een beetje afwisseling is mooi, maar mijn voorkeur gaat uit naar die laatste optie. Ik was dan ook een groot fan van Sep Vanmarcke, de renner die in 2023 moest stoppen met hartproblemen. Recht voor de raap, inside info bij de vleet, duidelijke taal in zijn analyses en voorspellingen die vaak uitkomen. Helaas, in het jaar dat hij doorbrak als cocommentator/analist is Vanmarcke in dienst getreden bij Soudal-QuickStep als ploegleider.
Hij vroeg zich in een weekendkrant af of hij nu nog analist zou kunnen zijn en dat hij daar eens met de baas Jurgen Foré moest over samenzitten. Niet doen Sep, de twee functies zijn niet te combineren. Alles wat je zegt of niet zegt zal als vooringenomenheid worden weggezet. Niks ergers dan analisten die het achterste van hun tong niet durven/mogen/willen laten zien.
Misschien is het wegvallen van Vanmarcke een opportuniteit voor Bert De Backer. Die is al in 2021 gestopt, maar dat is er niet aan te merken: duidelijke taal, ad rem, klare analyses, ook recht voor de raap, gezond ironisch soms en – niet te versmaden – een achtergrond als master bewegingswetenschappen. Bijkomend voordeel: als De Backer 100 procent analist zou worden, is die functie niet langer te combineren met de aap uithangen in het duo Bert & Bavo, waarmee we meteen van die onnozeliteiten zijn verlost.
Als u toch besluit te kijken, vandaag, of u hebt afgelopen weekend gekeken, dan was u vast een beetje verward, niet? Plots kregen we in de eerste rit een beeld van groene velden rond Novara met de bijpassende uitleg: arrozales de Novara. Tiens, Novara, is dat Italië niet? Maar arrozales, is dat dan weer geen Spaans voor rijstvelden? Het wás Italië en het wás Spaans.
Deze Vuelta, de Ronde van Spanje, start in Italië. Nu is Italië een mooier land dan Spanje, maar dat is niet de achterliggende reden. Wat het dan wel is, u kunt dat vast zelf verzinnen: geld. Drie etappes werken de renners in Italië af en in de vierde rijden ze naar Voiron in Frankrijk. Een dag later, dan zijn we al woensdag, rijden ze in Figueres in Noord-Spanje een tijdrit.
Dat betekent bus, vliegtuig en bus voor de renners en voor het voetvolk een logistieke verhuizing van de hele karavaan van 500 kilometer. En dat na een zware heuvelrit, de langste rit van de hele Vuelta. Het valt niet te vatten dat de UCI dit goedkeurt en nog minder dat de rennersvakbond daar niet tegen in opstand komt.
Die dijkbreuk is al een tijdje aan de gang en voor volgend jaar staat een Vuelta-start in Monaco op het programma. Die stad(staat) wordt daarmee de eerste die de drie grote rondes op zijn grondgebied zag starten. Utrecht wilde maar wat graag de eerste zijn en had na de Tour 2015 en de Vuelta 2022 ook de Giro 2029 naar de Domstad willen halen. In Monaco starten is nog te overzien, maar die editie van volgend jaar zou ook eindigen op Tenerife met een rit naar de Teide.
De primeur van een buitenlandse start was voor de Tour, die in 1954 begon in Amsterdam. Daarna volgden de Giro en de Vuelta, maar geen grote ronde die het meer op flessen trok dan de Ronde van Italië. Die startte dit jaar in Albanië en behalve kilometers nieuwe tarmac leverde dat niks op voor de Albanezen, die niks hebben met sportief fietsen. Idem volgend jaar met de grande partenza in Bulgarije. Het gekste houdt de Giro voor een jaar later: na een start in Jeruzalem en drie etappes in Israël in 2018 zouden ze het in 2027 nog verder zoeken en van start gaan in Abu Dhabi.