Column Black Friday in De Morgen van maandag 17 november 2025

Black Friday

Geen smeekbede om medelijden, maar toch: tussen halftwee afgelopen vrijdag en vijf uur zaterdag heb ik drie voetbalwedstrijden bekeken. Het begon met de U17, daarna liet ik de U21 schieten, vervolgens stond ’s avonds de kraker Polen-Nederland op en een dag later zouden de Rode Duivels in Kazachstan hun kwalificatie voor de World Cup van volgend jaar afdwingen.

Drie voetbalwedstrijden in goed 24 uur en drie keer kut met peren. Excuses voor dit grof woordgebruik, maar het is niet anders. Drie keer gewoon slecht voetbal, treurig vertier, zonde van de tijd.

De bondscoach van de U17 had er in de loop van vorige week goede hoop op. Vrijdag zou een mooie dag voor het Belgisch voetbal kunnen worden, bij uitbreiding zelfs een mooi weekend, en dat was niet gelogen. Zijn U17 speelden de zestiende finales op het WK voor tieners en de beloften van de U21 moesten kort daarna in de wei in en tegen Oostenrijk.

De U17 waren in een toernooifase met rechtstreekse uitschakeling beland na een aantal heel overtuigende wedstrijden, maar ze hadden het niet echt getroffen met Europees kampioen Portugal als volgende tegenstander. De U21 werken momenteel een poulefase af op weg naar het EK van 2027.

Om een lang verhaal kort te maken: het werd geen mooie vrijdag voor het Belgisch voetbal, maar een Black Friday, zij het twee weken te vroeg. De echte zwarte vrijdag valt – na de laatste jaren te zijn gebrainwasht door de commercie weten we dat allemaal – de dag na Thanksgiving en dat is dan weer de vierde donderdag van de maand november.

De U17 en de U21 gingen vrijdag kansloos onderuit. Ik heb alleen de U17 bekeken. Helemaal overtuigen kon die generatie niet. Ik vond hen spelen met een airtje. Zo van: kijk eens wat ik nu ga proberen en kijk goed want mij wordt een mooie toekomst voorspeld.

Ai, actie niet gelukt, jammer, wie is de volgende in de rij die zijn kunstje wil tonen? Samen voetballen, samen strijd maken, hun poot zetten tegen potige Portugezen, dat ging al helemaal niet.

De kindsterretjes die door hun ploeg maar laat waren vrijgegeven, waren meteen in de ploeg gedropt, maar konden ook het verschil niet maken. Het paars-witte wonderkind Nathan De Cat vond nooit zijn draai en Jorthy Mokio speelde zoals zijn ploeg Ajax.

De VRT zond het uit, Sporza had de spelers netjes opgelijnd en aan ons gepresenteerd als de nieuwe Courtois, Kompany, De Bruyne en Hazard, maar dat hadden ze beter niet gedaan. Nog voor in de verte een prijsje lonkte, werd het inmiddels helemaal uitgeholde predikaat Gouden Generatie weer eens bovengehaald. We leren het maar niet.

Misschien toch maar beter een verbod uitvaardigen op het uitzenden van jeugdinterlands. Opdat we bijgevolg niet te veel aandacht besteden aan hun prestaties. Omdat alleen telt wat ze later op het hoogste niveau zullen presteren. Als ze daar al geraken en als ze daar kunnen blijven.

Uiteindelijk verloren de U17 omdat ze twee goals cadeau gaven, voorheen atypisch Belgisch, maar inmiddels een Belgische ziekte. Iets later die vrijdag verloren de U21 in Oostenrijk, ook door een weggegeven goal, maar nog niets is verloren. Daar zijn ze nog maar halfweg in de poule en de betere U17’ers zijn weer inzetbaar.

Komen we bij het echte werk: de Rode Duivels. Met morgen nog een gezondheidswandeling annex schietoefening tegen Liechtenstein is het al een tijdje zeker dat België als groepswinnaar zeker is van het zevende grote toernooi op rij. Daarmee is al het goede nieuws gemeld.

Als tot de laatste wedstrijd Noord-Macedonië en Wales je op de hielen zitten, kan je bezwaarlijk van een glorieuze kwalificatiecampagne spreken. Met andere woorden: Rudi Garcia is niet de heilsprofeet gebleken voor de Rode Duivels. Garcia mocht dan wel niet coachen na een schorsing, de voorbereiding van de wedstrijd nam hij wel voor zijn rekening.

Wat zei de beste Belg Jeremy Doku? “Onze campagne was niet top. We hebben te veel punten laten liggen. Iedereen moet beter doen, de coach, ik, iedereen.”

Dat ook de coach, als eerste vermeld, beter moest doen, dat was geen slip of the tongue. “We keken naar deze ploeg en dachten dat ze lang zouden spelen maar dan spelen ze kort en gaan ze voetballen. Het was een totaal andere wedstrijd dan thuis. Misschien hebben we onze tegenstander (in eigen stadion spelend, bedoelde hij) niet genoeg geanalyseerd.”

Het verhaal van die wedstrijd en van de hele campagne is nochtans eenvoudig samen te vatten: voorin komen ze maar niet tot scoren en achterin leiden keer op keer beginnersfouten tot tegendoelpunten. Met dat tussenrapport kan je, om weer Doku te citeren, niks gaan doen op een World Cup.

Column Olympische onnozeliteiten in De Morgen van zaterdag 15 november 2025

Olympische onnozeliteiten

Het programma van de Olympische Spelen is niet evenwichtig. Elke medaille telt, maar de ene medaille is goedkoper dan de andere en dus is de ene sport gewoon meer waard dan de andere.

Een gelukje voor België. Zonder die ‘goedkope’ medailles hadden we er een stuk minder. Welke sporten top zijn en welke goedkoop, om niet te veel ergernis ineens op te wekken, laten we hier even buiten beschouwing. Alvast dit: dé topmedaille van deze eeuw is ongetwijfeld het gymgoud op de brug van Nina Derwael.

Al het andere verbleekt bij de prestatie van Derwael. De topmedaille van de twintigste eeuw is voor meer discussie vatbaar, maar het goud van Fred Deburghgraeve op de 100 meter schoolslag in Atlanta zal zeer hoog scoren. Zwemmen, gymnastiek en atletiek (althans de topnummers) zijn nu eenmaal de meest universele disciplines en bijgevolg de meest aansprekende medailles.

Natuurlijk zitten op het programma van de Olympische Spelen enkele rare sporten, randje onnozeliteiten. Voor een niet-limitatieve opsomming van wat allemaal weg mag, verwijzen we u naar eerdere bijdragen in deze rubriek.

