Column Eden Hazard (en)fin in De Morgen van zaterdag 14 oktober 2023

Eden Hazard (en)fin

Romelu Lukaku is heel eloquent, maar zou die alles geloven wat hij zelf zegt? Zoals: “En toen dacht ik aan LeBron James en alles wat hij heeft meegemaakt.”

Jeetje, Rommeke. Je bent international en een wereldspits op voorwaarde dat je goed in je vel zit – laat daar geen twijfel over bestaan – maar LeBron James speelt interstellair, op en naast het veld. Sportieve prestaties? Je staat niet op de foto. Filantropie? Nog niks gehoord van de Romelu Foundation. Wel veel gedoe rond transfers of uitleenbeurten die al of niet doorgaan. Ook veel hoon (Engeland) en haat (Milaan).

Wat hoogmoedige vergelijkingen betreft, is hij er wel op vooruitgegaan, onze nationale rots/spits. Om zijn situatie te verklaren, verwees hij vroeger nogal eens naar Michael Jordan. Dat was pas heiligschennis, gelukkig eenmalig, en hij heeft op tijd beseft dat hij dat best achterwege laat.

Romelu Lukaku had ook een licht pathetische boodschap voor Eden Hazard. Voor de jonge lezers van deze rubriek: Eden Hazard was een bovenmatig begaafde voetballer van Belgische nationaliteit die er vier jaar heeft over gedaan om er eind vorige week achter te komen dat hij is gestopt. Voornoemde sjotter had al die tijd een lidkaart van Real Madrid waarvoor hij in 76 wedstrijden is komen opdraven. Hij speelde daarin in totaal 3.736 minuten, wat eigenlijk neerkomt op 41 wedstrijden.

Hoeveel Real Madrid heeft betaald aan Chelsea om hem over te nemen, de bedragen willen nogal eens verschillen: minimaal 100 miljoen euro, maximaal 165 miljoen euro. Transfermarkt houdt het op 115 miljoen euro.

Nemen we 100 miljoen, en doen we daar nog eens 100 miljoen bij voor vier jaar salaris, 200 miljoen dus, dan heeft Hazard zijn club Real Madrid 53.000 euro per minuut gekost. Dat is bijna 900 euro per seconde. Hij doet daarmee beter dan Michael Jordan, die op zijn top 171 euro per seconde verdiende bij de Chicago Bulls, maar daar drie jaar lang wel honderd wedstrijden per seizoen voor in actie kwam en telkens met een titel als gevolg.

Eden Hazard mag dan van die 900 euro per seconde na aftrek van transfersom, belastingen en sociale lasten maar een kwart hebben gezien, hij is onmiskenbaar de grootste miskoop in de geschiedenis van het voetbal. En aangezien voetbal de enige sport is die mensen verkoopt, de grootste miskoop in de geschiedenis van de sport. Nooit is een club zo bedrogen geweest in een topaankoop. Nooit heeft een speler zo weinig teruggegeven aan een club die zoveel heeft betaald. Nooit heeft een begaafde voetballer zo weinig gedaan met het talent dat hem genetisch was toebedeeld.

Is dat streng voor Eden Hazard? De voetbalwereld zal vinden van wel, maar de voetbalwereld hanteert zelden de normen die gelden voor andere topsport. Ze zongen de voorbije week unisono zijn lof, bezongen zijn prestaties uit het verre verleden (die niet tellen, topsport lijkt op de beurs), al viel ook af en toe een nuance te horen. Peter Vandenbempt eindigde met “Eden, plus était en vous”.Dat was er boenk op. Gemeten langs de onverbiddelijke meetlat van de topsport was Eden Hazard – hoe zeggen we dat voorzichtig? – een luiaard. Vil, cancel, het is niet anders: een luiaard. Je verandert niet van werkgever die daarvoor flink de portemonnee heeft getrokken – een promotie in zijn geval in de zomer van 2019 van Chelsea naar Real Madrid – om dan op je nieuwe werk te arriveren met acht kilo overgewicht.

Dat hij de twaalf maanden voor zijn supertransfer in de buurt kwam van zeventig gespeelde wedstrijden, kan niet als excuus gelden. Of hooguit tijdelijk. Dat hij daarna door Thomas Meunier onhandig van het veld werd geschopt ook niet. Of hooguit tijdelijk. Dat hij vervolgens de ene na de andere blessure kreeg, is ook geen excuus.

