SPECIAL ONE over Sagan in De Morgen van 13 juli 2016

SPECIAL ONE

We hebben de tiende etappe gehad. Vandaag gaan we over de helft en in kilometers zitten we er al ver over. In belasting en vermoeidheid zitten we nog maar aan één derde. Dat is de wet van de verminderde recuperatie, een wet die hier ter plaatse is uitgevonden maar daarom niet minder waar is. Dat is de Tour. Dat is koers, een sport met regels, gebruiken, tactieken, normen en waarden als geen andere sport. Niet beter, niet slechter, gewoon anders.

De Tour de France is een etappekoers en dat is op de ingewikkelde planeet koers een uiterst complex gegeven. Als u de Belgische tv heeft gekeken en de Belgische kranten gelezen, dan had u eind vorige week vast de indruk dat wij Belgen de Tour gingen winnen, niet? Greg Van Avermaet won een rit en kreeg hele katernen aan hem opgehangen. Als u dit weekend toevallig bij de noorderburen afstemde, omdat ze daar wel het geld hadden voor hun Avondetappe naast Studio France, dan dacht u vast dat de Nederlanders met Tom Dumoulin de nieuwe Tour-winnaar hadden. Neen dus. Er staat straks geen Belg op het podium in Parijs en ook geen Nederlander, al kunnen de Nederlanders in de toekomst wel iets ambiëren met Steven Kruijswijk, die zo ongelukkig in het roze in de Giro in een sneeuwmuur belandde.

Deze Tour is een wedstrijd met nog twee topkandidaten op de eindoverwinning: Chris Froome en Nairo Quintana. Die tweede rijdt op het wiel van Chris Froome, zoals Joop Zoetemelk destijds. In afwachting van hun onderlinge debatten wordt deze Tour beheerst door onder-wedstrijdjes waar we ons druk over maken. Onnodig druk.

De mensheid vermaken

Ruwweg zijn er vier types renners in deze Tour. Buiten categorie zijn de kandidaat-eindwinnaars. Ze waren met drieënhalf, nu nog met tweeënhalf. Aan de andere kant van het spectrum zijn er de volstrekt kanslozen, de knechten van de kopmannen en van de superknechten. Werkmieren en sherpa’s tegen een minimumsalaris, zonder enige ambitie, tenzij het gelletje op het juiste moment bij de juiste man krijgen. En Parijs halen natuurlijk, waarna de parochie hen zal fêteren als winnaars.

Vervolgens zijn er de betere knechten, die diep vanbinnen denken dat ze ook kunnen winnen maar door een speling van het lot in een dienende rol werden geduwd. Zij durven weleens mee te gaan in een ontsnapping, als ze het zot in de kop krijgen of daartoe aangemaand door de volgauto. Zelden leidt dat tot succes.

Dan zijn er de special ones en daarvan heeft elke ploeg er minimaal één. Af en toe moeten ze kopwerk doen, bijvoorbeeld als een sprinter denkt een kans te hebben. Af en toe moeten ze ook knechten, maar ze hebben vooral een aparte opdracht. Er zijn er die een trui ambiëren en naast die onbereikbare gele heb je die in alle kleuren. Numero uno onder de special ones is Peter Sagan. Die rijdt gewoon zijn eigen Tour. Hij wil het groen en hij wil etappes winnen en hij wil de mensheid vermaken.

Elke ploeg heeft renners die geen boodschap hebben aan het classement général, maar die bij de bekendmaking van het parcours in de herfst al hun etappes aanvinken. “Hier wil ik proberen te winnen, baas!” Vervolgens komt het erop aan je ploeg te overtuigen dat je belooft je in het ploegenwerk in te schrijven, als je maar op tijd en stond je eigen kans mag gaan. Als hun kopman voor geel door het ijs zakt, lachen die renners in hun vuistje.

Die categorie neemt af en toe een snipperdag. Juister: af en toe nemen ze géén snipperdag. De sprinters nemen de meeste snipperdagen. Alleen als het aan het eind vlak is en er geen brug meer op een slecht moment opdoemt, zie je hen vooraan. In alle andere ritten kruipen ze goed beschut in het peloton of de gruppetto en horen het wel over de intercom wie wat heeft gewonnen.

Al die types renners, elk met hun eigen agenda en hun intermenselijke relaties, rijden drie weken aan een stuk door elkaar. Wielrennen is een ingewikkelde sport, maar er is één certitude en die heet Peter Sagan. Sagan doet altijd zijn stinkende best, rijdt altijd om te winnen, neemt nooit een snipperdag, hooguit een vrij uurtje als het te steil bergop gaat en gisteren was hij weer de aanstoker van de ontsnapping die standhield. Hij reed vervolgens het meest op kop, haalde alle kandidaat-linkeballen terug en werd uiteindelijk ook nog eens tweede. Eenenveertig keer bij de eerste vijf in een Tour-rit, doe het hem maar eens na.

 

20160713_De-Morgen_p-23-mail