Om het punt van deze column te maken: het is niet omdat er al onnozeliteiten op de olympische agenda staan en er recent nog wat zijn toegevoegd – denk aan breaking en skateboarden – dat er nog meer onnozeliteiten bij moeten.

Derhalve is het de morele plicht van de weldenkende sportlievende mens om te hopen dat veldrijden níét op de sportenlijst van de Olympische Winterspelen van 2030 terechtkomt.

Voor de Winterspelen geldt nog meer dan voor de Zomerspelen dat er al voldoende rariteiten op het programma staan en het dus onzinnig zou zijn om de zelfkant van de sport helemaal op te zoeken.

Volgens de Vlaamse sportmedia was het zowat een uitgemaakte zaak dat veldrijden olympisch zou worden. Die verlieten zich de voorbije jaren op de natte dromen van Flanders Classics en Golazo, die af en toe naar bed gaan met UCI-voorzitter David Lappartient.

In de olympische coulissen heeft die laatste de reputatie van een tafelspringer. Zijn demarche om zich amper drie jaar na zijn IOC-lidmaatschap al meteen verkiesbaar te stellen voor de opvolging van Thomas Bach als sportpaus, heeft bij veel collega-kardinalen voor gefronste wenkbrauwen gezorgd. Hij haalde amper vier stemmetjes.

De blaaskaak Lappartient zou dolgraag ‘le cyclo-cross’ op de Spelen hebben, maar als er al tegenwind nodig was, kwam er vorige week een ferme aanwaaien vanuit de hoek van de Winter Olympic Federations.

Dat is de belangenvereniging van alle wereldsportbonden die op de Winterspelen actief zijn. De neen tegen veldrijden was redelijk duidelijk. “Laten we eerst onze wintersporten ontwikkelen en niet nieuwe sporten introduceren die tegen het ijs- en/of sneeuwcriterium in het Olympisch Charter ingaan.” Duidelijke taal.

Er is geen enkele objectieve reden waarom veldrijden plots olympisch zou moeten worden. Integendeel. Er zijn alleen maar objectieve redenen om die onzinnige gedachte meteen te verlaten.

Zoals, niet in volgorde van belang… Een: de beste atleten doen doorgaans niet mee tenzij in enkele goed uitgekozen wedstrijden. Twee: de beste atleten, als ze er zijn, winnen meestal met een straat voorsprong. Drie: offroad wielrennen is al olympisch. Het heet mountainbike. Een echte topsport, want als de beste veldrijder ooit, tegelijk een van de beste wegrenners van het moment, er zich aan waagt, wordt hij zoek gereden.

Vier: de sport veldrijden is niet eens een sport, maar een zeer kleine discipline of training in circusverpakking in de bijzonder kleine sport wielrennen. Vijf: veldrijden is niet een internationaal, ook niet regionaal, maar een lokaal tijdverdrijf.

Dat wintersporten per definitie een verzameling van klein en lokaal zijn, klopt niet. Op de recentste Spelen wonnen tien landen uit drie continenten de medailles in het snelschaatsen.

Of neem rodelen, ‘luge’ in het olympische jargon, dat geldt als een van de meest gesloten wintersporten. Welnu, van de zes Winterspelen deze eeuw is er maar één waar twee mannelijke landgenoten op het podium stonden. Alle andere medailles waren telkens verdeeld over drie landen, uit twee continenten. Bij de vrouwen is Duitsland de grote slokop, dat is wel een probleem.

Zelfde beeld bij de op en top Canadese sport curling. In de voorbije twee Spelen heeft Canada van de twaalf medailles maar één keer brons gewonnen.

Je kan raden hoe het er in het veldrijden zou aan toegaan. Misschien een verdwaalde Engelsman of Fransman tussen van één tot tien Belgen en Nederlanders, wellicht met die ene Nederlander op het hoogste schavotje.

Column Superdivers in De Morgen van maandag 10 november 2025

Superdivers

De jonge Duivels stoten op het wereldkampioenschap U17 door naar de zestiende finales. Na al het goede dat over hen is verschenen, zou het tegendeel hebben verbaasd. Hoewel, de eerste wedstrijd in de groepsfase werd vorige week maandag nog verloren van Argentinië, dat een 2-1 achterstand omboog in 2-3-winst.

Door de winst afgelopen donderdag tegen Fiji (7-0) en tegen Tunesië (2-0) gisteren, zijn de jonge Belgen zeker van de tweede plaats in hun groep. Vrijdag spelen ze hun volgende partij en daarvoor zijn deze week drie extra spelers afgereisd.

Nathan De Cat, Jorthy Mokio en Mo El Adfaoui konden door hun clubs Anderlecht, Ajax en Gent on-mo-ge-lijk gemist worden voor de competitie, maar nu met de interlandbreak weer wel. Hoe lang ze zullen mogen blijven, gesteld dat de U17 hun ambities waarmaken, dat zijn zorgen voor later.

Een tip voor wie moet terugkeren, maar toch wil blijven: het verhaal van Vincent Kompany op de Olympische Spelen in Peking. De Belgen gingen door, maar Kompany moest licht geblesseerd terugkeren van zijn werkgever, Hamburg. Hij ging naar de luchthaven, althans dat zei hij, om daar plotsklaps vast te stellen dat hij zijn paspoort was vergeten. Vlucht gemist. Enkele weken later zou hij bij Manchester City tekenen.

Deze selectie heet een gouden generatie te zijn. Wij zijn een land met veel meer gouden generaties dan gouden medailles. Tien jaar geleden was er al eens een gouden generatie U17’ers met een Belgisch paspoort. Sinds het WK van 2015 in Chili heten ze de bronzen generatie.

Ze verloren toen in de halve finale van Mali met 3-1 en wonnen de wedstrijd om de derde plaats van Mexico met 3-2, met twee doelpunten van Dante Vanzeir, nu op de bank bij KAA Gent.

Prestaties geleverd in de jeugd zijn niet altijd een garantie voor de toekomst. Van de bronzen generatie spelen er nu twee in een toonaangevende Europese competitie en zijn vandaag nog international: Wout Faes van Leicester en de revaliderende Orel Mangala van Lyon. Van de andere doelpuntenmakers in dat toernooi – Jorn Vancamp (Dessel Sport), Dante Rigo (Beveren) en Matthias Verreth (Bari) – is alleen die laatste internationaal aan de slag, maar wel in de Serie B.

