Het failliet van Euro 2016 in De Morgen van 12 juli 2016

HET FAILLIET VAN EURO 2016

Voor champagnevoetbal moest je deze zomer niet in Frankrijk zijn. Ook de refs acteerden pover. Het typeert een trend van de laatste EK’s: het landenvoetbal staat mijlenver verwijderd van het hoogstaande clubvoetbal in de Champions League.

Accablés. Dat was de kop op de één van L’Equipe gisteren. De exacte betekenis is gedeprimeerd, down, depressief, moedeloos, terneergeslagen, geteisterd kan ook. Goeie kop, die het ongeveer samenvat. Moedeloos is elke voetballiefhebber, met uitzondering van de Portugezen en Ronaldo. Niet omdat Portugal op een diefje van Frankrijk heeft gewonnen, want die finale was ook maar de emanatie van het hele toernooi, maar wat was dit Euro 2016 een zwak toernooi.

In de finale van zondagavond kwam al het slechtste van de eerste sport van de planeet naar boven: negatieve ingesteldheid, zwakke arbitrage, geen spektakel en uiteindelijk het team dat het minste wilde voetballen dat won. Laten we wel wezen: Portugal verdiende in de eerste negentig minuten niet te winnen. Later in de extra tijd dan weer wel. Portugal had in de reguliere speeltijd één kans in het doelkader tegen zeven voor Frankrijk, dat ook nog eens de paal trof. In de extra tijd had Portugal twee kansen binnen het doelkader plus een vrije trap op de dwarslat tegenover nul voor Frankrijk. Het zal u ook misschien verwonderen, maar Frankrijk had 53 procent balbezit tegenover 47 voor Portugal, dus dat fabeltje van één ploeg die aanviel en een ander die niet aanviel, is pure perceptie.

Frankrijk was de beste of minst slechte ploeg, maar Portugal werd al snel onthoofd door het uitvallen van Cristiano Ronaldo. Je kunt discussiëren over al of niet een kaart bij die fase, hoewel in Duitse media zelfs dunkelrot werd geopperd omdat de fysica wil dat geen enkele knie het houdt bij een dergelijke druk. De analisten van de VRT waren opvallend mild, maar het aanvallen van het geblokkeerd steunbeen op de zwakke schakel, de knie dus, zou altijd een fout moeten zijn.

Het riedeltje dat Payet ‘de tegenstander eens wilde laten voelen dat hij er was’, behoort tot de verwildering van de voetbalzeden en is een verderfelijke vergoelijking van een foute actie. Heel wat aanvallers zouden zijn omhooggewipt als ze de hanenkam van Payet hadden zien komen en waren dan spectaculair onderuitgeschoffeld. In dat geval had Payet geel gekregen. Maar CR7 springen? Nem senhor. IJdelheid is niet altijd de beste raadgever.

Arbitrage ontoereikend

De BBC vond de scheidsrechters op Euro 2016 erg goed. Erg goed betekent ‘op zijn Brits’, maar op dat eiland wordt veel te veel geduld en de Britse norm wijkt fel af van die op het vasteland. Bovendien is die Mark Clattenburg helemaal geen goeie scheidsrechter. Dat bewees hij later ten overvloede in allerlei acties met als toppunt het fluiten van een hands tegen Koscielny, terwijl het de aanvaller was die de bal met de hand had gespeeld. De Fransman hield er een gele kaart aan over en de Portugezen een vrije trap die ook nog eens op de deklat belandde. Stel je voor dat die was binnengegaan.

Als iets duidelijk is geworden op dit EK, dan wel dat de scheidsrechterij volstrekt ontoereikend was, met die bemerking dat de lijnrechters het buitenspel wel prima beoordeelden. Wat bezielde die gekke, mediageile Pierluigi Collina om voor dit EK te verordonneren dat het spel niet te vaak mocht worden onderbroken? Aanslagen, charges en worstelpartijen werden niet bestraft, maar o wee als een speler toevallig zijn hand niet op de juiste plek had en daar een bal tegen kreeg, want dan ging die onherroepelijk op de stip.

