Column Björn Borg in De Morgen van maandag 29 september 2025

Björn Borg

Het was een bloedhete zondag 5 juli 1980. Onze vrienden Yani en Eric waren getrouwd en gaven een feestje. Het was een gemengd gezelschap waarvan de meesten in de Kikvorsstraat in Gent woonden, wij in de Orion, Yani en Eric in de Milenka. Die laatste is de woontoren waar recent een sociaal werker van het OCMW werd vermoord. Toen was een sociale woonwijk nog heel gewoon een sociale woonwijk, een opstap in de maatschappij. 

Yani had het meeste van de hapjes gemaakt en dat was de beste reden om alsnog te gaan. Yani was van Indonesische afkomst en kon heerlijk koken. Maar die zondag was het ook de finale van Wimbledon. Met John McEnroe en Björn Borg tegenover elkaar kondigde die zich als historisch aan. Een onderschatting.

Dit kwam allemaal terug bij het doorbladeren van Heartbeats, de autobiografie van Björn Borg. Die verscheen op 18 september en een dag later stond ze op de Kindle.

Oei, wat was ik een Borgfan en wat haatte ik McEnroe, en Jimmy Connors en nadien ook alle andere Amerikanen zoals die vreselijke André Agassi – uitzondering gemaakt voor de onamerikaans bescheiden Pete Sampras.

Maar goed, we zijn 5 juli en er was dus dat feest in een ontmoetingscentrum in de buurt van het station, tegelijk met die fantastische Wimbledonfinale. Vandaag zou je stiekem via Sporza op de iPhone de livescores raadplegen. Eénmaal weer thuis zou je kunnen terugkijken.

Toen had je dat niet. Geen iPhone, geen tablet, geen lap top, alleen vaste lijnen, vaste tv-aansluitingen met een passe-partout aanbod voor de hele bevolking. De BRT zond de wedstrijd uit, ik denk dat Daniël Mortier het commentaar gaf. Het was live kijken of een dag later de gazet lezen.

We hebben live gekeken, ongeveer het hele gezelschap herinner ik mij, trouwers incluis en we waren allemaal op de hand van Borg. We deden het met een klein teeveetje en zaten rijen dik te staren naar wat later als the greatest tennis game ever zou worden gekwalificeerd. Nog later zou dat predikaat ook Nadal-Federer (Wimbledon 2008) en Alcaraz-Sinner (Parijs 2025) te beurt vallen.

Borg-McEnroe was speciaal omdat de vierde set werd gewonnen door McEnroe met 7-6 na een tiebreaker die eindigde op 18-16 voor de Amerikaan, nadat hij vijf wedstrijdballen had gered. 22 minuten had die ene heroïsche tie break geduurd.

Borg vertelt in zijn autobiografie hoe hij daar voor het eerst langs de rand van de afgrond passeerde, maar net niet de dieperik inging omdat hij er met een laatste krachtinspanning in slaagde om set vijf met 8-6 te winnen.

Een jaar later en een jaar ouder – 22 inmiddels – zou McEnroe diezelfde finale met 3-1 winnen van de toen 26-jarige Borg, gevolgd door de U.S. Open enkele maanden later. Met zes titels op het traagste speloppervlak (Roland Garros) en vijf op het snelste (Wimbledon) en nooit de U.S. Open gewonnen hoewel vier finales gehaald, zou Borg er de brui aan geven.

Verveeld, te rijk, te van alles, zo blijkt nu uit zijn biografie. Als u tot de jongere lezertjes van deze krant behoort, kan de prehistorie van de sport u misschien gestolen worden, maar ik kan u toch Heartbeats aanraden. Ten minste als u de valkuilen van de topsport op zijn rauwst wil lezen. 

Borg ging langs de afgrond, tuimelde diep, ging failliet, scheidde, zag zijn kinderen nauwelijks opgroeien, zat jarenlang aan de coke, moest verschillende keren afkicken…

Hij probeerde een come back. Die herinner ik mij ook en hij ging bij mij door merg en been. Geen enkele wedstrijd won hij en alleen al het beeld van die inmiddels 34-jarige blonde God met dat gedateerde houten racket, het deed zo’n pijn aan de ogen.

In de biografie legt hij uit dat de come back er kwam na een overdosis die hij ternauwernood overleefde. De sport die hem had groot gemaakt moest hem nu in leven houden, ver weg van coke en alcohol. In 1994 begon de senior tour en hij hernieuwde de vriendschap met alle sterren uit zijn tijd. In 2012 ben ik in Knokke gaan kijken naar Borg-McEnroe. In 2011 ging die niet door, Borg had een hamstringblessure. Een jaar later wel. Het was ouwemannentennis, maar wel genieten.

McEnroe heeft Borg uit zijn isolement gehaald, mee zijn leven gered als het ware en ze zijn nu vrienden voor het leven. Hun verhaal doet een beetje denken aan dat van Jan Ullrich en Lance Armstrong. De dag dat je grootste tegenstander bekent dat hij een heilige schrik had van jou, maar dat hij niet langer je ergste vijand is en je graag ziet en dat je op hem kan rekenen, die dag wist ook Borg, inmiddels geopereerd aan prostaatkanker, dat hij vrede kon hebben met wat was geweest.