Opvallend: in 2015 hadden vier spelers in de selectie één of meer ouders met buitenlandse roots. Vandaag zijn dat er tien op een superdiverse selectie van eenentwintig. Toen waren alleen Orel Mangala en Ismail Azzaoui (na zware blessures geen club meer) van kleur. Vandaag is een derde van de selectie zwart. Eén speler heeft Marokkaanse roots en twee hebben Zuid-Koreaans en Spaans bloed in zich.

Wat dat uitmaakt? Niks. En heel wat. Het zijn Belgen, voor alle duidelijkheid. Ze hebben een Belgisch paspoort, anders waren ze nooit op dat vliegtuig richting Qatar gezet. Maar aangezien deze rubriek zich graag op glad ijs waagt, zit er ook een anderzijds aan dit verhaal.

Pleitbezorgers van de sociale constructietheorieën en ontkenners van de natuur, gelieve nu op de achterste poten te gaan: met zwarte jongens van die leeftijd sta je doorgaans een stapje verder in de fysieke ontwikkeling.

Dat is geen wet. Niet alle zwarte tieners zijn sterker, groter en sneller dan hun West-Europese en bij uitbreiding blanke, witte, zeg maar Kaukasische collega’s, maar gemiddeld wel. De verschillen vergroten naarmate je opschuift naar het einde van de klokcurve, waar topsport rekruteert onder de outliers, de buitenbeentjes.

Een selecte groep met een fysiek voordeel, helemaal als het gaat om jongens met West-Afrikaanse roots. Het bewijs vind je in het palmares. Van de negentien eerdere WK’s U17 zijn er elf gewonnen door een land met hoofdzakelijk zwarte spelers. Vier keer was Brazilië aan het feest, maar zeven edities gingen naar een West-Afrikaans land met alleen maar zwarte spelers, twee keer Ghana en vijf keer Nigeria, dat daarmee recordhouder is.

Over tien jaar zullen we kijken hoeveel van deze en onze wonderboys hun groeipad verder hebben bewandeld. Inschatten of er nog rek zit op het talent en waar zich het plafond bevindt, is van het moeilijkste in de sport.

Het onderzoeksbureau CIES publiceerde deze week een lijst van 113 tieners (onder 20) bij 80 clubs in 25 topdivisies die minstens 10 miljoen euro waard zijn. Daarin drie Belgen: Mokio, De Cat en Julien Duranville, die bij Borussia Dortmund speelt.

Drie andere spelers op die lijst hebben een Belgische werkgever, maar zijn geen Belgen. De Serviër Mihaljo Cvetkovic en de Turk Yasin Özcan bij Anderlecht en Kos Karetsas bij Genk, een Belgische Griek die voor Griekenland koos. Die laatste zou de duurste moeten zijn. Dertig miljoen euro zegt CIES. Benieuwd.

Column Stammenoorlog in De Morgen van zaterdag 8 november 2025

Stammenoorlog

Er is gedoe in de voetbaltribunes. Is er niet al-tijd gedoe in de voetbaltribunes? Als de ploeg het goed doet en in extremis een overwinning uit de brand sleept, is dat het sein voor een collectief orgasme. O wee als de ploeg het slecht doet, want dan moet de helft aan de Prozac of modernere varianten.

Of wordt de tribune verbouwd door enkelingen. Dat deel is minder geïnteresseerd in de sport as such, maar houdt zich ook graag onledig met het beledigen van de scheidsrechters, de tegenstander en desgevallend ook de eigen ploeg als die niet presteert naar de verwachtingen van de ‘fan’.

Een heel aparte vorm van ontevredenheid kan zich ook tegen het eigen bestuur en de trainer richten. Bijvoorbeeld als zo’n bestuur een trainer te lang aanhoudt. Of als het bestuur, het management, niet goed genoeg of niet genoeg hebben ingekocht.

Een kleiner deel van dat deel van de voetbaltribunes gaat een beetje verder en zou zelfs de scheidsrechter en de tegenstanders willen belagen. Daarom zitten die in een soort kooi en staan er hekken, hangen er netten en worden ze van alle kanten gefilmd. En dan nog gooien ze met van alles en nog wat als het potje overkookt.

Voetbal maakt niet bepaald het beste los in de mens. Niet op het veld, niet naast het veld en niet in de tribune. In alle tribunes, alle vakken. Tot die vaststelling kwam ik een jaar of tien geleden, uitgenodigd in de businessseats. Onze favoriete club speelde tegen de favoriete gehate club en leidde.

Waarop wij ons in de viptribune lieten gaan en een verdwaalde fan van de gehate club allerlei verwensingen naar het hoofd slingerden (en omgekeerd). Een handgemeen – jawel een handgemeen, echt waar – werd nauwelijks vermeden. De klik in het hoofd was instant: hiervoor is een voetbalwedstrijd niet bedoeld, dit is het niet waard, dit kan en moet anders.

Een deel van het voetbalpubliek komt niet in de buurt van die klik. Die zien voetbal als wat Desmond Morris in 1981 in The Soccer Tribe omschreef als een stammenoorlog. Morris, ooit technisch directeur bij Oxford United, had in zijn boek ook nog verwijzingen naar het dierenrijk.

Dat deel van het voetbalpubliek, daar is nu gedoe mee. Dat deel van het voetbalpubliek steigert. Vorige week kwam een bepaling van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken erg hard binnen. Voetbalsupporters die een stadion proberen binnen te komen met een ticket of abonnement dat niet op hun eigen naam staat, riskeren zware sancties. De FOD BZ zal controles houden en streng optreden. Ze waarschuwen voor onmiddellijk stadionverboden van drie maanden en bijkomende boetes.

Dreigen met stadionverboden heeft hetzelfde effect als een rode lap op een stier. Om de een of andere reden vindt een tribune van een paar honderd man dat stadionverboden niet het antwoord zijn op hooliganisme. Is dat cognitieve dissonantie of gewoon domheid? De maatregel werkt, zo bewijst het protest.

Supporters met een lopend stadionverbod hebben zich in het verleden zwaar misdragen, van gooien met van alles tot en met het in elkaar slaan van andere mensen. Om die onverlaten uit het stadion te houden, is het stadionverbod een probaat middel. Hun medestanders zitten er niet mee om hun verbannen vrienden toch naar het stadion te halen. Die maatregel van de FOD BZ moet daar een antwoord op bieden.

De reacties waren voorspelbaar. ‘Ik geef mijn abo soms door aan een goeie vriend of mijn schoonvader. Wat nu?’ ‘Dat zal geen halve hooligan uit het stadion halen.’ ‘Bullshit.’ Dat laatste klopt, maar dan toch vooral voor het onbegrip tegen de maatregel.