Of misschien heel even, tot het besef doordringt dat het tijd is voor een mentale switch. Omdat in tien jaar tijd de sprints aan hoge intensiteit zijn verdubbeld, ook voor de spitsen die de eerste verdedigers zijn geworden, en daar een ander soort atleet voor nodig is, dat in het moderne voetbal ook de prima ballerina’s hun poot moeten zetten. Omdat zijn immense talent niet langer volstond en hij bijgevolg harder zou moeten gaan werken.

Het lag misschien niet in zijn karakter om die switch te maken, maar je moet het toch vooral zijn softies van trainers aanrekenen dat ze hem niet op het juiste pad hebben gekregen, te beginnen met Zidane in zijn eerste twee jaar Madrid. En wat te denken van onze bondscoach Roberto Martínez die hem telkens weer niet alleen opriep, maar ook opstelde, en zelfs kapitein maakte tot en met op dat rampzalig verlopen WK van vorig jaar.

Column Vlaamse Kermis in De Morgen van maandag 9 oktober 2023

Vlaamse Kermis

Kijk eens aan, dat waren we uit het oog verloren. Dit weekend heeft het circus van modder, zweet, bier en braadworst weer zijn tenten opgeslagen in onze contreien. Meer in het bijzonder in Beringen op en rond de oude mijnsite, waar nog een berg kolenafval ligt die inmiddels is begroeid. Voor de jongere lezers, dat heette vroeger een terril.

Deze terril en omstreken hebben een aparte naam gekregen: be-MINE. Beetje ver van de bewoonde wereld, maar de plaatjes zijn zo mooi en je kan er op fietsen, dus dat komt op de to-dolijst. De be in be-MINE staat voor Beringen, een van die grote mijnsites die eind vorige eeuw de schachten sloten. Je hebt ook nog C-Mine, die ligt dan weer in Genk. Logischerwijs had die ge-Mine kunnen heten maar ze hebben de C van creativiteit genomen, maar nu dwalen we af.

De cross, het veldrijden, cyclocross volgens de wereldwielerbond UCI, is begonnen en dat zullen we geweten hebben. Sinds gisteren kunnen we elk weekend genieten (zonder sarcasme) van een tweetal uurtjes kunst- en vliegwerk op hele dure machines op plekken waar die machines beter zouden wegblijven. En ook sommige atleten, want de helft riskeert zijn leven.

Omdat deze rubriek in de eerste plaats een opvoedende én een gidstaak heeft, maken we u graag wegwijs in het cross-seizoen. Er zijn namelijk verschillende competities en hoe die door elkaar heen lopen, dat willen we u echt niet onthouden.

Zo is er bijvoorbeeld de Wereldbeker. Die begint volgend weekend in Waterloo en dat is niet de plek met die leeuw van Napoleon. Dit Waterloo ligt ergens in de VS. Vroeger hadden ze daar over de plas twee weekends cross, maar deze kalender toont er maar één.

Geen mens wil naar Waterloo, tenzij die paar beroepscrossers die hun zinnen hebben gezet op het eindklassement. Dat levert in de wereldbeker 30.000 euro voor de winnaar op bij de mannen en bij de vrouwen. Een manche winnen betekent 5.000 euro in de pocket. Met je hele hebben en houden naar de overkant trekken, lek rijden en geen geld, betekent flirten met het faillissement.

Dat was de Wereldbeker. Daarnaast heb je nog de Superprestige en die begint dan weer op 22 oktober in Overijse met de Druivencross. Acht manches, de eindwinnaar of -winnares krijgt 25.000 euro. Als u denkt dat het een soep is, wacht maar. Wat had u gedacht van ‘X2O badkamerstrofee’. Acht wedstrijden, 30.000 euro voor de eindwinnaar, man en vrouw.

Heel vreemd, drie competities door elkaar? Wacht. Er is nog zoiets als de Exact Cross(en), en daar valt deze van gisteren in Beringen onder. De winnaars in Beringen waren overigens Thibau Nys bij de mannen en Fem van Empel bij de vrouwen. De Exact Crossen is een serie van zeven crossen, maar zonder eindklassement, en dus ook geen prijs voor wie het beste scoort. Dus losse crossen?

Neen, want er zijn ook drie echt losse crossen: Gullegem, Otegem en Oostmalle. Daarnaast zijn er nog de kampioenschappen. Het begint over een paar weken met het Europees kampioenschap in Pontchâteau. Dan is er in januari uiteraard het Belgisch kampioenschap (in Meulebeke), drie weken later gevolgd door het Wereldkampioenschap in Tabor in Tsjechië.

