JA MAAR, MAAR JA
Gisterenochtend vroeg Radio 1 wat mij was opgevallen de voorbije week. Ik zei: “De prestaties van Greg Van Avermaet en Thomas Van der Plaetsen.” Ik benadrukte: “In de eerste plaats de prestaties die van grote klasse getuigen, maar tegelijk het gebrek aan nuance in de berichtgeving. Een klein land dat weinig resultaten haalt in de sport heeft al snel de neiging om elk succes voor te stellen als een wereldprestatie.” Welwel! Twitter – en dan vooral de bandbreedte voor randdebielen – daverde op zijn grondvesten. Ik was een zure, zwartkijkende, wereldvreemde misantroop en het was een grote stommiteit van De Morgen dat ze mij werk gaven.
Als je de kranten van gisteren (Van der Plaetsen) en eergisteren (Van Avermaet) erop naslaat, dan moet het haast wel of beide heren hebben een wereldprestatie neergezet. Welnu, sta mij toe daar enkele relativerende nuances bij te plaatsen. ‘Ja maar, maar ja’ als het ware.
De solo van Greg Van Avermaet was zonder meer knap, maar die solo werd geduld door het peloton, dat incalculeerde dat Greg Van Avermaet vandaag zijn gele trui kwijt is en als het niet vandaag is, dan wel morgen. Ook Van Avermaet weet dat als geen ander. Bovendien goed gezien van Sky, want zo moest BMC ook aan de bak in de eerste Pyreneeën-ritten. Afgezien daarvan waren de kilometers die hij zonder De Gendt op pad was en het peloton afhield zonder meer indrukwekkend. Wat hij gisteren verzon, door als gele trui mee in de ontsnapping te gaan, was dan weer geniaal. Ja maar, als zijn naam Nairo Quintana was geweest, was hij wel geen decimeter weggeraakt. Die ‘ja maars’ mis ik te midden van de hoeraverhalen.
Ook om moe van te worden, is dat overdreven gedoe als iemand een etappe wint. De Tour is – laatste keer dat we checkten – een etappekoers waarin het de bedoeling is om als eerste in het algemeen klassement in Parijs aan te komen. Dan krijg je de laatste gele trui omgegord op de Champs-Elysées en die laatste gele trui telt. Niet geel onderweg, niet groen, niet de bollen, niet wit, en al helemaal niet die van de (super)strijdlust die eigenlijk een oorkonde van domheid is: kilometers op kop rijden zonder resultaat. Etappewinst? Ook leuk, maar ja, ook niet de core van deze wedstrijd.
En dan tienkamper Thomas Van der Plaetsen. Wie het móét weten, wéét het: hadden hij of zijn entourage in de herfst van 2014 de telefoon opgenomen en gecommuniceerd, dan was zijn positieve plas op gonadotropine misschien nooit in de krant gekomen. Een journalist die nieuws heeft, hoort dat nieuws te brengen en ook te duiden. Die journalist was ik en de duiding was er.
Er wordt dezer dagen weer getoeterd dat Van der Plaetsen in de media is geslachtofferd als dopingzondaar en dat is een pertinente leugen: deze en andere kranten hebben meteen de link gelegd met teelbalkanker. De godfather van de Belgische atletiek stuurde zelfs een sms’je om te bedanken voor die duiding en nuancering.
Toen Van der Plaetsen en friends een dag later de trip van Deinze naar Antwerpen ondernamen om daar voor een sponsorbord het hele verhaal te doen over hoe schandalig ze waren behandeld, brak mijn klomp. Niemand die de essentie nog ziet. Was Van der Plaetsen niet op doping gecontroleerd en ‘betrapt’, hij had zijn ziekte pas veel later ontdekt, met alle gevolgen die we niet kennen.
Soms ligt de ‘ja maar’ voor het grijpen, in de vorm van resultaten bijvoorbeeld. Ik zocht mij in de kranten van gisteren te pletter naar de uitslag van de tienkamp op de Europese kampioenschappen in Amsterdam. Uiteindelijk bood de site soelaas: 8.218 punten om eerste te worden, dat leek mij nu niet bepaald een wereldprestatie. De omstandigheden – terugkeren van een vroeg ontdekte teelbalkanker en chemo – wettigen enige euforie, zelfs bewondering. Ja maar, ooit heeft er één tweeënhalf jaar na een in de buik en hersenen uitgezaaide teelbalkanker – na chemo én operaties – de Tour de France gewonnen. (Neen, niet over doping beginnen alstublieft, want die hadden ze toen allemaal.)
En nu scoren in Rio, schreef een krant. Ja maar, dat scoren wordt lastig. 8.219 is de vijfde Belgische prestatie ooit, de dertigste van 2015. En in de laatste dertig jaar haal je er geen medaille mee op de Olympische Spelen, geen op wereldkampioenschappen, wel twee keer Europees brons, in olympische jaren als de toppers verstek geven. En nu ineens goud.