Of nog. ‘Waarom kan ik naar een concert of een optreden met een ticket van een ander en niet naar een voetbalwedstrijd?’ ‘Waarom moet de grote meerderheid boeten voor een kleine minderheid?’ Welja, omdat op een concert of een optreden geen structureel geweld wordt gepleegd en de fans van Pommelien en Willy Sommers elkaar niet staan op te wachten om de schedel in te slaan.

Het klopt dat de grote brave meerderheid hiermee boet voor een foute minderheid. Dat komt omdat de sociale controle op de voetbaltribunes, waar men zo hard op rekende, totaal onbestaande is. Niemand zal een bezitter van stadionverbod daarop aanspreken, laat staan aangeven.

De hele heisa vindt zijn oorsprong in de weerstand tegen een verregaande regulering van het stadionbezoek, tot voor kort zowat een Far West. Het protest is trouwens oneerlijk. Het abonnement voor één of meerdere wedstrijden aan iemand anders doorgeven, kan nog steeds perfect. Op voorwaarde dat gever en ontvanger netjes gekend zijn. Dus digitaal.

Column De zaak Lazkano in De Morgen van maandag 3 november 2025

De zaak Lazkano

En? Wanneer komt er nog eens een update van je dopingboek?”

Hoe vaak die vraag mij is gesteld, niet normaal. Telkens gaf ik hetzelfde antwoord. “Wat moet er dan worden geüpdatet? De strijd wordt gestreden en wordt grotendeels gewonnen. De zware misbruiken zijn eruit en er is inmiddels al bijna een hele generatie met wielerpensioen die nooit met een dopingcultuur te maken kreeg.”

Ik geloof de bevragingen onder atleten niet, waaruit zou blijken dat 20 procent aan de doping zit. Dat 20 procent of meer van de atleten vreest dat ze worden genaaid door ‘anderen’ die wel doping zouden gebruiken, dat misschien wel.

Ik geloof eerder de testing die tussen de 0 en 5 procent positieven oplevert, afhankelijk van het tijdstip van controle, de producten en de sporten. Het staat als een paal boven water dat atletiek de eerste dopingsport is. In absolute getallen moet daarbij worden vermeld, gezien het grote aantal disciplines en de wijde verspreiding van die sport.

Rekening houdend met het aantal topatleten wereldwijd is gewichtheffen de echte nummer één, afgezien dan van de vechtsporten. Als ze onder de kooivechters van de UFC zouden testen zoals onder de olympische sporters, er was van die vreselijke MMA (mixed martial arts) geen sprake.

Maar goed, de aanleiding voor dit stukje – dat hebt u misschien al begrepen – is de aanklacht voor dopinggebruik op basis van afwijkende bloedparameters tegen de Spaanse wielrenner Oier Lazkano.

Dat is met afstand de grootste vis uit de wielervijver die het laatste decennium tegen de dopinglamp is gelopen, al moeten we altijd een slag om de arm houden. De zaak-Claudia Pechstein heeft bewezen dat er medische redenen kunnen zijn voor afwijkende bloedwaarden. Anderzijds is Lazkano een Baskische wielrenner en als ergens de dopingcultuur diep geworteld was (is?), dan wel in Spaans Baskenland.

Lazkano reed tot en met 2021 voor Caja Rural, waarna hij naar Movistar trok. In België reed hij zijn eerste prijzen. In 2022 won hij een etappe in de Ronde van Wallonië, in 2023 werd hij tweede in Dwars door Vlaanderen. De Spaanse flandrien was in bloedvorm want hij won daarop de Boucles de la Mayenne en werd kampioen van zijn land.

Een jaar later reed hij samen met Wout van Aert voorop in Kuurne-Brussel-Kuurne en deed het prima bergop in de Dauphiné. De flandrien was een allrounder zowaar. Red Bull-Bora-Hansgrohe contracteerde hem die zomer voor het seizoen 2025.

Na Parijs-Roubaix dit voorjaar (117de) reed hij geen enkele koers meer en sinds 31 mei ontbrak elk spoor. Nu blijkt waarom. Door abnormale schommelingen in zijn biologisch paspoort is hij aan de kant gezet en ontslagen. Tot hij zijn onschuld kan bewijzen – als hij daar de zin van inziet en er zin in heeft – doen zijn bloedwaarden hem de das om.

De zaak-Lazkano is niet het begin van een nieuw rondje dopingverhalen in het wielrennen. De zaak-Lazkano is een goede zaak voor het wielrennen. Een sport die nooit een grote vis vangt, is niet ernstig in de dopingbestrijding.

De zaak-Lazkano bewijst ook dat de weg die de wereldwielerbond UCI begin deze eeuw is ingeslagen de juiste is. Begin deze eeuw, jawel, zo lang wordt al gebruik gemaakt van informatiegaring rond bloedwaarden om verdachte renners te targeten via onverwachte controles.

Dat heeft een extra effect naast het uiteindelijk betrappen. Een renner die voelt dat hij wordt gevolgd of dat te horen krijgt, zal twee keer nadenken voor hij verder gaat met doperen.

De eerste die zo werd betrapt, was Raimondas Rumsas. Hij werd in 2003, na jarenlang te zijn getarget, aan een positieve test op epo gelinkt. Later zou ook zijn ene zoon worden betrapt, tot twee keer toe. Zijn andere zoon overleed in zijn slaap en was ook gedopeerd. Om maar even te duiden welke drama’s zich soms afspelen in de dopingcoulissen.

Dopingbestrijding begon ooit als een urinetest na een wedstrijd. Dat was tot Ben Johnson tegen de lamp liep op de Spelen van Seoel. Daarna kwamen de onaangekondigde trainingscontroles. Na de Festina-Tour van 1998 werkte men aan andere methoden. In 2005 werd het biologische paspoort aangekondigd en dat werd in 2008 operationeel.

De aanpak veranderde, onder druk van steeds moeilijker opspoorbare epovarianten. Het harde bewijs van een positief staal was niet langer nodig. Afwijkende bloedwaarden als marker van het effect van een dopingkuur volstonden.

Lazkano heet een intellectueel te zijn, met een leven buiten de wielrennerij. Dat leven is hem gegund. Het is te hopen dat hij ook zo slim en eerlijk is om de autoriteiten inzage te geven in het hoe, wat, waar en vooral wie van zijn (vermeend) dopinggebruik.