Zowel het EK als het WK zijn te herleiden tot een Benelux-cup. Waar vroeger nog eens een verdwaalde Italiaan, Duitser of Zwitser een regenboogtrui wist te winnen, en recenter een Tsjech met Zdenek Stybar, is de top van de cross een Belgisch-Nederlandse aangelegenheid geworden.

Het drama van het hele verhaal, of de logica zo u wil, in deze rubriek meermaals voorspeld, is dat nu ook de beste Nederlandse en Belgische crossers meer verstek geven dan ze aanwezig zijn.

Cross is een Vlaamse kermis op twee wielen, maar heeft één groot voordeel: er zit een ijzersterk verdienmodel achter, weze het dan alleen maar in Vlaanderen en een klein beetje ook in Nederland.

Cross is mooi, boeiend en topsport als Mathieu van der Poel en Wout van Aert het onder elkaar uitvechten. Cross is al heel wat minder mooi als Eli Iserbyt op kop rijdt, met Lars van der Haar en Michael Vanthourenhout in zijn wiel. Een sport of een discipline die niet de beste atleten aan de start krijgt, heeft een probleem. Op termijn verliest die bestaansrecht en wenkt de marge.

De site van de UCI met de verschillende wielerdisciplines begint met road, de weg dus. Dan volgt de wielerbaan, daarna mountainbike en BMX. Het rariteitenkabinet begint met indoorcycling, trial, cyclocross en gravel. Die laatste discipline is nog de grootste bedreiging. Gravel zal nog eerder op het programma van de Olympische Spelen verschijnen dan cyclocross, dat zijn olympische ambities beter opbergt.

Column Gym-model-gym in De Morgen van zaterdag 7 oktober 2023

Gym-model-gym

De wereldkampioenschappen gymnastiek in Antwerpen zijn door een Belgische bril bekeken een sof geworden, voor de Gymfed, voor de atleten, voor de trainers, voor het Belgian Olympic Team, voor de organisatie en eenieder die op een Belgisch feestje had gehoopt.

Eerst was er het slechte nieuws dat Nina Derwael maar net op tijd klaar zou geraken en dus op dit WK niet onmiddellijk favoriet was op haar eigen gouden nummer. Vervolgens kwam enkele dagen voor het event de droge melding dat haar gehavende schouder nog eens uit de kom was geschoten en dat ze forfait moest geven.

Daar bovenop moest ook Lisa Vaelen afhaken met klierkoorts en dan waren er enkele andere kleine en minder kleine acrootjes en bobootjes die roet in het eten kwamen gooien voor de andere leden van de ploeg.

Resultaat: na olympische deelname in Rio 2016 en Tokio 2020/21 een zeventiende plaats op het WK en dus geen olympisch ticket voor Parijs 2024 voor de vrouwenploeg. En ook geen olympisch startbewijs voor de mannenploeg, maar dat was min of meer te verwachten, hoewel ze maar een half punt tekortkwamen.

In Rio in 2016 was de Belgische vrouwenploeg nog twaalfde geëindigd op twaalf, maar ze waren erbij en betaalden leergeld. Vijf jaar later in Tokio stonden ze na de kwalificaties vijfde en mochten ze naar de finale. Daarin eindigden ze achtste. Na afloop spraken de technisch verantwoordelijken in Tokio over de volgende Spelen. In Parijs, daar zou het team op de top van zijn/haar kunnen moeten zijn.

Niet dus. Voorlopig telt Belgian Olympic Team twee Belgische gymnasten, twee mannen nog wel. Luka Van den Keybus haalde een ticket op naam binnen voor de all-roundcompetitie volgend jaar in Parijs. Door de vijftiende plaats van het team is er nog een tweede quotaplaats voor België voorbehouden en die moet nog worden ingevuld.

Voor de vrouwen wordt het bang afwachten. In het meest gunstige scenario zou België nog twee gymnasten kunnen afvaardigen: Nina Derwael nominatief en nog een quotaplaats.

De vraag is of het meest gunstige scenario met de broodnodige topprestaties op wereldbekers en het EK er wel in zit. Een gerepareerde schouder waarvan de gewrichtsbanden een beetje zijn ingekort mag dan wel in theorie sterker zijn dan voorheen, zo’n blessure blijft nazinderen, niet het minst in het hoofd.

Nina Derwael weet ook als geen ander dat ze jarenlang heeft gespot met de heersende gymwetten en dat ze nooit tien jaar of langer aan de wereldtop zal staan zoals Simone Biles. Biles is 1m42, Derwael 1m70, slank maar toch een en al spieren. Het soortelijk gewicht van spieren, jawel, is zwaarder dan van vet. In theorie is Nina Derwael met haar 1m70 niet geschikt voor de artistieke gymnastiek, maar ze was als aanstormend talent zo begaafd dat de trainers haar toch in hun ploeg wilden. Terecht. En met groot succes.

