
Wereldspelen
België heeft zestien medailles behaald op de Wereldspelen. Mooi. Willen ze ook op het balkon in Brussel? Oké.
Her en der werd wat discussie opgepookt: zes medailles meer op de Wereldspelen dan op de Olympische Spelen terwijl er minder medailles te verdelen zijn en de deelnemers aan de Wereldspelen nog vaak hun kosten moeten ophoesten, hallo? Met als onderverzwegen suggestie: moeten we de sporten niet anders gaan subsidiëren?
Neen, en wel hierom.
Vooraf dit: hulde aan de VRT en Sporza dat ze elke medaille aandacht gaven. Of zilver in het touwtrekken of het korfbal dan weer in Het journaal moet, daar kun je van mening over verschillen. Brons in het beachkorfbal was wel een hoofditem waard, en zeker het zilver van Nederland, dat voor het eerst sinds Deurne 1991 een internationaal korfbaltoernooi verloor.
België verloor van Taiwan met 8-7 in de halve finale. 7-7 stond het na de twee keer zes minuten en toen moest de gouden goal de wedstrijd beslissen. België schoot nog één keer op doel, miste. Taiwan schoot twee keer en de tweede van Ying-ting Huang – onthouden die naam – was wel raak.
Dan zou je denken: na Hongarije met 12-4 te hebben opgevreten, wéér goud voor Nederland. Dat dachten zij ook: na vier minuten in de eerste helft, een derde van de wedstrijd, stond het 5-1. Negen seconden in de tweede helft stond het al 5-5 (voor een lange bal krijg je twee punten). Jesper Tolsma miste vier keer op rij, het werd 6-6 en wie bracht de stand op 6-8? U raadt het: Ying-ting Huang!
Hoe wij van de sportredactie van De Morgen dat allemaal weten? Surf eens naar de site van de Wereldspelen. Sinds het ontstaan van het internet nooit een betere en informatievere site gezien dan die van de Wereldspelen.
Rechts bovenaan die site staan de olympische ringen. Dat is verwarrend, net zoals onze journaallezers er meenden goed aan te doen te melden dat de World Games de Olympische Spelen zijn voor niet-olympische sporten. Wat de niet-olympische sporten doen en hoe ze dat organiseren heeft niks te maken met de Olympische Spelen. De World Cup voetbal is ook niet de Olympische Spelen van het voetbal.
Wat met die olympische ringen dan? Daar staat in kleine lettertjes naast: organisation recognised by the International Olympic Committee. Wat wil zeggen: de bigshots in Lausanne weten dat we bestaan en ze laten ons met rust.
Elke vergelijking van prestaties met de echte Olympische Spelen is totaal van de pot gerukt. Een voorbeeld: drukte om zestien medailles en de zestiende plek op de medailletabel is nergens voor nodig. In 2022 eindigde België met twintig medailles waarvan elf keer goud en was toen het zevende land. Bart Swings won in zijn eentje vier keer goud.
Ook in Wroclaw in 2017 en in Cali in 2013 prijkte België netjes in de top tien. De onderscheidende factor is hier: doet hij mee of doet hij niet mee, Swings dus. In Chengdu was hij er niet bij. Last van de knie en een belangrijker event in het verschiet.
Swings is destijds overgestapt naar het olympische snelschaatsen. Hij had het wellicht leuk gevonden als skeeleren op het olympische programma was verschenen, maar die sport was kansloos. Te weinig landen, te weinig continenten, te weinig om olympisch te worden, net als bijna alles op het programma van de Wereldspelen. (Flag football, lacrosse en squash zijn wel in LA 2028, maar dat is eenmalig.)
Hoewel je voor alle sport, ook de nichesporten van de Wereldspelen, respect kunt/moet opbrengen, mag je de hiërarchie der sporten niet op haar kop zetten. De absolute topsporten die rekruteren uit de grootste pool van beschikbaar talent zijn de olympische sporten, met voetbal als absolute nummer één en buitenbeen.
Atleten die blijven hangen in sporten die op de Wereldspelen worden aangeboden, doen dat om verschillende redenen. Of ze missen een stukje talent, zijn gemakzuchtig, blijven liever in de niche, of ze hebben hun sportieve prioriteiten niet op orde. In de topsporthiërarchie zijn de Wereldspelen een verzameling B- en C-sporten.
Elk sportsysteem die naam waardig gaat vol voor de olympische sporten, hoewel daar ook rare sporten als schieten en moderne vijfkamp op het programma staan. China eindigde deze editie in eigen land dan wel op één, maar was in de VS drie jaar geleden pas het tiende land. Het grootste sportland, de VS, eindigde op de eigen Wereldspelen van 2022 tweede en was in Chengdu pas het zesde land. Dat getemperde vreugde op zijn plaats is, bewijst België door nu al drie edities op rij beter te doen dan Nederland terwijl het op de echte Spelen niet aan zijn enkels reikt.