Column Zeepbel in De Morgen van donderdag 31 oktober 2025

Zeepbel

Het was geen te beste week voor het Belgische voetbal.

Ze begon met de blessure van Kevin De Bruyne. Het mag dan niet precies op dezelfde plek zijn als die reparatie van twee jaar geleden, niet doen alsof dat goed nieuws is. Een hamstring is als een binnenband: als je die één keer hebt geplakt, lijkt het wel alsof de gaatjes blijven komen. Dan gooi je die beter weg.

De Rode Duivels met of zonder De Bruyne, het is een wereld van verschil. Op voorwaarde dat de rest van de ploeg zijn leiderschap aanvaardt. Hoe dat bij zijn terugkeer in het voorjaar zal gaan, dat valt nog af te wachten. Er zijn er alvast een paar die hopen op een voornamere rol. Benieuwd hoe Rudi Garcia dat ziet. Een tip aan onze bondscoach: als het om verjonging gaat, moet een coach durven door te pakken en dit lijkt het moment.

Tweede slechte nieuws: de degradatie van de Red Flames in de Nations League. Degraderen betekent dat je daarna weer kunt promoveren, maar dat is de kwestie niet. Erger is het statusverlies – dat beetje status dat ze hadden – bij de volgende WK-kwalificatie.

Onze nationale vrouwenvoetbalselectie blijft een mysterie. Gepromoot en gehypet als geen ander nationaal team, dure uitzenduren mogen vullen, maar flauwe middelmaat als het op presteren aankomt.

Hét onheilsbericht van de week kwam niet van een voetbalveld, maar vanuit de kantoren rond het Belgische voetbal. Rechtenhouder DAZN zou op korte termijn weleens de stekker uit het Belgische voetbal kunnen trekken. Dat kopten verschillende media deze week, met een kundige, niet al te vrolijke analyse.

Dat onheil is op deze plek voorspeld, eerder dit jaar. Niet helemaal in die woorden, toegegeven. Toen DAZN 10 procent van de aandelen aan Surj Sports Investment verkocht, bleef dat onderbelicht. Surj SI is een filiaal van het PIF, zeg maar de economische schatkist van Saudi-Arabië.

Toen DAZN vervolgens hetzelfde bedrag neertelde om die verschrikkelijke FIFA Club World Cup uit te zenden, wist je al hoe laat het was. De Arabieren zijn aan zet. Het valt te verwachten dat Surj na 2026 de hoofdaandeelhouder van DAZN wordt.

Saudi-Arabië, dat de echte wereldbeker in 2034 organiseert, komt daarmee in het vaarwater van Qatar. Even uitleggen: DAZN (en Surj op de achtergrond) willen vanaf 2027 de Europese Champions League in hun portefeuille. Die tender voor 2027 tot en met 2031 is zopas uitgeschreven.

Wat heeft dat te maken met Qatar? Qatar en Saudi-Arabië gunnen elkaar het licht in de ogen niet, al komt de haat vooral van Saudi-Arabië. Qatar heeft een serieuze poot in het UEFA-huis en een puur Saudisch tv-consortium zou geen kans maken op de Champions League-rechten. Als minderheidsaandeelhouder (vooralsnog) zou zo’n deal wel passeren.

En wat heeft dat te maken met de Jupiler Pro League, de Belgische voetbalcompetitie? De inschatting bestaat erin dat DAZN financieel sterker wil staan door te besparen op de televisierechten voor nationale competities.

Ontspoord

In Frankrijk wilde DAZN het aangegane tv-contract heronderhandelen tot ze in april zelf de deur werden gewezen door de LFP, de Franse profliga. De situatie die zich voordoet in België is niet geheel te vergelijken met die in Frankrijk, maar de kern van de zaak is dezelfde: een bedrijf vindt dat het te veel heeft betaald voor iets dat het heeft gekocht en wil de prijs heronderhandelen.

In België komt DAZN niet uit de kosten omdat de telecomoperatoren als Proximus en Telenet de bedragen voor de sublicentie weigeren te betalen. De evolutie van Belgische voetbalrechten is sinds de komst van DAZN ontspoord. Ooit waren die de helft waard van de Nederlandse, maar onder het vorige contract plots het dubbele en dat voor een economische markt die maar half zoveel waard is.

Inmiddels wordt DAZN uitgespuwd door het voetbalbestel en de actie van minister van Consumentenzaken Rob Beenders, die het bedrijf wil beboeten voor foute verkoopsinfo, is daarbij koren op de molen.

Van een zeepbel mag je nu eenmaal verwachten dat ze ontploft. Misschien is dit het moment om eens en voor altijd dat nationale voetbal van een gezond economisch kader te voorzien. Op maat van dit land graag. Nu subsidies in de vorm van sociale lasten en belastingkortingen weer ter sprake komen, kan men misschien eerst naar het voetbal kijken.

Die sector krijgt jaarlijks 200 miljoen euro aan lastenverlagingen. Daarmee betalen ze de 750 voetballers van 1A gemiddeld anderhalve keer het salaris van de premier en zetten tegelijk een mensenhandel op die de voorbije tien jaar 847 miljoen heeft opgebracht.

Column De Ketting van Sir Bradley in De Morgen van maandag 27 oktober 2025

De Ketting van Sir Bradley

Aan de uitgeverijen: wilt u voortaan boeken die u als belangwekkend promoot uitbrengen in het begin van de week, hooguit in het midden, maar nooit aan het eind?

Als een mens – en een journalist is dat ook – aan het uitbollen is van weeral eens een zware week is het uitermate vervelend om op vrijdagavond laat nog een boek te moeten downloaden. Natuurlijk speelt fomo hier een centrale rol, maar het plan was niet om op zaterdag ten behoeve van dit stukje nog een heel boek te lezen, al is doorbladeren een betere omschrijving.

Aan de sportsterren: u hebt recht op één biografie. Misschien twee als u het waard bent om tussentijds te worden geboekstaafd. En in die biografieën, wilt u dan meteen alles op tafel gooien? Niet zoals Thomas Dekker, die in zijn eerste boek te weinig tot helemaal niks losliet en in zijn tweede boek veel te veel. Zich afrukkende ploegmaats, dat hoeft ook niet.

Randverzoekje meteen: gedraagt u zich eens een beetje meer tijdens en na uw carrière, probeer bijvoorbeeld eens wat evenwicht in te bouwen. Als het plegen van en later schrijven over uw uitspattingen de bedoeling is om ons een afkeer te laten krijgen van topsporters, dan bent u goed op weg.