De keerzijde is wel dat in haar favoriete nummer de torsie- en tractiekrachten op lijf, leden en vooral gewrichten het zwaarst zijn. Haar blessure mag niet verwonderen en was wellicht niet te vermijden.

De kans is reëel dat Derwael begin januari weer rond, over en onder haar brug met ongelijke leggers door het zwerk zweeft. De kans is al minder groot dat ze tegen Parijs 2024 weer de libel is die ze ooit was. Dan nog blijft ze Belgiës mooiste (in de betekenis van grootste) olympisch goud ooit. Haalt ze Parijs en turnt ze daar het toernooi van haar leven, dan zullen woorden tekortschieten om deze letterlijke en figuurlijke grande dame van het gymnastiek te bewieroken.

Er is ook geen reden om het gymmodel in vraag te stellen. Neen, het was niet altijd model-gym. Er zijn fouten gemaakt, en die zijn met flinke tegenzin toegegeven, maar het gymfabriekje aan de Blaarmeersen heeft onmiskenbaar talent voortgebracht en heeft een topsportcultuur neergezet waar verder op gebouwd kan worden.

Vandaag loopt het gymmodel tegen zijn beperkingen aan en die zijn inherent aan een te kleine talentvijver, met precies genoeg toppers die een voor een op het slechtst denkbare moment uitvallen. De olympische cyclus van Rio was er een van leergeld betalen, die van Tokio verliep goeddeels in chaos maar eindigde toch in een triomf, de cyclus van Parijs viel door pech in het water.

Het Vlaamse gymmodel met zijn goede en slechte kanten heeft gewerkt, en als die Franse toptrainers Kiefer/Heuls willen en kunnen blijven, laat hen dan blijven. Gym is niet de enige sport die in dit land een terugval kent. Geen reden om alles wat ooit heeft gewerkt meteen in vraag te stellen, want dan ben je nog verder van huis. Op naar Los Angeles 2028.

Column Hyperkapitalisme in De Morgen van maandag 2 oktober 2023

Hyperkapitalisme

‘We hebben met Pacific Media Group succesvol geïnvesteerd in verschillende Europese voetbalclubs sinds 2016, waaronder OGC Nice (Frankrijk), Barnsley FC (Engeland), Thun (Zwitserland), Esbjerg (Denemarken), KV Oostende (België) en AS Nancy Lorraine (Frankrijk).”

Zo staat het nog ergens op LinkedIn bij New City Capital, een consortium waaronder Pacific Media Group ressorteert.

Helemaal up to date is de info niet, want ook FC Den Bosch zit in de portfolio en in april van dit jaar werd in Polen GKS Tychy toegevoegd. Nice is dan weer verkocht. Voor honderd miljoen euro nog wel aan Jim Ratcliffe van Ineos. Dat was een klapper, want PMG kreeg vijf keer wat het destijds had betaald en daar was het de investeerders ten slotte om te doen.

In zo’n constructie dienen de andere clubs om de kosten te spreiden, spelers te stallen, al of niet uit te lenen en fondsen te verschuiven. Gaat het ergens fout, slaan de uitslagen tegen, zakt ergens een club, dan gaat het ergens anders ook wel weer goed. Soms. Bij PMG ging het bijna altijd fout. De voetbalholding is een voorbeeld van worst practice en wordt overal uitgekotst door de fans.

Pacific Media Group werd in ons land wel eens voorgesteld als ‘de Amerikanen van Oostende’ maar de investeerders bestaan voor minstens de helft uit Aziaten, vooral dan Chinezen. Alleen het allereerste seizoen in Nice ging het PMG voor de wind. Nadien volgde alleen maar verlies, zowel op het veld als in de portemonnees.

Een investering zoals Pacific Media Group in zeven verschillende voetbalclubs, al of niet via een meerderheidsaandeel, heet met een technische term Multiple Club Ownership, afgekort MCO. Het is een groot raadsel waarom die praktijk, die zelfs in de Verenigde Staten streng verboden is, wordt toegelaten door de voetbalbonden.

