Gevecht op/om de Ventoux
Donderdag rijden 200 profs de Mont Ventoux naar boven om ter eerst. In hun spoor een karavaan van auto’s, bussen, dertigtonners en tienduizenden toeristen, onder wie heel veel Belgen. Het circus dat vijf dagen lang de Kale Berg en omstreken bezet, laat twintig vuilniswagens afval achter. Is de grens bereikt en gaat de Ventoux dicht?
Het is fout gegaan in de renaissance. Waarom moest die Italiaanse dichter of all places in Carpentras komen studeren, in Fontaine- de-Vaucluse komen wonen en in Avignon verliefd worden? En wat bezielde Francesco Petrarca om op 26 april 1336 de kale berg van 1.912 meter hoog te beklimmen? Het was het zelfverklaarde begin van het toerisme, het alpinisme zelfs. Later werden twijfels geuit over zijn exploot, maar Petrarca zelf was alvast laaiend. Hij schreef een Italiaanse monnik dat hij samen met zijn broer de berg had bestegen “louter uit begeerte om zijn bijzondere hoogte nader in ogenschouw te nemen”.
De beklimming van een berg was voor Petrarca de metafoor voor de levensweg naar God. Voor de geschiedenis was het de eerste gerapporteerde beklimming van een berg door wat men later toeristen, nog later wielertoeristen en extremer alpinisten zou noemen, een mensensoort die klimt voor de lol.
God is misschien van de partij bij sommige renners van het Tour-peloton, maar lol zal er zeker níét bij zijn op jeudi le quatorze juillet. Goesting om te vlammen bij een select gezelschap, wellicht angst om door het ijs te zakken bij anderen en een doffe blik in de ogen bij de meesten. De Mont Ventoux, de steenpuist van de Provence, doemt op na een rit van 163 kilometer over hete, vlakke wegen, waarna het vanaf het anders zo lieflijke dorp Bédoin nog 21 kilometer is naar de top die je van ver ziet liggen.
Als je de hel van ‘het bos’ binnenrijdt, verdwijnt de Ventoux 10 kilometer uit het zicht, kronkelt het asfalt zich een ongenadige weg naar boven en vlijt Newton zich met duivels plezier op het achterwiel neer. De snelheid daalt schrikbarend, waardoor de steekvliegen gelijke tred kunnen houden om zich te goed te doen aan het zilte rennersvlees.
Hamsteren is de boodschap
De Tour die naar de Mont Ventoux komt en dat is nog maar voor de zestiende keer, met dit jaar de tiende keer een arrivée op de top, is steeds weer aanleiding voor een invasie van naar schatting 300.000 toeristen. Een kwart heeft zelf een racefiets mee en hoopt op genoeg inspiratie en vooral power om de mythische kale berg naar boven te rijden.
De lokale bevolking leeft gedeeltelijk van dat wielertoerisme, maar heeft er ook af en toe schoon genoeg van. Het epicentrum Bédoin heeft enkele campings, kleine hotels en chambres d’hôtes, maar het is vooral een gezellig dorp met veel tweede en zelfs eerste verblijven van Fransen en buitenlanders die de streek hebben uitgekozen om te verpozen of in het geval van de Vlaming Jan, permanent te wonen. Hij beschrijft hoe het er tot en met vrijdag aan toegaat.
“Fietsers, motards, auto’s, campingcars, old-timers, sedert dit jaar duidelijk aangevuld door jeugdige senioren met e-bikes, dat geeft een redelijk gevaarlijke mix op de berg. De brandweermannen vertelden me dat ze aan 350 interventies zitten voor het afgelopen jaar. De sirenes van de ambulance zijn bijna dagelijkse kost.”
Jan zal in totaal vier dagen aan zijn villa gekluisterd zijn. “Hamsteren is de boodschap. Alleen vers brood kan een probleem zijn, want soms zijn de bakkers al om 8 uur uitverkocht.”
Hij is een Belg die al jaren in Bédoin woont, ergens in het begin van de klim, parallel aan het parcours. “Wij zullen wachten tot we de helikopters horen en dan hebben we net genoeg tijd om naar de Route du Ventoux te wandelen om het peloton te zien passeren. Daarna keren we terug en kijken de rest op tv. Dan duurt het nog twee dagen voor iedereen van die berg is en om het vuilnis op te ruimen. Hoe dat te rijmen valt met de Ventoux als biosfeer, is ons steeds weer een raadsel.”