We herhalen: hooguit twee biografieën dus en zeker geen vijf zoals van en over Bradley Wiggins, van wie ik The Chain vrijdag via Amazon aankocht. Prijs: 27 euro, en dat voor een e-versie. Eerder verschenen van hem al My Time, In Pursuit of Glory, My Hour en My Story. Nu dus The Chain.

Dé vraag: heeft hij iets nieuws te melden? Ja en neen, al heeft één Britse zelfverklaarde onderzoeksjournalist het wel over een explosieve onthulling. Dat gaat over de veelbesproken jiffy bag, het mysterieuze pakketje met medicatie dat ooit door Team Sky of British Cycling – die private entiteit en de staatsploeg liepen naadloos in elkaar over – zou zijn besteld. Door de Britse tabloids is dat retroactief onmiddellijk in verband gebracht met de Tour-overwinning van Wiggins in 2012.

Al die tijd ging het gerucht dat het zou gaan om een corticosteroïde, waar hij omwille van zijn seizoensallergie een attest voor had, maar er waren geen sporen terug te vinden van die bestelling, dus bleef het een flou verhaal. Nu zegt Wiggins dat het pakje niet voor hem was, maar dat hij bijna zeker weet dat het testosteronpleisters bevatte. Hij geeft ook niet aan voor wie het was bestemd, maar je kunt tussen de regels lezen dat hij denkt in de richting van de wielerbaanploeg, wellicht de sprinters.

Een andere onthulling zijn de details over zijn eerste trainer Stan Knight, die hem heeft misbruikt. De man is in 2003 overleden, de boulevardpers deed het af als verzinsels, maar na Wiggins’ getuigenis zijn nog andere slachtoffers op het voorplan getreden. Voor ‘Wiggo’ was dat het begin van wat hij de ketting (the chain) noemt van gebeurtenissen die zijn leven hebben gedefinieerd.

Vervolgens: de vertroebelde relatie met zijn vader Gary tot en met diens dood in januari 2008 in Australië. Het was moord, zegt Bradley, maar daar is geen bewijs voor. Vervolgens zijn Tour-overwinning in 2012 en de ook al troebele relatie met Chris Froome, recent bijgelegd.

Later zijn scheiding van zijn eerste en tweede vrouw en de relatie – ook even gebrouilleerd – met zijn kinderen. Ten slotte: zijn faillissement. Dat alles ten gevolge van massief cocaïnegebruik. “Ik snoof lijntjes op mijn olympische medailles.”

Zit er iets Belgisch aan zijn verhaal? Jawel. Gent en vooral later zijn liefde voor de Ghent Six Days en Het Kuipke, waar hij zijn pa terugzag, komen er vaak in voor. Een leuk detail is alvast dat hij aanvankelijk gewoon Belg was, want geboren in Gent. Vanaf zijn zesde werd hij Brit. We hebben een Tour-winnaar gemist, dat is het minpuntje van het verhaal, maar tegelijk zijn we gespaard gebleven van heel wat onnodig drama. Eén VDB volstaat.

De moeder van Wiggins zou hem tot Brit hebben genaturaliseerd omwille van de verplichte legerdienst die in ons land nog steeds geldig was. Maar, zo schrijft Wiggins in het boek, dat verhaal klopt niet, want ik heb later gehoord dat die legerdienst al in 1972 was afgeschaft. Wat dan ook weer niet klopt, want de Belgische verplichte dienst is pas in 1992 opgeschort.

Opvallend is wel weer – na Jan Ullrich – de rol van Lance Armstrong. De verguisde superheld boekte hem een vlucht naar Colorado. Toen een dronken Wiggo daar wonder boven wonder was geraakt, nam Armstrong hem in huis en zette hem op een dieet van sport en gezond eten. Zo kwam hij weer boven water en is hij nu al anderhalf jaar zonder drugs of alcohol. Toch een lezenswaardig verhaal, zelfs op zaterdag.

Column Basketbalpussy’s in De Morgen van zaterdag 25 oktober 2025

Basketbalpussy’s

Er is in onze media veel en misschien net iets te veel te doen rond Toumani Camara en Ajay Mitchell, die in de Amerikaanse profbasketbalcompetitie NBA hun boterham verdienen. Een hele industriële bakkerij in het geval van Camara, die recent een contractverlenging tekende bij Portland Trail Blazers. In vier seizoenen zal hij omgerekend zo’n 70 miljoen euro verdienen.

Plus, alle beetjes tellen, nog eens de zogeheten per diem: 134 euro per dag dat ze on the road zijn en dat zijn al snel 120 dagen per jaar. Zakgeld als het ware, dat ze cash in een envelopje krijgen uitbetaald, telkens als ze verzamelen voor een sportieve uit-trip.

De veelverdieners weigeren dat envelopje op vaste basis en vragen om het geld te verdelen over de minder gefortuneerde stafleden of te schenken aan een goed doel. Als je zoals Stephen Curry 198 euro verdient per seconde dat je op het veld staat, kun je die per diem best missen. Collega’s die Camara en Mitchell ooit tegen het lijf lopen: toch maar even vragen welk goed doel zij met hun per diem een plezier doen. Of niet.

Het NBA-seizoen is dinsdagnacht van start gegaan met een nipte overwinning van regerend kampioen Oklahoma City Thunder tegen Houston Rockets. Mitchell stond een kwartier op het veld van de 58 minuten (inclusief twee overtimes) die de wedstrijd duurde en scoorde zestien punten.

Mitchell is tweede garnituur bij de kampioen. Hij heeft een contract van drie jaar voor in totaal 7,5 miljoen euro, waarvan ‘slechts’ 5 miljoen is gegarandeerd. Camara heeft al meer naam gemaakt, maar speelt dan weer voor een team dat normaal geen enkele kans maakt op de play-offs. Mitchell verdient een tiende van wat Camara in één jaar betaald zal krijgen, maar heeft wel al een mooie kampioenschapsring. Wie herinnert zich nog dat hij in de beslissende zevende wedstrijd maar 32 seconden op het veld stond?

Het grote nieuws in de VS bij de start van het basketbalseizoen is natuurlijk de comeback van Michael Jordan in de NBA. Niet als speler: been there, done that, the best ever. Ook niet als eigenaar: twee keer geen groot succes, maar toch met winst verkocht. Wel als zogeheten pundit, al doet de definitie van pundit, zijnde ‘een autoriteit met recht van spreken’ hem niet helemaal recht aan.

