
De Liefhebber
Gisteren heeft Wout van Aert een gran fondo gereden in Colombia. De uitslag is niet bekend en die doet er ook niet toe. Een goede gok: hij is vooraan geëindigd.
Een gran fondo, dat is een wielerwedstrijd voor wielertoeristen. Veel wielertoeristen. Vooraan in de gran fondo’s rijden de toeristen die zich prof wanen. Of profs die net toerist zijn geworden en niet willen afkicken van de fiets. De rest van het gigantische peloton bestaat uit meestal goed getrainde wielertoeristen die proberen in een groepje terecht te komen dat ongeveer hun snelheid rijdt.
Vervolgens proberen ze daar zo min mogelijk op kop te rijden en dus zo weinig mogelijk watt te investeren. Naïeve kloten zoals ondergetekende die zich (in gruppetto 37) niet willen laten kennen en hun deel van het kopwerk wel doen, uit schrik om op de sociale media als profiteur te worden weggezet, worden dan bij het begin van de allereerste helling uit de wielen gereden.
Mijn eerste gran fondo was meteen ook mijn laatste. De Granfondo Eddy Merckx, dat was ik deze grootheid verplicht, heb ik één keer gereden op mijn toenmalige Merckx. Die wedstrijd startte in Hoei. Klein probleem, hij arriveerde ook in Hoei en na een kilometer of tweehonderd moest je nog eens die plaatselijke Muur naar boven.
Die is zo steil — en dat is dan weer een voordeel voor het eindgemiddelde — dat de Garmin denkt dat je stilstaat en vanzelf stopt met registreren, terwijl je je waarachtig wel naar boven sleurt aan een weergaloze 4,5 kilometer per uur.
Enfin, afgezien daarvan is fietsen in zo’n gran-fondomierennest gewoon niet plezant. Altijd opletten voor een gek voor, achter of naast die denkt dat hij alleen onderweg is (nooit een zij, die rijden ook hard maar beschaafd). Altijd ook opletten voor een uitgewoonde die tussen het kader hangend koste wat het kost wil blijven volgen. En ook altijd opletten voor de plotse hindernis die in het begin nog wel wordt aangegeven, maar niet langer naarmate de kilometers zich opstapelen en alertheid en altruïsme verminderen.
Daar zal Wout van Aert geen last van hebben gehad. Je kan er gif op innemen dat hij die wedstrijd vooraan heeft gereden, ver van de gekmakende menigte op twee wielen, beschermd voor en achter hem. Maar wat we ons nu moeten afvragen met zijn allen — hij moet just niks en hij mag just alles, maar wij vragen we het ons toch af — wat deed Wout van Aert in godsnaam op dat moment van het jaar bij een wielertoeristentocht in Colombia?
Wat zal het zijn, een jetlag van acht uur? Dat alleen al overbruggen en daarna ter plekke een beetje rondrijden op wegen die hij niet kent. Dan die verplichte nummers zoals in maatpak met vlinderdas een dansje moeten placeren met een rosse van daarachter (zie de gespecialiseerde sites). En gisteren die gran fondo. Vervolgens terugvliegen na een dag of acht, dus als je die jetlag hebt verteerd, je een tweede op je nek halen.
Trainingstechnisch slaat dit nergens op. La Tebaida, waar de start is van El Giro de Rigo, ligt op 1.200 meter hoogte. De rit zelf is 140 kilometer over — zo staat het op de site — “difficult terrain with longer, steeper hills”. Nu is de laatste jaren wel meer veranderd inzake trainingsopbouw, maar lange, steile hellingen op hoogte, in november, dat is vreemd.
November is de maand dat Wout van Aert na een periode van relatieve rust zonder veel stress weer de fiets moet ontdekken, naast een veelvoud van andere trainingen zoals stabilisatie, beetje indoor, beetje gravel, beetje cross, gewoon bezig zijn, die motor op gang houden. Bij voorkeur op vlak terrein, de beentjes laten draaien en op gezette tijden wat achter de brommer en geleidelijk aan enkele prikkels in het bos, met het oog op de cross.
Er is maar één hele goede reden voor Wout van Aert om tegen alle wetten, regels en logica in naar Colombia te vliegen en die is niet dat hij daarvoor goed betaald kreeg. Wout van Aert gebruikt zijn fiets om zijn wereld te ontdekken. Op de doodsaaie Sierra Nevada waar alle wegen naar boven leiden, bekende hij ooit: “Zie ik een wegje waar ik nog niet in ben gereden, dan kan ik er niet aan weerstaan om af te slaan, offroad of niet, met welke fiets dan ook.”
Wout van Aert is een liefhebber in de puurste betekenis van het woord. Hij fietst gewoon graag, liefst op onbekende wegen, in streken waar hij nog nooit was. Graag doen wat je doet, blij zijn met wat je al hebt, het is het recept voor een lange en gelukkige carrière. En als hij volgend jaar die twee klassiekers wint die hij nog nooit heeft gewonnen, dan weten we hoe dat komt: allen naar Colombia!