Allemaal goed, maar zorg er dan ook voor dat een corner niet ontaardt in waterpolo zonder water. Zorg er dan voor dat professionele foutjes om de aanval af te stoppen zwaarder worden bestraft. Zorg voor meer spektakel en niet in de vorm van meer ellebogen, meer trek- en duwwerk en knietjes waar het niet hoort. Moet het spel vooruitgaan? Geef iedereen die zijn handen, voeten, ellebogen en knieën niet thuishoudt geel. Bij twee keer: rood. Het zal snel voorbij zijn.

Euro 2016 had er heel anders kunnen uitzien met videoarbitrage. Dat ze bij de UEFA die studie maar eens maken. Met een videoref hadden de Rode Duivels al na de wedstrijd tegen Zweden en het onterecht afgekeurd doelpunt van Zlatan Ibrahimovic thuis gezeten en dan had niemand nog kunnen beweren dat de jammerlijke uitschakeling de schuld was van de onervaren defensie.

Het failliet van Euro 2016 is het failliet van het voetbal voor landenteams. Dat staat tactisch, technisch en conditioneel mijlenver verwijderd van de Champions League. Een topteam in de Champions League is zorgvuldig samengesteld uit complementaire voetballers, kundig getraind op tactisch en conditioneel vlak en haalt het beste in de sport naar boven. Landenteams zijn al te vaak joint ventures van de grootste voetbal-nv’tjes van een land, geleid door een bezigheidstherapeut die vooral bekommerd is om de nul houden.

Er waren uitzonderingen, landen waar wel op een aanvallend concept was getraind, maar die landen – Spanje, Kroatië en Duitsland – gingen er voor de finale uit, die laatste twee niet toevallig tegen de finalisten van afgelopen zondag. Italië, ook een land met een plan, schakelde Spanje uit en had dan weer de pech dat ze Duitsland troffen, toen die nog redelijk compleet waren. België behoorde tot de groep landen die het aanvallen overlieten aan de ingeving van de dag en België had dan ook nog het probleem dat er verdedigend geen plan achter stak.

Ter vergoelijking van voorgaande: het is niet simpel om aan het eind van een zwaar seizoen vetbetaalde internationals te overhalen om het beste van zichzelf te geven voor het vaderland. Een toernooi is vaak een uitstalraam om een transfer te verwezenlijken, maar wie al gebeiteld zit bij zijn club tegen een miljoentje per maand zou wel gek moeten zijn om zich de naad uit het lijf te lopen zodat het volgend clubseizoen meteen wordt gecompromitteerd.

Mijn land schoon land

Club en nationale ploeg bijten elkaar. Misschien dat Antoine Griezmann na zeventig wedstrijden te hebben gespeeld in 365 dagen er nog wel zo’n jaartje achteraan kan plakken, maar dit voetbal verkort de carrières. Vreemd dat het voetbalbestel dit niet inziet: meer brutaliteiten toelaten en minder recuperatie, dat moet zich ooit wreken. Een kampioenschap met 24 landen voor een continent dat maar dubbel zoveel landen telt, is ongetwijfeld goed voor de kassa van de UEFA, maar niet voor het voetbal, niet voor de voetbalfan en nog minder voor de voetballer. Het EK voetbal is er na 2004 – met de overwinning van het vermaledijde Griekenland – editie na editie kwalitatief op achteruitgegaan.

Ten slotte bracht Euro 2016 ook het slechtste en het beste naar boven in de voetbalfans. De Belgen? Top. De Ieren. Ook top. Wales idem. De Engelsen? De overtocht verbieden. De Russen? Tegenhouden, met drones desnoods. De Belgische fans waren de enigen die spontaan applaudisseerden nadat het volkslied van de tegenstander was gespeeld. Dat is een erfenis van wijlen onze bondscoach en daar mogen we trots op zijn. Voor het overige dreven de meeste supportersuitingen op de moderne Europese ziekte: nationalisme, mijn land schoon land. We hebben aan dat nieuwe nationalisme wel de Viking Clap over gehouden, wellicht het enige wat we ons bij Euro 2020 nog zullen herinneren.