Nummer 23
Mats Rits is een man van vele omschrijvingen. Meid voor alle werk, stofzuiger, de kuisvrouw van Club (aldus Paul Van Himst), kilometervreter…maar dat niemand er ooit aan heeft gedacht om hem ritssluiting te noemen, dat is vreemd. Hierbij. Collega’s mogen het vrij overnemen, bronvermelding niet nodig.
Rits is afgelopen week verhuisd van Club Brugge naar Royal Sporting Club Anderlecht. Hij kon ook naar Union Saint-Gilloise en zo de controverse vermijden. Hij koos voor Anderlecht. Een hele wijze beslissing. Bij Union, dat boven zijn gewicht bokst, kan het alleen maar bergaf gaan, Anderlecht zit zo laag dat het alleen maar bergop kan.
In de kranten verschenen portretjes van eerdere transfers tussen de twee clubs en meer in het bijzonder van Club naar Anderlecht. Bladvulling, jammer maar helaas. Erwin Van den Daele, Rob Rensenbrink, Marc Degryse en Lorenzo Staelens hebben niks vandoen met Mats Rits. Ook René Vandereycken en Ronald Vargas niet, want die kwamen uit een identieke kruisbandblessure en een moeilijke revalidatie. Vandereycken kwam zelfs via de tussenstop Genua.
Van den Daele, Rensenbrink, Degryse en Staelens kozen voor een stap hogerop, voor een beter salaris, voor meer grandeur, voor het onvermijdelijke. In een dubbelinterview voor deze krant met Michel Verschueren en Antoine Vanhove vertelde Verschueren hoe Degryse werd verkocht. Na eerste onderhandelingen die nergens toe hadden geleid, stapte Constant Vanden Stock plots uit
bij een rood licht, liep naar de auto achter hem waar Vanhove en Fernand De Clercq in zaten en zegde hen de gevraagde som toe. “Niewaar Antoine?” “Ja Michel, zo ging dat in die tijd.” En Vanhove tegen de journalist: “Wat Anderlecht wilde, kreeg Anderlecht. Wie Anderlecht wilde, ging naar Anderlecht.”
De transfer van Mats Rits is de nieuwe Belgische voetbalrealiteit: wat Club niet meer wil, kan Anderlecht nu krijgen. Voorwaar uniek, hoe Club een speler van drie titels in vijf jaar, een dertiger die nog een jaar of vijf mee kan, zomaar laat gaan, en dan nog naar Anderlecht.
Eerder deze week verscheen ergens een interview met Rits, er was wel wat te bespreken natuurlijk. Bijvoorbeeld die controversiële keuze voor Anderlecht en de historische rivaliteit tussen de twee clubs. Rits maakte zich ervan af met de melding dat hij nooit meer rivaal was van Anderlecht dan van welke andere club. En dat hij paars wel gewend was, want hij was opgeleid bij Beerschot.
Kortom, Rits is een voetballer die graag voetbalt en bij voorkeur namens teams die hem graag zien komen. Al dat gedoe errond, die stammenoorlogen, dat opgeklopt haantjesgedrag, is aan hem niet besteed. De beschaving is aan de mens Rits niet voorbijgegaan, een hele prestatie voor een Beerschotter (grapje).
Rits weet wel niet hoe Jan Breydel op zijn komst zal reageren: met applaus, met boegeroep of neutraal. Boegeroep valt te verwachten, maar het zou het Clubpubliek sieren als ze de achtergrond van deze overgang zouden meenemen in hun beoordeling. Rits wilde
niet weg, maar hij voelde de twijfel en dus ging hij praten met andere ploegen, en daar kwam een deal uit waarin de drie partijen zich konden vinden.
In dat interview kwam ook zijn rugnummer ter sprake. Hij had gekozen bij Anderlecht voor 23. Oeioeioei, zei de journalist, daar is een aantal Club-fans niet blij mee. 23, als u het niet weet moet u dat weten, was het rugnummer van ene François Sterchele.
En dan nog, zegt u? Inderdaad, ja. Alleen is die François Sterchele tot cultheld van Club Brugge gepromoveerd in 2008. Niet omwille van die 31 wedstrijden en zijn 11 goals, ook niet omwille van de prijzen, want Club won in die tijd niks. Eerder omwille van zijn crash met 200 per uur om drie uur ’s nachts, op 100 kilometer van zijn huis, 48 uur voor hij een wedstrijd had.
Club heeft het nummer 23 teruggetrokken, zoals dat heet. Hoe Jan Breydel nu al vijftien jaar lang bij minuut 23 applaudisseert, voor iemand die zichzelf en zijn veel te rappe Porsche in de vernieling heeft gereden, het blijft vreemd.
Aan Sterchele had Rits nu even niet gedacht toen hij 23 koos en daarom hebben enkele onverlaten hem beticht van heiligschennis. Zijn verdediging was nochtans duidelijk. Hij wilde nummer 26 maar Colin Coosemans had dat al, daarom had hij 23 genomen. Dat was tenslotte het nummer van Jordan.
Rits had het niet over Jordan Torunarigha van AA Gent, die ook met 23 speelt, maar over Michael Jordan. Torunarigha met 23 vind ik erover. Net als Sterchele destijds. Twee keer heiligschennis. Rits met 23 kan nog net. Ik zat ooit met hem bij Telenet voor een NBA- omkadering en de voetballer Rits kent basketbal.