In het voetbal kan één en dezelfde eigenaar investeren in verschillende clubs, op voorwaarde dat die niet tegen elkaar Europees kunnen uitkomen en zelfs dan kan er nog wat worden geritseld bij de UEFA, zo bleek recent nog met Brighton en Union. Meestal
is er bij zo’n MCO wel sprake van een hoofdclub, waarvan het belang primeert boven de andere delen van de constructie, en een carrousel van kleinere satellieten die rond die ene grote club draaien. Pacific Media Group heeft geen hoofdclub meer en heeft van alle multiclubs zowat het slechtste track record met alleen maar verlieslatende, onsuccesvolle clubs in de portefeuille.

Na de overname van FC Thun is de club meteen gezakt. Esbjerg ging van de eerste naar de derde klasse in Denemarken nadat PMG er binnenwandelde en AS Nancy zit in vierde klasse in Frankrijk. Esbjerg, Barsnley en Nancy zakten alle drie een reeks aan het eind van het seizoen 21-22. Een jaar later was het de beurt aan KV Oostende, dat zestiende werd en als een van de drie degradanten naar 1B werd verwezen.

Amper enkele maanden na de degradatie staat KV Oostende na zeven speeldagen van de dertig op de dertiende plaats op zestien ploegen. Opnieuw in acuut degradatiegevaar en promotie kan het nu al vergeten, maar dat is het minste van de bekommernissen bij het voormalige FC Coucke.

Pacific Media Group wil af van zijn Oostends eigenaarschap en zoekt een overnemer. Twee weekends geleden verscheen een dubieuze Rus in de tribune naast de Amerikaanse hoofdaandeelhouder Paul Conway.

Vorige week moest KVO dan voor de handelsrechtbank verschijnen in het kader van een depistage. Dat is een onderzoek dat de kamers voor handelsonderzoek van de rechtbanken van koophandel in het kader van het faillissementsrecht voeren bij ondernemingen als die hun rekeningen niet meer kunnen betalen.

Langs alle kanten wordt KV Oostende bestookt door deurwaarders en er is al verschillende keren beslag gelegd op de rekening vanwaar de salarissen worden betaald. De ene schuldeiser is al slimmer dan de andere en geraakt aan zijn centen, maar de bottom line is dat KV Oostende tot diep over de oren in de schulden zit.

Je vraagt je toch af wat er achter steekt als UEFA- voorzitter Alexander Ceferin zelf vindt dat we in het voetbal niet te krampachtig moeten reageren op nieuwe investeringsvormen als meervoudig clubeigenaarschap. Hoewel die niets te maken hebben met clubliefde of lokale verankering of de sociale rol van sport of inclusie – check de spotjes van de UEFA – kunnen we die volgens Ceferin maar beter omarmen.

Je vraagt je ook af of we in België – waar de voetbalclubs nog steeds royaal worden gesponsord via (para)fiscale gunstregimes – niet meer kunnen doen vanuit de overheid en de voetbalinstanties om dat soort hyperkapitalisme tegen te gaan.

Column De Fusie in De Morgen van zaterdag 30 september 2023

De fusie

Kernfusie is in de natuurkunde het samensmelten van atoomkernen, waarbij een zwaardere atoomkern met een hoger atoomnummer (en dus een ander chemisch element) wordt gevormd.

Kernfusies hebben al wel eens tot ongecontroleerde ontploffingen geleid, maar zijn evengoed onderdeel van de (goede, nou ja) werking van een kernbom.

Getroffen door een atoombom, zo voelt het wielrennen de hangende fusie tussen Soudal-QuickStep en Jumbo-Visma aan. Maar wat als hiermee, weliswaar laat getimed, de keiharde economische logica wordt gevolgd?

Het wielrennen is ontegensprekelijk met de neus op de feiten gedrukt als armlastige sport waar de echt grote internationale bedrijven, met uitzondering van Ineos, liever uit wegblijven. Te complex, te veel kosten, te weinig inkomsten, te oud publiek, onoverzichtelijk, als straatsport in de verdrukking, zowel qua veiligheid als logistiek, en ook nog eens met een discutabel trackrecord inzake gezondheid, zoals recent nog eens bleek.

Met als gevolg dat de ploeg die dit jaar alle grote rondes heeft gewonnen met drie verschillende renners (de grand tour slam is een nieuwe mijlpaal in het cyclisme) er moeilijk in slaagt om een nieuwe hoofdsponsor te vinden. En daarom gemakshalve de piste exploreert van samengaan met een van de grootste concurrenten, die toevallig wel een mooie sponsor heeft.