Jordan die voor NBC geregeld zijn diepere inzichten zal verkondigen, dat is de gezamenlijke comeback van het orakel van Delphi en de goden Apollo en Zeus. ‘MJ: Insights to Excellence’, zo heet zijn bijdrage aan NBC, dat 23 jaar wegbleef uit de NBA en met Jordan een publiekstrekker van formaat heeft weten te strikken.

Niemand die verwacht dat Jordan op een koude winteravond een blazer zal aantrekken om bij een topwedstrijd ergens in het besneeuwde Midden-Westen tijdens de rust aan de rand van het veld met een spot op zijn gezicht zijn hoogstpersoonlijk licht te laten schijnen op het vertoon. Zijn eerste optreden dinsdagnacht was dan ook een drie minuten durend vrijblijvend gesprekje bij hem thuis. Voor de mediacritici de aanleiding om zijn optreden als magertjes te kwalificeren.

Dat Jordan bij latere gelegenheden ferm uit de hoek zal komen, laat daar geen twijfel over bestaan. Nu aan zijn nalatenschap wordt gemorreld en de Insta- en TikTok-generaties zonder historisch besef aan zijn GOAT-status twijfelen, alleen omdat opa LeBron James maar van geen wijken wil weten, is het tijd voor Jordan om wat puntjes op de i te zetten. Zo had hij het over die magische pil die hij zou willen om tegen de generatie van vandaag nog competitief te zijn.

De generatie van vandaag, wat is dat toch met die gasten? Recent vanop de fiets (Zwift) The Starting Five, seizoen twee beginnen te kijken. Tyrese Haliburton, Jaylen Brown, Kevin Durant, James Harden en Shai Gilgious-Alexander (SGA voor de vrienden) spelen de hoofdrollen. De eerste drie afleveringen hebben weinig om het lijf.

Aflevering twee ‘Love and Basketball’ gaat zowaar over – hoe raadt u het? – de liefde, waarbij de pas verworven vriendin van Harden uitlegt hoe ze hard to get heeft gespeeld maar dan toch viel voor zijn charme. Of was het toch zijn geld? Aflevering vier zal gaan over de rol van hun moeders in hun leven.

SGA, een Canadees nota bene, mag door zijn garderobe, rare bandana en die cornrows (bij drie van de vijf hoofdrolspelers te zien) op een bendeleider lijken, voorlopig boeien die basketbalpussy’s niet, Netflix. Alle hoop rust bij Zijne Genade om ons in drie minuten uit te leggen wat er nodig is om te winnen: een kort geschoren kopje en meedogenloosheid.

Column Ego/geopolitiek (bis) in De Morgen van maandag 20 oktober 2025

Ego/geopolitiek (bis)

(INMIDDELS DOOR DE FEITEN JAMMER GENOEG ACHTERHAALD)

Binnen de beperkte ruimte die andere sporten dan voetbal en wielrennen wordt toebedeeld in onze media, tenzij die atletiekvaudeville in het Vlaams Parlement, is de voorbije week belangwekkend internationaal sportnieuws onderbelicht gebleven. Het wereldkampioenschap artistieke gymnastiek, dat gisteren van start ging, mist Israël als deelnemend land, omdat organisator Indonesië besloot geen visa toe te kennen aan de Israëlische ploeg.

Dat is nogal wat. In olympische middens wordt van een splinterbom gesproken. Israël wilde met zes gymnasten en een setje omkaderend personeel afreizen, onder wie de olympische gouden en zilveren medaille Artem Dolgopyat.

Op deze plek werd vorige maand nog gepleit voor een boycot van Israël in de internationale sport, maar dat was toen Gaza nog volop werd gebombardeerd. Hoewel het daar nog steeds geen feest is, lijkt het politieke kader rond het Gaza-conflict aan het bewegen. Een boycot van de Israëliërs was daarom niet meer aan de orde en zet alleen maar meer kwaad bloed.

Die ging voor alle duidelijkheid niet uit van de internationale gymbond FIG. Het was het organiserende land Indonesië, een moslimland dat Israel nooit heeft erkend, dat de FIG voor een voldongen feit plaatste. Israël probeerde via het Hof van Arbitrage voor de Sport in Lausanne alsnog de visa af te dwingen, maar dat achtte zich onbevoegd omdat niet een sportbond maar een land de boycot had uitgesproken.

Iedereen in de internationale sportwereld is het erover eens dat dit scenario te allen tijde moet worden vermeden. Voor je het weet is het de organisator of het gastland dat bepaalt wie mag deelnemen op grote kampioenschappen.

Neem nu het WK voetbal van volgend jaar. Iran heeft zich als dertiende land al een tijdje geleden geplaatst voor de wereldbeker in Noord-Amerika en zal wellicht enkele wedstrijden in de VS moeten spelen. Als Donald Trump het op zijn heupen krijgt, kan hij zomaar visa weigeren voor dat deelnemende land.

Van de eenzijdige actie van het organiserende land Indonesië is door de Fédération Internationale de Gymnastique “akte genomen”, maar ook niet meer dan dat. Dat wordt meer dan een rimpel in de salons van de wereldsport. De voorzitter van de FIG heet Morinari Watanabe en die is sinds 2018 ook lid van het Internationaal Olympisch Comité.

Daar is men begrijpelijkerwijze niet blij met zijn slappe houding. Dat komt boven op de niet al te beste indruk die hij had gemaakt met zijn kandidatuur voor het IOC-voorzitterschap. Hij schraagde die met een waanzinnig voorstel om de Spelen simultaan op de vijf continenten te laten plaatsvinden. Een luizige vier stemmetjes heeft hij daarvoor gekregen.

Wat de gevolgen zijn voor Indonesië is niet helemaal duidelijk, maar een internationale sportbond moet nu toch twee keer nadenken voor ze daar nog eens aankloppen. Bij uitbreiding geldt dat voor elke kandidatuur komend van een moslimland. In 1962 weigerde Indonesië al eens Israël voor de Aziatische Spelen (toen Israël nog bij Azië hoorde) en werd vervolgens zelf uitgesloten van de Spelen van Tokio 1964. In 2023 verloor Indonesië het WK voetbal voor de U20 omdat de gouverneur van Bali geen Israëlisch team op zijn eiland duldde.

Een internationale sportbond heeft tegenwoordig best iemand op de payroll die de internationale ontwikkelingen volgt. De sportbonden zouden zich ook best aan elkaar vastklinken en hun houding ten aanzien van conflicten op elkaar afstemmen. Daar ligt een taak voor het Internationaal Olympisch Comité en zijn nieuwe voorzitter Kirsty Coventry.