Jan is wielerminded en dat kan niet van iedereen in Bédoin worden gezegd. Wielerminded betekent begrip hebben voor fietsers die zich overal tussenwurmen, aandachtig inhalen met de auto en altijd en overal het onverwachte verwachten van de immer zwalpende fietser. Wielerminded betekent als horeca aanvaarden dat ze je restaurant betreden in koersbroek en aangepast zweetafdrijvend shirt inclusief de zoutrandjes, hunkerend naar koolhydraten en water. Hun fiets zouden ze naar binnen durven meenemen, want er worden ook flink veel fietsen gestolen op en rond de Ventoux
Tourorganisator ASO had eerst de shortcut door de wijnvelden willen nemen om alle ellende met rotondes en de haakse bocht bij het uitrijden van de dorpskern te vermijden. De plaatselijke horeca vroeg ASO expliciet om het parcours door de dorpskern te leggen, wat een heikele passage is voor de karavaan en die tweehonderd man die allemaal vooraan willen zitten als de klim begint. In het dorp geldt die dag trouwens een alcoholverbod. Jan: “Het lijkt mij niet dat dit op de helling zal gerespecteerd worden.”
Het wordt zeker niet gerespecteerd en de gekte zal drie dagen aanhouden, op en rond de berg, culminerend in de passage rond vier uur in de namiddag op de Franse nationale feestdag. De eerste toeristen hebben dit weekend hun plaatsje uitgezocht langs de kant van de weg, in het bos, in de bochten, althans de bochten die nog niet zijn opgeëist. Vooral op de Ventoux komt het af en toe tot handgemeen tussen de locals enerzijds, die een week van tevoren de mooie stukjes op het parcours hebben afgezet met linten, en de kampeerders in tenten of mobilhomes anderzijds, die geen boodschap hebben aan territoriale voorafnames.
Bij de laatste doortocht in 2013 moest de gendarmerie een slachtpartij verhinderen. Een schaapherder meende een hoekje van zijn berg te kunnen verkopen aan de meestbiedende. Hij eindigde met twee blauwe ogen in de achterbak van zijn pick-uptruck na een vechtpartij met enkele Duitsers, vluchtte, maar kwam die nacht terug met enkele handlangers, karabijnen en messen, om zich te revancheren. De politie was net op tijd.
De kinderen van Bédoin
Les Belges zijn sowieso al liefhebbers van het leven als God in de Provence. Met de Tour de France in de buurt zijn ze in overtal op en rond de Ventoux en bij uitbreiding in de hele Comtat Venaissin, het lager gelegen gedeelte van het departement Vaucluse (84 op de autokentekens) dat ooit eigendom was van de pausen van Avignon. Op de terrassen van Malaucène, Sault en zeker Bédoin is Vlaams de voertaal en is Noord-Nederlands met afstand de tweede vreemde taal.
Het is niet altijd grote liefde tussen de lokale bevolking en die opdringerige Belgen met hun koersfietsen. In Malaucène werd ooit bij het jaarlijkse Ventourist-event van Sporta een auto van Wielerbond Vlaanderen gesloopt op een openbare parking. Niemand had iets gezien. Datzelfde jaar was er ook een geval van agressie geweest tegenover een fotograaf die modefoto’s wilde maken en heel even de weg afzette. De boer die in alle vroegte passeerde op weg naar zijn kudde, schold hem de huid vol: “Foutez le camp, sales Belges, c’est notre montagne.”
Tja, van wie is die berg? De vraag is actueler dan ooit. De geschiedenis wil dat in 1250, ruim voor Petrarca hem voor de lol beklom, de Mont Ventoux, samen met zijn bronnen, gronden, bossen en weiden, door de seigneur Barral des Baux werd geschonken “aan de inwoners van Bédoin én hun huidige én aanstaande kinderen”. Dus niet aan de gemeente. De berg betekende voor Bédoin relatieve rijkdom, alleen onderbroken door godsdienstoorlogen en pestepidemies. De laatste decennia brachten echte welvaart voor de hele omgeving: twee op de drie inboorlingen leven van de toeristen die ook de lokale producten zoals prima wijn en kazen consumeren.
Het ongebreidelde toerisme en de anarchie die dat soms met zich meebrengt op de berg, en niet te vergeten de druk op de natuur, ligt aan de basis van de felle discussie die sinds 2008 woedt. Of ze van de Mont Ventoux en omstreken geen Parc Naturel Régional moeten maken? Ja, zeggen de streekbewoners die niet al te dicht bij de berg wonen. Geen sprake van zeggen de originele Franse families die rond de berg zijn geboren en getogen. “Ne touche pas à mon Ventoux”, zo staat het op de borden en aanplakbiljetten.
Tol heffen
Het spel wordt hard gespeeld en de achterliggende reden is de jacht. Op de hellingen van de Ventoux stikt het van de everzwijnen en gemzen en in een Parc Naturel wordt de jacht al te veel aan banden gelegd. Maar ook de fietsers zouden wel eens kunnen lijden onder te veel regelneverij die gepaard gaat met zo’n Parc.