Armoede in het kwadraat, je kunt het niet anders benoemen. Nog een geluk dat ‘de koers’ in bepaalde Europese regio’s zoals Vlaanderen een passie is, anders was deze sport al lang verbannen naar het sportieve rariteitenkabinet. Om aan te geven hoe (on)belangrijk dat wielrennen in internationaal opzicht is, de Franse sportkrant L’Équipe (organisator van de Tour de France) heeft tot gisteren (pas op zondag 1 oktober, late toevoeging) nog met geen woord gerept over de aanstaande fusie. Alsof in het voetbal Manchester City en PSG gesprekken zouden voeren om samen te gaan en L’Équipe daar niks van zegt.

Inmiddels heerst grote onrust in het wielerpeloton. Waar het nieuws dat zondagavond eerst op Wielerflits verscheen nog kon worden afgedaan als een kwakkel of voorbarig, lijkt alles erop te wijzen dat de rook afkomstig is van een flink vuur. De internationale wielerunie UCI heeft zo goed als bevestigd dat ze op de hoogte is. Bij de ploegen, althans in de Belgische atoomkern, is gecommuniceerd dat er niet veel te melden valt, maar dat er te gepasten tijde meer nieuws volgt.

Om te weten wat en wie achter die plannen zit, zou het goed zijn om te weten hoe dit nieuws is gelekt. Uit de meegeleverde details kon je afleiden dat het niet zomaar een toevallig aan de tapkast opgevangen hintje was. De tactiek was: gooi de atoombom en we zien wel wat overblijft en wie rechtstaat.

Patrick Lefevere kunnen we uitsluiten. Zijn reactie na Anderlecht-Club was ongemakkelijk en evasief. Zijn rol in deze fusiesoap is van in het begin overschat. Als minderheidsaandeelhouder ondergaat hij, zoveel is nu zeker, en misschien gaat hij finaal zelfs ten onder.

Algemeen directeur Richard Plugge van Jumbo-Visma lijkt ook niet het type om via Wielerflits de kaarten op tafel te gooien. Het lek komt dan eerder van ontevredenen binnen Jumbo-Visma.

Maar wat als dit uit de hoek en uit de koker van Soudal-QuickStep-hoofdaandeelhouder Zdenek Bakala zelf komt? Hij heeft met Bessel Kok alvast een Nederlandse raadgever die de weg naar de media kent.

Iedereen gaat er nu gemakshalve van uit dat Jumbo-Visma de dans leidt, dat zij bij de fusie de betaalstructuur worden waaronder de nieuwe ploeg zal functioneren. Maar de urgentie is bij Jumbo-Visma, dat via de hoofdsponsor Jumbo in erg vieze papieren zit.

Het is daar alle hens aan dek en cash sparen sinds topman Frits van Eerd van de eigenaarsfamilie even in de gevangenis heeft gezeten. Straks moet hij samen met een handlanger verschijnen op beschuldiging van witwassen en dat is nog wat anders dan een discussietje met de belastingen, laat dat duidelijk zijn. Jumbo mag dan wel een contract hebben voor 2024, het is lang niet zeker dat het daaraan kan en wil voldoen. Vandaar de haast.

Enter Bakala. Die zou, aldus een betrouwbare bron, uitgekeken zijn op Lefevere en hoe die zijn ploeg leidt, maar – als dat klopt, is het verrassend – lang nog niet op het wielrennen. Dat de fusiegesprekken hebben plaatsgevonden in Wenen heeft alles te maken met de man die deze paringsdans leidt, en dat is onmiskenbaar Bakala.

Column Ajax in De Morgen van maandag 25 september 2023

Ajax

Het managen van een voetbalclub wordt soms voorgesteld als een heel complexe zaak. De achterliggende reden daarvoor is dat het management het riante salaris wil verantwoorden en dat doen ze juist door hun functioneren uit te leggen als een mix van hersenchirurgie en het naar Mars sturen van een bemande raket.

Dat het management in het voetbal zoveel verdient, heeft maar één reden: de exorbitante salarissen van het lagere personeel. Sport is samen met af en toe drugshandel de enige sector waarin de ondergeschikten meer kunnen verdienen dan de bazen.

Het managen van een voetbalclub is helemaal niet zo complex. Het vereist wel koelbloedigheid, kunnen omgaan met tegenslag, niet gaan dromen bij meeval en omdat voetbal en toeval maar één letter verschillen (de b van bal) die paar dingen die je juist kan doen toch vooral zo juist mogelijk doen.

In de eerste plaats: de gepaste mensen op de gepaste plek zetten. De typische voetbalvoorzitter mag een voetbalonkundige narcist zijn met een Napoleon-complex, zolang een voetbalclub maar een goede CEO vindt en laat doen. Waarna die zich op zijn beurt laat omringen met een goede sportief directeur en die twee de trainer aanstellen die past bij de club.