Zij was nog maar net aangetreden of de Braziliaan Andrew Parsons, net als Watanabe een IOC-lid, besloot met zijn Internationaal Paralympisch Comité de schrapping van Rusland en Wit-Rusland als team ongedaan te maken. Door die beslissing zullen die twee landen – in 2022 geschorst na de inval in Oekraïne en later als neutrale atleten toegelaten – voortaan weer net als vroeger in hun kleuren, met hun hymne en hun vlag mogen paraderen.

De Paralympische Winterspelen vinden begin 2026 plaats in Milaan en Cortina d’Ampezzo, volgend op de ‘gewone’ Olympische Spelen, waarvoor de zes wintersportbonden voet bij stuk houden: alleen individuele neutrale atleten van die landen zijn toegelaten.

De actie van Parsons, die zijn laatste herverkiezing in Delhi in september van dit jaar op die manier veiligstelde, heeft meer dan één beweegreden. Tussen zijn IPC en het IOC botert het al een hele tijd niet meer.

Oekraïne kon er alvast niet om lachen. “Twee landen mogen straks op het wereldtoneel van de sport hun in bloed gedrenkte vlag heisen.” Geef hun eens ongelijk.

Column Ego/geopolitiek in De Morgen van 18 oktober 2025

Ego/geopolitiek

Het fait divers van de voorbije sportweek? Toch wel dat geen 24 uur na te hebben geshined in de wedstrijd tegen Wales onze Jérémy Doku is getrouwd met Shireen Raymond. Die mevrouw kennen we nog van aflevering twee van de Doku-docu.

In een voor een doorsneemens redelijk ontluisterende scène vroeg Doku ‘zijn’ Shireen ten huwelijk op een met rode slingers en hartjes aangekleed strand. In Dubai, of wat dacht u?

When two become one, zo heette die aflevering twee van vijf, en daarin kwamen we ook te weten dat voorhuwelijkse seks onbespreekbaar was voor beiden. Ze hadden voor de gelegenheid een kamer met twee aparte bedden gereserveerd. Het hotel dacht nog wel dat ze zich hadden vergist.

Maar neen, dus mogen we ervan uitgaan dat in de nacht van dinsdag op woensdag de Doku-Raymond-verbintenis is geconsumeerd, zoals dat heet. We hopen met zijn allen op een epiloog van de Doku-docu!

Maar hét feit van de voorbije sportweek was toch wel de aanwezigheid van de zonnekoning van het voetbal Gianni Infantino bij de ondertekening van het vredesakkoord tussen Israël en Hamas in Egypte. Nooit heeft een voorzitter van een sportbond zo hoog in aanzien gestaan bij politieke leiders.

Ik stond erop te kijken toen Ruslands nieuwe president Vladimir Poetin in 2001 de ook pas verkozen Jacques Rogge na zijn stand-up in het VRT-journaal liet oppikken door zo’n zwarte KGB-limousine. Rogge ging na 9/11 ook in het Witte Huis op bezoek bij George Bush. Ferm tegen zijn goesting, hem een beetje kennende.

Zijn opvolger Thomas Bach schurkte veel liever aan bij de groten der aarde; bij vredesgesprekken was hij evenwel nooit betrokken. Maar hoe zou Infantino’s voorganger Sepp Blatter zich voelen? Als er nu één was die op dat soort ontmoetingen kickte, dan wel hij.

En wat met Michel Platini? Als Blatter hem niet had meegenomen in zijn val in 2015, dan was hij vandaag allicht de FIFA-voorzitter en niet zijn toenmalige secretaris-generaal. ‘Platoche’ – ik ken zijn stamtafeltje in Bistrot de Nino aan de haven van Cassis en ik zie hem zo zitten – zal zich hebben verslikt in zijn cappuccino bij het zien van de foto’s van die Zwitserse biljartbal (zijn omschrijving van Infantino) aanschurkend bij Donald Trump in diens finest moment.

Het is al begonnen, maar vooral 2026 tot en met 2028 worden topjaren voor wie zich een beetje interesseert in de (ego/geo)politiek van de sport. Trump is daarbij een geschenk uit de hemel. Niet zeker of de ‘operationelen’ bij de wereldvoetbalbond FIFA en het Internationaal Olympisch Comité dat ook zo zien.

Het WK voetbal wordt ook in Mexico (in drie steden) en Canada (twee steden) gespeeld, maar de VS hebben elf speelsteden. Behalve twee achtste finales worden alle wedstrijden vanaf de round of 16 in de VS gespeeld.

Opmerkelijk hoe de belangrijkste wedstrijden mooi zijn verdeeld over steden met een Republikein als burgemeester en die met een Democraat. De finale gaat evenwel door in New York, maar technisch gezien is dat Newark (New Jersey), waar de Democraat Ras Baraka burgemeester is.

Voorlopig, want als het van Trump afhangt zal er nog wat veranderen als sommige burgemeesters hun zaakjes niet op orde krijgen. Hij dreigde er al mee Boston zijn zeven wedstrijden in het Gillette Stadium af te nemen omdat burgemeester Michelle Wu het niet eens is met zijn aanpak van migranten in haar stad.

“Ik weet dat de wedstrijden uitverkocht zijn, maar je burgemeester is niet goed. Als ik denk dat de omstandigheden niet veilig zijn, dan zou ik Gianni – who’s phenomenal – kunnen bellen en zeggen: ‘Laten we naar een andere plek gaan.’ En dat zou hij doen.”

Reken maar dat ze van nu tot het begin van het toernooi in Zürich en daarbuiten peentjes zullen zweten om de onberekenbaarheid van Trump en zijn slippendrager, hun eigen baas.

Die laatste verwijzing naar Boston deed Trump tijdens een bezoek van zijn Argentijnse spitsbroeder Javier Milei, bekend van de kettingzaag. Zijn harde toon zou daarmee te maken kunnen hebben. Dat hij in één moeite ermee dreigde Los Angeles de Olympische Spelen af te nemen, zal dan weer in Lausanne op wenkbrauwgefrons zijn onthaald.

Ook en niet het minst in L.A., waar ze enkele uren eerder victorie kraaiden omwille van de 12 miljard dollar boost die de economie zou krijgen van de Spelen. “Het zal wat lastiger zijn om the Olympics te verhuizen,” schatte Trump het goed in, “maar als hij vervelend blijft doen (gouverneur Gavin Newsom, HV), zijn stad niet op orde krijgt en het daar te onveilig wordt, zal het moeten.”

Never a dull moment, van nu tot juli 2028, beloofd.