Er is een precedent en het is niet bepaald geruststellend voor de fietsers. Ooit was de ook al mythische Puy de Dôme in de Auvergne een fietsparadijs. De laatste twintig jaar mag de Puy niet meer worden beklommen, tenzij een paar dagen per jaar zoals laatst op 19 juni, omdat de druk op het Parc Régional te groot is geworden.
De echte reden is ‘le Panoramique des Dômes’, een toeristisch tandradbaantje dat in 2012 in gebruik werd genomen en sindsdien de lokale kassa’s spijst. Driehonderd man mochten op 19 juni nog eens naar boven per fiets. Stel u voor dat ze de Ventoux afsluiten, tol heffen – of nog erger – en startbewijzen verkopen om per fiets naar de top te mogen rijden…
De zwaarste klim?
De steenpuist kan worden beklommen per racefiets via drie verschillende zijden. Voor mountainbikers zijn er nog twee aparte beklimmingen, een vanuit het noorden en een vanuit het zuiden.
Vanuit Bédoin (de zuidkant) is de meest mythische kant. De klim duurt 21,4 kilometer en stijgt gemiddeld 7,6 procent. Gemiddeld is een gevaarlijk begrip, want de eerste 5 kilometer tot in Saint-Estève stellen niks voor met 3 tot 5 procent. Daarna volgt een 10 kilometer lang zwaar stuk – ‘het bos’ genaamd – zonder verpozing, zonder zicht op de top en met een stijging die varieert tussen 8 en 12 procent. Op tweederde, eens het bos verlaten, begin je aan 6 kilometer tegen 5 tot 7 procent. Voorbij het plateau aan Châlet- Reynard kan de wind in het nadeel spelen en zie je het weerstation en de tv-mast liggen. Voor sommigen is dat een voordeel, voor anderen een groot nadeel. De laatste kilometer is weer steil, met een gemiddelde van 10 procent.
De snelste beklimming ooit staat op naam van de Bask Iban Mayo, die in volle epo-periode in een klimtijdrit tijdens een andere wedstrijd in 55 minuten en 51 seconden boven was.
Nog meer kleppers
In Frankrijk staat de Mont Ventoux gecatalogeerd als nummer 34 in de ranking van zwaarste beklimmingen. Die 33 andere zijn haast allemaal mountainbikebeklimmingen of onbekende steile hellingen over heel slechte wegen. Van de grote bekende cols of bergen staat de Ventoux in Frankrijk op één, met een moeilijkheidsscore van 171.
Ter vergelijking: de ook al mythische Passo dello Stelvio (2.757 meter, 24,3 kilometer, gemiddeld 8 procent) in Italië heeft een score van 191.
Merckx en Froome
Elke min of meer getrainde fietser kan de Ventoux aan. De tweede zwaarste – volgens sommigen even zware – beklimming vertrekt vanuit Malaucène en is ook 21 kilometer lang, met een gemiddelde van 7,6 procent en met een lang aanloopstuk. De derde zijde vertrekt vanuit het oosten, vanaf het stadje Sault. Die is 26 kilometer lang, maar minder steil. In de zestien edities dat de Tour de berg aandeed, kwamen ze dertien keer vanuit het zuiden, twee keer vanaf Malaucène en één keer vanuit Sault.
De grootsten hebben er gewonnen – Charly Gaul in 1958, Raymond Poulidor in 1965 en Eddy Merckx in 1970, die flauwviel over de streep en per ambulance naar beneden moest, wat hem goed uitkwam. Later miste Lance Armstrong zijn afspraak met de geschiedenis door de ritwinst weg te geven aan zijn medevluchter Marco Pantani. In 2013 vergat Chris Froome niet te winnen.
Simpson valt
In 1967 zat de klim vanaf Bédoin in een rit van Marseille naar Carpentras. Tour-favoriet Tom Simpson had al veel tijd verloren en begon uitgedroogd aan de lange klim. Enkele kilometers voor de top, in de desolate steenmassa, ging het licht uit. Simpson viel, werd weer op de fiets geholpen, en viel weer. Zijn hart begaf het. Later zou blijken dat hij amfetamines had genomen, zoals de meeste van zijn generatiegenoten, maar het is niet zeker dat dit de doodsoorzaak is.
Op 1,5 kilometer van de streep voltrok zich het drama en daar staat vandaag, in de steenmassa rechts van de weg, een herinneringsmonument ter ere van de onfortuinlijke Britse Gentenaar. Even stoppen en een bedevaart naar de stèle is een goed idee, maar nadien terug de fiets op kan behoorlijk tegenvallen.