Leicester-Atlético
Leicester City kampioen, moeten we daar nu echt blij om zijn? Toch niet omdat het een klein, sympathiek ploegje zou zijn. Klein is erg relatief in Engeland en aan de promotie in het seizoen 2013-2014 is creatief boekhouden te pas gekomen. Met enkele opzichtige trucs hebben ze toen de Financial Fair Play omzeild door veel meer salaris te betalen (aan betere spelers) dan ze voetbaleconomisch konden verantwoorden. Ze kunnen er nooit voor worden teruggezet, zoals wel eens wordt gesuggereerd, maar een flinke boete kan wel nog, al zullen de Thaise eigenaars daar nu niet meer om malen.
Leicester kampioen kan uitgelegd worden als de triomf van een klein, sympathiek ploegje van noeste werkmensen, maar meer nog als een systeemfout in de rijkste competitie ter wereld. Eén, twee, drie keer een vreemd resultaat ligt in het toevalspel voetbal besloten, maar niet een kampioen die Leicester heet na een reeks van 38 wedstrijden. In Manchester, Londen en Liverpool moeten de coaches en CEO’s zich voor de kop slaan.
Leicester kampioen is ook niet de triomf van mooi voetbal. Geen enkele ploeg in de Premier League wil de bal minder graag en geen enkele ploeg in de Premier league hanteert vaker de lange bal. Zeven procent van alle passes zijn lange ballen. Dat is gigantisch en in Europa doen alleen Darmstadt en Ingolstadt beter. Attractieve ploegen als PSG, Bayern München en Barcelona spelen 1,1 tot 1,4 procent lange ballen.
De klassering bewijst dat Leicester kampioen is omdat de anderen het hebben laten afweten. Het staat met nog twee wedstrijden te gaan op 77 punten. Dat kunnen er maximaal 83 worden en geen enkele ploeg werd de voorbije vijf jaar kampioen met zo weinig punten. Leicester is ook geen kampioen omdat het makkelijk scoorde: voor het tweede jaar op rij – na de 73 doelpunten van het Chelsea van Mourinho – vestigt de kampioen weer een laagterecord: momenteel staat Leicester op 64 doelpunten.
Twee dagen na de titel van Leicester haalde het ‘kleine en moedige’ Atlético Madrid de finale van de Champions League door het ‘grote en arrogante’ Bayern München uit te schakelen. Moeten we daar ook blij om zijn? Het is te hopen dat Leicester volgend jaar in de poulefase van de Champions League ingedeeld wordt bij Atlético Madrid. Dat wordt dan een avond voor een filmpje à la carte.
Je kunt het zo al verzinnen: Leicester met veel spelers achter de bal en die draafkip van een Jamie Vardy voorin, wachtend op zijn lange bal. Alleen komt die niet, want in Spanje kunnen ze veel beter verdedigen dan in de Premier League en bovendien heeft Simeone naar aloude traditie alles dichtgetimmerd, acht man achter de bal, wachtend op die ene fenomenaal snelle en perfect uitgevoerde transitie.
Neen, Atlético Madrid is geen Leicester, maar het eindresultaat is niet minder destructief en niet minder onaantrekkelijk. Zou er ooit negatiever, vileiner zijn gevoetbald door betere voetballers? Niet sinds het Inter Milaan van Sandro Mazzola, dat tot ergernis van alle voetballiefhebbers over de hele wereld – met uitzondering van de Interisti – in 1964 het grote Real Madrid van Puskás en Di Stéfano schaakmat zette. De grote Johan Cruijff zaliger zelf luidde in 1972 het einde in van de blauw-zwarte sloopmachine door twee keer te scoren voor Ajax in de Europacup-finale.
Jammer, maar alles komt altijd terug, ook het slechte, ook in voetbal. Atlético is Inter revisited en geperfectioneerd voor de 21ste eeuw. Ronduit hatelijk hoe dat vreselijke Atlético deze week het voluntaristische Bayern schaakmat zette. We zijn ver van huis en van de oorspronkelijke bedoeling van voetbal en bij uitbreiding sport als zo weinig mogelijk investeren en zoveel mogelijk profiteren de trend wordt.
Jammer, want wat een verzameling goede voetballers heeft dat Atlético, met voorop die wonderlijke Griezmann: balvaardig, snel, tactisch gedisciplineerd, mentaal en conditioneel ijzersterk. Maar als ze de minste tegenstand vermoeden, reduceren ze voetbal tot een loopspel voor gedisciplineerde, gebrainwashte Special Forces, op afstand bestuurd door een psychopaat.
Tja, die Diego Simeone. Als je van Mourinho houdt, dan ook van Simeone zeker? José Mourinho is erg, maar Simeone wens je levenslange collocatie toe: voor zijn geschifte gedoe aan de zijlijn en vooral voor zijn voetbal, destijds al als speler en nu ook als trainer.