Als ze vervolgens met zijn allen een spelersgroep samenstellen die past bij het spel van de club, dan zijn ze al een heel eind en is het alleen nog aan de spelers om de ballen aan de ene kant weg en aan de andere kant erin te schoppen.

Zo simpel kan voetbal zijn en toch zie je dat sommige clubs er niet in slagen een hoogconjunctuur langer dan één, twee, hooguit drie jaar aan te houden. Als je achteraf gaat analyseren, zie je haast altijd dat de neerwaartse spiraal begon met slecht management en verkeerd personeelsbeleid.

Neem nu Ajax Amsterdam. Gisteren stond de eerste Klassieker van het seizoen op het programma: Ajax-Feyenoord. De recordkampioen staat dertiende in de Eredivisie en volgt al op tien punten van leider PSV. Oké, er zijn nog maar vijf wedstrijden gespeeld in een competitie van 34 en er is de wedstrijd van gisteren die nog moet worden afgewerkt, maar daarin staat het na een uur 0-3.

Dat was ook de reden dat die niet helemaal is uitgespeeld. De klassieker werd tot drie keer toe stilgelegd door de scheidsrechter en bij de tweede regen vuurpijlen vond die het welletjes. Een absoluut dieptepunt van een laagconjunctuur die nu al een jaar aanhoudt. Ajax is zo’n club waarvan je weet dat als ze het goed voor elkaar hebben, ze het altijd weer gaan verknoeien.

In het seizoen 18-19 werd Ajax landskampioen. Een jaar later was er geen kampioen, maar Ajax stond aan de leiding toen door corona de competitie werd stopgezet. De twee daaropvolgende seizoenen werden ze ook kampioen.

Toen vertrok Erik ten Hag naar Manchester United en in zijn plaats kwam Alfred Schreuder. Die kennen we nog van in Brugge en van die wist je: neen, dat wordt het niet. Halfweg moest hij eruit en werd Johnny Heitinga zijn opvolger. Als speler was het al op het randje, maar als trainer had hij geen uitstraling die bij Ajax past. Die kon het ook niet worden.

Inmiddels was daar in het laatste kampioenenjaar iets gebeurd: Marc Overmars was op het kopieerapparaat gaan zitten, dan nog met zijn broek op de knieën, had per ongeluk op de kopieerknop gedrukt en die kopie was als bij toeval bij een werkneemster terechtgekomen. Of het was met de iPhone, maar alvast een erg ongelukkige samenloop van omstandigheden. Overmars weg dus.

En dan gebeurde het: Ajax moest op zoek naar een manager sportzaken, een chief sports officer (CSO). Ze kwamen uit bij Maurits Hendriks, een hockeycoach die apparatsjik werd en twee Olympische Spelen chef de mission was.

Na vele decennia in de sportjournalistiek ontwikkel je ongewild een blaaskaakradar. Als Maurits Hendriks in beeld komt slaat die meteen tilt. Doe een search op zijn naam en je komt bij het persbericht dat Ajax bij zijn aanstelling uitstuurde. Kijk naar die zelfgenoegzaamheid op dat gezicht en je ziet genoeg.

Hendriks zocht een opvolger voor voetbaldier Marc Overmars en vond die in de Duitse datagoeroe Sven Mislintat. Beiden maakten zich in geen tijd bij Ajax onmogelijk met management newspeak als ‘aan de voorkant handelen’ en uiteraard met begeleidende powerpointpresentaties.

Inmiddels heeft Mislintat maandag geprobeerd om Maurice Steijn, de nieuwe coach sinds dit seizoen, te ontslaan omdat hij niet de juiste spelers opstelt. Dat lukte niet, want een dag later stond Mislintat zelf op non-actief nadat hij een transfer liet regelen door een makelaar die aandelen had in het databedrijf van Mislintat.

Succession meets Game of Thrones, dat is Ajax dezer dagen.

Column Hard voor het hart in De Morgen van zaterdag 23 september 2023

Hard voor het hart

Op zondag 11 augustus 2013 werd in Maldegem het Belgisch kampioenschap tijdrijden voor juniores gereden. Op één eindigde Igor Decraene. Hij zou een goeie maand later ook wereldkampioen tijdrijden worden in Firenze. Het filmpje van de viering in het hotel van de Belgische ploeg staat nog steeds op mijn iPhone. Zijn dramatische dood een jaar later was een ijskoude douche.

Op twee, op bijna een minuut: Nathan Van Hooydonck. Brons was toen voor Brent Luyckx. Groot talent, in 2015 maakte hij deel uit van het continentale team van Leopard en daarna meldt wielerdatabase ProCyclingStats niks meer. Je vindt hem vandaag terug als medeoprichter van het sportvoedingsmerk 4Gold, vooral bekend van die andere medeoprichter, Mathieu van der Poel.

Luyckx werd ziek in 2015. Ziekte van Crohn. Zware operatie ondergaan in 2017, even was het tricky, maar er toch bovenop gekomen. Altijd bevriend gebleven met zijn generatiegenoot Van der Poel en samen in business gegaan.

Drie grote motoren van een talentrijke lichting. Alle drie hebben ze de dood in de ogen gekeken. Eén is er in gebleven. Twee hebben het gehaald maar zijn voor het leven getekend. Geen enkele van dat podium van Maldegem kan of mag nog competitief fietsen, wat is dat wielrennen soms onrechtvaardig.

Van Hooydonck liet deze week weten dat hij blij is dat hij er nog is na zijn hartstilstand en zijn auto-ongeval en de coma die daarop volgde, dat hij en zijn vriendin uitkijken naar de geboorte van hun kind, dat wat hem is overkomen al bij al een geluk is bij een ongeluk.

Dat gevoel mag je hem niet afnemen, maar wat als na een maandje rust zijn ex-collega’s vertrekken om via lange trainingen in de milde zon van Andalusië de basis te leggen voor weer een fenomenaal seizoen, hoe zal dat nooit-meer-koersen dan binnenkomen?

Was hij maar een voetballer geweest, stond in nogal wat kranten, dan zou hij met zijn onderhuidse defibrillator of icd wel nog aan topsport mogen doen. Dat zeggen ook slimme mensen die daar veertien jaar of zelfs langer voor naar school zijn geweest. Hoe durf ik dan (geen veertien jaar naar school geweest en dus geen cardioloog) te betwijfelen of het wel verstandig is om de medische grenzen zo op te rekken?

Het is Anthony Van Loo ten volle gegund dat hij nog tien jaar na zijn eerste hartritmestoornissen is kunnen blijven voetballen, maar twee keer in elkaar zakken op een voetbalveld en dan maar hopen dat de icd het werk doet waarvoor hij is ontworpen en ingeplant (ja dus, in zijn geval), à la bonheur. Om nog niet te spreken van de impact op de omgeving als iemand voor dood neervalt om enkele seconden later letterlijk uit de doden op te staan door dat stel interne startkabels en batterij. Het resultaat was toch telkens weer een beetje meer littekenweefsel, waarna hem op zijn dertigste werd aangeraden om te stoppen met intensief sporten.

Bij elk bericht over een hartprobleem in het wielrennen is de reactie drieledig. Ten eerste: neen, niet opnieuw. Ten tweede: er zal wel weer iets worden gesuggereerd in verband met doping. Ten derde: als dat maar goed afloopt.

De vragen stapelen zich op. Wat met die hartscreening, hebben ze bij dat superprofessionele Jumbo-Visma dan niks gemerkt? De screening vindt niet alle potentieel gevaarlijke harten, simpel.

Zou het iets te maken kunnen hebben met corona, die welig tierde in de Tour of Britain? Wie weet, een stille hartspierontsteking in combinatie met een ritmestoornis kan hartfalen veroorzaken.

En heeft Van Hooydonck dan zelf nooit iets gemerkt? Wielrennen is nu eenmaal de zwaarste sport die de mens zichzelf vrijwillig aandoet, tot en met het zwart voor de ogen. Gevaarlijke signalen worden dan wel vaker genegeerd en daar zagen we deze week nog een voorbeeld van met Stefan Küng, die bloedend en met een hersenschudding weer op de fiets stapte.

Of ligt het aan al die trainingen al of niet op hoogte, heel vaak op de anaerobe drempel, met die verzuringen (acidose) en die zuurstofschuld (hypoxie), die de grenzen van het menselijke hart aftasten?

Het onderzoeken waard, maar dan nog blijft het een mysterie waarom lopers van de middenafstand (die even belastende trainingen afwerken; lees de Ingebrigtsens er maar op na) niet die problemen hebben. Heeft de gehoekte houding op de fiets er dan iets mee te maken? Of de duur van de inspanning? Of een combinatie van al het voorgaande?

Allemaal vragen waarop een antwoord moet komen. Er is nu veel te doen rond veiligheid in het wielrennen. Terecht. Doorgedreven onderzoek naar de effecten van intensief wielrennen op het hart behoort ook tot veilig wielrennen.